Mild gekruid

donderdag 25 juli 2024

Intermezzo – Bergen, woestijnachtige heuvels en vulkanen

Gerede kans dat u dit stukje leest op een of andere Zuid-Europese camping, gezeten op een klapstoel, met een majestueus uitzicht op lonkende Alpentoppen of lieflijke Toscaanse heuvellandschappen. Of anders wel met een ontzagwekkende vulkaan als de Etna, de Stromboli of de Vesuvius binnen handbereik.


Ik schrijf dit stukje gewoon thuis, gezeten aan mijn bureau. Met uitzicht op lonkende bergtoppen, woestijnachtige heuvellandschappen en machtige vulkanen. Heus, ik heb geen stimulerende middelen tot me genomen. Echt niet. Evenmin kijk ik onder het schrijven naar de televisie. En ik heb al helemaal geen bergen- of vulkanenbehang.  


Wat dat panorama dat ik elk moment van de dag voorgeschoteld krijg dan in godsnaam behelst? Welnu, die bergtoppen, heuvellandschappen en vulkanen, onderling losjes verbonden door woestijnen, bevinden zich op de trottoirs rondom mijn huis. Daar bevindt zich een stoeptegelidylle met Sahariaanse trekjes. Niet gecreëerd door de hand van god, niet door de mens, maar door insecten. Wespen vooral, graafwespen, ook wel zandwespen genoemd. Waarvan in Nederland meer dan honderdvijftig soorten leven.


Stoeptegels houden zonnewarmte vast. Graafwespen graven elk hun eigen ondergrondse nest. Die twee gegevens maken de groeven tussen stoeptegels tot een bij uitstek geschikte nestlocatie voor graafwespen. Het zand dat ze afgraven blijft aan de oppervlakte liggen.


Zo vormen zich afhankelijk van de diepte van het nest – die kan variëren van vijf centimeter tot een meter – hoopjes, heuvels of bergen. De vulkaanaanblik ontstaat doordat sommige soorten hun graafwerkzaamheden afsluiten met het maken van een gat in de ontstane zandhoop.


Graafwespen voeden hun larven met insecten. Dat verklaart hun tot de verbeelding sprekende namen als vliegendoder, spieswesp, groefbijendoder, bijenwolf en grote snuittordoder. Graafwespen kunnen dus wel een vlieg kwaad doen, maar de mens doen ze geen vlieg kwaad. Andersom is dat wel het geval. Als je googelt op ‘graafwesp’ voeren websites over plaagdierbestrijding de boventoon. Vanwaar toch altijd dat koersen op de automatische verdelgingspiloot, zelfs als het om niet stekende insecten gaat? Het eeuwige netheidssyndroom? Bekijk graafwespen met een andere blik en de kruispunten van stoeptegels rondom je huis in Griendtsveen, Swolgen of Kronenberg bezorgen je het ultieme vakantiegevoel.


(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray)

woensdag 24 juli 2024

Intermezzo – Bos en Strand

Zonder dat het vooraf was gepland gistermiddag in het Design Museum in Den Bosch beland. En daar beland bij De Grote Vakantietentoonstelling, een expositie over de designgeschiedenis van de Nederlandse vakantieganger. Tot mijn aangename verrassing trof ik daar een groot, ingelijst schetsplan aan van ‘Recreatieoord am.erica’. Gedateerd 18 april 1969 en vervaardigd door het gerenommeerde architectenbureau Van den Broek en Bakema Architecten.

Zomaar op een expositie in Den Bosch een schetsplan van het recreatiepark aan de Laagheideweg in America dat we tegenwoordig kennen onder de naam Het Meerdal. In het plan staan 91 ‘kampeerhuisjes’ ingetekend en verder twee parkeerplaatsen voor vierhonderd auto’s, een terrein voor tenten en caravans met toiletgebouw, drie personeelswoningen, een restaurant, een zwemvijver, een beestenweide, een speelweide en een speeltuin.  


Het recreatiepark ging uiteindelijk in 1971 niet open als Am.erica maar als Bos en Strand. In huize Moorman werd Bos en Strand al snel verbasterd tot Bos en Stront. Vraag me niet waarom. En ja, doorgaans gedijden we beter bij wat fijnzinniger humor.


Bos en Stronders bewogen zich die eerste jaren voort op donkergroene vouwfietsen van een vrij primitief type. Op dinsdagen begaven ze zich in groten getale naar de weekmarkt in Horst. Daarbij passeerden ze ook huize Moorman, inclusief de weelderige voortuin. Die werd door lokalo’s veelal denigrerend afgedaan met ‘waat ennen drek’. Hoe anders reageerden de Bos en Stronders: ‘Oh kijk daar, wat een prachtige botanische tuin!’


De naam Bos en Strand hield slechts enkele jaren stand. De bezoekersaantallen vielen die eerste jaren namelijk nogal tegen. Wikipedia: ‘Uit uitgevoerd marktonderzoek blijkt dat de naam Bos en Strand mensen doet denken aan een winderig oord.’ Het Meerdal werd de nieuwe naam. Die raakte al snel ingeburgerd. Maar niet in huize Moorman: daar bleef Bos en Stront in zwang.

Foto overgenomen uit America in oude foto's en ansichten (Zaltbommel 2006)
Van Het Meerdal hangt in de expositie een ansichtkaart:



Ten slotte een fragment uit een treffende tekst bij het tentoonstellingsonderdeel over recreatieparken:
‘Door de verstedelijking is het natuurlijke landschap in Nederland beperkt. Daarom ontvluchten veel Nederlanders de drukte van de stad door recreatieparken te bezoeken. (…) Uiteindelijk is het ontsnappen uit de stad echter een illusie, aangezien het recreatiepark zelf een ministad is.’

vrijdag 19 juli 2024

Intermezzo – Boerenleenbank

Ik herinner me een rode hardplastic spaarpot die ik op gezette tijden aan de hand van mijn vader of moeder ging legen, waarna het gespaarde bedrag werd bijgeschreven in mijn Spaarboekje. Ik herinner me doorzichtige buizen waarin papiergeld van de ene naar de andere bankmedewerker werd getransporteerd. Ik herinner me dat de kassier Marcellis heette en naast de bank woonde.


Het pand Jacob Merlostraat 11 in Horst was al ruim 25 jaar geen bank en al ruim vijftig jaar geen Boerenleenbank meer. Toch was het voor mij altijd ‘de Boerenleenbank’ gebleven. Ook de laatste restanten van dit instituut zijn nu bijna gesloopt. Het voelt als het einde van een tijdperk. En: wéér een toonbeeld van wederopbouwarchitectuur in Horst naar de gallemiezen. Zonder slag of stoot. Triest.


De Boerenleenbank en de aanpalende kassierswoning werden in 1958 ontworpen door J.J. Margry. Diens ontwerp kwam op de algemene ledenvergadering in maart 1959 ter sprake. Het Dagblad voor Noord-Limburg noteerde: ‘Directeur Versleyen waarschuwde degenen, die het ontwerp te revolutionair vonden, dat het bankgebouw in een zich snel ontwikkelende kern komt te staan en ook over vijftig jaar nog bruikbaar en acceptabel zal moeten zijn.’   


‘Modern landhuis’ en ‘Florissante nieuwbouw’ noemde het Dagblad voor Noord-Limburg de Boerenleenbank bij de opening in 1959. De directeur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in Eindhoven verrichtte op woensdag 16 december de openingshandeling, waarna deken Debye het gebouw inzegende.


Uit het Dagblad voor Noord-Limburg van 28 november 1959: ‘Dit moderne pand is een waardige bijdrage tot het algemeen architectonisch beeld van Horst. Dit nieuwe bankgebouw heeft niets van een bastion van bankgeheimen, het staat vanwege het vele glas en het revolutionaire ontwerp dichter bij een modern landhuis.’ Negen loketten telde het gebouw. Tot de inventaris behoorde – in de woorden van de krant – ‘een hypermoderne Amerikaanse boekhoudmachine’ die twintigduizend gulden had gekost. ‘Ten gerieve van het publiek is er in de ruime hal een telefooncel geplaatst.’


Twee jaar na de opening bracht de Horster beeldend kunstenaar Bert Coppus een muurschildering aan in het bankgebouw. Die verdween bij een van de latere uitbreidingen van de bank. Een eerste ingrijpende verbouw vond plaats in 1971, opnieuw onder auspiciën van architectenbureau J.J. Margry. Het betrof vooral een interne verbouwing die nauwelijks gevolgen had voor aanzien en karakter van het gebouw.


Dat was wel het geval met de ingrijpende verbouwing aan het begin van de jaren tachtig. De kassierswoning verdween. Ervoor in de plaats kwam een in mijn ogen volstrekt detonerende aanbouw die het oorspronkelijke karakter van het pand volkomen teniet deed.


Pas bij de recente sloopwerkzaamheden kreeg het gebouw, dat sinds 1998 een niet-bancaire bestemming had, weer heel even iets van zijn vroegere glorie terug.

maandag 8 juli 2024

Intermezzo – Briefje

Briefjesopraper zijn is doorgaans geen bijzonder aantrekkelijk bestaan. Neem alleen al de besmeuring van het opgeraapte briefje met hondenpoep. Of kattenpis. Of allebei. Denk ook aan de verkeersgevaren die je dient te trotseren bij het oprapen. Beeld je de teleurstelling in als je iets speciaals meent te hebben gevonden en het vervolgens een ordinair kassabonnetje van de Action blijkt te zijn. Nog erger: een blanco blaadje. Maar heel af en toe ligt er op het wegdek, het trottoir, de parkeerplaats of in de heg een mooie beloning te wachten op de noest volhardende briefjesopraper. Ik smaakte dat genoegen gisteravond rond een uur of zeven. In de heg naast het verbindingspad tussen Afhangweg en Dentjesweg in Horst lag een verfrommeld briefje dat ik heel even aanzag voor de aankondiging van een buurtbarbecue. Voor de zekerheid raapte ik het toch op. Ik ontvouwde daarna dit juweeltje:


Eerst even over het aanzien van het briefje. Kan bijna niet, maar het lijkt wel alsof de auteur van dit briefje (een jongetje – boven elke discussie verheven) zijn kleurenpalet heeft afgestemd op het kleurenpalet van Xerox. Volmaakte eenheid.


Dan de inhoud. Gesneden koek voor iemand als ik die misschien nog wel meer voetbalplaatjesspaarder is dan briefjesopraper.



Zo moet het zijn gegaan: toen het jongetje nog maar elf van de 108 plaatjes miste uit zijn EK-voetbalplaatjesalbum van Lidl, besloot hij de ontbrekende nummers en de daarbij behorende namen maar eens te noteren op een blaadje. Twee ruilsessies met vriendjes en vriendinnetjes maakten dat hij twee keer vier nummers en namen kon wegstrepen: na de ene sessie de nummers 13, 16, 51 en 99; na de andere 14, 28, 48 en 74. Waardoor hij alleen nog de nummers 40 (Benjamin Sesko), 56 (Stanislav Lobotka) en 74 (Xherdan Shaqiri) dient te verkrijgen.


Zou het bij ruilsessies nog steeds gaan zoals in mijn jeugd? ‘Heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik niet! Heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik niet! Heb ik… heb ik… heb ik… heb ik niet! Heb ik… heb ik… heb ik niet! Heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik… heb ik niet!’


Inmiddels heb ik met grote dank aan vele vrienden en bekenden mijn eigen EK-voetbalplaatjesalbum van Lidl al voor twee derde gevuld (wat een gruwelijke bezigheid trouwens om die plaatjes in het juiste vakje gefrot te krijgen). En ben ik ook in het gelukkige bezit van de nummers 40 en 74. Mocht het jongetje die nog steeds missen, dan sta ik ze met alle liefde en plezier aan hem af.