Mild gekruid

maandag 28 januari 2013

Klein mysterie 417 – IJsberenpaadjes

Nu al amper meer te voorstellen, maar tot gisteren lag er nog sneeuw. Al evenmin nauwelijks voor te stellen: tot vandaag heb ik nog nooit geschreven over olifantenpaadjes in de sneeuw. Moest maar eens verandering in komen.

Eerst de naam. Met olifantenpaadjes in de sneeuw bloedt zo’n stukje al dood nog voor het goed en wel is begonnen. Wat dacht u van ijsberenpaadjes? Kan me nauwelijks voorstellen dat het nog geen bestaande term is, hoewel Google anders lijkt uit te wijzen. Doet er ook niet toe: voor mij, voor ons, zijn olifantenpaadjes in de sneeuw voortaan ijsberenpaadjes.
Zijn ijsberenpaadjes eigenlijk wel olifantenpaadjes in de sneeuw? Zijn er in tijden van sneeuw meer ijsberenpaadjes dan olifantenpaadjes in tijden zonder sneeuw? Worden olifantenpaadjes automatisch ijsberenpaadjes? Heeft een zekere Johan de Jong die deze week twitterde ‘In de sneeuw komen die olifantenpaadjes toch wat beter tot hun recht’ gelijk? Met dit soort vragen in m’n hoofd begaf ik me zaterdag in de vrieskou naar de Stationsstraat in Horst om daar tussen de Westsingel en de Pastoor Debijestraat veldonderzoek te verrichten.
Voornaamste bevinding: ijsberenpaadjes zijn géén olifantenpaadjes in de sneeuw (dus die aparte benaming werpt al meteen z’n vruchten af). Een wezenlijk verschil is dat ijsberenpaadjes in een vloek en een zucht ontstaan, terwijl voor olifantenpaadjes heel lang volhouden een eerste vereiste is. Loop of fiets drie keer door onbetreden sneeuw en een nieuw ijsberenpaadje is geboren.
Een ander verschil, althans in Nederland, is dat ijsberenpaadjes een veel beperkter levensduur hebben – plofkippenpaadjes zou wat mij betreft ook een adequate benaming zijn.
Wat je wel van ijsberenpaadjes zou kunnen zeggen, is dat het potentiële olifantenpaadjes zijn: als mensen er in sneeuwloze tijden maar over blijven lopen of fietsen, worden het vanzelf ooit olifantenpaadjes. IJsberenpaadjes dus als olifantenpaadjes in statu nascendi (wat wethouder Van Rensch kan, kan ik ook).
Het antwoord op de vraag of er in tijden van sneeuw meer ijsberenpaadjes zijn dan olifantenpaadjes in tijden zonder sneeuw, vloeit automatisch voort uit het voorgaande. Daarom snel door met de interessantere vraag of olifantenpaadjes automatisch ijsberenpaadjes worden. Op grond van mijn ervaringen aan de Stationsstraat ben ik geneigd daar volmondig ‘ja’ op te antwoorden. Kijk maar:

Ik weet niet hoe het u vergaat maar mij doet het toch deugd dat zo’n paadje bij sneeuw opnieuw wordt uitgevonden. Zegt iets over de vitaliteit ervan.
Tenslotte de observatie van Johan de Jong: ‘In de sneeuw komen die olifantenpaadjes toch wat beter tot hun recht.’ Klopt geen snars van. Het is juist andersom: knappe jongen die met al die ijsberenpaadjes de olifantenpaadjes herkent.
Bij een nieuwe sneeuwperiode wellicht een top 5 van Horster ijsberenpaadjes.  

Top 5 – Genaaste Horst-sweet-Horstfoto’s

Zo af en toe bereikt mij een verzoek van iemand die een Horst-sweet-Horstfoto voor het een of ander wil gebruiken. Zo vroeg iemand uit Melderslo twee jaar geleden of het goed was als deze foto van ‘ons mooie bushokje’ in de plaatselijke carnavalskrant kwam te staan.
Eerder had al eens de medewerker van een niet nader te noemen vrouwelijke christendemocratische Limburgse Europarlementariër geïnformeerd of hij misschien de originele versie van onderstaande ‘prachtige foto’ kon krijgen. Ze was namelijk ‘bestemd om in te lijsten en in ons kantoor op te hangen’
Ik voel me altijd zeer vereerd door zulke verzoeken en verleen zonder uitzondering toestemming, óók aan (medewerkers van) CDA-politici.

Andersom komt het ook wel eens voor dat ik ergens Horst-sweet-Horst foto’s aantref zonder dat mij van tevoren om goedkeuring is gevraagd. In rond Nederlands heet dat diefstal. Het vreemde is dat mijn ervaring leert dat vooral (min of meer) professionele media hier heel bedreven in zijn. Dat is vreemd omdat juist die professionele media vaak een disclaimer op hun website hebben staan. Zie bijvoorbeeld Streekomroep Reindonk: ‘Aan alle materialen op de website, zoals teksten, afbeeldingen, fotomaterialen, illustraties en andere grafische materialen, namen en logo’s zijn intellectuele eigendomsrechten verbonden, en met betrekking tot haar eigen intellectuele eigendomsrechten behoudt Streekomroep Reindonk zich alle rechten hiervoor. Het is niet toegestaan om de hiervoor genoemde materialen te verveelvoudigen of voor commerciële doeleinden openbaar te maken, tenzij Streekomroep Reindonk hiervoor haar schriftelijke toestemming verleent.’ Dagblad De Limburger en Hallo Horst aan de Maas van hetzelfde laken een pak. Ze weten precies hoe het hoort, alleen handelen ze er zelf niet naar. En dat vind ik dus vreemd.

Mijn top 5 van door media genaaste Horst-sweet-Horst-foto’s:

5.
Echt wat je noemt een prutsfoto. Desondanks op 3 oktober 2012 door Streekomroep Reindonk gepubliceerd op zijn website. Na een reclamatie mijnerzijds verwijderd, zonder verder nog een reactie te hebben ontvangen.

4.
Ik kan het niet meer helemaal reconstrueren, dus het kan ook deze foto zijn geweest:
In elk geval trof ik op 12 oktober 2009 een van deze twee Horst-sweet-Horstfoto’s aan op de website van Hallo Horst aan de Maas. Ze werd na een reclamatie verwijderd, zonder dat ik verder nog een reactie ontving.

3.
Op 1 februari 2011 werd deze foto nota bene zowel door Dagblad De Limburger als Hallo Horst aan de Maas genaast. Bij allebei gereclameerd. Hallo bood excuses aan en verwijderde de foto; Dagblad De Limburger bood excuses aan en vroeg of de foto gehandhaafd mocht blijven als er ‘Horst-sweet-Horst’ onder kwam te staan. Dat mocht en bericht en foto zijn nog altijd op de website van Dagblad De Limburger te vinden.

2.
Dagblad De Limburger bleek hardleers: een maand na de foto van de verpleegstersflat verscheen deze foto van een Ger Driessenbillboard op de website. Boze e-mail gestuurd, nederige excuusmail teruggekregen.

1.
Niet op 1 omdat het de mooiste foto is, wel omdat ze me de meeste ergernis bezorgt. Op 10 januari gepubliceerd op de website van Streekomroep Reindonk. Mede omdat ik geen reactie had ontvangen op mijn e-mail na de publicatie van de nummer 5 van deze top 5, besloot ik voor de verandering maar eens zonder verdere toelichting een rekening te sturen. Reactie, een kwartier later: ‘Dank voor uw bericht. Bij de gebruikte foto werd de naam van de bron daadwerkelijk vermeld. Wij hebben de foto inmiddels vervangen. Excuses voor het ongemak.’ Ik heb teruggemaild dat ik geen ‘bericht’, maar een rekening had gestuurd. Die moet nog altijd worden voldaan. En voor alle duidelijkheid, hoewel het er eigenlijk niet toe doet: de naam van de bron stond níet vermeld bij de foto.

Dat het allemaal ook anders kan, bewijst InHorst. Nadat dat ooit om de ‘gunst’ vroeg een Horst-sweet-Horstfoto van het voormalige klooster in Tienray te mogen gebruiken, spraken we af dat InHorst ongevraagd foto’s van Horst-sweet-Horst mag plukken zolang er maar een bronvermelding bij komt te staan. Dus zo’n boeman ben ik nou ook weer niet.

Klein mysterie 416 – Bibliotheek (10)


Bibliotheken rechnen sich nicht, aber sie zahlen sich aus’

Waar je ook niet vrolijk van wordt zijn de verwikkelingen rond de bibliotheek in Sevenum. U weet wel, die tot ieders tevredenheid functionerende bibliotheek die vorig jaar door de voltallige Horster gemeenteraad vakkundig de nek werd omgedraaid. 
Inderdaad, die bibliotheek die onder de benaming uitleenpunt op 1 februari weer haar deuren zou openen.
Dat uitleenpunt waarover tot afgelopen donderdag op de website van BiblioNu, de nieuwe overkoepelende organisatie, viel te lezen: ‘Stichting BiblioNu hoopt op 4 februari het bibliotheek uitleenpunt van Sevenum open te stellen. Er moet nog veel werk verricht worden.’
Dat uitleenpunt waarover sinds donderdag op de website van BiblioNu valt te lezen: ‘Stichting BiblioNu neemt het bibliotheekwerk voor Sevenum over van de Bibliotheek Maas en Peel. Wanneer de Bibliotheek in Sevenum weer open gaat is nog niet bekend.’
Dat uitleenpunt waarover sinds gisteren op de website van BiblioNu valt te lezen: ‘Per 1 januari 2013 heeft de gemeente Horst aan de Maas de uitvoering van het bibliotheekwerk in Sevenum overgedragen aan BiblioNu. Doordat nog niet alle formaliteiten tussen de Stichting Openbare Bibliotheek Sevenum en de gemeente zijn afgerond kan BiblioNu het uitleenpunt Sevenum helaas nog niet openen. BiblioNu hoopt op een snelle afronding zodat BiblioNu de lezers binnen korte tijd weer van dienst kan zijn in een bibliotheekuitleenpunt te Sevenum.’
Behalve de inwoners van Sevenum nu ook BiblioNu slachtoffer van gemeentelijke incompetentie? Lijkt er wel op. Sowieso zal een naamswijziging voor BiblioNu onontkoombaar zijn. Zou je warempel nog bijna vrolijk van worden ook.

maandag 21 januari 2013

Intermezzo – Genitale verminking

Volkskrantcolumniste Sylvia Witteman bracht vorig jaar haar herfstvakantie door in Zuid-Limburg. Nou, dat hebben we geweten! Geen spaan liet ze heel van Limburg en de Limburgers. In haar column van 1 november schreef Witteman dat ze in de drukke trein terug van Maastricht naar Amsterdam nog plaats vond bij drie meisjes van een jaar of twintig. De dames zaten levendig met elkaar te praten. In een dialect. ‘Een voor mij onbegrijpelijk dialect.’ En na een uitwijding over het Letzeburgs: ‘Die meisjes lieten, midden in hun koeterwaalse gekeuvel, opeens in glashelder Nederlands de woorden “genitale verminking” vallen. (…) Kent het Limburgs geen woorden voor “genitale verminking”?’
‘Goeie vraag’, hoor je dan te zeggen. Het antwoord zou ik bij god niet weten. Ik weet ook niet zeker of ik het wel wíl weten. Misschien iets voor u om een dialectbenaming voor ‘genitale verminking’ te bedenken? Mail me uw suggesties en ik maak er een top 5 van. Al zal het zover wel niet komen, gezien de zo langzamerhand spreekwoordelijke lethargie van Horst-sweet-Horstlezers.

Ondertussen heeft het probleem dat Sylvia Witteman aansnijdt – geen dialectwoord kennen voor een anderstalig begrip – een minstens zo interessante tegenhanger: een gesprek voeren in het Nederlands en dan ineens op een woord stuiten waarvan je alleen de dialectversie kent. Een gevaar dat bij elke rechtgeaarde dialectspreker levensgroot op de loer ligt. Voor alle duidelijkheid: dan doel ik dus niet op een klassiek Limburgisme als ‘Hij gaat zich omkleden’. En al evenmin op mijn eigen faux pas toen ik ooit ergens bij binnenkomst meedeelde: ‘Ik ben vanochtend om zeven uur aangereden.’ Medelijden viel me ten deel – pas toen ik weer thuis was begreep ik waarom.
Enfin, daar gaat het me dus niet om. Waar het mij dan wel om gaat? Misschien kan ik dat het beste illustreren aan de hand van een dialoogje:
‘Wat zit je toch moeilijk te doen met dat brood!’
‘Ja, sorry hoor, maar ik ben een enorme hampeleman.’
Hampeleman?’
‘Ik bedoel: ik zit daar altijd mee te plare.’
Plare?’
‘Ik bedoel: als hampeleman zit ik altijd te plare met het mütske.’
Probeer dan nog maar eens serieus te worden genomen. Stel je toch eens voor dat la Witteman zo’n dialoogje ter ore zou komen. Ze zou er gehakt van maken. Terwijl Als hampeleman zit ik altijd te plare met het mütske welbeschouwd veel beter weergeeft waar je mee bezig bent dan de Nederlandse vertaling: Als stuntelaar worstel ik altijd met het kontje. Onwillekeurig komt dan toch weer de genitale verminking om de hoek kijken. 

Top 5 – Mogelijke opvolgers Leon Litjens


Le roi est mort, vive le roi! Mais qui sera le roi?

Als ervaren Leon Litjenswatcher was het me al langer duidelijk dat er iets op stapel stond. Z’n optredens ademden de laatste tijd een bepaalde gelatenheid. Zat ie in het verleden vaker op de kast dan op een stoel, recentelijk was ie door niets of niemand meer uit z’n evenwicht te brengen. Anders dan in z’n beginjaren liet ie provocaties gewoon van zich afglijden en zelfs woedende tweets waren er nauwelijks meer bij. Met z’n jarenlang zo zorgvuldig bijgehouden weblog-dagboek stopte ie in oktober. En in plaats van in een donkerblauw of antracietgrijs colbert zagen we ’m steeds vaker in een beige jasje verschijnen. Zonder das, nota bene.
Allemaal voortekens. De aankondiging van z’n vertrek kwam dus niet bepaald als een verrassing. Horst-sweet-Horst heeft er zelfs op kunnen anticiperen. Her en der heb ik de afgelopen maanden namelijk m’n oor te luister gelegd en m’n ogen de kost gegeven om te achterhalen wie zich in de coulissen allemaal warmdraaiden voor de opvolging van de machtigste man van Horst aan de Maas. Geloof me: een heel peloton was in voor deze post. Begrijpelijk natuurlijk: nu het einde van de christendemocratie ook in deze gemeente nakende is, stellen velen er maar al te graag een eer in te boek te komen staan als laatste wethouder van CDA-huize in Horst aan de Maas.
Intussen is het aantal overgebleven kansrijke kandidaten zodanig geslonken dat ze op de vingers van één hand zijn te tellen. Ik heb hun plussen en minnen op een rijtje gezet en dat heeft geresulteerd in een top 5 van mogelijke opvolgers van Leon Litjens:

5. Edwin Michiels, voorzitter van LLTB afdeling Horst-Venlo, eigenaar van een zichtstal aan de Herenbosweg in Melderslo.
Kwam enkele malen heftig in aanvaring met Don Leon, maar precies op het juiste moment is de kou weer uit de lucht. Voorwaarde voor een eventueel wethouderschap is naar verluidt wel dat z’n vrij nadrukkelijk aanwezige echtgenote stopt met twitteren – wat wel eens net een brug te ver zou kunnen zijn.

4. Noud Janssen uit Meerlo, kippenboer en in z’n vrije tijd voorzitter van de LLTB. Steekt z’n neus al zo lang aan het venster dat het er helemaal van beslagen is geraakt. Nooit te beroerd om Kees en Leon in moeilijke tijden een veer in hun achterste te steken. Ook in dit geval zou een vrouw wel eens roet in het eten kunnen gooien: z’n echtgenote Marlies is gemeenteraadslid en heeft zich de afgelopen jaren nadrukkelijk geprofileerd binnen het CDA – uiteraard niet met de bedoeling zich door haar echtgenoot van de troon te laten stoten. 

3. Jan Nabben, onder heel veel meer Limburger van Verdienste.
Alles wat Jan aanraakt verandert in goud, even afgezien dan van zijn kandidatuur voor Provinciale Staten. En van de centrumstewards. En van het twitteren. En van het asperges schillen. Geen echtgenote om iets van te vrezen, zal wel een hele reeks functies tijdelijk op afstand moeten zetten.

2. Léon Frissen, voormalig gouverneur van de provincie Limburg. Plichtsbesef doet de voormalig burgemeester van Horst aan de Maas serieus denken over een terugkeer: hij heeft de gemeente in de afgrond van de Floriade gestort, nou, dan trekt hij ze er toch ook gewoon weer uit? Afbreukrisico is een woord dat niet in zijn vocabulaire voorkomt.

1. Ger Driessen.
Alles wijst op een glorieuze terugkeer van der Macher in de functie waarin hij ooit z’n carrière begon. Wat denkt u anders waarom de oud loco-gouverneur van Limburg ineens weer kwistig met tweets is gaan strooien? Waarom ie zich ineens weer als carnavalsvierder manifesteert? Contactpersoon zijn namens een grote groenteverwerker blijkt trouwens ook al snel te gaan vervelen. Andere plus: de oud loco-burgemeester van Horst heeft genoegzaam bewezen dat ie met de huidige mediacratie wel weg weet (en laat dat nou net de officiële reden van het vertrek van Leon zijn). Droomkandidaat dus, die Ger.

Klein mysterie 415 – De Oude Lind (2)

En zo komen er ineens weer een hele hoop dingen bij elkaar.
Vorige week schreef ik hier over De Oude Lind. Enkele dagen eerder berichtte Dagblad De Limburger uitvoerig over een man en een vrouw die zijn nagegaan wat er is geworden van de zeventig monumentale bomen die auteur Jan Hendriks en fotograaf Anton Werker in 1976 portretteerden in Bomen in Limburg. Boeiend artikel. Nog boeiender is het boek zelf – ik heb het in mijn boekenkast staan.
Maar wordt er ook een Horster boom in geportretteerd? Ik kon het me niet meer herinneren. Boek er gisteren bij gepakt, en jawel hoor: bladzijde 95, De Oude Lind. ‘Hij staat even buiten de stadskern [sic] van Horst, deze 25 meter hoge reus van een linde’, zo begint Jan Hendriks z’n ronkende beschrijving. Een fragment daaruit: ‘Een gezellige jongen, deze kroegloper met een buikomvang van 3,20 meter. Vroeger bonden de voerlieden er hun paarden aan vast als ze goederen hadden afgeleverd op kasteel Ter Horst en in het café hun drinkgeld omzetten in “kleppen” gerstenat. Tot de Tweede Wereldoorlog was de boom het gezelligheidscentrum van de uitgaande Horstenaren, die vooral op zomerse zondagavonden onder zijn kroon zaten te kaarten, te zingen en te pimpelen.’ Als Jan het zegt is het zo. Mooie verhalen moet je niet kapot checken. 
Wat is die oude linde behalve een reus, een gezellige jongen, een kroegloper en een voormalig gezelligheidscentrum nu eigenlijk nog meer? Een gewone boom, een bijzondere boom of een monumentale boom? ‘Een monumentale boom’, zegt mijn gevoel. Maar een gevoel is nog geen feit. Het toeval wil dat de gemeente Horst aan de Maas juist een lijst van monumentale en bijzondere bomen heeft opgesteld. Alleen is die lijst helaas nergens op de gemeentelijke website te vinden. Wel te vinden zijn twee documenten waarin de criteria staan beschreven die een boom monumentaal dan wel bijzonder maken: het Beleidsplan integraal & duurzaam boombeheer en De bomenlegger. Beide documenten horen bij elkaar: het tweede is een bijlage bij het eerste. ‘Ha fijn, kan ik mijn gevoel toch nog toetsen aan de feiten’, denk je dan.
Dat haalt je de koekoek! Surprise, surprise: de in het Beleidsplan genoemde criteria verschillen van die in De bomenlegger. Het voert in dit verband te ver de details uit de doeken te doen (vogel ze zelf maar uit, zou ik zeggen) maar als ik de in beide documenten genoemde criteria goed interpreteer, is de oude linde bij De Oude Lind in het Beleidsplan wél een monumentale boom en in De bomenlegger niet. Rrrraarrr. Daarom bij dezen het vriendelijk verzoek aan de gemeente het boompaspoort van de oude linde openbaar te maken. Elke bijzondere of monumentale Horster boom heeft immers sinds kort een boompaspoort, zo blijkt uit De bomenlegger. (Bomen zonder paspoort worden door de vreemdelingenpolitie de gemeente uitgezet.) 
Maak overigens niet de fout te denken dat het lezen van beide documenten een straf is. Integendeel. Ze bevatten enkele fraaie staaltjes van onnavolgbaar gemeentelijk proza. Wat dacht u bijvoorbeeld van de uitgangspunten voor beheer van sfeerbomen? Of de sortimentkeuze die is gericht op de te realiseren doelstelling? Absolute topper in dit genre is echter de viertrapsafweging in ruimtelijke conflictsituaties. Heerlijk. 

maandag 14 januari 2013

Top 5 – Werkelijke redenen van het vertrek van Leon Litjens

Het is natuurlijk geen toeval dat Leon Litjens (CDA) zijn vertrek als wethouder van de gemeente Horst aan de Maas op een maandagavond bekendmaakt: als trouw volger wéét hij dat dan doorgaans enkele stukjes op Horst-sweet-Horst verschijnen. Sluw als meneer is, denkt hij door de openbaring van z’n afmars daarmee samen te laten vallen, te kunnen ontsnappen aan het zoveelste snerende Horst-sweet-Horststukje over hem. Maar dan heeft hij toch echt buiten de waard gerekend.
Een stukje over de betekenis van Leon voor Horst aan de Maas en voor Horst-sweet-Horst komt later wel een keer. Nu heet van de naald eerst een top 5 van de werkelijke redenen van zijn opstappen. Want u gelooft toch niet dat hij er ook maar één woord van meent als hij zegt dat ‘in de huidige mediacratie drie periodes te veel is’? Mediacratie? In Horst aan de Maas? Laat me niet lachen! Daarom hier, exclusief op Horst-sweet-Horst, de top 5 van werkelijke redenen van het vertrek van Leon Litjens:

5. Hij trekt de eeuwige discussies met Elly Michiels-Fleuren niet langer. 


4. De terugkeer van Thijs Coppus in de Horster gemeenteraad bezorgt hem al wekenlang nachtmerries. 

3. De voorraad bloemetjes waarmee hij elke nieuwe Horster winkelier verblijdde, is na zeven jaar uitgeput.


2. Hij wil na al die jaren eindelijk eens het begrip dat hij op de kaart heeft gezet zélf in de praktijk brengen: spin-off.

1. Hij wil ten langen leste iemand anders de kans geven op de eerste plaats van meest getagde personen van Horst-sweet-Horst te komen.

Actualisatie – Containers (2)

Herinnert u zich de container aan de Kleefsedijk in Sevenum nog? Die container langs de Kattenstaartse beek? Die container waarover afgelopen zomer twee stukjes op Horst-sweet-Horst verschenen (klik hier en hier)? Die container waaraan een door Jeu van Helden wonderschoon beschreven boerenvete ten grondslag lag? Die container die daar al op z’n minst vanaf april 2001 stond? Welnu, die container is verdwenen, zo constateerde ik op nieuwjaarsdag tijdens een rondje rijden.
Nadat ik zelf was bekomen van de teleurstelling, verwittigde ik Jeu per e-mail van het trieste nieuws: ‘De container aan de Kleefsedijk, jouw container mogen we wel zeggen, is weg! Zul je altijd zien, ding staat er meer dan tien jaar, er wordt een paar keer over geschreven en ineens is hij weg. Ik vind dat ze ons op z’n minst hadden mogen inlichten over het hoe en waarom.’
Dit was vervolgens de reactie van Jeu:
‘Het is natuurlijk een ijzersterk gereedschap dat je in handen hebt. Ergens een paar keer over schrijven en het is verdwenen. Ik weet nog wel een aantal onderwerpen, maar jij hoogstwaarschijnlijk zelf ook.
Over het hoe en waarom van zijn verdwijnen hadden ze ons, containerconservators, uit fatsoen inderdaad wel mogen inlichten. Dat we het nu niet weten is aan de andere kant misschien veel spannender en biedt de vrijheid om het zelf in te vullen. Daar gaan we:
Heeft Mien de moeite genomen om, met een emmertje sop achter op de trekker, dat ding helemaal schoon te maken zodat hij er weer netjes uitziet, beginnen ze te zeuren dat het er niet mooier op is geworden. Het is ook nooit goed, krijg ik weer stank voor dank. Weg met dat ding, ik wil er niets meer over horen!
Of:

Door de hoge temperaturen heeft de boer al last van het voorjaarsgevoel en de daarmee gepaard gaande lust om op te ruimen. Inmiddels ziet hij ook wel in dat het jarenlang een ontsierend element in het landschap is geweest.
Maar de meest waarschijnlijke optie is:

Door een plotselinge opwelling van het alom aanwezige vredebarende kerstgevoel in deze tijd van het jaar heeft boer A eens goed over zijn hart gestreken. Zou het niet eens goed zijn om met boer B in gesprek te gaan en de oude vete te beslechten? Mien heeft toch altijd wel gelijk gehad, met koppigheid bereik je niks.
Hoe dan ook ...

Wat rest is een foto van een zompig landschap met een verzopen containervoetafdruk en een aantal vreemde pijpen die uit de grond schieten en je het idee geven dat er elk moment een yellow submarine boven water kan komen. Dit alles onder een dreigend hollandse-meesters-wolkenpakket dat voor nog meer water gaat zorgen en de intimiderend schimmige schaduw van een persoon die het hele tafereel met een kleine pliep vastlegt in honderden pixels. Ik hoor zelfs het weemoedige gejammer van hazen, konijnen en ander rondhangend gespuis die zojuist zijn beroofd van hun droge en riante onderkomen. En dat in deze barre tijden.’
Ik heb Jeu teruggemaild dat ie echt z’n roeping heeft gemist en schrijver had moeten worden. Lees die laatste alinea nou nog eens. Is toch om jaloers van te worden? Nóg is het niet te laat.

Klein mysterie 414 – Vraagverhelderingsgesprek

‘Goedemorgen, wat kan ik voor u betekenen?’
‘Uit Hallo Horst aan de Maas en de gemeentelijke website heb ik begrepen dat ik bij u terecht kan voor een vraagverhelderingsgesprek.’
‘Klopt helemaal, ik ben een van de drie vraagverhelderingsgespreksleiders in gemeentelijke dienst. Wat is uw vraag?’
‘Of die Van Rooij ze nog wel alle zeven op een rijtje heeft.’
‘Potjandozie, zeg, dat is inderdaad wat we noemen een vrij troebele vraag. Zou mooi zijn als we die wat helderder kunnen krijgen. Laten we met elkaar eens op zoek gaan naar de vraag achter de vraag.’
‘De vraag achter de vraag?’
‘Ja, wij kijken altijd graag naar het totaalplaatje.’
‘Goed. De vraag achter de vraag is of er ook cursussen komen die burgers moeten wapenen tegen de babbeltrucs van Kees van Rooij.’
‘Heel mooi, dat is al een stuk helderder. Hoe komt u eigenlijk bij uw vraag?’
‘Dat is geen heldere vraag. Kunt u uw vraag misschien verhelderen? Bedoelt u hoe ik bij mijn vraag kom of hoe ik bij mijn vraag achter de vraag kom?’
‘Haha, u heeft helemaal gelijk. Doe maar de vraag achter de vraag.’
‘Akkoord. In Dagblad De Limburger van donderdag zegt Kees van Rooij dat er in het kader van inbraakpreventieproject Waak voor Inbraak cursussen komen die ouderen moeten wapenen tegen oplichters met babbeltrucs. En toen vroeg ik me dus af of er ook cursussen komen die burgers moeten wapenen tegen babbeltrucs van burgemeesters.’
‘Hoezo dat?’
‘Omdat het door de babbeltrucs van onze burgemeester lijkt alsof Waak voor Inbraak nog een beetje voorstelt, terwijl het in werkelijkheid compleet op z’n gat ligt.’
‘Geef eens invulling aan die visie.’
‘Nou, het geld is gewoon op. Dramatisch natuurlijk voor z’n project waar alle bobo’s altijd zo hoog van hebben opgegeven. Doe dan alsjeblieft niet alsof het winst is dat de website en die mallotige bordjes overeind blijven. Mag ik dat babbeltrucs noemen?’
‘Dat is tenminste een heldere vraag.’
‘En het antwoord?’
‘Heel goed! Alwéér een heldere vraag! Ik heb de vragen nu wel zo’n beetje op een rijtje.’
‘Maar mij gaat het natuurlijk om de antwoorden.’
‘Voordat we daar een definitieve klap op kunnen geven, bespreken we eerst in teamverband of er een breder palet aan oplossingen voor de hulpvraag in beeld komt.’
‘Maar waar moet ik rekening mee houden?’
‘Nou, als ik u was zou ik me maar voorbereiden op een afschaling naar de minimale variant.’
‘Helder.’

Klein mysterie 413 – De Oude Lind (1)

De Oude Lind is een café-restaurant aan de Venrayseweg in Horst. Het heeft een geschiedenis die op z’n minst teruggaat tot de negentiende eeuw. Een jaar geleden verwoestte een brand de bovenverdieping van het inmiddels Aan Tafel geheten etablissement. Bovendien ontstond ernstige schade aan de benedenverdieping. Sindsdien oogt het pand als een bouwval.
Op nieuwjaarsdag kreeg ik van een lezer een e-mail over De Oude Lind: ‘Jij als historicus zal je ongetwijfeld ergeren aan het historische pand De Oude Lind, hoe het er momenteel bijligt. Een aanfluiting voor Horst. Hoe heeft het zover kunnen komen? Waarom gebeurt daar niks? Wie is nu eigenaar van het pand? De “vorige eigenaar” heeft het pand nog gerenoveerd. Momenteel lijkt het wel of er steeds meer ruiten ingegooid worden, en dat het ook de huidige eigenaar weinig interesseert! Is hier geen rol voor de gemeente weggelegd? Allemaal vragen, die niet alleen mij maar ook velen bezig houden.’
De e-mail bevat vier vragen: hoe heeft het zover kunnen komen? Waarom gebeurt er niets? Wie is de eigenaar? Kan de gemeente er iets aan doen? Allemaal vragen die ook mij bezighouden, maar op alle vier heb ik niet eens het begin van een antwoord. Laat ik me daarom beperken tot het vermoeden van de e-mailer dat ik me erger aan de tegenwoordige staat van De Oude Lind. Is dat zo? Erger ik me aan het huidig aanzien van De Oude Lind? Goeie vraag. Na rijp beraad met mezelf ben ik tot de slotsom gekomen dat de huidige toestand me wel bevreemdt, maar dat ik me er niet aan erger. Waarom niet? Ook daar heb ik lang over nagedacht. Ik denk dat vier factoren een rol spelen:
1. ik ben te jong om de glorietijd van De Oude Lind nog te hebben meegemaakt, ze is voor mij stukken minder legendarisch dan voor de generaties voor mij;
2. het pand op zich is (was?) geen architectonisch hoogstandje, niet eens erg markant. Dit in tegenstelling tot de ligging en de oude linde zelf;
3. ik erger me wat inrichting van de openbare ruimte betreft veel minder snel aan het doen en laten van particulieren dan aan het doen en laten van overheden;
4. ook in verval schuilt schoonheid, zelfs in het verval van De Oude Lind.
Mijn divansessie bracht me verder tot het inzicht dat De Oude Lind vooral in mijn hoofd huist. Zeg ‘De Oude Lind’ en onmiddellijk komen herinneringen boven aan de hellingbaan die toegang verschafte tot de zaal, aan koffietafels, aan het terras waar je je nauwelijks verstaanbaar kon maken, aan presentaties van verschillende boeken, aan elkaar steeds sneller opvolgende uitbaters, aan recepties, aan de kegelbaan, aan lezingen van het LGOG, aan bruiloften, aan de bij welke uitbater dan ook slechte bediening, aan de benauwde vergaderzaaltjes op de bovenverdieping.
Misschien iets te kort door de bocht geformuleerd: de teloorgang van het fenomeen dat De Oude Lind ooit was doet me pijn, de herinneringen eraan zijn me dierbaar, de boom is onvervangbaar, maar het pand kan me gestolen worden. Zelfs als historicus.