Mild gekruid

dinsdag 24 december 2019

Intermezzo – Wei

Terwijl de ene helft van Horst aan de Maas zich zondagmiddag onledig hield met kerstshoppen, zat de andere helft in theater De Maaspoort in Venlo. Ik behoorde tot de andere helft.


Aanleiding voor het bezoek aan de stad: de Limburgse première van Wei, de documentaire van Ruud Lenssen over de voortschrijdende dementie van zijn vader en de gevolgen daarvan voor diens gezin.


Indrukwekkend. Ontluisterend. Indringend. Niets verhullend. Ontroerend. Moedig. Confronterend. Zomaar enkele kwalificaties die zondag na afloop vielen te beluisteren. Kan ik me alleen maar bij aansluiten. ‘Prachtige fotografie’ (zo heet dat geloof ik in filmtermen), zou ik er nog aan willen toevoegen. Over elk van die kwalificaties valt van alles te schrijven – ik beperk me tot ‘niets verhullend’, ‘moedig’ en ‘confronterend’.


Of het nu grappig, verdrietig of huiveringwekkend is: de camera zit óveral bovenop. Van de agressie zo nu en dan van (vader) Jac tot de vertwijfeling zo nu en dan bij (moeder) Ria. Van Jac die over het huis waarin zijn kinderen zijn verwekt, zegt ‘Ik heb hier nog nooit seks gehad in die verrekte hut’ tot Jac die Ria uitmaakt voor ‘smerige teef’. Dat noem ik niets verhullend. Geen twijfel mogelijk, dit is het échte verhaal. Een pijnlijk en tragisch verhaal, in de eerste plaats voor de directe familie. Het vereist een onvoorstelbare portie moed om dat verhaal openbaar te maken – niet iedereen zal erop staan te kijken om met de billen bloot (bijna letterlijk) te gaan voor een groot publiek. Heel af en toe waande ik mezelf als kijker bijna een voyeur, maar ik besef: de film zou lang niet zo overtuigend zijn geweest zonder die meest intieme scènes. Intrigerend maar helaas onbeantwoordbaar is de vraag wat Jac er zelf van vindt dat zijn ziekteverloop van zo nabij is gefilmd en nu ongetwijfeld volle bioscoopzalen gaat trekken.


Confronterend was de film voor mij (en ongetwijfeld ook voor andere aanwezigen) in die zin dat ik nu al moeite heb met het achterstevoren spellen van het woord W-O-R-S-T (Jac: ‘T … O … O … W’). En moet ik me zorgen maken over het feit dat ik bij tijd en wijle niet op namen kan komen? En zegt het feit dat het me al mijn hele leven soms moeite kost om het juiste laatje voor het juiste woord te vinden iets over mijn voorland?


Ten slotte: de film is niet één langgerekt en diep tranendal, er zijn ook luchtige en vertederende momenten. Hilarische momenten ook – regelmatig schalde een lach door de afgeladen zaal. Hoewel ik dat lachen beslist niet veroordeel, bleef ik zelf ver verwijderd van het lachstadium: ook in de grappige scènes schemerde voor mij te sterk de diepe tragiek door.


Enfin, meer dan genoeg gezegd, de staande ovatie zondag na afloop sprak boekdelen. Maar ga gewoon zelf een keer kijken en vorm daarna een eigen oordeel. Klik hier voor de data, de tijden en de locaties van de vertoningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten