Mild gekruid

donderdag 29 oktober 2020

Intermezzo – Huisartsenpost

In 1968 opende in Horst een gloednieuw ziekenhuis zijn deuren. In 1973, nauwelijks vijf jaar later, dreigde alweer sluiting. Horst en omgeving kwamen massaal in opstand. De actiegroep Ziekenhuis Horst Moet Blijven zag het licht, het ziekenhuis werd bezet, de gemeenteraad stond op z’n achterste poten, er werden tienduizend handtekeningen opgehaald (in een gemeente van vijftienduizend inwoners) en nagenoeg elke auto werd voorzien van protestleuzen. Baten deed het allemaal niet: per 31 december 1979 was het Horster ziekenhuis verleden tijd. 


Ook het ziekenhuis in Venray wacht een wisse dood. Het is al vele jaren bezig aan een tergend langzaam verlopend stervensproces. Tot overmaat van ramp staat nu de huisartsenpost in Venray ook nog op de nominatie om te verdwijnen. Net als destijds in Horst: commotie en hevige verontwaardiging alom, van de gemeenteraad en het gemeentebestuur tot de Tweede Kamer. Hallo Horst aan de Maas bericht vandaag dat ook de Horster politiek zich verzet tegen de sluiting van de huisartsenpost in Venray. Wethouder Roy Bouten: ‘Onze dorpen en wijken krijgen steeds meer uitdagingen. Daarom vindt het college dat kwalitatieve zorg dichtbij en bereikbaar moet worden georganiseerd. Daar hoort wat ons betreft een actieve huisartsenpost in Venray bij.’


Het mag duidelijk zijn: zeldzame politieke eensgezindheid. Het vervelende is alleen dat de politiek hier bitter weinig over te zeggen heeft. Ze heeft zelf het heft uit handen gegeven. Afgelopen zondag was Marcel Levi te gast in Buitenhof. Levi is arts, voormalig bestuursvoorzitter van het AMC en huidig CEO van University College London Hospitals. Hij hekelde de marktwerking in de zorg: ‘Een gemeenteraad heeft helemaal niets te vertellen over de sluiting van een ziekenhuis. Dat is het systeem dat we gebouwd hebben. In Nederland is niemand de baas over de gezondheidszorg. We hebben de verzekeraars en de ziekenhuizen en daarnaast een overheid die al jaren zegt “Wij gaan er niet over. De markt moet het maar oplossen.” In de tussentijd neemt niemand een beslissing.’ Levi pleitte voor minder markt en meer zeggenschap van burgers bij de inrichting van de zorg: ‘In Scandinavische landen is het heel anders georganiseerd, met veel meer inbreng van lokale en regionale overheden. Dat werkt daar prima.’


Of je het nu eens bent met de woorden van Levi of niet (ik wel), ze zijn niet van invloed op de toekomst van het Venrayse ziekenhuis en de huisartsenpost. Die toekomst is een uitvloeisel van het huidige systeem. De sleutel voor verandering van dat systeem ligt bij ons, burgers. Wij hebben de macht om de tucht van de markt een halt toe te roepen en de politiek de zeggenschap over de gezondheidszorg terug te geven. Hoe? Door op 17 maart volgend jaar op de juiste partijen te stemmen.

(Een kortere versie van dir stukje verscheen gisteren in Via Horst-Venray)

maandag 26 oktober 2020

Intermezzo – Unic

Soms heeft het ook voordelen als je op leeftijd begint te raken. Bijvoorbeeld als Peter Janssen je vraagt ‘Was er vroeger niet een winkel vooraan op de Schoolstraat die Unik of Unek heette?’ Peter kwam op die vraag nadat hij aan de Doolgaardstraat dit fraai tafereeltje had waargenomen:


Welnu, beste Peter, natuurlijk was er vroeger een winkel, een warenhuis zelfs, vooraan op de Schoolstraat die Unik of Unek heette! Unic namelijk. ‘De Unic’, beter gezegd. Tenzij ik me vergis meestal uitgesproken als ‘de Uniek’. Behalve door mijn oma, die het altijd had over ‘de Unik’.


De exacte details zijn me onbekend, maar vluchtig googlen leert me dat Unic-warenhuizen onderdeel waren van een gelijknamige Belgische winkelketen. Het assortiment bestond voornamelijk uit textiel, levensmiddelen en huishoudelijke artikelen. De filialen werden uitgebaat onder franchise. Uitbater van de Horster Unic was de familie Van Nieuwenhoven-Mooren, ik vermoed vanaf 1960. In dat jaar verkasten de broers Jan en Jef Mooren met hun winkel van de Schoolstraat naar hun ‘winkelpaleis’ aan de Groenewoudstraat (later in de volksmond ‘Twin Towers’ geheten). Het vrijkomende winkelpand vooraan de Schoolstraat onderging een verbouwing. Daarna werd, aldus De Echo van Noord-Limburg, ‘de vroegere branche met vele artikelen op ander terrein is uitgebreid’. Mijn veronderstelling is dus dat dit het begin was van de Horster Unic. Maar wie het beter weet, moet het beslist zeggen. 


Aan het einde van de jaren zestig trok Unic zich terug uit Nederland omdat er te grote verschillen bleken te zijn tussen de Belgische en de Nederlandse smaak. De Horster Unic werd een filiaal van MiWaCo, een afkorting die, denk ik, stond voor Middenstands Warenhuizen Coöperatie. De naamsverandering was voor vele Horstenaren geen beletsel om nog jarenlang ‘de Uniek’ of – mijn oma – ‘de Unik’ te blijven zeggen. (Zoals ik nu nog altijd naar boekhandel Willems ga, terwijl die toch al vijftien jaar Bruna heet.)


Erg levendige herinneringen aan de MiWaCo heb ik eerlijk gezegd niet. Ik vermoed dat de winkel een jaar of tien heeft bestaan. Of er toen ook nog levensmiddelen werden verkocht? Dacht het niet, maar heel zeker ben ik daar niet van. Wat me misschien nog wel het meest helder voor de geest staat is de vreselijke radeloosheid die me bekroop als ik in de MiWaCo op zoek was naar een verjaardags- of Sinterklaascadeau. Hier dat lelijke prul kopen of toch eerst nog maar eens bij Geerlings of Siebers kijken?

In het middelste pand zetelden ooit Unic en MiWaCo

Heeft u andere herinneringen? Deel ze aub!

dinsdag 20 oktober 2020

Intermezzo – Behoud De Parel

Als je als lokaal politicus, van welke partij dan ook, tegenwoordig een beetje mee wilt tellen moet je elke andere zin het woord ‘duurzaamheid’ laten vallen. Ook ‘leefbaarheid’ is zo’n containerbegrip waarmee je altijd goed zit. Iedereen is immers voor leefbaarheid. Of hebt u ooit iemand horen zeggen dat hij of zij de leefbaarheid wil verminderen? Nee, de leefbaarheid dient altijd te worden bevorderd. 


Nog zo’n begrip dat politici altijd in de mond ligt bestorven, is ‘burgerparticipatie’. Lees de verkiezingsprogramma’s er maar op na, van links tot rechts worden ze omarmd, de burgers die zich ‘van onderop’ willen inzetten voor hun omgeving, voor de medemens, voor de samenleving. Totdat ineens blijkt dat die participerende burgers zich verzetten tegen de plannetjes van de politiek. Omdat ze die plannetjes zien als een bedreiging voor hun omgeving, voor de medemens, voor de samenleving. Dan worden die zo gekoesterde participerende burgers ineens weggezet als een stelletje querulanten, als spelbrekers die De Vooruitgang dwarsbomen en ondernemers het – vaak met vlees belegde – brood in de mond niet gunnen.


Burgerparticipatie is meer dan juichend achter overheidsplannetjes aanhollen. Burgerparticipatie is ook, of misschien nog wel méér, tegen plannetjes in het geweer komen. Zulk verzet mag misschien hinderlijk zijn, het vermindert wel de kans op zelfgenoegzaamheid, het scherpt de geest en het verbetert de politieke besluitvorming. Daarmee leidt het tot een nog betere samenleving.


In Horst aan de Maas is Behoud De Parel zo’n burgerinitiatief dat nooit de politieke erkenning heeft gekregen die het verdient. Al ruim tien jaar zet Behoud De Parel zich in voor het behoud van de leefbaarheid (!) in Grubbenvorst en omgeving. Terwijl andere initiatieven ‘van onderop’ op verschillende manieren werden gefaciliteerd door de gemeente, werd Behoud De Parel door een politieke meerderheid met de nek aangekeken. Het moest overal zelf zijn weg vinden, het moest alles zelf bevechten. Als je voornamelijk weerstand ontmoet, is het ook wel eens fijn waardering te krijgen. Dat overkwam Behoud De Parel twee weken geleden, toen het met zijn fijnstofmeetproject als voorbeeldig burgerinitiatief op de derde plaats belandde in de Duurzame 100 van dagblad Trouw (klik hier). Heel mooi natuurlijk. Nog mooier zou het zijn als de gemeente Horst aan de Maas Behoud De Parel nu eindelijk eens zou gaan koesteren.  

(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag ook in Via Horst-Venray)

zaterdag 17 oktober 2020

Intermezzo – Ryan (4)

‘Horster burgemeester biedt excuses aan’, kopt dagblad De Limburger vandaag. Aanleiding voor de excuses was de corona-videoboodschap van de Horster burgemeester Ryan Palmen van afgelopen woensdag (klik hier). Ontvanger van de excuses was Antoin Scholten, voorzitter van de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Waarvoor de burgemeester precies z’n excuses heeft aangeboden is me ook na vier keer lezen van het artikel niet helemaal duidelijk. Excuses voor wat hij heeft gezegd? Of excuses voor de commotie die zijn woorden hebben opgeroepen? Ik vrees eerlijk gezegd het laatste. Uit het artikel blijkt namelijk dat hij niets terugneemt van wat hij woensdag heeft gezegd.  


‘Palmen schaart zich volledig achter het coronabeleid van het kabinet’, zegt de krant. Zelf zegt hij: ‘Het is niet mijn intentie om de nieuwe coronamaatregelen van het kabinet in twijfel te trekken.’ Het mag misschien niet zijn intentie zijn de nieuwe coronamaatregelen in twijfel te trekken, hij deed het woensdag in zijn videoboodschap wel en hij doet het vandaag in de krant opnieuw. De Limburger: ‘Zo vraagt hij zich zelf ook af hoe logisch het is dat de koopavonden zijn geschrapt. Als winkels langer open zijn, is het gemakkelijker om klanten te spreiden, stelt de burgemeester.’ De burgemeester zelf: ‘Waarom mag er eigenlijk geen alcohol verkocht worden na acht uur ’s avonds? Ik kom elke dag mensen tegen die zeggen dat ze dit soort regels niet snappen. Ik kan de logica van sommige zaken ook niet zien.’


Als dit niet de nieuwe coronamaatregelen in twijfel trekken is, wat is het dan wel? Wat houden de excuses van de burgemeester dan eigenlijk in? En hoe oprecht zijn ze? Opnieuw verkondigt hij vandaag in de krant een dubbele boodschap. Daarmee zaait hij twijfel, wakkert hij onvrede aan, maakt hij zichzelf ongeloofwaardig en bevordert hij juist niet wat hij zegt te willen: ‘Dat iedereen de regels dient na te leven.’


Dat het ook anders kan, bewijst wethouder Roy Bouten. Ook hij schrijft op Facebook regelmatig over corona en coronamaatregelen. Hij weet doorgaans een goede balans te vinden tussen enerzijds begrip voor onbegrip en anderzijds de noodzaak van bepaalde maatregelen en de noodzaak om je aan die maatregelen te houden. Bij de burgemeester is die balans ver te zoeken.

vrijdag 16 oktober 2020

Ingezonden – De maat van onze burgemeester

 Horst-sweet-Horst uitte gisteren (klik hier) felle kritiek op de corona-videoboodschap van burgemeester Ryan Palmen van afgelopen woensdag. Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) vraagt zich in een ingezonden bijdrage af of ‘Wim zich niet teveel heeft laten meeslepen in zijn streven naar “sterk schrijverschap”.’


De maat van onze burgemeester

De uitlatingen van burgemeester Palmen over de nieuwe maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus worden door Wim Moorman samengevat als een blijk van ‘zwak leiderschap’. Zijn eindconclusie over de boodschap van de burgervader luidt: ‘Kunt u zich niet verenigen met de inhoud van overheidsmaatregelen die u moet uitvoeren, ga dan niet in het openbaar zitten mokken, maar kras gewoon op.’ Blijkbaar voelt hij zich geroepen de burgemeester stevig de maat te nemen. De vraag is of dat terecht is; of Wim zich niet teveel heeft laten meeslepen in zijn streven naar ‘sterk schrijverschap’?

Zolang de angst regeerde, was er in de politiek en samenleving een grote bereidheid de overheidsmaatregelen te respecteren. Nu het virus al geruime tijd onderdeel is van ons dagelijks leven en het einde nog niet in zicht, neemt de bereidheid om de overheid in zijn beleid te volgen af. Daar komt bij dat de overheid niet constant met één mond spreekt: er moet heel wat werk worden verricht om landelijk, provinciaal en lokaal beleid zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Tot een definitieve afstemming zal het nooit kunnen komen, alleen al omdat het virus een grillig verloop kent. Dat gegeven veronderstelt een voortgaand proces van samenwerking, flexibiliteit en een voortdurend streven naar maximale consensus. Van een burgemeester mag worden verwacht dat hij of zij een positieve bijdrage levert aan die overeenstemming in zijn eigen gemeente en tegelijkertijd loyaal de maatregelen van de landelijke overheid uitvoert.

De burgemeester doet in zijn toespraak een poging de situatie van jongeren en middenstand/horeca in zijn gemeente op een empathische wijze te koppelen aan landelijk beleid: hij toont begrip voor hun lastige situatie door zijn eigen twijfels over het beleid kenbaar te maken, maar doet wel tegelijkertijd wel degelijk de oproep aan iedereen zich te houden aan de landelijke maatregelen ten einde het virus terug te dringen. Ik hoor in de rede een burgemeester praten die wat krampachtig probeert een brug te slaan tussen noodzakelijke maatregelen en burgers die de keiharde economische gevolgen ervan aan den lijve ervaren of in hun jeugdige vrijheid worden beperkt. De persoonlijke noot die burgemeester Palmen als uiting van zijn begrip toevoegt, is wellicht niet in alle opzichten gelukkig gekozen, maar rechtvaardigt bij lange na niet een oproep op te krassen. Wel moet dat virus opdonderen! Liefst doordat we allemaal zoveel mogelijk aan hetzelfde touw trekken.

Jan Duijf Kloosterstraat

donderdag 15 oktober 2020

Intermezzo – Ryan (3)

‘Op dinsdag 13 oktober maakte het kabinet de nieuwe maatregelen bekend om te strijden tegen het coronavirus. Een fors pakket aan maatregelen, dat er enorm inhakt weer. Helaas was dat nodig, volgens het kabinet. Ik moet zeggen dat ik daar hoe langer hoe meer mijn twijfels bij begin te krijgen. Want ook ik vraag me wel eens af van: is dit nou wel nodig? Gaat het niet veel te veel over hoe laat de horeca dicht moet? Of de horeca dicht moet? Waar welke kantine wel of niet open mocht blijven? In plaats van de fundamentele vraag die voorligt: is het wel logisch als er geen koopavond meer mag zijn? Want met koopavonden heb je meer tijd en zou je dus meer spreiding kunnen krijgen. En ik erger me ook wel eens aan het feit dat we mensen aan het beschermen zijn die er misschien in de supermarkt of op een andere plek niet per se blijk van geven dat zij zélf heel veel waarde hechten aan die regels. En ik zie ook wat het met onze jongeren doet die eigenlijk nergens meer terecht kunnen en dan maar op een andere plek toch hun vertier en hun gezelschap gaan zoeken. En tegelijkertijd is het wat het is. En hebben we ons gewoon te houden aan de regels die het kabinet ons oplegt. En mag u van mij verwachten en van de gemeente verwachten dat we u daarop aanspreken en dat we u aansporen om die regels te volgen. Dus heb geen twijfel. Ook hier denken we wel eens “Goh, moet dat allemaal wel zo? Is dit allemaal wel verstandig?” Maar we zijn er voor om samen te zorgen dat we corona onder controle krijgen.’


Aldus onze burgemeester, Ryan Palmen, gisteren in een videoboodschap, niet gepubliceerd op de gemeentelijke kanalen maar op zijn Facebookpagina (klik hier). Onze burgemeester begint zelf hoe langer hoe meer twijfels te krijgen en roept tegelijkertijd z’n burgers toe: ‘Heb geen twijfel.’ Jezelf het recht toe-eigenen om te twijfelen en je burgers datzelfde recht ontzeggen. Je moet maar durven.

Het mag dus niet meer, maar stel dat ik toch nog mocht twijfelen. Ik ben ervan overtuigd dat ik dan zou twijfelen of het al dan niet afschaffen van koopavonden inderdaad de fundamentele vraag is die nu voorligt. Is dat werkelijk waar het onder deze omstandigheden om gaat?   

Als ik toch nog mocht twijfelen, zou ik mezelf waarschijnlijk ook afvragen of dit de woorden zijn van een loyaal overheidsdienaar of van een burgervader die een wit voetje probeert te halen bij z’n kinderen. Ongetwijfeld zou ik ook twijfelen over de vraag of dit wel de juiste manier is om draagvlak voor de maatregelen te krijgen bij de bevolking.

Iets waar ik ook heel zeker over zou twijfelen (mijn leven bestond tot gisteren voor naar schatting negentig procent uit twijfelen) mits dat nog was toegestaan: moet ik dit stukje wel schrijven en publiceren? Maar nu het is wat het is en ik niet meer mag twijfelen zeg, schrijf en publiceer ik:

Beste burgemeester,

dat u als persoon vraagtekens zet bij sommige (onderdelen van) overheidsmaatregelen is logisch, u bent heus niet de enige. Alleen heeft u die maatregelen als hoogste lokale vertegenwoordiger van de overheid wel uit te voeren. Als u als burgemeester twijfels heeft, dan zijn er uiteindelijk drie mogelijkheden:
1. u schaart zich niet achter de maatregelen en handelt daarnaar door de bevolking op te roepen ze niet na te leven (burgerlijke ongehoorzaamheid);
2. u schaart zich achter de maatregelen, u roept de bevolking vol overtuiging op ze na te leven en maakt intussen de bevoegde autoriteiten deelgenoot van uw twijfels;
3. u schaart zich achter de maatregelen, u roept de bevolking vol overtuiging op ze na te leven en u doet verder niets.
De tussenweg die u steeds kiest (‘Ik ben het er niet mee eens, maar …’) ontbeert elke overtuiging en getuigt van zwak leiderschap. Kunt u zich niet verenigen met de inhoud van overheidsmaatregelen die u moet uitvoeren, ga dan niet in het openbaar zitten mokken, maar kras gewoon op.

donderdag 1 oktober 2020

Intermezzo – Venray – Horst

Drukke culturele zondag achter de rug: eerst op uitnodiging naar Venray voor de presentatie van de zogeheten Culttouren en de opening van de permanente expositie in het Venrays Museum. Daarna op uitnodiging naar Horst voor de onthulling van, jawel hoor, Ut Neeje Hôrster Hundje.


De bijeenkomst in Venray begint in de Sint-Petrus Bandenkerk. Allemaal op en top coronaproof, met gereserveerde plaatsen en drie verschillende kleuren lintjes voor drie verschillende groepen aanwezigen. Alleen: de groene lintjes ontbreken. Geen probleem voor de spreekstalmeester: ‘Jullie zijn groen. Maar groen is geen kleur.’ Grijs is wel een kleur. Grijs overspoelt de kerkbanken. Toespraakjes van de locoburgemeester, van de wethouder, van de verantwoordelijken voor de Culttouren en de expositie. Zoals dat gaat. ‘Het zet de stad Venray op de kaart.’ Beschaafd applaus. Hilariteit (en herinneringen aan het legendarische CDA-congres van 2010) als er na een uurtje toch onduidelijkheid ontstaat over de al dan niet gekleurde lintjes. Daarna alsnog genoeglijk gekeuvel in het Venrays Museum. Koffie en vlaai. Ons kent ons. Wellevendheid troef.


Vervolgens als de wiedeweerga naar de onthulling van het beeld van het nieuwe Hundje in Horst. Zal de stammenstrijd tussen aanhangers van het oude en het nieuwe pissende Hundje vanmiddag tot uitbarsting komen? Drukte op het Sint-Lambertusplein. Uitsluitend aanhangers van het nieuwe Hundje. Geen stammenstrijd vanmiddag. Coronaveiligheid is hier eigen verantwoordelijkheid. Laissez aller, laissez faire lijkt het motto. Ultrakorte toespraakjes van de initiatiefnemers (‘Dali-Gaudi-Bodhi’ – Bodhi is de voornaam van de jeugdige maker van het nieuwe Hundje) en de burgemeester. Allemaal in dialect. Onthulling van het beeld, kinderkoor dat het Hôrster Hundje Liedje zingt en hop, alles is binnen een minuut of twintig gepiept. Nu snel naar een aanpalend etablissement. Geen koffie en vlaai. Wel bier en nootjes. Ons kent ons mengt met ons kent ons niet. Ongedwongenheid troef.


Het stadse Venray, het dorpse Horst. Het formele Venray, het informele Horst. Het kille Venray, het gezellige Horst. In de twee bijeenkomsten zou je de al dan niet vermeende verschillen tussen Venray en Horst (aan de Maas) weerspiegeld kunnen zien. Is dat zo? Of maakt mijn Horster bril dat ik per definitie ongeschikt ben om een objectief oordeel te vellen? Zie, hoor, proef ik wat ik wil zien, horen, proeven? De vragen stellen is de vragen beantwoorden, dunkt me.

(Dit stukje verscheen gisteren in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)