In één week tijd twee films gezien: Una via a Palermo (in Italië uitgebracht onder de titel Via Castellana Bandiera) en Boyhood. Hoewel Italiaanse films bij mij
altijd een streepje voor hebben, was ik niet bijster onder de indruk van Una via a Palermo. Dat wil zeggen: tot
de slotscène en de aftiteling. De combinatie van majestueus beeld en de
hartverscheurende, betoverende muziek van de Siciliaanse broers Enzo en Lorenzo
Mancuso maakte alles meer dan goed en heeft ertoe geleid dat hier nu al meer
dan een week deze muziek uit de speakers klinkt (af en toe afgewisseld door
andere nummers van de Fratelli Mancuso):
Vreemd genoeg kon het allerwegen de hemel in geprezen Boyhood me evenmin helemaal overtuigen. Aardige
film, hoor, maar het lukte mij niet het meesterwerk erin te herkennen dat
recensenten en bioscoopbezoekers er wereldwijd in zien: zo nu en dan hinderlijk
clichématig, te weinig aan de verbeelding overlatend, te zeer uit op
effectbejag.
Una via a Palermo
zag ik in filmtheater de Nieuwe Scene in Venlo. Ik was er ongeveer anderhalf
uur reistijd aan kwijt. Van de circa honderd stoelen in de zaal waren er
precies vijf (5) bezet. Boyhood zag
ik in Dok6 in Panningen. Mijn autobezittende en –rijdende zus wilde de film
gelukkig ook zien, anders had een reis van vele uren, zo niet dagen, in het
verschiet gelegen. Van de meer dan vierhonderd stoelen in de zaal waren er
uiteindelijk precies twee (2) bezet.
Ik kom hierop vanwege het haalbaarheidsonderzoek naar de
exploitatie van cultureel centrum ’t Gasthoês. Want dat onderzoek bracht,
behalve een hoop onduidelijkheid (klik hier en hier), ook fantastisch nieuws:
het voornemen in het nieuwe Gasthoês een filmhuis te vestigen. Films als Una via a Palermo en Boyhood voortaan op loopafstand! Andere
films trouwens evenzeer: bijlage 7 van het haalbaarheidsonderzoek rept van
zestien ‘populaire films’, zestien ‘arthousefilms’ en veertien kinderfilms per
jaar, waarbij wordt gerekend op een gemiddeld aantal bezoekers per voorstelling
van respectievelijk vijftig, vijfentwintig en veertig. (En nu maar hopen dat de
dames en heren beleidsbepalers zich niet nog eens achter de oren gaan krabben
na het vernemen van de bezoekersaantallen bij bovenstaande door mij bijgewoonde
voorstellingen.)
Ook over het filmhuis is het onderzoeksverslag overigens
teleurstellend zwijgzaam. Veel meer dan dat in de voormalige kapel een filmhuis
moet komen, valt er niet te lezen. Over exploitatie, exploitant, programmering
en de verhouding tot het bestaande Filmhuys (klik hier) geen woord. Wel
wordt expliciet vermeld dat het gaat om een filmhuis en niet om een bioscoop. Wat
het onderscheid is? Dat vermeldt het onderzoeksverslag dan jammer genoeg weer
niet. Wikipedia definieert ‘filmhuis’ evenwel als ‘een publieke uitgaansgelegenheid die zich toelegt op het vertonen van
films buiten het reguliere commerciële aanbod om’. Dat conflicteert dan
weer met de ‘populaire films’ van hierboven. Rrrraarrr.
Of is besloten tot ‘filmhuis’ om ook de optie van een
bioscoop bij Interchalet niet uit te sluiten? De gemeenteraad besloot immers
vorig jaar de mogelijkheid van een bioscoop bij Interchalet open te houden als
er niet binnen twee jaar een bioscoop in het centrum van Horst zou zijn. En met
een ‘filmhuis’ in plaats van een ‘bioscoop’ verdwijnt die mogelijkheid niet.
Hoe levensvatbaar dat filmhuis zou zijn met een bioscoop in de buurt, is dan
weer een andere vraag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten