Mild gekruid

dinsdag 29 december 2020

Intermezzo – Smulderslust

‘Relaxcentrum’, ‘sexcentrum’, ‘eroscentrum’, ‘relax-gelegenheid’, ‘club’, ‘etablissement’: het beestje kan maar een naam hebben. En dat was dan nog slechts het eerste deel van de naam. Het was vooral het tweede deel dat tot commotie leidde in America: Smulderslust.


Gerard Smulders was een inwoner van America die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet zat. 26 jaar oud werd hij op 19 augustus 1944 in Kamp Vught gefusilleerd. Na de oorlog werd in America een straat naar hem vernoemd. In die straat opende eind 1973 Smulderslust zijn deuren. ‘Een etablissement waar men zogenaamd gezellig kan relaxen’, aldus het Dagblad voor Noord-Limburg.


America, de familie Smulders voorop, stond op z’n achterste poten omdat Gerard werd onteerd door de naam Smulderslust. Het Americaanse gemeenteraadslid Geurts verzocht het gemeentebestuur dan ook om in actie te komen. Maar dat verklaarde zich niet bevoegd tot optreden, hoewel wethouder Claassens liet weten dat het gemeentebestuur ‘met walging’ had kennisgenomen van advertenties voor Smulderslust.


De familie van Smulders liet het er niet bij zitten en diende een aanklacht in bij de officier van justitie in Roermond. Op zijn beurt was de exploitant van het eroscentrum weer verontwaardigd dat de familie geen contact met hem had opgenomen. De echtgenote van de exploitant verklaarde in dagblad Trouw: ‘Ze zijn achter onze rug onmiddellijk naar de gemeente en de rechtbank gestapt in plaats van aan ons te vragen of wij de naam van de zaak wilden veranderen. Dat hadden we zeker gedaan. Wij wisten niets af van die verzetsstrijder, die was doodgeschoten. Ik kan me wel voorstellen dat de familie het akelig vindt dat wij die naam gebruiken voor onze zaak.’ Of haar man de naam dan ging veranderen? ‘Nou, ik weet het niet. Als ze eerst naar ons waren toegekomen en het hadden gevraagd, hadden we het zeker gedaan, maar nu ze direkt naar de rechtbank zijn gestapt, weet ik het niet. Dan heeft hij ook een harde kop.’ Overigens vermoedde de vrouw dat de weerstand van de dorpsbewoners ook voortkwam uit ongemak over de aard van het etablissement. Daarvan was ze niet onder de indruk: ‘Ze zijn hier niks gewend.’


Dat van die harde kop bleek te kloppen: de naam bleef zoals ie was. Daarop stelde de politierechter in Roermond de familie Smulders in het voorjaar van 1974 in het gelijk en veroordeelde de exploitant wegens belediging. Die uitspraak kwam alleen als mosterd na de maaltijd: Smulderslust was op 27 februari 1974, Aswoensdag (!), tot de grond toe afgebrand en zou niet meer worden opgebouwd.


(Bronnen: Dagblad voor Noord-Limburg, Peel en Maas, Trouw en Het Parool)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten