Mild gekruid

donderdag 21 november 2024

Intermezzo – Integratie

‘Er hadden hier doden kunnen vallen. De sfeer was gisternacht uitermate dreigend.’ Nee, dit citaat heeft geen betrekking op de geweldsuitbarsting in Amsterdam, twee weken geleden. Wel op een geweldsuitbarsting in Horst, een kleine veertig jaar geleden. Op 18 september 1988, kermiszondag, barstte in discotheek Modern in de Schoolstraat in Horst de hel los. Vijf uur lang vechtpartijen, trottoirtegels en bierglazen die door de lucht vlogen, een bedreigde politieman die een waarschuwingsschot loste. Volgens in het Dagblad voor Noord-Limburg geciteerde buurtbewoners hadden er dus doden kunnen vallen.


‘De daders zijn moreel volstrekt ontaard. Ik denk dat we zonder al te veel moeite kunnen stellen dat we een integratieprobleem hebben.’ Nee, dit citaat heeft geen geweld op de geweldsuitbarsting in Horst, een kleine veertig jaar geleden. Wel op de geweldsuitbarsting in Amsterdam, twee weken geleden. Het citaat is afkomstig van onze minister-president, Dick Schoof. 

Ik kom op deze citaten omdat ik worstel met het begrip integratie. Aanstichters van de ongeregeldheden in Horst waren Nederlanders met een katholieke, Noord-Limburgse achtergrond. Niemand die destijds beweerde dat er een integratieprobleem bestond bij Nederlanders met een katholieke Noord-Limburgse achtergrond. Als dezelfde rellen met dezelfde aanstichters nu opnieuw zouden plaatsvinden, zou nog steeds niemand durven te beweren dat Nederlanders met een katholieke Noord-Limburgse achtergrond een integratieprobleem hebben. Maar wat als dezelfde rellen nu opnieuw zouden plaatsvinden en de aanstichters zouden Nederlanders zijn met een islamitische, Noord-Afrikaanse achtergrond?  


Laat ik het eens op mezelf betrekken. Ik ben een Nederlander met een generaties lange katholieke Noord-Limburgse achtergrond. Ik ben ook een zogeheten zevenvinker, iemand die automatisch maatschappelijk bevoorrecht is op basis van zeven kenmerken. Maar ben ik ook geïntegreerd? Ik ben een notoire carnavalsmijder, ik eet geen kaoje, geen k’rboêt en geen zoervleisj, ik ben zelfs vegetariër, ik ben berispt door de woningstichting vanwege mijn onverzorgde tuin, ik laat de jaarlijkse buurtbarbecue aan me voorbijgaan, ik houd me afzijdig van wat in mijn dorp gebeurt. Onder mijn directe buren bevinden zich geboren en getogen Noord-Limburgers, Polen, Somaliërs en Syriërs, maar met geen van hen heb ik contact. Mijn vrienden- en kennissenkring bestaat bijna uitsluitend uit hoogopgeleide witte Nederlanders met een generaties lange katholieke Noord-Limburgse achtergrond.

Zeg het maar: ben ik geïntegreerd?

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 19 november 2024

Intermezzo – Familie Van Daal-Linders-Otten

 

Ongetwijfeld een zondagmiddag, hoogzomer. De twee oudsten links, de tweeling rechts, de twee middelsten in het midden. De licht geamuseerde blik van het meisje. Is het haar linkervoet die uitsteekt onder de auto? Of toch die van de trotse chauffeur? Hij wil later trouwen met het meisje. Een godsvermogen moet de auto hebben gekost. Hoe zou het de auto in zijn verdere leven zijn vergaan? Gekoesterd als relikwie? Veronachtzaamd nadat ze alle zes de trapautofase waren gepasseerd? Hoog opgetrokken jongenssokken. De tweeling zoals altijd onafscheidelijk. De licht bedrukte blik van de meest linkse jongen. Legerachtige jas. De vaderlijke hand van zijn oudere broer op zijn schouder. Man to be, die oudere broer. Toch schemert ook onzekerheid door in z’n beginnende grijns.

De tekst is van mij. De foto kreeg ik zondagmiddag samen met zes andere foto’s van iemand per mail toegezonden. De begeleidende tekst luidt als volgt:

‘Uit de nalatenschap van mijn moeder heb ik een foto-album ontvangen. Daar staan veel foto's in van rond 1900-1920 schat ik. Mensen die ik niet ken maar waarvan ik weet dat een groot deel afkomstig is van de familie van Gerard van Daal uit Horst. Mijn moeder heeft dit album ontvangen via haar peettante (Geertruida Otten 1876-1954). Geertruida Otten was een zusje van Aleida Otten (1866 Zevenaar-1954 Horst). Aleida Otten uit Zevenaar trouwde in 1906 met de welgestelde koopman Gerard van Daal uit Horst (1855-1943). Gerard van Daal was eerder getrouwd met Elisabeth Linders (1861-1902). Ze woonden (o.a.) in de villa die hij, zoals u in een blog schreef, blijkbaar op bizarre wijze kocht van dhr. Lucas. Het album wil ik graag in mijn bezit houden. Maar als er nazaten zijn van de familie Van Daal-Linders-Otten, die graag digitale foto's willen ontvangen (behalve de foto’s in deze mail zijn er nog meer) dan zend ik deze gaarne toe.’

De villa uit de mail ligt aan het begin van de Venloseweg en heet tegenwoordig Renschdael, maar was eertijds vernoemd naar Elisabeth Linders, de eerste echtgenote van Gerard van Daal.

Twee vragen:
1. Zijn er nazaten van de familie Van Daal-Linders-Otten die graag digitale foto’s uit het album willen ontvangen? Zo ja, stuur me dan een e-mail (horstsweethorst@gmail.com) en ik breng u in verbinding met degene die mij bovenstaande mail stuurde.
2. Wie kan mij meer informatie verschaffen over de eerste foto bij dit stukje en de vijf foto’s hieronder?





vrijdag 15 november 2024

Intermezzo – Bergen

Als kleuter was een bezoekje aan de Gaelen Bérg in de Schadijkse Bossen in Meterik een van mijn favoriete uitjes-binnen-handbereik. Zalige middagen heb ik er doorgebracht, berghutten bouwend van gevonden takken, van boven de boomgrens dalwaarts rollend, woeste bergrivieren creërend met behulp van een schepje en een fles water, imposante zandkastelen bouwend op de flanken van de berg.


Veel hoger dan een meter of tien is de Gaelen Bérg, die officieel Sint-Martinusberg heet en volgens mij ook wel eens Witten Bérg wordt genoemd, niet. Toen we enkele jaren later op vakantie gingen naar Luxemburg, moet voor het eerst tot me zijn doorgedrongen dat ‘berg’ een rekbaar begrip is.


Het afgelopen weekend bracht ik voor een groot deel door in het charmante Heerlen. Op het programma: een bezoek aan het Dutch Mountain Film Festival. Vijf documentaires en speelfilms gezien die zich in het hooggebergte afspelen. Maar zondag ook deelgenomen aan een onderdeel van het flankerend programma van het festival: een wandeling van ruim twintig kilometer van Aken naar Heerlen. Een stuk van de route voerde over de Dutch Mountain Trail. Deze langeafstandswandeling door Zuid-Limburg en het Belgische en Duitse grensgebied doet zeven bergen aan. De top van de hoogste, de Schneeberg, ligt 257 meter boven NAP. Terwijl ik de Wilhelminaberg (225 meter) beklom, werd ik me opnieuw bewust van de rekbaarheid van het begrip ‘berg’.


Is het hoogmoedswaanzin om een verhoging in het landschap van 10, 257 of 225 meter tot berg te bestempelen? Maar hoe hoog moet een berg dan wél zijn om ‘m berg te kunnen noemen? Valt een berg überhaupt te definiëren aan de hand van een bepaalde hoogte? In elk geval volgens Wikipedia niet. Dat noemt een berg ‘een landvorm die uit een beperkt gebied bestaat dat duidelijk hoger is dan de omgeving’. Als je het op die manier bekijkt, getuigt het juist van een minderwaardigheidscomplex als je niet elk bultje in een verder vlak landschap ‘berg’ zou noemen. Geen hoogmoedswaanzin dus maar gezond zelfbewustzijn.


Net voor het bereiken van de top van de Wilhelminaberg kwam ik zo ineens tot het waanzinnige inzicht dat ik, zonder het te beseffen, al mijn hele leven bewoner van een berggebied ben, met behalve de Gaelen Bérg, in mijn onmiddellijke nabijheid onder meer ook de Homberg, de Lichtenberg, de Reulsberg, de Peelbergen, de Kreitenberg, de Kronenberg (‘Monte Corona’), de Genenberg, de Nieuwenberg en niet te vergeten de Zuringsberg, waarvan de top op 56 meter boven NAP ligt.


En het mooie was: volgens een op aandringen van mijn medewandelaars geconsulteerde arts bleek ik als nieuwbakken bergbewoner niet aan hoogteziekte dan wel verstandsverbijstering te lijden.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

woensdag 13 november 2024

Horst in oude ansichten (6) – Sint-Lambertusplein

De jaren zeventig in volle glorie, badend in de zon. Het jongetje rechts is ongetwijfeld gestoken in een korte broek. Schreeuwerigheid zal pas in de volgende decennia haar intrede doen in het straatbeeld. Fier torenen antennes uit boven de zadeldaken. De lantaarnpalen moeten het doen met een plat dak. Autoverkeer is nog toegestaan in beide rijrichtingen, in de Kerkstraat, in de Steenstraat, op het Sint-Lambertusplein, zelfs in de Loevestraat. Maar geen rijdende auto’s. Wel verkeersborden in overvloed. Blau, blau, blau blüht der Volkswagen, al net wel of nog net niet voorzien van een verplichte autogordel. De gesloten gevelwand rechts staat als een huis. Op de laagste gevel een rood bord met daarop in witte kapitalen het woord ‘Kapsalon’. Kapsalon Kleeven – guitige kapsalonnamen zullen pas in de volgende decennia hun intrede doen. Kleuterherinneringen aan zaterdagochtenden in de afgeladen wachtruimte, zittend op een houten stoeltje, naast m’n vader, eindeloos wachtend op m’n beurt. Vleugje Stille Zuidzee dankzij het aquarium in de hoek. Verveeld plaatjes kijken in de tijdschriften uit de leesmap. Vader Lowie en zoon Theo Kleeven knippend. En scherend. En orerend. Eindelijk aan de beurt. Knip knip knip en klaar is Kees. Hup, snel de deur uit, de jaren zeventig in.

dinsdag 12 november 2024

Intermezzo – NK Tegelwippen

Spannende dag morgen! Dan wordt namelijk bekendgemaakt welke gemeente Nederlands kampioen Tegelwippen 2024 is geworden! Venlo zou daarbij wel eens hoge ogen kunnen gooien: onze grote buurman was tot voor kort koploper in de tussenstand. Nu al staat vast dat dit jaar in totaal in Nederland 5.552.043 tegels zijn gewipt. Fijn detail: de telling geschiedt op basis van TPI (gewipte Tegels Per 1000 Inwoners). Nog fijner detail: de echte sterspelers, de ‘wippers’, maken kans op verschillende prijzen.


Wie het NK Tegelwippen in 2024 in elk geval niet gaat winnen is de gemeente Horst aan de Maas, die niet tot de deelnemers behoorde. Tot zover het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat ons college van burgemeester en wethouders inmiddels alle seinen op groen heeft gezet voor deelname aan het NK Tegelwippen 2025! Het college deed dit in Raadsinformatiebrief 24.073 (klik hier).


Wat Raadsinformatiebrief 24.073 zo geweldig maakt, is de toewijding die eruit spreekt. Aan alles lees je af hoe zorgvuldig het college alle argumenten voor en tegen deelname aan het NK Tegelwippen 2025 uiterst zorgvuldig tegen elkaar heeft afgewogen. Dat burgemeester en wethouders niet over een nacht ijs zijn gegaan blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ze te rade zijn gegaan bij de gemeente Venlo: ‘Uit navraag over hun deelname en succes blijkt dat er met name veel tegels gewipt zijn vanuit gemeentelijke (reconstructie)projecten. Die gewipte tegels tellen namelijk ook mee voor het NK Tegelwippen. Het aandeel gewipte tegels vanuit particulieren in Venlo is relatief klein (< 8%).’ Maar dit laatste zegt niets over het daadwerkelijk aantal gewipte tegels door particulieren, zo benadrukt het college: ‘Doordat niet iedere inwoner dit zelf registreert (met foto’s), worden zeker bepaalde hoeveelheden gewipte tegels door inwoners gemist in het totaal resultaat.’


Toch acht het college ‘puur de losse deelname’ aan het NK Tegelwippen niet zinvol. ‘Maar kun je het NK Tegelwippen inzetten als communicatiemiddel om bestaande en nieuwe mogelijkheden voor inwoners om hun tuin en woonomgeving te vergroenen, dan is deelname zeker aan te bevelen.’ Het NK Tegelwippen past, aldus het college, namelijk prima in het rijtje van Waterklaarbus en Steenbreek-gemeente.


Voor het geld hoeven we het NK Tegelwippen 2025 niet te laten: met 25 duizend euro ben je wel klaar. En daar zijn dan nota bene de kosten van de Tegeltaxi al bij inbegrepen! Tegelwippers maak je borst maar nat!

Soms heb ik de neiging god op m’n blote knieën te bedanken voor het feit dat ik inwoner van Horst aan de Maas mag zijn.

dinsdag 5 november 2024

Intermezzo – In America

America. Dát stiët. Althans vandaag nog. Verkiezingsdag. Vandaag het uitgelezen dorp voor vox popjes zou je denken. Snelsnel wat meninkjes van lokalo’s scoren en vlug weer inpakken die hap. Desalniettemin geen cameraploeg, quotezak, journalist of ander mediagespuis te bekennen. In het verleden al te vaak afgekloven bot, te vaak bewandeld pad?


United through madness. Zit beslist wat in. Toch weerstand proberen te bieden aan de nagenoeg onbedwingbare neiging op deze dag elk woord, elke frase, elke slogan die ik tegenkom een lading mee te geven die de schrijver/bedenker onmogelijk kan hebben bedoeld.


Watergang Grauwveen meets Kabroeksebeek én Watergang Grauwveen crosses Kabroeksebeek en verandert van naam in Aanvoerleiding Hegelsom. Aquaduct van 1964 tot 2023, sinds een jaar getransformeerd in een waterval.


Weerstand proberen te bieden aan de neiging dat vallend water te bestempelen tot de Americaanse variant van de Niagara Falls. En de Kabroeksebeek tot de Americaanse variant van Moon River.


Op de speelplaats van kindcentrum (gggrrr) De Wouter rijdt een jongetje op een tractor. In de laadbak een nog kleiner jongetje. ‘De olie is nu op en we staan bij het tankstation’, zegt de chauffeur tegen de bijrijder. ‘Popperdepoppop’, zegt de bijrijder als ze hortend en stotend wegtuffen. Vervolgens verdwijnt het woord oliemagnaat voor een hele tijd niet meer uit m’n hoofd. Is of was Trump oliemagnaat?


Zouaven, onder wie ruim drieduizend Nederlandse vrijwilligers, verdedigden tussen 1861 en 1870 de kerkelijke staat tegen indringers. De in Broekhuizen geboren Johannes Vollebergh was zo’n vrijwilliger. In 1894 verhuisde hij naar America, vandaar die straatnaam. Hoef je nu niet meer om te komen, duizenden vrijwilligers die Vaticaanstad verdedigen. Wel om vrijwilligers die bereid zijn de democratie of de rechtstaat te verdedigen?


Cafetaria Hap & Stap. The land of the free and the home of the brave. Ferm in Chinese handen. Coca Cola zit net iets minder hoog te paard dan het Vrijheidsbeeld. Voor de friteszak is slechts een bijrol weggelegd. ‘Vrijheid, blijheid’, zegt een man die me foto's heeft zien maken.


De zon begint onder te gaan. Het Wilde Westen houd ik maar voor gezien. Weerstand proberen te bieden aan de neiging De Piël in brand erin te gooien.


When the work's all done and the sun’s settin’ low / I pull out my fiddle and I rosin up the bow / Kids are asleep so I keep it kinda low / And thank God I’m a country boy


America. Dát stiët. En bitje scheif.