Mild gekruid

zaterdag 28 oktober 2017

Intermezzo – Megastal Kleefsedijk (6)

‘Aan de Sevenumse Kleefsedijk begon de victorie’, schreef Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) in een op 21 september gepubliceerde ingezonden brief in Hallo Horst aan de Maas (klik hier). Aanleiding voor de euforie van Jan was het feit dat de voltallige gemeenteraad (dus inclusief het CDA) het gemeentebestuur dwong zijn medewerking aan de voorgenomen bouw van een megastal aan de Kleefsedijk in Sevenum in te trekken.


Ook ik was blij verrast. Maar euforisch? Nee. Eerder sceptisch. Mij bekroop het gevoel dat de komst van een megastal aan de Kleefsedijk toch nog niet helemaal van de baan was. De ommezwaai van het CDA leek me bijvoorbeeld meer te getuigen van pragmatisme (namelijk de wens om niet geïsoleerd te komen staan) dan van idealisme. Daarnaast liet verantwoordelijk wethouder Bob Vostermans me wat al te nadrukkelijk doorschemeren dat er nog beren op de weg waren. En erger: hij leek er niet van overtuigd dat hij die beren uit de weg zou weten te ruimen. Last but not least was daar nog de adviseur van de varkensondernemer die de megastal wil bouwen, Ger Driessen. De onderkoning van Horst aan de Maas een beetje kennende zou hij er groot genoegen in scheppen de plannen van de ondernemer toch gerealiseerd te krijgen, tégen de wil van de voltallige gemeenteraad in. Het schijnbaar onmogelijke mogelijk maken – Ger Driessen is er een meester in.


Helemaal gerust was ik er dus niet op, na die 12e september. Na het lezen van raadsinformatiebrief 17.118 (klik hier), gisteren, ben ik zelfs weer ongerust geworden. Raadsinformatiebrief 17.118 bevat de antwoorden op schriftelijke vragen van de gemeenteraadsfracties van D66 en SP over de toekomst van de varkenshouderij aan de Kleefsedijk. Ik zou niet durven te beweren dat ik die antwoorden helemaal begrijp. Wat me er wel uit duidelijk wordt is dat de gemeenteraad (dus ook het CDA) nog een aantal mogelijkheden heeft om terug te krabbelen. Verder dunkt me dat de antwoorden openingen bieden voor de varkenshouder – en zeker voor diens gewiekste adviseur – om toch brood te zien in de bouw van een megastal aan de Kleefsedijk. Wat me niet duidelijk is – waarschijnlijk zit m’n onnozelheid me hier in de weg -, is waarom in het nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied (in de maak) geen bepalingen kunnen worden opgenomen die de bouw van een megastal aan de Kleefsedijk verhinderen.


Sommige mensen zijn er heilig van overtuigd dat Ger Driessen binnenkort tot waarnemend burgemeester van Horst aan de Maas wordt benoemd – de onderkoning die promoveert tot koning. Mij lijkt dat bijzonder onwaarschijnlijk. Mocht het toch zo zijn, dan zal hij al z’n adviseurschappen eraan moeten geven. Daarom lijkt een waarnemend burgemeesterschap van Ger Driessen me vooralsnog de stevigste garantie dat er geen megastal aan de Kleefsedijk zal verrijzen. ‘Met Ger Driessen begon de victorie’, kan Jan Duijf dan schrijven.

vrijdag 27 oktober 2017

Intermezzo – Braakneigingen

1. In een al bijna grijs verleden bezocht ik met mijn Vierlingsbeekse voetbalteam jaarlijks het optreden van Rowwen Hèze op de Lindefeesten in Sambeek. In mijn voetbalmemoires (2006) wijdde ik er een passage aan. Fragment daaruit: 
‘Een van die bezoekjes aan de Lindefeesten had een opmerkelijk einde. Meestal fungeerde ik bij dit soort gelegenheden als chauffeur. Zo ook die ene keer toen onder meer T. en zijn toenmalige (en misschien ook wel huidige) vriendin bij mij in de auto kropen. De terugreis verliep zonder enige wanklank, totdat we bij De Vier Linden de parkeerplaats opreden. In het zicht van de haven vond T.’s vriendin het toch nog nodig de hele achterbank van mijn zoals altijd zorgvuldig gepoetste wagen onder te kotsen (fraaier kan ik het niet zeggen). De zure, scherpe geur heeft nog weken in mijn auto gehangen.’


2. Drie jaar geleden schreef ik een kritisch stukje over de huisvesting van arbeidsmigranten bij een bedrijf aan de Midden Peelweg (klik hier). Omdat ik vreesde dat het nauwelijks zou worden gelezen, gaf ik het de titel ‘Seksschandaal?’. En ziedaar, de lezers stroomden in groten getale toe! In zo groten getale zelfs dat het stukje in een vloek en een zucht het best gelezen Horst-sweet-Horst-stukje ooit was. Dat bleef het tot vandaag.


3. Afgelopen zaterdag viel me op dat het centrum van Horst was vergeven van de braakplakkaten. Dat resulteerde later die dag in de ‘Top 5 van braakplakkaten hedenmorgen waargenomen in het Horster centrum’ (klik hier en hier). Als ik eerlijk ben: er zijn wel eens betere, grappigere, spitsvondigere, relevantere, diepgravendere stukjes verschenen op Horst-sweet-Horst. Desondanks heeft deze top 5 van braakplakkaten vandaag ‘Seksschandaal?’ verdreven van de eerste plaats op de ranglijst van best gelezen Horst-sweet-Horst-stukjes ooit. Ongelooflijk.


4. Op zoek naar een verklaring voor de populariteit van de top 5 van braakplakkaten legde ik mijn oor te luister bij enkele bekenden. Zij stonden versteld van mijn naïviteit: wist ik dan echt niet dat het stoer is om je volledig lam te zuipen en dat het nog oneindig veel stoerder is om als bewijs daarvan de inhoud van je maag via de mond te ledigen, liefst ergens in het openbaar? In al mijn onnozelheid wist ik dat niet, nee.


5. Ik heb het braakplakkaat van T.’s vriendin in mijn auto altijd beschouwd als het resultaat van een ongelukje waarvoor ze zich diep schaamde. Het feit dat het wicht mij de rotzooi liet opruimen en geen enkel teken van berouw toonde, had me natuurlijk aan het denken moeten zetten. Maar pas met terugwerkende kracht dringt nu het besef tot me door dat het een bewussie moet zijn geweest.


6. Het braakplakkaat als statussymbool. O tempora, o mores!

donderdag 26 oktober 2017

Klein mysterie 750 – Graffiti (6)

Zeiknat en winderig was het zaterdagochtend in het centrum van Horst. Ik was hard op weg er slechte zin van te krijgen, toen ik ineens iets ontwaarde dat me helemaal deed opfleuren: twee tags op de buitenmuur van de kooromgang van de Sint-Lambertuskerk! Niet kleinklein en verstopt in een hoekje, nee, op enkele meters boven straatniveau automatisch de aandacht van de passant naar zich toe trekkend, fier en zelfbewust.


Respect! Knap staaltje werk – zelfs al zou de nagenoeg tegen de kerkmuur staande directiekeet als hulpmiddel zijn gebruikt.


Zondag keerde ik terug om wat foto's te maken. Die moesten een Horst-sweet-Horst-stukje illustreren waarin ik mijn bewondering voor de aanbrengers van de tags zou uitspreken. En waarin ik tevens een oproep aan deze graffitisten wilde doen om contact met me op te nemen, omdat ik benieuwd was hoe ze 'm dit nou precies hadden geflikt.


Helaas had ook Omroep Reindonk besloten de tags niet te negeren (klik hier): ‘Lieden hebben in het weekend van zaterdag 21 en zondag 22 oktober de Lambertuskerk in Horst beklad met graffiti.’ Geweldig natuurlijk dat ‘lieden’! En dat Reindonk er minimaal een dag naast zit? Ach, een kniesoor die daarop let. Erger was dat op Facebook een stormpje van verontwaardiging opstak (klik hier en hier). Gebeurt er eindelijk weer eens iets aan het ingedutte Horster graffitifront, staan de netheidsfetisjisten op hun achterste poten. De spruitjesgeur walmt je tegemoet. Maar wat wil je nou? Dood in de pot of een beetje reuring in de tent? Retorische vraag.


Het misnoegen van de goegemeente heeft mijn verlangen om met de graffitisten in contact te komen alleen maar vergroot. Waar staan de tags voor? Hoe moeilijk/eenvoudig was het om ze aan te brengen? Streelt de media-aandacht de graffitisten? Zijn ze in aanzien gestegen in de graffitiscene? Kicken ze op het geweeklaag van het klootjesvolk?

Ik zou het keivet (hopelijk helpt het gebruik van zo'n woord – of is het juist contraproductief en zou chill of vet chill meer deuren openen?) vinden met de aanbrengers van de kerkgraffiti in contact te komen. Dames en/of heren, mail me pleasehorstsweethorst@gmail.com. Strikte anonimiteit uiteraard gegarandeerd!

zaterdag 21 oktober 2017

Top 5 – Braakplakkaten hedenmorgen waargenomen in het Horster centrum

Teleurstelling over het aanstaande vertrek van onze zo geliefde burgemeester? Woede over het aanbrengen van een zebrapad op het Sint-Lambertusplein? Ontgoocheling over het naderende einde van de herfstvakantie? Protest tegen het uitblijven van openbare toiletten? Verontwaardiging over het afhaken van actiecomité ‘t Zwembad mót bliève bij de besprekingen over een nieuw Horster zwembad? Frustratie over het afserveren van Raymond Knops? Verbolgenheid over het feit dat er dit jaar geen Horster Oktoberfest is?


Of zou het een combinatie van deze (en mogelijk andere factoren) zijn geweest die Horst de afgelopen nacht zo extreem hevig en massaal heeft doen vomeren / overgeven / kotsen / braken (svp doorhalen wat niet in uw vocabulaire past)? Zelfs de onoplettende voorbijganger kan het niet zijn ontgaan: het centrum van Horst lag vanochtend bezaaid met braaksel. Horst-sweet-Horst liep er niet aan voorbij, draaide er niet omheen, maar ging erboven hangen. En dat allemaal om u een lol te doen en u slechts enkele uren later al te kunnen verblijden met de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van braakplakkaten hedenmorgen waargenomen in het Horster centrum. Komt ie:

5.

Aangetroffen bij een niet nader te noemen Chinees-Indisch restaurant in het centrum van Horst. Waarmee ik niets wil suggereren.

4.

Eveneens aangetroffen bij een niet nader te noemen Chinees-Indisch restaurant in het centrum van Horst. Waarmee ik eveneens niets wil suggereren.

3.

Het aan voelen komen en dan toch nog de tegenwoordigheid van geest hebben om jezelf naar het ZOPO-monument te slepen en daar een passend eerbetoon te brengen aan het roemruchte jongerencentrum van weleer. Lintje voor deze anonieme braakengel (©Eric Caspers)!

2.

De eruptie van de Vesuvius verbleekt bij wat hier moet zijn gebeurd. Tot op (handgemeten) 1,93 meter van het episch centrum van deze uitbarsting trof ik nog braakselspatten aan.

1.

Deze overgever heeft nog net op tijd de estheet in zichzelf weten wakker te kussen. Fantastisch werkstukje dat op formidabele wijze één is weten te worden met zijn omgeving en er een organisch onderdeel van is geworden.


Als dit er érgens uit moest, dan hier en nergens anders. Perfect op z’n plaats. 

vrijdag 20 oktober 2017

Klein mysterie 749 – Raymond (6)

Staatssecretariaatje slechts … Ben je daarvoor het op zes na langst zittende Kamerlid? Cijfer je je daarvoor meer dan tien jaar weg? Bezig je daarvoor al die tijd die rechtse praatjes? Ontwikkel je je daarvoor tot slippendrager van SHB? Strooi je daarvoor kwistig met vrijkaartjes voor thuiswedstrijden van VVV? Ga je daarvoor al die zaaltjes tot in de verste uithoeken van het land af? Sta je daarvoor bij nacht en ontij eitjes te bakken voor de Horster jeugd? Haal je daarvoor jaar in jaar uit Horst-sweet-Horst het bloed onder de nagels vandaan? 


Staatssecretariaatje slechts … Waar zou het zijn misgegaan? Die misplaatste tweet waarin je het preventief oppakken van Somaliërs toejuicht? De onbetamelijke manier waarop je de Grieken destijds op hun plaats meende te moeten zetten (‘Grieken gaan gewoon weer doen wat ze altijd al deden: op de pof leven’)? Die uitglijer toen je zwarte VN-militairen belachelijk maakte? Je volstrekt ongepaste juichtweet toen de Horster politie een verdachte in zijn been schoot (‘Politie Horst trefzeker: hulde!’)? Jouw, ondanks herhaalde verzoeken, niet-reageren op een uiterst beleefde vraag hierover van Horst-sweet-Horst?


Staatssecretariaatje slechts … Waar o waar in godsnaam zou het toch zijn misgegaan? Is het misschien je schromelijk tekortschietende tekstvastheid bij het zingen van het Horster volkslied? Je flagrante gebrek aan overtuiging bij het zingen van datzelfde volkslied? Je ongepaste belediging van je nieuwe baas (‘Marx Rutte’)? Of zou het dan toch je walgelijke vergelijking van ‘links’ met Al Qaeda zijn geweest (‘Er staat op 12 september veel op het spel, waaronder de toekomst van onze krijgsmacht. En daarmee de veiligheid, economie en welvaart van ons land. Vooralsnog dreigt de grootste aanslag op die kwetsbare verworvenheden niet van Al Qaeda te komen, maar van links.’)?


Staatssecretariaatje slechts … Dit verzin je toch niet? Dit is toch ver beneden jouw waardigheid? Waar heb je het in vredesnaam aan verdiend? 

donderdag 19 oktober 2017

Intermezzo – Pieter Jan Hesen

Jaar van de Koekoek, Maand van de Schoolbibliotheek, gisteren Dag van de Menopauze, morgen Dag van de Jeugdbeweging. Van de weeromstuit zou je nog vergeten dat het óók Maand van de Geschiedenis is. Thema dit jaar: geluk. Kun je gelukkig alle kanten mee op, ook de ongelukkige. In dat kader graag uw aandacht voor het tragische levensverhaal van Pieter Jan Hesen, zoon van Christiaan Hesen. Christiaan Hesen (1853-1947), die onder zijn bijnaam Rowwen Hèze postuum onsterfelijk zou worden – hemels dan wel hels geluk ter compensatie van aards ongeluk. 


Goed, Pieter Jan Hesen. Geboren op 30 november 1888 in Horst. Zoon van Christiaan Hesen en Gertruda Scheeres. Twee oudere zussen, één jongere zus en één jongere broer. Zeven toen z’n moeder overleed. Vader twaalf ambachten, dertien ongelukken. Drankzuchtig bovendien. Ruimschoots overvraagd met de opvoeding van vijf jonge kinderen en de zorg voor zijn en hun levensonderhoud. Bittere armoede, eeuwige ellende.

Wat doe je dan in al je wanhoop? Je stuurt je kinderen op dievenpad. In de winter van 1899 betrapt veld­wachter Snijders de dan 10-jarige Pieter Jan, samen met z’n twee jaar oudere zus, twee keer bij het stelen van turf en een keer bij het stelen van twee palen uit de omhei­ning van een wei­land. ‘Daar Christiaan Hesen zelf geen turf of andere brandstof heeft en dus niets te stoken heeft moeten genoemde kinderen iederen dag uit om in de behoefte van brandstof te voorzien hetgeen ten gevolgen heeft dat zeer vele klachten over gepleegde diefstallen van turf of anderszins geschieden’, rapporteert de veldwachter. En dan ook nog te bedenken dat gedupeerden de brandstofdiefstal ‘dikwijls verzwegen uit medelijden voor die kinderen’ (wat mij dan weer diep ontroert). 


Pieter Jan en z’n zus belanden in de gevangenis in Roermond. Omdat ze nog geen zestien zijn, ontslaat de rechter hen van verdere rechtsver­volging. Maar hij bepaalt wel dat ze tot hun achttiende in een rijksop­voedingsgesticht worden geplaatst. Pieter Jan gaat in mei 1899 naar een gesticht in het Overijsselse Avereest, z’n zus naar een gesticht in Mont­foort. De andere drie kinderen worden drie maanden later van hun vader gescheiden.


Als Pieter Jan op zijn achttiende weer bij zijn vader in America intrekt, zet die hem opnieuw tot stelen aan, ditmaal van spoorbielzen. Een getuige hoort Christiaan tegen z’n zoon zeggen: ‘Voor ieder bils die gij thuis brengt­, geef ik 3 siga­ren.’ Rowwen Hèze gebruikt de bielzen als brandhout en repareert er de vloer van zijn plaggenhut mee. Hij verdwijnt wegens heling voor twee maanden in de gevangenis, hervat daarna zijn leven van vallen en opstaan en sterft uiteindelijk pas op z'n 93e.

Met Pieter Jan loopt het aanzienlijk slechter af. Nadat hij in 1912 een stuk bos in America in brand heeft gestoken, wordt  hij krankzinnig verklaard. Hij brengt eerst twee maanden door in een inrichting in Medemblik. Eind 1912 wordt hij overgebracht naar het Sint-Servatius­gesticht in Venray. Daar overlijdt hij op 6 augus­tus 1918, 29 jaar oud. 

vrijdag 13 oktober 2017

Mild gekruid (5) – Soms eet ik met mijn handen

tekst: Anniek Verheijen
illustratie: Ellen Marcellis


Bij mij in de buurt wonen nieuwe mensen. Rondom hun huis ruikt het vaak erg kruidig. Deze mensen komen uit het buitenland en wonen nu in Horst aan de Maas. Het zijn nieuwe dorpsgenoten.  

In het begin was ik nieuwsgierig. Wie zijn deze mensen? Hoe zitten ze in elkaar? Via VluchtelingenWerk ben ik met deze mensen in aanraking gekomen. Als vrijwilliger help ik hen de taal te leren. Maar ik leer ook veel van hen! Ze vertellen me over hun land van herkomst, Eritrea, en langzaam leer ik hun cultuur kennen. Inmiddels kan ik aardig met mijn handen eten, gebruik ik veel gebaren om mijn taal te ondersteunen, en is tijd minder belangrijk geworden. Als ik spontaan langs kom en vraag of het wel uitkomt, beginnen ze te lachen. Bij hen komt het altijd uit. 

Via hun verhalen krijg ik een kijkje in een andere wereld. En ik leer ze over de Nederlandse samenleving. Deze nieuwe dorpsgenoten doen hard hun best om in te burgeren, gaan naar school, zitten bij de sportclub en staan open voor allerlei vormen van verbinding. Ze zijn blij dat ze weer een toekomst hebben. En ik ben blij dat ik hen mag helpen om een basis voor deze toekomst te leggen.

Wil jij eigenlijk ook meer weten over jouw nieuwe buren? En ben je 1,5 uur per week beschikbaar? Word dan vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar horstsweethorst@gmail.com en ik help je verder.

*********

Mild gekruid is een coproductie van Ellen Marcellis IllustrationsMooionkruid en Horst-sweet-Horst over de ervaringen van Anniek Verheijen en ondergetekende als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Klik hier voor een meer uitgebreide introductie en voor eerdere afleveringen.

zondag 8 oktober 2017

Intermezzo – De Koning / De Keuning

‘Nijntje in het Kerkraads’, zo kopte 1Limburg deze week. Dat herinnerde me eraan dat ik nog een dialectvertaling van een boek van Dick Bruna op de plank had liggen. Geen Nijntje, wel De Koning


Na Wim is weg mijn favoriete boek als peuter. Hoewel Nijntje me ongetwijfeld ook is voorgelezen, kon het me geloof ik niet echt boeien – het heeft althans geen blijvende sporen nagelaten. Dit in tegenstelling tot De Koning, en dan vooral die ontzettend vervelende groene dametjes die erin figureren.


Toen carnavalsvereniging D’n Dreumel me vroeg om op 25 juni van dit jaar op de dialectmanifestatie ’t Gasthoês giët plat enkele dialectteksten van eigen hand voor te dragen, stond voor mij meteen vast dat een vertaling van De Koning één van die teksten moest zijn. Viel uiteindelijk om de dooie donder niet mee, zoveel ervaring als (dialect)vertaler heb ik nou ook weer niet (helemaal geen zelfs, om eerlijk te zijn). En of Dick Bruna in het geval van De Koning tekstueel gezien nou helemaal op z’n best was? Close reading van de tekst deed me enkele keren m’n wenkbrauwen fronsen. Maar goed, voor een drie-, vierjarige werkt het, en dat is natuurlijk waar het in de eerste plaats om gaat.


De tekeningen kon ik op 25 juni niet tonen aan het publiek. Daarom heb ik de twee expliciete verwijzingen in de originele tekst naar een tekening (‘Kijk maar, hier zie je dat’ en ‘Kijk maar, dat zie je hier’) niet vertaald, maar vervangen door een eigen verzinsel. Voor de rest heb ik de oorspronkelijke tekst zo veel mogelijk gevolgd, al kon ik de verleiding niet weerstaan om van de tuinman (waarvan naar mijn beste weten geen mooi Horster equivalent bestaat) een loëziepeen (een van mijn favoriete Horster woorden) te maken. Wat me hopelijk vergeven zij.

Omdat je dialect niet zozeer moet lezen en schrijven maar vooral moet praten en horen, géén uitgeschreven tekst, maar een geluidsopname, ondersteund door foto’s van het Nederlandse origineel (klik op de pijl om de opname te starten):    

zaterdag 7 oktober 2017

Intermezzo – Elton John in Kronenberg

Elton John. Er gaan dagen, weken, maanden, jaren voorbij dat ik níet aan 'm denk. Maar vanmiddag was het dan toch weer zover. In Kronenberg nota bene.

J. had me uitgenodigd om de onthulling van een oorlogsmonument bij het Bedelaarspad bij te wonen. En als J. je uitnodigt, ga je. Dus trotseerde ik de regen die natuurlijk juist op het moment dat ik op de fiets wilde stappen met bakken uit de hemel kwam vallen. Ook de stormachtige tegenwind kreeg me niet klein, zij het dat ik aan de late kant arriveerde. Waardoor ik genoegen moest nemen met een staanplaats op de achterste rij. Hetgeen niet bevorderlijk was voor mijn concentratie. Mijn concentratie die bij zulke plechtigheden toch al nooit op z’n best is. En al helemaal niet als plechtigheid ontaardt in gewichtigheid. Wat bij zulke plechtigheden nog wel eens het geval wil zijn. Mijn concentratie verschuift dan naar terreinen waar mijn concentratie helemaal niet zou horen te zijn. Alleen: doe er maar eens iets aan. Ik weet niet hoe het bij uw concentratie is, maar mijn concentratie heeft een eigen willetje dat mij meestentijds te machtig is.
 

Hoewel het met in gewichtigheid ontaarde plechtigheid op de keper beschouwd best meeviel, ging mijn concentratie vanmiddag toch weer haar geheel eigen weg. En belandde daarbij onder meer op het terrein van de paraplu (de Horst-sweet-Horst top 5 van paraplu’s bij de onthulling van het Kronenbergse oorlogsmonument:
5.
4.
3.
2.
1.

van het zadelhoesje (de Horst-sweet-Horst top 5 van zadelhoesjes van de bij de onthulling van het Kronenbergse oorlogsmonument aanwezigen die op de fiets waren gekomen:
5.
4.
3.
2.
1.

en vooral van de damesschoen (de Horst-sweet-Horst top 5 van posities van de schoenen van de vrouw die voor me stond bij de onthulling van het Kronenbergse oorlogsmonument (lang geleden dat het samenstellen van een Horst-sweet-Horst top 5 zo’n hell of a job was):
5.
4.
3.
2.
1.

En toen, de plechtigheid zal zo’n anderhalf uur op streek zijn geweest, verschoof mijn concentratie zich naar Elton John. En wel op het moment dat fanfare Monte Corona Abide with me inzette.



Abide with me, de prachtige hymne die altijd voorafgaand aan de Engelse Cup Final wordt gespeeld (en meegezongen). Zo ook in 1984, toen het vrij nietige Watford was doorgedrongen tot de finale. Voorzitter van Watford op dat moment: Elton John. Die in tranen uitbarstte nadat Abide with me was gespeeld (en meegezongen).

donderdag 5 oktober 2017

Mild gekruid (4) – Schatje

tekst: Wim Moorman
illustratie: Ellen Marcellis



‘Wat moet ik eigenlijk in het Nederlands zeggen als ik een leuk meisje tegenkom?’
‘Hallo. Of hoi. Of goeiemorgen, goeiemiddag, goeienavond, goeienacht.’
‘Ooh. Echt?’
‘Hoezo? Dacht je soms dat je iets anders moet zeggen?’
‘Ik weet niet. Ik dacht misschien schatje.’
‘Schatje? Nee, zeker niet! Schatje moet je echt niet zeggen tegen een meisje waarmee je nog nooit hebt gepraat.’
‘Nee?’
‘Als je schatje tegen haar zegt, zal het meisje jou niet leuk vinden. Grote kans zelfs dat het meisje boos wordt.’
‘Echt?’
‘Ja. Schatje zeg je alleen tegen een meisje als je haar al langer kent. En als je haar héél erg leuk vindt.’
‘Ooh. Maar waarom zegt mijn docente bij de inburgering dan soms schatje tegen mij?’
‘Omdat ze jou al langer kent.’
‘Maar ze vindt me niet héél erg leuk. Wel leuk, denk ik, maar niet héél erg leuk.’
‘Dan bedoelt ze het waarschijnlijk als grapje.’
‘Ooh.’
‘Maar jouw docente van de inburgering zaait wel verwarring.’

Vind je het leuk om vluchtelingen te behoeden voor de valkuilen van het Nederlands? En om het woordgebruik van docentes van de inburgering te nuanceren? Ja? Meld je dan aan als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar etomlow@vwlimburg.nl


*********

Mild gekruid is een coproductie van Ellen Marcellis Illustrations, Mooionkruid en Horst-sweet-Horst over de ervaringen van Anniek Verheijen en ondergetekende als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Klik hier voor een uitvoeriger introductie en voor de eerste drie afleveringen. 

zondag 1 oktober 2017

Intermezzo – The Village Warehouse (2)

Plotseling tikt iemand me op m’n schouder. Ik draai me om en sta oog in oog met een angstaanjagend reptiel dat zich op de arm van z’n begeleider bevindt. Een soort opgeblazen kikker, maar dan vijftig keer zo groot. Lichtgevend bovendien. De bek van het monster beweegt zich richting mijn gezicht. Net voordat ik de begeleider wil toeschreeuwen dat ik niet houd van angstaanjagende lichtgevende reptielen die het op mijn gezicht hebben gemunt, kom ik tot de ontdekking dat het om een nepper gaat. Grijnzend vervolgt de begeleider zijn weg, op zoek naar een volgend slachtoffer.


Welkom op The Village Warehouse! Uiteindelijk ben ik toch beland op de danceparty waar ik op de guestlist stond (klik ook hier). Intensief lobbyen, afgelopen week, onder bevriende vijftigers, veertigers en zelfs dertigers om me te vergezellen naar dit festijn in de romneyloods in Meterik, heeft niet het beoogde resultaat gehad. Zonder uitzondering vinden ze dat ik moet gaan – zonder uitzondering hebben ze een alibi (of beweren ze een alibi te hebben) waarom zij die trip to hell niet kunnen meemaken. Gelukkig is er nog twintiger Sanne – van de jeugd moet je het hebben – die wél bereid is deze vreemde eend in de bijt twee uur lang onder haar hoede te nemen.


Trip to hell? Blijkt in de praktijk alleszins mee te vallen! Al doet de grote vuurschaal op het door Micky Verhaegh en consorten fantastisch met pallets aangeklede buitenterrein van de loods in eerste instantie anders vermoeden.


Maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat in de hel net zo’n aangenaam knusse sfeer heerst als hier. De ook al met palletbouwwerken opgesierde loods zelf zou ik zelfs eerder als hemels willen betitelen. De verlichting is werkelijk bedwelmend – dit is de loods in zijn allervolste glorie, waarschijnlijk voor het eerst en meteen ook voor het laatst. De door het hele lichaam vibrerende bonkende muziek maakt de beleving alleen maar intenser, ik word helemaal één met de loods.


Drugs, waar iedereen me van tevoren zo voor heeft gewaarschuwd? Ik zie ze niet! Al kan het ook zijn dat het grote snuiven, spuiten en slikken pas na mijn vertrek gaat beginnen, omdat niet geheel valt uit te sluiten dat drugsbeluste aanwezigen mij aanzien voor een (mislukte) undercover agent.


Mijn The Village Warehouse komt abrupt ten einde als ik in gesprek raak met Job. Job uit Tienray. Ik: ‘Tienray? Oh, dan ken je L.P. ongetwijfeld ook wel?’ Hij: ‘Jazeker. Ben jij z’n vader?’ L.P. is nota bene collega-vijftiger! Dodelijk! Met de staart tussen z’n benen druipt deze opa per direct af, om net op tijd thuis op de bank z’n geliefde VVV soeverein met 2-0 van Excelsior te zien winnen.


Eind goed, al goed.

(met dank aan Sanne Aben voor de begeleiding én de foto’s)