Mild gekruid

maandag 8 augustus 2016

Intermezzo – Verschnaufpause (10)

Bijna twee weken in Frankrijk geweest. Veel gezien, veel gedaan, veel genoten. Zoveel gezien, zoveel gedaan, zoveel genoten dat Horst-sweet-Horst er bij inschoot. Wat in Horst tot verontrusting leidde, zo begreep ik op enig moment. Nota bene voormalig wethouder Leon Litjens verklaarde zelfs openlijk zich ‘zorgen, grote zorgen’ te maken over mijn lot (klik ook hier):
‘Al jaren zit ik elke maandagavond vol spanning te wachten op nieuwe artikelen op Horst Sweet Horst. Nooit ben ik teleurgesteld tot afgelopen maandag. Geen nieuwe artikelen! Dan denk ik nog: “Dat kan de beste overkomen”. Echter het is nu bijna dinsdag 24.00 uur en nog steeds niets. Zou het liggen aan mijn PC, mijn IPad, mijn IPhone of mijn andere PC. Echter op elk apparaat krijg ik hetzelfde resultaat. Maar snel naar mijn ouders, schoonouders, schoonzussen, eigen broers en vrienden gereden maar ook daar hetzelfde resultaat nl geen nieuwe artikelen. Nu slaat de bezorgdheid mij echt om het hart!’
Diepe ontroering overviel me toen ik deze woorden las op een aftandse camping in Mélisey (departement Haute-Saône). Je zou namelijk verwachten dat iemand die jarenlang mikpunt is van Horst-sweet-Horst-hoon, -spot en -kritiek, blij is als hij eindelijk lijkt te zijn verlost van zijn kwelduivel. Bij Don Leon is het tegendeel het geval: ‘Ik maak mij echt zorgen: volgens mij is Wim ontvoerd. Help! Hopelijk vind iemand hem snel.’ Zó lief … Maar terwijl ik nog doende was een traantje weg te pinken, volgde de mokerslag: ‘Vindersloon is gesteld op 5 euro.’
Of ik ook nog wat heb opgestoken in Frankrijk? Uiteraard. Bijvoorbeeld dat, getuige allerlei uitingen in de openbare ruimte, ook daar op het moment een behoorlijk gure wind waait. Verder trek ik uit de staat van de wegen de conclusie dat voor een beetje bedreven wegdekdroedelaar fortuinen vallen te verdienen in Frankrijk.
Qua putdeksels valt in andere Europese landen meer te beleven dan in Frankrijk. Met de vormgeving van de Franse putdeksels is weinig mis. Bezwaar is alleen het gebrek aan variëteit: in elke plaats kom je dezelfde deksels tegen. Wat al te zeer doorgeschoten uniformiteit, maar dat hoeft misschien geen verbazing te wekken in het land dat het metriek stelsel heeft uitgevonden.
L’Isle-sur-le-Doubs heeft wat Horst aan de Maas al vele jaren node mist: een openbaar toilet, dat ook nog eens enigszins appetijtelijk oogt. Wat Horst aan de Maas minder node mist, zijn openbare telefooncellen. In Frankrijk zie je ze nog overal, dus ook in Fresnes-en-Woëvre:
Een intrigerende vraag is verder of het gemeentebestuur van Léoncel deze hoog opgetaste strobalen net als de Horster vroede vaderen (klik hier) als een (vergunningsplichtig) bouwwerk beschouwt.
Ten slotte het grootste raadsel van deze Verschnaufpause: hoe kan het dat ik heel veel Franse wegen van héél dichtbij heb gezien, maar dat ik geen enkele verloren wieldop ben tegengekomen? Zijn de Franse wieldopbevestigers vakkundiger dan hun Nederlandse collega’s? Heeft elke Franse gemeente haar eigen verlorenwieldopopruimbrigade die onmiddellijk in actie komt na de melding van een verloren wieldop? Zijn Franse auto’s voorzien van een alarm dat begint te loeien op het moment dat een wieldop aan zijn keurslijf dreigt te ontsnappen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten