Dit weekend in de Sint-Lambertuskerk in Horst: Altaarnatief, een expositie van hedendaagse kunst. Eén van mijn twee bijdragen daaraan is gewijd aan Lars Unnerstall, doelman van VVV.
'Turek, du bist ein Fußballgott!', riep Herbert Zimmermann al in 1954 uit in zijn radioverslag van de finale van het WK voetbal tussen West-Duitsland en Hongarije.
De rituelen, de lofzangen, de verafgoding van de spelers, de tweewekelijkse pelgrimage naar de voetbaltempel, de parafernalia, de gewaden, het geloof in wonderen, de devotieprentjes die bekend staan onder de benaming 'voetbalplaatjes', de spreekkoren, het vastleggen van de heldendaden in boeken: de parallellen tussen voetbal en religie zijn onmiskenbaar. Met in elk geval dit verschil dat voetbalroem vergankelijk is, de heiligen van de groene mat valt slechts een tijdelijke verering ten deel. Zie Toni Turek (1919-1984): de Fußballgott uit 1954 is intussen danig in de vergetelheid geraakt.
VVV Venlo heeft vele heiligen gekend, van Faas Wilkes tot Michael Uchebo en van Pietje Pala tot Keisuke Honda. De Venlose voetbalheilige van het moment is Lars Unnerstall (Ibbenbüren 1990; 1,98 meter; 100 kilo). Net als Toni Turek Duitser, net als Toni Turek keeper. Heiligen zijn herkenbaar aan attributen, die een deel van hun levensgeschiedenis vertellen. De attributen van de Heilige Lars ('Larsje' voor de gelovigen) zijn de lat en zijn keepershandschoenen.
De Heilige Larsje is vandaag (19.30 – 22.40 uur), morgen (12.30 – 17.30 uur) en overmorgen (12.30 – 17.30 uur), samen met een kleine veertig andere, prachtige kunstwerken, te zien in de Sint-Lambertuskerk in Horst. De toegang is gratis. Op bezoekers van De Heilige Larsje ligt een kleinigheidje te wachten waarmee zij hun devotie tot de Onwankelbare Toren ook thuis tot uiting kunnen brengen.
De Heilige Larsje is onder meer tot stand gekomen dankzij de medewerking van de AMC Zengers, Kenny Jansen en Ruud Lenssen. Daarvoor wil ik hen ook vanaf deze plaats graag dank zeggen.
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
Mild gekruid
▼
vrijdag 28 december 2018
dinsdag 25 december 2018
Intermezzo – Altaarnatief
Komende vrijdag, zaterdag en zondag: Altaarnatief, expositie van hedendaagse
kunst in de Sint-Lambertuskerk in Horst. Hoe komt zo’n expositie nu eigenlijk tot stand?
Vooral via Whatsapp:
18.46 uur, Frank Schijven: ‘Hadden jij en Sanne niet door moeten gaan met het jaarlijks organiseren van WaarOmney?’
19.48 uur, Wim Moorman: ‘Had gekund, maar persoonlijk houd ik meer van verandering. Van locatie en ook van opzet.’
19.57 uur, Frank Schijven: ‘Was juist met WaarOmney heel goed mogelijk …’
20.00 uur, Wim Moorman: ‘Dat kan natuurlijk nog steeds.’
20.02 uur, Sanne Aben: ‘Met kerst iets organiseren dan? Waaromney?’
20.04 uur, Wim Moorman: ‘👌’
20.08 uur, Wim Moorman: ‘Zullen we dat gewoon doen?’
20.13 uur, Sanne Aben: ‘I'm in.’
20.13 uur, Wim Moorman: ‘😀’
20.15 uur, Frank Schijven: ‘👏👏👏’
18.06 uur, Wim Moorman: ‘Zojuist tijdens een rondje rennen bedacht ik me: zou een “WaaRomney” in de Sint-Lambertuskerk van 27 t/m 30 december iets kunnen zijn? Zitten misschien bepaalde nadelen aan maar ook heel veel voordelen: weersonafhankelijk, verzekerde toeloop van publiek en vooral heel veel mogelijkheden voor het tonen van nagenoeg alle vormen van kunst.’
18.11 uur, Sanne Aben: ‘Ik vind een kerk wel mooi als locatie maar met kerst zal het wel lastiger zijn. Ik ben nog nooit in die kerk geweest🙈’
18.15 uur, Wim Moorman: ‘Schande!’
18.22 uur, Frank Schijven: ‘Ik vind het een geweldig idee, en ook drie dagen👍’
15.30 uur, we bezoeken de Sint-Lambertuskerk. Conclusie: mooie ruimte, grote ruimte, misschien ook wel moeilijke ruimte. Maar waarom niet? We doen het gewoon!
14.00 uur, op gesprek bij deken De Graaf Woutering. Mogen en kunnen we tussen kerst en nieuwjaar, de drukste periode van het jaar voor de kerk, een expositie van hedendaagse kunst organiseren in de Sint-Lambertuskerk? ‘Waarom niet?’ Yessss!
donderdag 20 december 2018
Top 5 – Plakongemakkelijke Horster info plakborden
Auto bij bord parkeren. Behangselplak uit kofferbak halen. Plakborstel en aandrukborstel
uit kofferbak halen. Poster uit kofferbak halen. Bord instrijken. Poster plakken.
Poster stevig bevestigen met aandrukborstel. Eventueel foto maken om te kunnen
nagenieten van het resultaat. Alles terug in de kofferbak. Auto starten en hup,
op naar het volgende bord.
5. Crommentuijnstraat, Meterik
4. Kruisstraat, Hegelsom
3. Kerkeveld, Horst
2. Rector Mulderstaat, Melderslo
1. Gebroeders van Doornelaan, Horst
maandag 17 december 2018
Intermezzo – Reaching for the stars met de 3 J’s
Afgelopen zomer was ik in het Poolse Torun, de geboortestad van Nicolaas
Copernicus (1473-1543), de astronoom die bewees dat de aarde om de zon draait en niet andersom. In het naar hem vernoemde planetarium aldaar zag ik een
spectaculaire show over de werking van sterrenstelsels. Geloof ik. Want ik
snapte er eerlijk gezegd de ballen van.
Tot donderdag!
zaterdag 15 december 2018
Ingezonden – Onderweg naar het kerstdiner
Onder het motto ‘Het weblog kan wel wat vers
bloed gebruiken’ (shame on me) ontving ik van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst)
het volgende kerstverhaal:
ONDERWEG NAAR HET KERSTDINER
ONDERWEG NAAR HET KERSTDINER
In de week voor Kerst is het bij mij thuis een komen en gaan van kennissen, buren en familie. De bezoekers leveren onwetende en onvrijwillige kandidaten af voor de traditionele ereplaats op de feestmaaltafel. De meegebrachte konijnen zijn misschien niet meer de puur heidense offerdieren uit vervlogen tijden, maar vormen wel degelijk een onmisbare schakel in het dichterbij brengen van de vrede op aarde. En dat lukt in ons katholieke stukje wereld toch het beste met een volle bolle buik na een copieuze maaltijd, met konijn als hoofddis.
Het is in ons dorp van oudsher de gewoonte dat de gezinnen
zelf konijnen voor de slacht houden. Een nuttige erfenis uit een armoedig
verleden. Veel konijnenfokkers zijn te lui of te laf om zelf hun vetgemeste
moer of rammelaar te slachten, daarom is mijn vader in de donkere decembermaand
de onbezoldigde, brute konijnenslager van het Kerkhofpaadje.
Pap fokt zelf konijnen, en het is mijn taak om de dieren van
groenvoer te voorzien: klaver en ‘stoebe’, de bladeren en wortels van de
paardenbloem. Met veel liefde en geduld steek ik de planten op het terrein van
de Katholieke Jeugd Vereniging. Ik gebruik hiervoor een gekarteld broodmes met
een zwart kunststoffen handvat. Mijn vader fokt de konijnen om ze op te eten.
Ik voer de Hollanders en Vlaamse reuzen, omdat ik van ze houd.
Al die kerstkonijnen worden door pap vakkundig met een
genadeloze karateklap achter de oren kasje wijlen gemaakt. De beesten geven
geen kick. ‘Ze lijden geen pijn’, zegt mijn zorgzame en blauwogige moeder. Nee
mam, behalve dan dat ene zwart-witte: mijn eigen lievelingskonijn. Een felle
siddering schiet door mijn lijf als het diertje door mijn vader wordt vermoord.
De scherpe en nare konijnengil gaat bij mij door merg en been. Ik heb nog nooit
eerder een konijn welk geluid dan ook horen voortbrengen. De konijnenschreeuw
galmt bij mij na in een jarenlang aanslepende, bedorven kerstbeleving.
In plaats van een scalpel gebruikt pap een met engelengeduld
geslepen aardappelschilmesje. Vlijm en vlijmscherp moet dat zijn. Tussen het
slijpen door voelt vader voorzichtig tastend met zijn vingertoppen of het
‘petattemeske’ al scherp genoeg is. Als een volleerd slijper benut hij een
aantal hoekstenen in de deuropening van de waskeuken om die perfecte conditie
te bereiken. De slijpsporen in de muur zijn nu nog zichtbaar als een ingekerfd
verleden.
Het slachten zelf verloopt volgens een vast ritueel. De
Hollander wordt eerst met ruw bonentouw pootje voor pootje opgehangen aan de
onderste tak van de oude suikerperenboom op de binnenplaats. Op de plek waar
anders onze kinderschommel hangt, vallen nu schommelen en bungelen, leven en
dood samen.
Mijn vader trekt het konijn vervolgens kundig de zachte
bontjas uit, en als een geboortewonder, als een plotselinge, onaangekondigde
metamorfose, komt tevoorschijn: een nog in de winterkou na-dampend,
doorschijnend lichaam; een lichtroze huid met duizenden bloedadertjes; vage
orgaancontouren en duidelijke skeletvormen. Het beestje hangt dan dood te
wezen. Er is bijna geen druppel bloed gevloeid.
Een zoete, weeïge geboortegeur verspreidt zich in de koude
buitenlucht en dringt langzaam mijn neus binnen. Ik voel me misselijk worden,
maar blijf met ingehouden adem kijken. Licht zwetend, angstig en dapper
tegelijk, kijk ik met een mengeling van afschuw, boosheid en bewondering naar
de soepele slachtvaardigheid van mijn vader. Mijn dierbare konijn is gevild.
Waar is dat voor nodig? Een eerste, nog onbegrepen, twijfel aan de autoriteit
van vader en godsdienst sluipt mijn leven binnen. Ik weiger voortaan om konijn
te eten.
Het lieve konijntje heeft de bontsokjes nog aan.
Jan Duijf (Kloosterstraat Horst)
Jan Duijf (Kloosterstraat Horst)