Mild gekruid

woensdag 28 januari 2015

Klein mysterie 619 – Gasthoês (6)

Het unieke concept van Herberg De Troost in ’t Gasthoês, wat behelst dat nu eigenlijk? In navolging van burgemeester Kees van Rooij (klik hier) heeft nu ook verantwoordelijk wethouder Ger van Rensch duidelijkheid verschaft. En wel gisteren tijdens de vergadering van de commissie Samenleving. U kunt zijn uitleg hier beluisteren (ga naar 2.05.00), maar voor uw gemak heb ik de 186 woorden waarin de wethouder alle onduidelijkheid over het Herberg De Troostconcept uit de wereld helpt ook maar even uitgetikt. Komen ze:
‘Ik denk eerlijk gezegd dat we Herberg De Troost misschien te vaak noemen. Wat wij in ’t Gasthoês zouden willen incorporeren, is de herberggedachte. En de herberggedachte hebben wij gekregen in samenspraak met Herberg De Troost. Maar je moet dat in feite los zien van elkaar. Wij willen dat ’t Gasthoês een herberg wordt, waar de Horstenaren welkom zijn, waar ze zich thuis voelen, waar ze een hapje en een drankje kunnen krijgen, waar ze elkaar kunnen ontmoeten, waar kruisbestuiving op allerlei gebieden zou kunnen plaatsvinden. En ín die Herberg ’t Gasthoês is ook plaats voor Herberg De Troost, die daar haar activiteiten zou kunnen huisvesten. Dus de uitvalsbasis van Herberg De Troost als organisatie. Maar die zou plaats kunnen hebben als huurder van Herberg ’t Gasthoês. In die zin is het niet zo dat Herberg De Troost alléén maar bepalend is voor wat we in ’t Gasthoês zouden willen. Zij zijn wel een heel belangrijk onderdeel daarvan omdat we het concept aan hen ontlenen en omdat hun concept een duidelijk aantrekkende, aanzuigende werking zou hebben op mogelijke andere gebruikers en zou kunnen leiden tot kruisbestuiving.’
Duidelijk toch?

maandag 26 januari 2015

Top 5 – Horster ondergoedadvertenties

In De Volkskrant (klik hier), in Linda (klik hier) en de Süddeutsche Zeitung (klik hier). En nu als kers op de taart ook nog op Horst-sweet-Horst! En dat allemaal in één week. En dan is z’n boek nog niet eens verschenen, kun je nagaan.
Nieuwsjunks hebben ongetwijfeld aan de voorgaande vier zinnen genoeg om te weten dat het hier om Jan-Dirk van der Burg gaat. De meest veelzijdige fotograaf van Nederland en verre omstreken staat opnieuw in het brandpunt van de belangstelling. U kent Jan-Dirk als het goed is van publicaties over onder meer olifantenpaadjes, Nelson Mandelavernoemingen en Iraanse censuuringrepen in kranten toegestuurd aan correspondent Thomas Erdbrink (Onze man in Teheran – u kijkt toch wel elke zondag naar het beste dat de Nederlandse televisie momenteel te bieden heeft?). Mocht u Jan-Dirk daar toch niet van kennen, dan kent u ’m ongetwijfeld wel van z’n Tweetbundels en in het bijzonder van de bundel exclusief gewijd aan het Horster Twitterkanon Elly Michiels-Fleuren. Maar nu, nu heeft Jan-Dirk zich toegelegd op onderbroeken. Niet zomaar onderbroeken, nee Calvin Klein-onderbroeken. Excuseer: juist geen Calvin Klein-onderbroeken, maar Calven Klaim-, Galvin Klain-, Calven Kliem- en Kalvi Klan-onderbroeken.
Waar anderen ter herinnering aan buitenlandse reizen ansichtkaarten, wandelstokplaatjes, postzegels, munten of hotelzeepjes mee naar huis nemen, daar stopt Jan-Dirk als dierbaar souvenir lokale nepversies van Calvin Klein-onderbroeken in z’n koffer – je bent man van de wereld of je bent het niet. Die collectie neppers ligt ten grondslag aan het nieuwste project van Jan-Dirk. Hij liet een model (op onderstaande foto vakkundig gesecondeerd door Jan-Dirks vriendin Eefje) poseren in de onderbroeken en fotografeerde het in de stijl van de Calvin Klein reclamefoto’s. De fotoserie is gebundeld in Calvin Klein – The Dyslexic Collection, dat morgen wordt gepresenteerd. Prijs 13,45 euro, oplage 500, dus haast u om het te bestellen (klik hier).
Nu wil het toeval dat Horst een dorp is met een groots textielverleden. Een groots textielverleden vraagt om een groots textielmuseum. En dat heeft Horst sinds een aantal jaren in huis met Museum De Kantfabriek. Een museum dat telkens weer laat zien hoe over en met textiel de meest verrassende en sprankelende, prachtig vormgegeven tentoonstellingen te maken zijn. Dus waarom de onderbroekencollectie van Jan-Dirk niet naar Horst gehaald? Ik zeg: een gemiste kans als Calvin Klein – The Dyslexic Collection – The Exhibition binnenkort niet te zien zou zijn in Museum De Kantfabriek.
Nu het nog niet zover is en bij gebrek aan Horster Calvin Klein-neppers ben ik wel gedwongen het in een andere (onderbroeken)hoek te zoeken: de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster ondergoedadvertenties. Komt-ie:

5. De Echo van Noord-Limburg, 27 mei 1966:
Ook wel bekend in deze versie, afkomstig uit De Echo van Noord-Limburg van 16 september 1966:

4. De Echo van Noord-Limburg, 18 maart 1950:

3. De Echo van Noord-Limburg, 2 oktober 1970:

2. De Echo van Noord-Limburg, 9 augustus 1952:

1. De Echo van Noord-Limburg, 11 april 1953:

Intermezzo – Dikke DAF

Toen het zaterdagochtend hard sneeuwde, plaatste ik dit berichtje met foto op de Horst-sweet-Horst Facebookpagina:
‘In de strijd tegen de sneeuw is nu op diverse plaatsen in Horst aan de Maas het leger ingezet. Op bijgaande foto zijn de manschappen heroïsch in de weer aan de Meterikseweg in Horst.’
Dit leidde tot de volgende reactie van de in Melderslo geboren en opgegroeide Joost Claassens:
‘In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam Het Leger vaker in Horst, op manoeuvre. De vervaarlijke tank op deze foto werd toen uitgebeeld door een Dikke DAF (voor de niet dienstplichtigen: een vrachtauto) aan beide zijden van bordkartonnen platen te voorzien, met daarop de zijkant van een tank geschilderd. Het geheel was ook nog van een kachelpijp voorzien, een tank moet toch ook een masculien geval als een kanon hebben! Verder is Het Leger ook nog te prijzen voor zijn inzet in een extreem droge zomer, koeien stonden zieltogend smachtend in de wei, enkel dor gras, tot er met een aantal Dikke DAF’s bietenloof uit Brabant werd aangevoerd. Dit heeft veel dierenleed voorkomen en het heeft de economie van Melderslo een ferme zet gegeven. Het Leger kan dus niet meer kapot.’
Prachtig toch? Op mijn vraag of hij geen foto had van die dikke DAF stuurde Joost me vervolgens een privébericht, dat nog veel prachtiger is dan zijn eerste reactie (klik op de tekeningen om ze te vergroten):
Geen foto, wel een tekening die ik in 1961 in klas 1 van het RK Lyceum voor Jongens Immaculatae Conceptionis der Paters Franciscanen te Venray heb gemaakt.
Het betrof een brand in 1959 waarvan de rook in Melderslo te zien was, naast de sensatie van de zich voortspoedende brandweerauto’s en later de Dikke DAF’s met soldaten van de kazerne in Venlo voldoende om ons op de fietsen naar de plek des onheils, vele hectaren bos, te spoeden. Ik heb er slechts een 7 1/2 voor gekregen van de fameuze meneer Min. Te zien zijn diverse technieken om bosbranden te blussen, zoals spuiten van water, vuurharken en graven van brandgangen. Er zit ook een grapje in: het waarschuwingsbord “voorzichtig met vuur” staat zelf in brand. Waar midden in het bos het water werd gehaald, zie de dikke slang in het midden, is mij een raadsel, misschien met een motorpomp uit het Schuitwater. Er staat ook een klein uitgevallen Dikke DAF op de tekening.
Als bonus uit dezelfde periode een “Groeten uit Melderslo” prentbriefkaart, met naast kerk, ruïne en het houten huis [Vlasvenstraat 20], ook de ruïne van de oude kerk.
Waarop ik Joost, na dankzegging voor beide tekeningen en het bijbehorende verhaal, liet weten dat die meneer Min dan wel fameus mocht zijn geweest, maar in dit geval in mijn ogen toch een lelijke uitglijer had gemaakt met dat lage punt. Wat zou Joost er trouwens van vinden als ik onze dialoog niet zou laten verdwijnen in de krochten van Facebook maar zou opwaarderen tot een volwaardig weblogstukje? Zijn reactie:
‘Lees hier het relaas van de brand, inclusief de brandweer van Horst en militairen uit Venlo en zelfs Roermond en Weert. Het was dus 1959, toen zat ik nog op de RK Lagere School te Melderslo. Ongetwijfeld zal ik in het tekencahier bij Meester van Rijswijck ook al geprobeerd hebben mijn ervaringen beeldend weer te geven, ik zag blijkbaar mijn kans schoon om meteen op de eerste klas in Venray een groter publiek te bereiken en dan krijg ik ook nog eens, zestig jaar later, via jou het podium van de wereld! Dus ga je gang!
Bij dezen.


N.B. Joost liet me ook nog weten dat zijn verhaal op het punt van de legerinzet bij de droogte bij verificatie niet helemaal correct bleek: het veevoer werd gelost op het plein bij de Boerenbond in Melderslo en werd daar opgehaald door de boeren. Zie ook hier.

Klein mysterie 618 – Moelbaerenbos

Deze week een e-mail ontvangen van Roel van den Bekerom: 
‘Gisteren had ik met wat mensen een discussie over de Kasteelse Bossen. Liggen die helemaal in Horst of hoort een deel bij “de Melderse”. Als je het iemand uit Melderslo vraagt zal die zeggen dat het “Endekuulke” bij Melderslo hoort. De grens zou bij de Herenbosweg liggen, de woningen aan de Herenbosweg zijn immers ook Melderslo. Nachtegaallaan idem dito. Waar ligt eigenlijk de grens tussen Melderslo en Horst, en maakt Melderslo aanspraak op de Endekoel? :-)’
Alsof je met een moker op je hoofd wordt geslagen. Een deel van de Kasteelse Bossen (zelf prefereer ik nog altijd Moelbaerenbos) bij Melderslo? Alleen de gedachte al! Eenmaal bekomen van de ergste verontwaardiging heb ik Roel vrij politiek correct geantwoord dat grenzen tussen dorpen bij mijn weten niet exact zijn gedefinieerd, dat mogelijk de parochiegrenzen een rol spelen bij de Melderslose aanspraken op de Moelbaerenbos en dat wat mij betreft de Moelbaerenbos van ons is zolang de Melderslonaren niet kunnen bewijzen dat-ie van hun is.
Twee dagen later, óp d’n aet bij J. en de uit Melderslo afkomstige I. Langs m’n neus weg vraag ik of het deel van de Moelbaerenbos waar het Aendekuulke ligt bij Horst of bij Melderslo hoort. I.: ‘Bij Melderslo natuurlijk! De Herenbosweg en de Nachtegaallaan zijn de grens!’ Wel godverdegodver!
Misschien is het toch goed dat ik voor één keer m’n politieke correctheid laat varen en voor eens en voor altijd dit blijkbaar in Melderslo wijdverbreide misverstand naar het rijk der fabelen verwijs. Want laat duidelijk zijn: de hele Moelbaerenbos was van Horst, is van Horst en zal altijd van Horst blijven. Het bos, inclusief Slooi (Sloëj), Konijnswarande (Kniensvrang) en Eendenkooi (Aendekuulke), behoorde eertijds bij de bezittingen van kasteel Huis ter Horst. En kasteel Huis ter Horst = Horst. Van Melderslo had toen nog niemand gehoord. Pas nadat de Horster gemeenteraad in zijn oneindige goedheid (of was het een vlaag van verstandsverbijstering?) in 1916 besloot in te stemmen met de bouw van een lagere school kwam Melderslo enigszins tot ontwikkeling. Reden te over om Horst eeuwig dankbaar te zijn. Reden te over ook om je koest te houden als dorpje dat net komt kijken, als dorpje dat niet eens nat achter de oren is. Zou je denken. In plaats daarvan blijken de Melderslonaren zich dus te bezondigen aan een ordinair staaltje landjepik. Met hun grijpgrage vingers blijken ze te morrelen aan ons cultuurhistorisch erfgoed. Kan dat alsjeblieft afgelopen zijn? Laten ze zich lekker terugtrekken op hun eigen nepruïne!
En anders wordt het misschien eens tijd voor een Horster strafexpeditie.
Pedanterie in de periferie is wel het laatste dat we op dit moment kunnen gebruiken.

Klein mysterie 617 – Atrium (3)

Hoewel mij geen actuele plannen bekend zijn die op enigerlei wijze afbreuk doen aan het atrium van de (Horster) Sint-Lambertuskerk en hoewel verantwoordelijk wethouder Van Rensch vier jaar geleden nog heeft gezegd dat het ‘ondenkbaar’ is dat het atrium wordt opgeofferd aan megalomane centrumplannen (klik hier), kan het geen kwaad op gezette tijden de onschendbaarheid van het atrium nog eens te benadrukken. Want zoals bekend zijn plannetjesmakers altijd kort van memorie en de crisis ten spijt hebben de plannetjesmakers op wonderbaarlijke wijze het hoofd boven water weten te houden.
De Sint-Lambertuskerk is gebouwd naar een ontwerp van Alphons Boosten. Terwijl de bouw nog moest beginnen, kwam Boosten op 2 januari 1951 te overlijden. Vervolgens werd Jan Witteveen, sinds 1946 verbonden aan het architectenbureau van Boosten, verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden. Toen de Sint-Lambertuskerk in 1977 25 jaar bestond, blikte De Echo van Noord-Limburg uitvoerig terug op de bouw met de toen 77-jarige Witteveen. In het door Jan Derix opgetekende gesprek komt uiteraard ook het atrium ter sprake. Witteveen legt uit dat Boosten aan de westzijde (de huidige atriumzijde) eigenlijk een groot plein had gewild: ‘Boosten wou een grote ruimte die de kerkganger eerst tot een zekere inkeer zou kunnen brengen. Toen dat niet ging door een groot plein om de kerk aan te leggen, heeft hij dat atrium bedacht.’
Ten tijde van het gesprek stond tegenover het atrium nog het patronaat. Een sta-in-de-weg voor het atrium, aldus Witteveen: ‘Het patronaat is een lelijk ding, dat moet eigenlijk weg. Als het patronaat weg zou zijn, kreeg je een ideale ruimtelijke werking voor het atrium.’ Enkele jaren later ging het patronaat inderdaad weg, maar Boosten en Witteveen zouden zich ongetwijfeld omdraaien in hun graf als ze wisten wat er voor in de plaats is gekomen.
Openbreken van het atrium, zou dat misschien iets zijn? Witteveen: ‘Nee, dat kan niet. Een atrium moet gesloten zijn. Je kunt van zo’n atrium toch geen passage gaan maken?’
Witteveen gruwt al evenzeer van de gedachte het atrium om te toveren in een soort overdekte markt: ‘Als men het atrium al ergens anders voor zou willen gebruiken, laat men er dan sommige tentoonstellingen in houden. Van beeldhouwwerken bij voorkeur, maar dan niet die wildemansdingen.’ Zelfs een fontein acht hij uit den boze: ‘Mijn opvatting is dat het atrium moet blijven zoals het is. En zoals het bedoeld is. Een gesloten ruimte. (…) Het atrium aan de romaanse kerken heeft nooit een andere functie gehad dan de mensen in de sfeer brengen, om in de goede stemming de kerk te betreden. Het was gewijde grond.’
Jan Derix sluit het gesprek en het stuk in stijl af: ‘Wij hopen nu maar dat degenen die voor het toekomstig beleid rond deze monumentale kerk verantwoordelijk zijn, zich bepaalde opmerkingen van u ter harte zullen nemen.’ Objectieve journalistiek is anders, maar de boodschap is ook een kleine dertig jaar later nog altijd actueel.

maandag 19 januari 2015

Klein mysterie 616 – Gasthoês (5)

Na lezing van het 23 bladzijden tellende ‘Voorstel tot het vaststellen van de kaders om te komen tot de revitalisering van het cultureel centrum ’t Gasthoês in Horst’ (klik hier en vervolgens op 07a rv) is één ding me ondanks alle verhulgelul en vaagtaal duidelijk: die Herberg De Troost in ’t Gasthoês, die komt er. Zes scenario’s werkte het gemeentebestuur uit voor de toekomstige opzet en exploitatie van het cultureel centrum. In vijf daarvan is een hoofdrol weggelegd voor Herberg De Troost. Aan het enige scenario zonder Herberg De Troost zijn volgens het college zoveel nadelen verbonden dat de gemeenteraad wel helemaal van de ratten besnuffeld zou zijn als hij op 10 februari uitgerekend voor uitwerking van dit scenario zou kiezen.
Kiezen voor Herberg De Troost betekent kiezen voor een ‘uniek’ concept, aldus het college. Wat dat concept precies inhoudt en wat het unieke eraan is, blijft ook ditmaal vaag. Best vreemd voor een miljoeneninvestering. De gemeenteraad valt daarom niet langer serieus te nemen als hij op 10 februari al een keuze voor een van de scenario’s zou maken. Eerst dient er eindelijk klaarheid te komen over wat dat Herberg De Troostconcept nu precies behelst. Toon de meerwaarde van dat concept eens aan, bijvoorbeeld aan de hand van een aantal concreet uitgewerkte voorbeelden. En hoe ziet de organisatievorm van Herberg De Troost eruit? Uit wie bestaat Herberg De Troost? Worden Herberg De Troostmensen gedetacheerd in ’t Gasthoês? Zo ja, hoeveel? Voor hoeveel uur? Waaruit bestaat de expertise van de Herberg De Troostmensen? In het raadsvoorstel wordt geschermd met de persoonlijke kennis en vaardigheden en het ‘zeer uitgebreid netwerk’ van de leden van het Herberg De Troostcollectief. Dat wekt de indruk dat het concept staat of valt bij de inbreng van enkele personen. Welke waarborgen zijn er voor continuïteit?
Het kan toch niet zo lastig zijn een en ander in een notitie van een bladzijde of tien te verwoorden? Bij gebrek aan een of meerdere uitgewerkte alternatieven voor Herberg De Troost zou er voor de gemeenteraad ook dan nog altijd niet daadwerkelijk iets te kiezen vallen, maar de huidige spraakverwarring over Herberg De Troost zou tenminste tot het verleden behoren. Sowieso valt te verwachten dat ook het provinciebestuur een deugdelijke onderbouwing van het Herberg De Troostconcept eist alvorens een miljoen of drie, vier onze kant op te laten gaan. Dat die provinciale miljoenenbijdrage cruciaal is, wordt overigens fraai verhuld in het raadsvoorstel. Blijkbaar beschouwt het college de provinciale steun als een feit. Is hierover in de achterkamertjes misschien al een deal gesloten?
Er valt warempel nog wel meer te zeggen over dit raadsvoorstel. Zo moet ik een andere keer misschien maar eens wat woorden vuilmaken aan de manier waarop het college de bibliotheek ’t Gasthoês probeert in te rommelen. Voor nu wil ik het laten bij een oproep tot openbaar eerherstel voor Toon Poels. Dit voormalige CDA-gemeenteraadslid hamerde in de voorvorige raadsperiode tot vervelens toe op de noodzaak van een ontmoetingsruimte in Hof te Berkel. Telkens werd hij weggehoond: haha, die Poels toch, snapt hij nou werkelijk niet dat een ontmoetingsruimte niet past in het unieke concept van Hof te Berkel? En nu: zonder blikken of blozen pleit het college in het raadsvoorstel voor een ‘laagdrempelige ontmoetingsfunctie voor ouderen in ’t Gasthoês’ omdat die in Hof te Berkel niet voorhanden is. Het kan verkeren.

Intermezzo – Joep Haffmans

En zo stuitte ik in mijn vrij omvangrijke collectie (kopieën van) krantenknipsels ineens op een artikel dat je met de wetenschap van nu toch wat anders leest dan het werd gelezen op de dag van publicatie. Het betreft een artikel uit het Dagblad voor Noord-Limburg van vrijdag 7 juli 1978. ‘“Spionage” van kerkbestuur Horst schrikt kapelaan af’, zo luidt de kop. Het gaat over de benoeming van een kapelaan in Horst. Een benoeming die in kannen en kruiken leek, maar uiteindelijk door de (enige) kandidaat zelf werd afgeblazen. Zijn naam? Joep Haffmans.
Joep Haffmans (1943-2007) werd in 1974 door de bisschop van Roermond, Jo Gijsen, tot priester gewijd. Hij was vervolgens een aantal jaren kapelaan in Sittard. In 1984 volgde zijn benoeming tot deken van Gulpen. Dat bleef hij tot 2006, toen hij na beschuldigingen van onder meer fraude zelf ontslag nam. Een door justitie in gang gezet strafrechtelijk onderzoek naar vermeende verduistering van gelden werd gestaakt na het plotselinge overlijden van Haffmans in 2007.
Uit het krantenartikel blijkt dat het bisdom Haffmans in 1978 polste voor de functie van kapelaan in Horst. Haffmans verklaarde zich akkoord, maar het Horster kerkbestuur nam vier weken bedenktijd. Die gebruikte het onder meer om informatie over Haffmans te verzamelen. Uit de krant: 
‘Sommige leden van het kerkbestuur zouden omtrent Haffmans inlichtingen hebben ingewonnen op een manier die als “spionage” is ondervonden. Deken Ben Janssen van Sittard bevestigd [sic] dat men bij instanties en particulieren in de huidige standplaats van de kapelaan zou hebben geïnformeerd naar de reden van diens overplaatsing, alsof deze overplaatsing het gevolg zou zijn van bepaalde misstappen.’
Haffmans was niet gediend van deze handelwijze en besloot de benoeming niet te aanvaarden, aldus de krant. Het Horster kerkbestuur wenste niet inhoudelijk in te gaan op de gang van zaken. Kapelaan Ad van der Meijden: ‘Anders ontstaat er een moeilijke en onverkwikkelijke affaire, waarmee niemand is gediend.’ Deken Janssen van Sittard toonde zich wel bereid tot commentaar: 
‘Het speurwerk van sommige Horster kerkbestuurders in Sittard heeft een achterbakse indruk gemaakt. Waarom zijn ze niet bij mij gekomen? Ik ben nota bene geboren en getogen in Meterik. Als Horst meer dan vier weken tijd nodig heeft om mijn kapelaan goed te keuren voor opneming in het zielzorgteam, en als men op deze manier zijn doopceel meent te moeten lichten, geef ik Joep Haffmans groot gelijk dat hij er geen zin meer in heeft.’
Janssen karakteriseerde Haffmans aldus de krant als ‘een consciëntieus zielzorger, die in verschillende opzichten zeer progressief is’. Consciëntieus. Ik heb het voor de zekerheid nog even opgezocht. ‘Eerlijk en zorgvuldig’, zegt Van Dale. Juist ja. 

Actualisatie – Olifantenpaadjes (16)

Op 2 januari 2012 bestempelde ik dit olifantenpaadje, gelegen aan het nog altijd naamloze steegje tussen Smidseplein en Veemarkt, tot veelbelovendste Horster olifantenpaadje van dat moment (klik hier).
Een half jaar later heette het (klik hier) over hetzelfde olifantenpaadje:
‘Hoewel ik (onderweg naar bakkerij Gerards-Steeghs – ja, die van die overheerlijke kersenkruimelvlaai) zelf minimaal eenmaal per week m’n best doe dit paadje op te stoten in de vaart der olifantenpaadjes moet ik tot m’n ongenoegen toch constateren dat het wat blijft steken in z’n ontwikkeling. Kunnen we het niet met z’n allen een impuls geven? Overigens: ook als er een auto geparkeerd staat (hetgeen bijna altijd het geval is), hoeft u zich niet geremd te voelen gebruik te maken van het paadje. Het zou toch zonde zijn als het een vroege dood zou sterven?’
De Werdegang van dit olifantenpaadje in de afgelopen drie jaar heb ik helaas niet fotografisch vastgelegd. Maar neem van mij aan dat het bepaald niet in z’n ontwikkeling bleef steken. Integendeel: het groeide uit tot een volwaardig olifantenpaadje, een anarchistisch lichtpuntje  te midden van de schier eindeloze steenvlakten die het centrum van Horst teisteren. Anarchistisch lichtpuntje? Dat kunnen we natuurlijk niet hebben in Horst. En dus heeft de netheidspolitie deze week weer eens genadeloos toegeslagen.
Beplanting beetje herschikt, paaltjes geplaatst, ijzerdraadje gespannen, olifantenpaadje verdwenen, alles weer netjes – kleinburgerlijk Horst kan weer rustig gaan slapen. De vraag is alleen of het olifantenpaadje zich iets gelegen laat liggen aan de netheidspolitie en haar maatregelen.
Olifantenpaadjes zijn weerbarstig en geven zich niet zomaar gewonnen. Ik heb daarom goede hoop dat het geschut dat de netheidspolitie afgelopen week heeft ingezet niet grof genoeg is en dat het paadje zich voor het moment even in de luctorfase (‘ik worstel’) bevindt. Laat er enkele weekeinden en vooral drie dagen carnavalsgeweld overheen gaan en ik ben ervan overtuigd dat de emergofase (‘ik kom boven’) lonkt. Daarvoor laten die paaltjes zich gewoonweg te eenvoudig uit de grond rukken en laat dat ijzerdraadje zich te eenvoudig molesteren. Daarna rust op ons de verplichting het paadje weer in volle glorie te doen herrijzen. Ik reken op u.

Top 5 – Officieuze Horster straatnamen (2)

De officieuze straatnamen zijn er de laatste jaren helaas wat bij ingeschoten. En dat terwijl mijn verzameling toch behoorlijk is gegroeid en zich de nodige spectaculaire ontwikkelingen op het officieuze straatnamenfront hebben voorgedaan. Wat dacht u bijvoorbeeld van de opzienbarende en geheel ten onrechte door mij tot dusverre veronachtzaamde naamsverandering van het Turfstèkersplein in America? Deze foto dateert van 2010:
Deze van gisteren:
De troosteloosheid van het plein lijkt er overigens alleen maar groter op geworden.
Een opmerkelijke trend, waarneembaar bij zowel officiële als officieuze straatnamen, is de opmars van het ‘pedje’,
in Melderslo (Nachtegaallaan) ook wel gespeld als ‘pêdje’.
Hoewel ik in de tussenliggende jaren sporadisch aandacht heb geschonken aan officieuze straatnamen (klik links in het menu met labels op ‘straatnamen’) acht ik de tijd meer dan rijp om na bijna zeven jaar met een tweede top 5 van officieuze, hier nog niet eerder ter sprake gekomen straatnamen te komen (klik hier voor de eerste):

5. Piet Roeffenplein, visvijver De Steeg, Parallelweg, Grubbenvorst
Officieuze straatnaam of niet: straatnaamborden horen niet te worden ontsierd door reclameborden en al helemaal niet door reclameborden van Eurotackle. 

4. Hans Jacobs Plein, Nusseleinstraat, America
Werkt niet bepaald leesbaarheidbevorderend, die zwarte letters op een blauwe achtergrond. ‘ACC ’t Veule’ (als u het kunt lezen) staat voor AutoCrossClub ’t Veule. Denk overigens niet aan een idyllisch, door bomen omzoomd plein bij het Hans Jacobs Plein:

3. ’t Engelenlaantje, De Donckstraat, Sevenum
Uit angst mogelijk oude en diepe wonden open te rijten bij de straatnaamgever bedwing ik al jarenlang mijn nieuwsgierigheid naar de aanleiding voor dit bordje en de neiging daarover te gaan speculeren.

2. Boutenpedje, Sint-Jorisweg, Hegelsom
Leden van het koninklijk huis daargelaten worden officieel erkende straten slechts bij uitzondering (denk aan Nelson Mandela) vernoemd naar nog in leven zijnde personen. Bij officieuze straatnamen ligt dat anders of misschien zelfs wel andersom. Maar waarom gemeenteraadslid Roy Bouten nu uitgerekend in het buitengebied van Hegelsom op deze manier wordt geëerd?

1. Henk Lenssenpedje, Nieuwstraat, Horst
Prachtig diepblauw bordje met ouderwetse belettering. ‘Lenssen’ en ‘pedje’ gelukkig niet van elkaar gescheiden daar een spatie. Dat met ‘steeg’ of ‘gats’ de lading beter zou zijn gedekt, nemen we maar voor lief.

dinsdag 13 januari 2015

Klein mysterie 615 – Gasthoês (4)

Website 1Limburg bericht zojuist dat het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas zes varianten heeft laten uitwerken voor de verbouwing van cultureel centrum ’t Gasthoês (klik hier). In de gemeenteraadsvergadering van 10 februari worden ze besproken. Maar op voorhand laat het college al weten dat het de voorkeur geeft aan de 7,8 miljoen euro kostende Herberg De Troostvariant.
Wat behelst het unieke Herberg De Troostconcept voor ’t Gasthoês eigenlijk? Burgemeester Kees van Rooij heeft dat op 11 november jl. tijdens een openbare raadsthemabijeenkomst desgevraagd heel helder uitgelegd. U kunt die uitleg hier beluisteren (ga naar 1.18.27), maar voor uw gemak heb ik de 172 woorden waarin de burgemeester voor eens en voor altijd alle onduidelijkheid over het Herberg De Troostconcept uit de wereld helpt ook maar even uitgetikt. Komen ze:
‘Herberg De Troost bestaat natuurlijk al als een concept dat op verschillende plekken is uitgevoerd. En dat heeft in zich, zo heb ik het in ieder geval beleefd, iets van die herberg. Van gastvrijheid, je bent er welkom, laagdrempelig, d’r is voor iedereen plek, je hoort er muziek, het geeft ook wat inspiratie. Dat is voor mij Herberg De Troost. En dat kun je ook vormgeven in hoe je een gebouw inricht. Hoe je het die uitstraling geeft dat het niet een gebouw is dat gesloten is (dat we natuurlijk ook kennen) en dat je denkt ‘Wat zit er achter die deuren?’, maar dat die openheid en dat welkom van een herberg uitstraalt. Zodat ouderen, die er nog niet binnen zijn geweest, zeggen ‘Ik stap daar naar binnen’, ook al zijn jongeren er muziek aan het maken. Dat is voor mij, maar misschien maak ik het te mooi, het concept van Herberg De Troost. Maar iedereen mag het invullen en er zijn creatieve mensen die het straks ook handjes en voetjes kunnen geven.’
Ik zei het toch: glas- en glashelder. En het mag dan een paar centjes kosten, dankzij onze burgemeester weten we wél exact waar die 7,8 miljoen euro naartoe gaan.  

maandag 12 januari 2015

Klein mysterie 614 – Raymond (4)

Je kon er op wachten: ook ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid Raymond Knops heeft zich aan het front gemeld. Per tweet uiteraard, want dat is met de minimaalste inspanning het maximaalst scoren. Vrijdag 9 januari, 12.04 uur: ‘Zijn linkse partijen nu eindelijk af van jarenlange pleidooi om inlichtingendiensten in te perken? Intelligence is van levensbelang.’ Beproefd recept: het is allemaal de schuld van links. Om dat te benadrukken maakt-ie 19 minuten later ook maar meteen korte metten met Ineke van Gent. Het voormalige Tweede Kamerlid voor GroenLinks heeft het namelijk gewaagd een foto van een gebroken geweer te twitteren, vergezeld van de tekst ‘Laten we deze weer dragen’. Raymond serveert haar – uiteraard per tweet – in vijf woorden, één komma, vier spaties en drie puntjes af: ‘Tja, naïviteit kent weinig grenzen...’ ‘Punt gemaakt’, zal hij zwelgend in zelfgenoegzaamheid hebben gedacht.
Ach, misschien heeft-ie nog wel gelijk ook. Misschien is het inderdaad wel naïef om te denken dat wereldvrede te bereiken valt zonder dat een schot wordt gelost. Maar is het niet nog veel naïever om te denken dat méér wapens, méér intelligence, méér soldaten, méér agenten de wereldvrede ook maar een stap dichterbij zullen brengen? Heeft al dat westers geweld in Irak, in Afghanistan en waar al niet meer, ons de afgelopen jaren dan zoveel verder gebracht? Of zou dat westers geweld misschien mede aan de bron staan van gebeurtenissen zoals afgelopen week in Parijs?
Als fervent volger van z’n tweets krijg ik de indruk dat ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid een trouw lezer van De Telegraaf is. Dat mag uiteraard. Móet waarschijnlijk zelfs als een zekere neiging tot populisme je niet helemaal vreemd is. Toch kan het, zelfs voor Tweede Kamerleden met een zekere neiging tot populisme, geen kwaad de blik te verbreden. In dat kader zou ik ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid graag een artikel van Tom-Jan Meeus in NRC Handelsblad van zaterdag willen aanbevelen.

In een reactie op een reactie op voornoemde tweets schreef Raymond dat ‘onze westerse vrijheden’ in het geding zijn. Meeus bestrijdt die – deze week veelgehoorde – opvatting:
‘Veel Franse scènes deze week [waren] zonder meer afschuwelijk. Maar ze namen de aarzeling over die grote woorden niet weg. Dat de democratie, de vrijheid of het vrije woord worden bedreigd – ik zag eerder het omgekeerde: zoveel overtuigde aanhangers had je lange tijd niet op de been gesignaleerd. Dus er wankelde deze week van alles – maar niet het vrije woord, laat staan de vrijheid.’  
‘Is maar een mening’, zou je kunnen zeggen. Maar het aardige is dat Meeus het hier niet bij laat. Hij refereert aan de spijt die vijf jaar na 9/11 overal in de Verenigde Staten, en niet het minst in Republikeinse kringen, viel op te tekenen over de uit 9/11 voortvloeiende grote woorden en agressieve aanpak. Hij refereert ook aan een gesprek dat hij had met Mark Fallon, de special agent die was belast met het strafrechtelijk onderzoek naar Bin Laden:
‘Hij [Fallon] had zich tegen het martelen van verdachten gekeerd mede omdat hij, in eerdere onderzoeken naar All-Qaeda, gemerkt had dat je terroristen pas aan je zijde krijgt als je je in ze verdiept. Agressie is zinloos, woede helpt niet. “Alles draait om empathie”, zei hij. Dus u bepleit thee drinken met terroristen, vroeg ik. “Absoluut”, zei hij, “want dat verwachten ze niet.”’
Ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid zou ongetwijfeld al twitterend op het artikel van Meeus reageren met ‘Tja, naïviteit kent weinig grenzen ...’. Hij zou het ook serieus kunnen nemen en er naar handelen of het desnoods beargumenteerd de grond in kunnen boren. Maar dat is waarschijnlijk (je weet maar nooit) teveel gevraagd van een Tweede Kamerlid met een zekere neiging tot populisme.