Mild gekruid

maandag 19 augustus 2013

Klein mysterie 474 – Reindersknuup (1)

Onderweg naar wéér een kilo blauwe bessen kwam ik langs wéér een maïsveld. Saai, saai, saai. En toch moest ik ineens aan m’n opa denken. M’n opa, van 1906, was een verwoed liefhebber, houder en kweker van vogels (en ook vanger, al hangen we dat liever niet aan de grote klok). Onze gevederde vrienden kwamen bij hem niets tekort. Dit betekende onder meer dat hij minstens tweemaal per week per fiets een zoektocht ondernam naar verse miër (muur in het Nederlands), een onkruid waarop vogels verzot zijn, althans zijn vogels. Geen eenvoudige opgave, temeer omdat miër die op akkers of aan akkerranden groeit uit den boze was: die kon wel eens bespoten zijn en daar kon ie bij z’n vogels niet mee aankomen.
Minder obsessief en in tegenstelling tot miër ook slechts beperkt tot een deel van het jaar (de nazomer) was opa’s zoektocht naar een ander onkruid: reindersknuup. Waarmee we terug zijn bij het begin van dit stukje: onderweg naar de blauwe bessen stonden langs dat oersaaie maïsveld volop reindersknuup in bloei. Waarvoor opa reindersknuup nodig had, stond me niet meer helder voor de geest, maar op internet lees ik dat ze worden gebruikt ter bestrijding van ongedierte in vogelhokken. Nadat ze gedroogd zijn. En precies dat drogen deed m’n opa met grote toewijding – dat herinner ik me dan weer wel.  
Reindersknuup – ik heb altijd gedacht dat dit een strikt lokale benaming is voor boerenwormkruid (want daarover hebben we het), op de een of andere manier verbandhoudend met Rijnders of Rei(j)nders, een in Horst vrij frequent voorkomende familienaam. Rijnders, de eerste Horstenaar die op het idee kwam er droogboeketten mee op te fleuren. Of Reijnders, die hoopte high te worden van de consumptie van de knoppen (knuup) van de plant maar z’n experiment met de dood moest bekopen. Zoiets. Blijkt dus helemaal niets van te kloppen: op etymologiebank.nl wordt uiterst gedetailleerd en overtuigend uitgelegd dat dat ‘rein’ afkomstig is uit het Duits en ‘berm’ betekent. Wéér een illusie aan flarden.   
Toch zijn daarmee niet alle raadsels rondom de reindersknuup opgelost. Bij lange na niet. Zo vraag ik me af of ik ook reindersknuup-zegger zou zijn geworden als m’n opa in plaats van vogelliefhebber pakweg autoliefhebber was geweest. Zou ik dan zijn opgegroeid als borewurmkroëd-zegger? Of kent Horst geen borewurmkroëd-zeggers? En hoe groot zou eigenlijk het aantal Horstenaren zijn dat zich nog reindersknuup-zegger mag noemen? Zijn er behalve ondergetekende überhaupt nog reindersknuup-zeggers? Wat zegt u?

1 opmerking:

  1. Nooit van gehoord. Maar ik vind 'm wel mooi! Als ik het had geweten was ik een echte reindersknuup-zegger geweest!

    Groet, Erwin Smits

    BeantwoordenVerwijderen