Mild gekruid

maandag 4 juli 2011

Klein mysterie 263 – Leesbaar landschap

Lees het landschap was de titel van een tentoonstelling die het Limburgs Museum in 2001 organiseerde. Lees het landschap is ook de titel van een boek van Robert R. Yarham. Laat het landschap zich nog wel lezen? Meer specifiek: laat het Horster landschap zich nog wel lezen? Nog specifieker: laat het historische Horster cultuurlandschap zich nog wel lezen? Antwoord: ja, op sommige plaatsen nog wel. In Meterik bijvoorbeeld. De klassieke driedeling van het Noord-Limburgse landschap in weiland, akkerland en onbebouwde, ‘woeste’ gronden is hier zonder al te veel moeite nog leesbaar: weiland in het lager gelegen gebied langs de Kabroekse Beek en een hoger gelegen aaneengesloten complex akkerland (het Meterikse Veld) dat zich ruwweg uitstrekt van de Schadijker Bossen via de rand van de bebouwde kom in Meterik tot Veld Oostenrijk in het oosten.
Meer naar het noorden bevinden zich de in de negentiende en twintigste eeuw ontgonnen woeste gronden. Boerderijen lagen en liggen in de overgangszones. Goed dat het allemaal grotendeels bewaard is gebleven en goed dat wethouder Litjens enkele jaren geleden het voornemen heeft uitgesproken het Meterikse Veld te ontglazen (al is het jammer dat we daar de laatste tijd weinig meer van horen).
Een veel kleinschaliger voorbeeld van zo’n gelaagd historisch cultuurlandschap dat vrij ongeschonden tot in de 21e eeuw heeft weten voort te leven, is te vinden aan de Niesweg in Hegelsom. Op de zogeheten Tranchotkaart uit het begin van de negentiende eeuw zag het er zo uit (het donkerste groen (P) links is weiland, het witte gebied (T) in het midden is bouwland, het grote lichtgroene gebied rechts (Br) is heide):
De in de vorige eeuw in cultuur gebrachte Dijkerheide is intussen verdwenen. Maar wandelde, fietste of reed je tot voor kort vanaf de Niesweg richting Sevenum dan zag je rechts, grenzend aan de Molenbeek, weilanden.
En links, enkele meters hoger, een door een houtwal omgeven akker.
Een kleinschalig leesbaar landschap dat in al z’n ogenschijnlijke eenvoud verwijst naar een agrarische geschiedenis van eeuwen. Een gebied om zuinig op te zijn. Maar kijk nu eens. De Molenbeek is er nog. Het weiland eveneens. Maar de akker?
De houtwal is grotendeels verdwenen.
Er liggen hopen uitgegraven zand en er zijn sleuven gegraven.
Er staan paaltjes.
Er is een bulldozer bezig.
Er staat een container.
Er is geel zand opgeworpen.
Wat is hier gaande? Ik gok op de bouw van een varkensstal. Of een kippenstal. Of een kas. Waarom? Waarom toch weer? Waar zijn al die politici die in verkiezingstijd zo hard roepen dat de verrommeling van het buitengebied nu eindelijk eens een halt moet worden toegeroepen?

1 opmerking:

  1. Wim,

    Komende jaren zal de hele Dijkerheide worden volgebouwd. De vooruitgang heet hier Klavertje 4. De verrommeling wordt opgelost door alles vol te bouwen.

    groet,
    Thijs

    BeantwoordenVerwijderen