Mild gekruid

maandag 26 januari 2015

Klein mysterie 617 – Atrium (3)

Hoewel mij geen actuele plannen bekend zijn die op enigerlei wijze afbreuk doen aan het atrium van de (Horster) Sint-Lambertuskerk en hoewel verantwoordelijk wethouder Van Rensch vier jaar geleden nog heeft gezegd dat het ‘ondenkbaar’ is dat het atrium wordt opgeofferd aan megalomane centrumplannen (klik hier), kan het geen kwaad op gezette tijden de onschendbaarheid van het atrium nog eens te benadrukken. Want zoals bekend zijn plannetjesmakers altijd kort van memorie en de crisis ten spijt hebben de plannetjesmakers op wonderbaarlijke wijze het hoofd boven water weten te houden.
De Sint-Lambertuskerk is gebouwd naar een ontwerp van Alphons Boosten. Terwijl de bouw nog moest beginnen, kwam Boosten op 2 januari 1951 te overlijden. Vervolgens werd Jan Witteveen, sinds 1946 verbonden aan het architectenbureau van Boosten, verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden. Toen de Sint-Lambertuskerk in 1977 25 jaar bestond, blikte De Echo van Noord-Limburg uitvoerig terug op de bouw met de toen 77-jarige Witteveen. In het door Jan Derix opgetekende gesprek komt uiteraard ook het atrium ter sprake. Witteveen legt uit dat Boosten aan de westzijde (de huidige atriumzijde) eigenlijk een groot plein had gewild: ‘Boosten wou een grote ruimte die de kerkganger eerst tot een zekere inkeer zou kunnen brengen. Toen dat niet ging door een groot plein om de kerk aan te leggen, heeft hij dat atrium bedacht.’
Ten tijde van het gesprek stond tegenover het atrium nog het patronaat. Een sta-in-de-weg voor het atrium, aldus Witteveen: ‘Het patronaat is een lelijk ding, dat moet eigenlijk weg. Als het patronaat weg zou zijn, kreeg je een ideale ruimtelijke werking voor het atrium.’ Enkele jaren later ging het patronaat inderdaad weg, maar Boosten en Witteveen zouden zich ongetwijfeld omdraaien in hun graf als ze wisten wat er voor in de plaats is gekomen.
Openbreken van het atrium, zou dat misschien iets zijn? Witteveen: ‘Nee, dat kan niet. Een atrium moet gesloten zijn. Je kunt van zo’n atrium toch geen passage gaan maken?’
Witteveen gruwt al evenzeer van de gedachte het atrium om te toveren in een soort overdekte markt: ‘Als men het atrium al ergens anders voor zou willen gebruiken, laat men er dan sommige tentoonstellingen in houden. Van beeldhouwwerken bij voorkeur, maar dan niet die wildemansdingen.’ Zelfs een fontein acht hij uit den boze: ‘Mijn opvatting is dat het atrium moet blijven zoals het is. En zoals het bedoeld is. Een gesloten ruimte. (…) Het atrium aan de romaanse kerken heeft nooit een andere functie gehad dan de mensen in de sfeer brengen, om in de goede stemming de kerk te betreden. Het was gewijde grond.’
Jan Derix sluit het gesprek en het stuk in stijl af: ‘Wij hopen nu maar dat degenen die voor het toekomstig beleid rond deze monumentale kerk verantwoordelijk zijn, zich bepaalde opmerkingen van u ter harte zullen nemen.’ Objectieve journalistiek is anders, maar de boodschap is ook een kleine dertig jaar later nog altijd actueel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten