Mild gekruid

donderdag 17 augustus 2017

Intermezzo – Mijn wielerloopbaan

De fascinerende barsten in het wegdek van de Erdbrugweg in Sevenum. De samenstelling van de bermflora aan de Kannegietweg in Meterik. De microkosmos in de goot van de Ger Wijnhovenstraat in Tienray. Ik moet de eerste nog tegenkomen die er gedetailleerder over kan verhalen dan ondergetekende. En dat allemaal dankzij mijn gerevitaliseerde wielerloopbaan.
Veelbelovender dan de mijne kan een wielerloopbaan nauwelijks beginnen: als tweejarige liet ik in mijn eigen Horst op mijn driewieler al mijn concurrenten achter me in Trapwerk Rond De Kerk, de jaarlijkse semiklassieker in de Sint-Norbertusparochie. Was dan eindelijk de opvolger van de lokale wielerheld Crooijmans opgestaan? Nee dus. Want tja, hoe gaat dat? Je wordt ouder en allerlei verlokkingen liggen op de loer. Ik viel voor de avances van het lederen monster. Veelbelovende wielerloopbaan in de knop gebroken.

Veertig jaar lang bleef ik achter een bal aanhollen, soms wel vier dagen per week. Maar tja, hoe gaat dat? Je wordt ouder en allerlei blessures liggen op de loer. Ergens tussen kuit en achillespees vond mijn veelbewogen voetballoopbaan haar Waterloo.

Lonkende geraniums ten spijt besloot ik mijn wielerloopbaan nieuw leven in te blazen. Trapwerk Rond De Kerk was alweer een decennium of drie geleden afgevoerd van de wielerkalender. Een waardig opvolger was er nooit gekomen. Waardoor ik was veroordeeld tot trainingsrondjes. Louter trainingsrondjes! Kunt u zich voorstellen wat dat doet met de moraal van een voormalig winnaar van een semiklassieker?

Weerstand bieden aan de lonkende geraniums werd met de dag lastiger. Een zachte dood dreigde voor mijn wielerloopbaan. Totdat een lekke band, opgelopen aan de Erdbrugweg in Sevenum, redding bracht. Daar sta je dan, de bandplakkunst volkomen onmachtig. Er zat weinig anders op dan het thuisfront te bellen voor vervangend vervoer. Wachten, wachten, wachten. En toen ineens: de gewaarwording hoe godsgruwelijk fascinerend het barstenlandschap in de Erdbrugweg wel niet is.
Lekke banden deden me eveneens de bermflora aan de Kannegietweg en de microkosmos in de goot van de Ger Wijnhovenstraat ontdekken. En trouwens ook de in het asfalt verzonken fietsbellen van de De Cocq van Haeftenstraat in Meerlo. En de wegdekdroedels aan de Zwarte Plakweg in America. En de hoogst opmerkelijke hoeveelheid vogelpoep op de Kogelstraat in Hegelsom. Kortom, hele nieuwe werelden gingen voor me open dankzij al die lekke banden.
Mijn wielerloopbaan bloeit als nooit tevoren. En op momenten dat ze weer in het slop dreigt te geraken wil de punaise, zonder welke ik nooit meer van huis ga, nog wel eens wonderen doen.

(in iets andere vorm eerder gepubliceerd in D’r op en d’r over. Wielerverhalen uit Noord-Limburg (Venray 2016))

Geen opmerkingen:

Een reactie posten