Mild gekruid

maandag 22 december 2014

Top 5 – Met Anthony Wijnen bekeken en besproken stedenbouwkundige situaties in Horst-centrum

Mijn recente tochtje met verkeerskundige Jeroen Smedts langs een aantal Horster verkeerssituaties (klik hier) beviel me zo goed en leidde tot zoveel nieuwe inzichten, dat ik vorig weekend op herhaling ben gegaan. Niet opnieuw met Jeroen, niet opnieuw met een verkeersdeskundige, maar ditmaal met een planoloog en stedenbouwkundige: Anthony Wijnen, Horstenaar van geboorte, woonachtig in Hegelsom, opgeleid aan de Academie van Bouwkunst te Rotterdam, werkzaam bij de gemeente Uden. Bijna vier uur zwierven we vorige week zaterdag door het centrum van Horst. Veel gezien, veel geleerd. Onmogelijk samen te vatten in een paar honderd woorden. Toch een poging, en wel in een Horst-sweet-Horst top 5 van met Anthony Wijnen bekeken en besproken stedenbouwkundige situaties in Horst-centrum. Komt-ie:

5. Je kunt er dezer dagen niet omheen, wij dus ook niet: het Sint-Lambertusplein.
Anthony is er globaal gezien wel over te spreken. Het verdwijnen van de kiosk, enkele jaren geleden alweer, was een zegen, de verdwenen auto’s eveneens en dat de bomenrij aan de noordzijde niet langer evenwijdig loopt met de bebouwing, is een hele verbetering. Minpuntjes: de doeltjes (‘Als je toch iets wil, leg er dan een bal neer’), het bestratingspatroon en de bomenrij aan de kerkzijde, die van Anthony best een paar meter noordwaarts had mogen opschuiven. Verder lijken de plaats van de bomen en de verlichting niet op elkaar afgestemd.

4. Waar ik veelal geneigd ben bouwwerken afzonderlijk te beoordelen, heeft Anthony een bredere blik: past een gebouw in zijn omgeving of verstoort het het straatbeeld? Is er harmonie of oogt het als een samengeraapt zooitje? Op die manier kijkend naar gebouw Mooren is de conclusie onvermijdelijk dat het disharmonieert met zijn omgeving. Een fantastisch gebouw (vindt ook Anthony), maar op de verkeerde plaats geland.

3. Een recenter voorbeeld van een ontbrekende relatie met de omgeving waar Anthony me op wees, is de achterzijde van de nieuwgebouwde appartementen aan het Cuppenpedje:
Hoe het ook kan, is aan de voorzijde, de Hoofdstraatzijde, van diezelfde appartementen te zien: de nieuwbouw draagt bij aan het harmonische straatbeeld, van verstoring is hier geen sprake.
Al ligt het er ook aan vanuit welk standpunt je ernaar kijkt, merkte ik toen ik er later terugkeerde om foto’s te maken.

2. Anthony maakte me voorts duidelijk dat stedenbouwkundigen vaak op zoek zijn naar breuklijnen: plekken waar zaken met de rug ten opzichte van elkaar staan of waar de ene zone ineens overgaat in een andere. Die plekken markeren ontwikkelingen in een kern. Een mooi voorbeeld daarvan is te vinden aan de Hoofdstraat. Hoofdstraat, het woord zegt het al. En toch staat daar een woon-winkelcomplex dat z’n kont naar de straat heeft gekeerd en is georiënteerd op de achterliggende parkeerplaats.

1. Ook De Librije ontbeert samenhang met de omgeving, vindt Anthony. Het complex verstoort ook nog eens de hiërarchie: het stelt het naastgelegen gemeentehuis – wat hiërarchisch gezien toch boven alle andere gebouwen zou moeten uitsteken – bijna letterlijk in de schaduw.
Met de architectonische vormgeving op zichzelf is in zijn ogen dan weer niet zo heel veel mis. Hij is het met me eens dat een plat dak passender was geweest, maar platte daken zijn om de een of andere reden uit den boze in Horst (de beruchte ‘Horster maat’). Met mij verbaast hij zich er ook over dat de bibliotheek zo weinig zichtbaar is als gebruiker van het gebouw. En waarom wordt dat bordes niet benut?
 
Vat het voorgaande overigens niet te negatief op. Anthony: ‘Ik wil benadrukken dat ik waardering heb voor de inzet van gemeente en andere partijen voor het centrum. Er zit veel meer energie in dan een jaar of tien, vijftien geleden. Maar het kan denk ik ook geen kwaad om uit pure betrokkenheid vragen te blijven stellen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten