Mild gekruid

donderdag 6 augustus 2020

Intermezzo – Grensgang (3)

De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn gescheiden door een grens. Hoe ziet die er eigenlijk uit? Een wandeling in etappes op het breukvlak tussen Horst aan de Maas en Venray. Vandaag de derde etappe.

Als ik de eerste twee etappes van deze grenswandeling in één woord zou moeten samenvatten, zou dat het woord ‘saai’ zijn. Wat een verademing is dan ineens het Castenrays Broek. Hier tref ik aan wat ik tot dusverre zo heb gemist: onaangeharktheid, een bosje, de boel de boel laten, grilligheid, bramen die alle kanten opgroeien.


Volgens de kaarten zou de Lollebeek – nee, geen naamgrapjes – hier ergens moeten ontspringen. In werkelijkheid blijkt ze een voortzetting van de Grenssloot. Alsof het er iets toe doet.
Dan raak ik voor even de grens kwijt. Geen zin om door een maïsveld te gaan banjeren. Op de Grensweg komen we weer samen. Waarna we enkele honderden meters verderop in de Castenrayse Vennen weer worden gescheiden: de grens loopt hier door een ondoordringbaar, zompig gebied. De Paes – klinkt aanzienlijk avontuurlijker dan Castenrayse Vennen – overtreft het Castenrays Broek nog in schoon- en ruigheid.
Honderden meters ploeteren over een versgeploegde akker bederft de stemming weer.
Waar Horsterweg en Venrayseweg elkaar in Castenray ontmoeten, moet ik de grens – hier gevormd door de Lollebeek – noodgedwongen opnieuw tijdelijk vaarwel zeggen: de A73 vormt een onneembare barrière. Als we elkaar weer treffen gaat de Lollebeek meanderen. Doet ze sinds 2014, aldus een groot informatiebord. Dat begint met ‘Leuk dat je er bent!’ Leeslustbedervend. Desalniettemin is hier een plek gecreëerd waar kinderen kunnen ‘spelen en leren’. Juiste volgorde. Dat dan weer wel.
Grote grazers op mijn pad. Net zo min als ik het op buizerds heb, heb ik het op grote grazers. Terug- en omlopen dan maar weer. Schiet niet echt op zo. Na de passage van Kreuzelweg (Horst aan de Maas) en Lichtenbergweg (Venray) weer verenigd met de Lollebeek. Zelfs twee pony’s – meanderende beken schijnen niet zonder grazers of hinnikers te kunnen – weet ik van me af te schudden.
Bijzonder aangenaam wandelen hier langs die meanderende beek. Kunnen niet alle beken worden vermeanderd?
Ik verstoor de rust van een vissende blauwe reiger. Hij vliegt vijftig meter verder. Als hij me weer om de bocht ziet komen, houdt ie het definitief voor gezien. Mij opzadelend met een schuldgevoel. Maar de zelfopgelegde grenswandelplicht roept nu eenmaal. Aan de einder lonkt De Diepeling.

(Dit stukje verscheen gisteren in ingekorte vorm in Via Horst aan de Maas-Venray)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten