Mild gekruid

maandag 19 november 2012

Klein mysterie 398 – Weggekel

Sinterklaas is in het land, dus ook de tijd van de weggekel is weer aangebroken. Weggekel. Ik heb het woord altijd lekkerder gevonden dan het ding. Want de weggekel is toch niets meer dan een wat aangeklede, iets kleffere versie van wat ik broodje pleeg te noemen maar dat ‘kadetje’ als officiële benaming schijnt te hebben? Of doe ik de weggekel daarmee tekort en spreekt hier een gastronomische dombo?
Hoe het ook zij, weggekel bekt lekker. Ook mooi meegenomen is dat het woord precies de lading dekt: een man (kel) van brood (wek). Waarom geen vrouw van brood? Ik vermoed omdat weggevrouw of weggevrommes nou juist niet lekker bekt. Weggewiëf zou hogere ogen gooien.
Lang heb ik gedacht dat de weggekel een exclusief Horster fenomeen was. Hoe en wanneer kan ik me niet meer herinneren, maar op een gegeven moment kwam ik erachter dat het enige exclusief Horsterse aan de weggekel het woord zelf was. Onder andere benamingen komt de weggekel voor op tal van plaatsen in Limburg, maar ook daarbuiten. Er bestaat zelfs een Nederlands woord voor: buikman. Wat ik me wel nog goed herinner, is dat toen ik dat woord voor het eerst hoorde mijn hele maaginhoud zich spontaan via mijn mond een weg naar buiten zocht. Buikman. Kan het erger? Eén ding kan ik u verzekeren: een buikman komt er bij mij niet in. Ik ga het Horster cultuurgoed toch niet naar de verdommenis helpen? Nee, voor mij was het weggekel, is het weggekel en blijft het weggekel.
Nou heb ik natuurlijk makkelijk praten: ik hoef m’n brood niet te verdienen met de verkoop van die dingen. Voor bakkers ligt dat anders. Ook voor Horster bakkers. Die staan voor een moeilijke afweging. Principieel of commercieel zijn? ‘Ik ben bakker in Horst. In Horst heten die dingen weggekels, dus noem ik ze ook weggekels. Niet-dialectsprekers moeten daar maar mee leren leven.’ Dan wel: ‘Ik ben bakker in Horst. Mijn klandizie bestaat voor een groot deel uit dialectsprekers. Ik zou een dief van eigen portemonnee zijn als ik weggekels geen buikmannen zou noemen.’ Inderdaad een lastige afweging. Afgelopen week bleek uit een advertentie van bakkerij Gerards-Steeghs (ja, die van die overheerlijke kersenkruimelvlaai) in Hallo Horst aan de Maas dat er een compromis bestaat waarin het dialect en het Nederlands zijn verenigd:
Boekmannen. Bedoeld is waarschijnlijk: boëk(‘buik’)mannen. Geen neologisme overigens, zo blijkt uit een vluchtig Google-onderzoekje (klik hier). Het wachten is nu op de eerste Horster bakker die dat boëkman verder verdialectiseert. Bijvoorbeeld tot boe-kel. Al zouden we dan wel heel ver zijn afgedwaald van die goedmoedige weggekel.

2 opmerkingen: