Mild gekruid

vrijdag 1 april 2022

Intermezzo – Vluchtelingenopvang (4)

Wat ook wel eens wordt vergeten is dat oorlog, geweld en vluchtelingen van alle tijden zijn. Nederland breekt zich nu het hoofd hoe het Oekraïense vluchtelingen moet onderbrengen. Niemand weet hoeveel het er uiteindelijk zullen worden. Tienduizenden waarschijnlijk, mogelijk enkele honderdduizenden. Fikse aantallen. Toch zinken ze in het niet bij het enorme aantal Belgen dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onderdak kreeg in Nederland: ruim een miljoen. En dat op een bevolking van destijds slechts 6,5 miljoen.

Ook in Noord-Limburg werden destijds duizenden Belgische vluchtelingen opgevangen. In Horst arriveerden de eerste gezinnen, afkomstig uit de omgeving van Luik, op 20 september 1914, ruim een maand na de Duitse inval in België. Vanaf begin 1915 vonden ook enkele honderden Belgische kinderen onderdak in Horst en andere dorpen in de buurt, onder meer in Grubbenvorst, Meerlo en Sevenum. Zij waren veelal afkomstig uit het zwaar getroffen Dendermonde en omgeving. De Nieuwe Venlosche Courant schreef over Dendermonde:

‘Van de 1400 huizen liggen 1800 in puin en de bevolking huist in schuren, stallen en loodsen, welke onvoldoende beschutten tegen de ruwe elementen der natuur. Noode staan de verarmde ouders hun kleinen af, doch gebrek aan huisvesting en voeding nopen hen.’
Een hulpverlener verklaarde tegenover De Voorhoede over de omstandigheden waaronder de kinderen in Dendermonde hadden geleefd:
‘We hebben daar kinderen aangetroffen, die sinds maanden als hoofdmaaltijd gekookte aardappelschillen kregen en ook kinderen die in geen drie dagen warm eten hadden genoten.’

De kinderen – later zouden er nog meer volgen – vonden voor het merendeel onderdak bij particulieren. Enkelen verbleven in het Sint-Antoniusgesticht (‘’t Gasthoês’), op kosten van Horstenaren die thuis niet de mogelijkheid hadden hen goed te verzorgen.

Wat opvalt als je de krantenberichten uit die tijd terugleest, is de vanzelfsprekendheid waarmee de Belgische oorlogsvluchtelingen hier werden opgevangen. Werd het gezien als burger- en/of christenplicht om mensen in nood in je gemeente, dorp of gezin onderdak te bieden? Ongetwijfeld speelde mee dat België een buurland was en dat er sprake was van een gedeelde taal en een gedeeld geloof. En je openlijk uitspreken tegen het wereldlijk of kerkelijk gezag was destijds nog vrij ongebruikelijk en soms zelfs onverstandig. Wat de vraag oproept of er inderdaad nauwelijks gemor en geweeklaag was. Of was het er wel maar bleef het beperkt tot de straat en het café en drong het niet door tot de krantenkolommen?

Soms zou je willen dat je een eeuw geleden leefde en je oor te luister kon leggen op het Wilhelminaplein of in de Herstraat.

Dit is een op Horst toegespitste versie van een stukje dat woensdag verscheen in Via Horst-Venray. Een dezer dagen meer over de opvang van Belgische vluchtelingen in Horst. Mail naar horstsweethorst@gmail.com als u over informatie beschikt over Belgische vluchtelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Horst verbleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten