Mild gekruid

zaterdag 10 maart 2018

Intermezzo – Berg Semsi, Mies Bouwman en Kronenberg

Zondag 5 januari 2014. Een stralende, kraakheldere wintermorgen. Ik bevind me in Kronenberg (‘Monte Corona’). Meer speciaal: ik bevind me bij de Kamps Koël, de thuishaven van Hengelaarsvereniging De Peelvissers. Aanleiding voor mijn aanwezigheid is de windwatermolen die kort daarvoor is geplaatst op de oever van een van de drie visvijvers ter plekke. Vanuit alle standen fotografeer ik de molen.


En dan ineens verslapt mijn aandacht voor de molen. Want daar is ie! Ik heb ‘m gevonden! Eindelijk, na meer dan veertig jaar: de berg Semsi. De magische berg Semsi. Míjn berg Semsi. Niet dat ik ooit bewust naar ’m op zoek ben geweest, maar meer dan veertig jaar lang heeft ie ergens in m’n onderbewuste gezweefd. En nu, op zes, zeven kilometer van huis, sta ik plotseling oog in oog met ’m.


Wat is er de afgelopen week niet allemaal gezegd en geschreven over Mies Bouwman? Wat ik in al die beschouwingen heb gemist, was de berg Semsi. Natuurlijk, ook voor mij was Mies Bouwman de vrouw van Een van de acht. Maar nog veel meer was Mies Bouwman voor mij de vrouw van de berg Semsi.


Als vijf-, zes-, zevenjarige heb ik de ‘voorvertelplaat’ grijsgedraaid op de pick-up. De gouden bal wekt na al die jaren geen enkele herinnering. Berg Semsi des te meer. Dit is wat me ervan is bijgebleven: er was eens een groep mensen die zo nu en dan werd bedreigd door een bende rovers. Was er weer gevaar ophanden, dan zochten die mensen hun toevlucht in een berg. De berg Semsi. Op het commando ‘Berg Semsi, open u’ gingen de deuren van de berg open en traden de mensen de berg binnen. Op het commando ‘Berg Semsi, sluit u’ gingen de deuren van de berg dicht en vanaf dat moment waren de mensen veilig voor hun belagers.

Dit gegeven zette mijn kinderfantasie in werking. Ik vormde me een beeld van hoe de berg Semsi eruitzag, van hoe de deuren van de berg zich openden, van hoe die deuren zich telkens nog net op tijd sloten om de roversbende de toegang tot de berg te beletten. Hoewel het een voorvertelplaat was, zag ik de vertwijfeling op de gezichten van de rovers, voelde ik de opluchting bij de mensen die weer eens op het nippertje aan een wisse dood waren ontsnapt, proefde ik het gevoel van geborgenheid dat op dat moment geheerst moet hebben in het binnenste van de berg Semsi.

Dat beeld, en ook wat dat allemaal bij me opriep, sluimerde tientallen jaren lang. Aan de oppervlakte kwam het nooit. Tot zondag 5 januari 2014.

Mijn berg Semsi, dit is ie, hoe lullig ie ook mag ogen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten