Mild gekruid

zondag 8 april 2018

Intermezzo – Boesnach (2)

Kent u Boesnach nog? Nee, natuurlijk kent u Boesnach niet meer. Maar heel misschien herinnert u zich het stukje dat op 25 januari 2016 over hem verscheen op Horst-sweet-Horst (klik hier). Zo niet, dan fris ik uw geheugen even op: Boesnach was een artiest die Horst op 3 maart 1929 met een bezoek vereerde. De Nieuwe Venlosche Courant schreef twee dagen later:


In februari publiceerde ik het stukje van twee jaar geleden in iets gewijzigde vorm in Via Horst aan de Maas (klik hier). Ik sloot dat af met de vraag of er geen (kinderen van) ooggetuigen meer zouden leven die konden vertellen wat de ‘halsbrekenden toer’ van Boesnach nu precies behelsde. En geheel tegen mijn verwachting in leidde dit tot een reactie. En wel van Sraar van den Beuken. Een werkelijk prachtige reactie, lees maar:
Die halsbrekende stunt vanaf de kerktoren van de St. Lambertuskerk is mij bekend uit de mond van mijn vader. Bij herhaling kwam ons dat – zeker uit die tijd – sensationele verhaal ter ore. Maar ook voor mij blijft het vaag wat er precies gebeurde. Dat was toch best wel een heel eind die 200 meter lange staaldraad vanaf de Kerktoren richting Steenstraat? Gemeentehuis? Markt? Ons ouderlijk huis  gelegen aan – destijds – de Markt stond toen waar nu Crist Coppens de slager is gevestigd, dus mijn ouders hebben het schouwspel van dichtbij beleefd. Mijn ouders hadden daar een schoenmakerij, schoenwinkel en een café. Ik heb daar een aantal jaren nog een dameskapsalon gerund.’


Sraar haalde ook herinneringen op aan andere bezoeken van de familie Boesnach aan Horst:
‘Ik  weet niet of het jou bekend is maar naast het genoemde optreden in de zaal van Kunzelers Teike in de Herstraat waren de Boeschnachs in Horst ook bekend door de rondreizende bioscoop die regelmatig  ook de Horster kermis aandeed. Dat was ook nog het geval na 40/45. Ik persoonlijk,  momenteel  85 jaar, heb die bioscoop nog bezocht. De tent stond altijd op de hoek Jacob Merlostraat/Herstaat, voor koperslagerij Paul van der Beele. Ik heb uit de verhalen van mijn vader begrepen dat het familie was van die stuntman. We mogen er dus van uit gaan dat een deel van de familie Auschwitz heeft overleefd.’
Fantastisch toch? Maar de vraag hoe Boesnach nu precies te werk was gegaan in 1929 kon ook Sraar dus niet beantwoorden. En toen was daar twee weken geleden ineens – je zou haast gaan geloven dat toeval niet bestaat – Leopold P. die me deze foto stuurde uit weekblad Het Leven van dinsdag 8 augustus 1916:


Onderschrift: ‘King Boesnac laat zich, hangend aan zijn tanden, van een der Stadiontorens langs een staaldraad naar beneden glijden.’ Zó moet het dus op 3 maart 1929 ook in Horst zijn gegaan! Misschien een idee om dat op 3 maart 2019, precies negentig jaar na dato, in het kader van 800 jaar Horst aan de Maas nog eens dunnetjes over te doen?

(met onuitsprekelijke dank aan Sraar en Leopold)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten