maandag 25 april 2011

Klein mysterie 245 – TG-KL (2)

Op 2 april nam ik opnieuw contact op met Erik van Maarschalkerwaard. Hij verzekerde me nogmaals dat z’n e-mail van 28 maart (met daarin de mededeling dat zijn TG-KL volgens de afdeling Veiligheid en Handhaving van de gemeente Horst aan de Maas niet in het bestemmingsplan past) absoluut geen 1 aprilgrap was. Ik was overtuigd en we spraken af elkaar op vrijdag 8 april te ontmoeten. Op een zonovergoten middag beklom ik mijn stalen ros en fietste naar Tienray.
Erik verwelkomde me in z’n atelier, Erik liet zien waar hij momenteel aan werkt (een maquette van een nieuw gebouw voor GGZ Nijmegen), Erik liet me hernieuwd kennismaken met die – ik blijf erbij – werkelijk briljante TG-KL, Erik bleek zo ongeveer elke inwoner van Tienray te kennen, Erik nodigde me uit voor een bezoek aan het terras van dorpscafé ’t Pleintje, Erik schonk me een prachtig boek over zijn werk.
En niet te vergeten: Erik gaf me een kopie van de brief die de eigenaren van het perceel waarop de TG-KL prijkt, onlangs hadden ontvangen van de coördinator van de afdeling Veiligheid en Handhaving van de gemeente.
Eenmaal thuis las ik de brief. Die begint met de opmerking dat ‘onze toezichthouder’ tijdens een controle op 19 juli 2010 heeft geconstateerd dat zich op het perceel ‘een kunstobject’ bevindt waarvoor geen ‘omgevingsvergunning’ is verleend. De coördinator constateert vervolgens dat het ‘op grond van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)’ verboden is ‘een bouwwerk te bouwen zonder omgevingsvergunning’. Dit geldt ook voor het ‘kunstobject’. ‘Voorts is het ingevolge artikel 2.3a, eerste lid, van de Wabo, verboden een bouwwerk, dat gebouwd is zonder omgevingsvergunning, in stand te laten. U bent derhalve in overtreding en wij zijn bevoegd hiertegen handhavend op te treden.’
Omdat de coördinator de beroerdste niet is, heeft hij of zij onderzocht of de overtreding niet alsnog gelegaliseerd kan worden. Het perceel blijkt de bestemming ‘agrarische doeleinden met landschappelijke en natuurwaarden’ te hebben. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor duurzaam agrarisch grondgebruik. Het derde lid van artikel 2.06 van de bestemmingsplanvoorschriften bepaalt ‘dat op deze gronden niet gebouwd mag worden’. Evenmin is sprake van een vergunningvrij bouwwerk.
Dit alles leidt tot de volgende conclusies:
  1. ‘Gelet op het vorenstaande ligt legalisatie niet in de rede.’
  2. ‘De overtreding [dient] beëindigd te worden.’
  3. ‘U wordt in de gelegenheid gesteld (…) de overtreding te beëindigen.’ Dit kan door ‘het kunstobject te verwijderen en verwijderd te houden’.
  4. ‘Indien na controle blijkt dat aan de overtreding geen einde is gemaakt zijn wij voornemens een last onder dwangsom op te leggen.’ Die bedraagt vijftienhonderd euro per week met een maximum van vijftienduizend euro.
Alles van waarde is weerloos. Hoewel ik me realiseer dat deze dichtregel van Lucebert sterk aan inflatie onderhevig is, wil ik ‘m hierbij toch graag van toepassing verklaren op de TG-KL.

(Klik hier voor het vervolg.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten