Mild gekruid

maandag 19 maart 2012

Intermezzo – Roy (2)

In reactie op mijn bijna-heiligverklaring van Roy Bouten mailde iemand me:
‘Ik kan het niet met je eens zijn dat Roy Bouten in dezen een pluim verdient. Na een paar regels dacht ik: ‘Die blijft in de politiek.’ Er worden door Roy politieke krokodillentranen gehuild. Dat zegt niets over de integriteit en betrokkenheid van Roy persoonlijk, maar de teleurstelling in het CDA getuigt wel van een gigantisch gebrek aan politiek realisme. En dan vooral een onderschatting van de doorwerking van een regeerakkoord, zoals dat met de PVV is afgesproken.’
Eindelijk eens geen jaknikker, eindelijk eens iemand met inhoudelijke kritiek op een Horst-sweet-Horst-stukje. Polemiek op Horst-sweet-Horst. Heerlijk!
Heb ik Roy ten onrechte de hemel in geprezen? Huilt hij krokodillentranen? Ontbeert hij politiek realisme?
Om te beginnen vind ik dat je een politicus nooit mag verwijten dat ie een politicus is. Een politicus die geen politicus is, is een slecht politicus. Wat je ook van politici kan zeggen, ik ben ervan overtuigd dat de wereld nog veel slechter af was zonder politici. Anders zouden mensen zoals ik het voor het zeggen krijgen, zwart-witdenkers, niet bereid tot concessies of compromissen. De ramp was niet te overzien.
Overigens is nog maar de vraag of Roy in dezen heeft gehandeld als een echte politicus. Zou een echte politicus z’n (al dan niet gespeelde) emoties zo de vrije loop laten? Zou een echte politicus zo opzichtig z’n frustratie uiten over de opstelling van een coalitiepartner?
Dan de krokodillentranen en het gebrek aan politiek realisme. In wezen tegengestelde zaken: krokodillentranen suggereren effectbejag; gebrek aan politiek realisme suggereert naïviteit. Teruggebracht tot de gemeenteraadsvergadering van afgelopen dinsdag: wist Roy dat het CDA tegen de motie over het kinderpardon ging stemmen en is de emotie in z’n weblogstukje daarmee gespeelde emotie (krokodillentranen) en/of had Roy moeten weten dat het CDA tegen de motie zou stemmen (gebrek aan politiek realisme)?
Zou je een legendarische uitspraak van Hans Gruijters (1931-2005) als maatstaf nemen, dan moet het antwoord op die tweede vraag ‘ja’ luiden. De D66-politicus zei al in 1972: ‘Bij de confessionelen blijf ik mijn vingers natellen, nadat ik handen heb geschud.’
Toch zijn in dit geval beslist verzachtende omstandigheden aan te voeren. Als overal in den lande CDA-raadsleden een motie over het kinderpardon ondersteunen en in Maastricht de CDA-gemeenteraadsfractie zelfs het initiatief neemt tot de motie, kun je Roy moeilijk kwalijk nemen dat hij veronderstelt dat er in Horst aan de Maas eveneens iets te halen valt. Toen bovendien lokale CDA-raadsleden per tweet enthousiast reageerden op zijn voorstel ook in deze gemeente een motie over het kinderpardon in te dienen, moet hij zich helemaal zeker hebben gewaand van z’n zaak (klik hier voor de feiten). Ondanks Gruijters ziet gebrek aan politiek realisme er in mijn ogen toch anders uit.
Wat er na de CDA-tweets nog allemaal gebeurde (of niet gebeurde), onttrekt zich helaas aan de openbaarheid. Dat maakt een definitief antwoord op de vraag over de krokodillentranen onmogelijk. Maar als z’n emotie gespeelde emotie is, is het wel verdomd goed gespeelde emotie.
Moet Roy mijn pluim van afgelopen woensdag nu inleveren? Nee, wat mij betreft blijft die pluim gewoon verdiend. Hij krijgt er zelfs nog een bij als ie plechtig belooft dat ie voortaan z’n vingers natelt nadat ie handen heeft geschud met CDA’ers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten