Mild gekruid

maandag 15 april 2013

Intermezzo – Jachthut (23)

Behalve een kater heb ik aan VVV-PEC Zwolle van vrijdag ook een jachthut overgehouden.
Dat zit zo: sinds een maand of drie ben ik vrijwillig autoloos. Niet zo zeer uit principe, meer omdat ik gewoon het gezeik moe was met die geld en brandstof slurpende dingen die ook nog eens om de haverklap kapot zijn. Dat betekent wel dat ik meer dan voorheen ben aangewezen op de benenwagen en op het stalen dan wel ijzeren ros.
Begaf ik me in de tijden van weleer met mijn bolide naar De Koel, sinds januari fiets ik naar station Horst-Sevenum, spoor ik naar station Venlo en loop ik naar het stadion. Kost wat extra tijd, maar maakt het beleven van een voetbalwedstrijd tevens veel meer tot een gedeelde ervaring. En dat is ook wat waard: vóór de wedstrijd de bijna tastbare verwachting in de steeds breder wordende stroom van believers die zich richting stadion haasten; na de wedstrijd een zich geleidelijk verdunnende stroom van gedesillusioneerden die hun frustratie en woede vooral uiten in heerlijk cynisme. Wat maakt dat je je uiteindelijk zelfs bij zo’n baggerwedstrijd als VVV-PEC Zwolle kunt neerleggen. Laat die Hai Berden samen met Regio Venlo maar lekker blijven dromen van hun eventcenter in het Ibiza aan de Maas, wij vermaken ons voorlopig nog wel even met dat geklooi in De Koel.
Maar nu die jachthut. Gezeten in de trein richting Venlo ontwaarde ik vrijdag enkele honderden meters voorbij de spoorwegovergang aan de Grubbenvorsterweg in Sevenum ter linkerzijde een heuse jachthut. Dan kun je overgaan tot de orde van de dag of je kunt er werk van maken. Als verzamelaar van jachthutten was ik veroordeeld tot die tweede mogelijkheid, zeker nu her en der een roep tot een verbod op de plezierjacht (het woord alleen al) begint te weerklinken en jachthutten daarmee nog overbodiger zouden worden dan ze nu al zijn.
Hoewel ik de locatie van de hut dus kende, bleek het nog een hels karwei er te komen. Onder meer een gevolg van de verdomde Greenportlane,
die overbodige weg waar Ger Driessen ons mee heeft opgezadeld en die de bestaande infrastructuur in dit gebied aan gort heeft geholpen. Enfin, na wat halsbrekende toeren kon ik toch weer een jachthut bijschrijven op m’n lijstje.
Veel bijzonders valt er verder niet over te vertellen: geen luxe, geen leren bekleding, geen opmerkelijke stoel, geen onneembare ladder. Overduidelijk een jachthut van het eenvoudige, functionele soort, puur gericht op datgene waar de jager zo goed in is: het neerknallen van weerloze dieren.
O ja, misschien toch nog een aardigheidje: de hut staat niet alleen (bijna) langs de spoorlijn en de Greenportlane, maar ook langs de Gekkengraaf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten