Mild gekruid

donderdag 14 april 2022

Intermezzo – Wandelmijmeringen

De zondag doet zijn naam eer aan. Ik maak een wandeling. Ik loop langs de Kabroeksebeek. Een koppel eenden vliegt op. Honderd meter verderop strijken de eenden weer neer in de beek. Ik loop verder langs de beek. Als ik de eenden tot op enkele meters ben genaderd, vliegen ze opnieuw op. Weer strijken ze honderd meter verderop neer in de beek. Enzovoort. Ik heb te doen met de eenden. Ik gun de eenden de tegenwoordigheid van geest om weg te vliegen tegen mijn looprichting in. Het zou hen een hoop gedoe besparen. Zou ik die tegenwoordigheid van geest wél hebben als ik een eend zou zijn? Uitgesloten.


Moet ik de eenden niet langer opjagen en me omdraaien? Is dat niet net iets teveel eer voor de eenden? Of kun je eenden niet genoeg eer bewijzen? Of breng ik onrust in andere eendenlevens door me om te draaien? Ik kies voor een pragmatische oplossing: ik laat de beek links liggen. Ik loop nu langs een verharde weg, richting America. Koppeltjes mensen op de fiets passeren me. Allemaal koppeltjes op leeftijd. Zoals altijd vraag ik me af waarom mensen van boven de pensioengerechtigde leeftijd uitgerekend – en waarschijnlijk ook uitsluitend – op zondagmiddag gaan fietsen. Een van generatie op generatie ingesleten patroon? Dwangmatig fietsen op zondagmiddag? Zoiets. Zou ik, als ik de pensioengerechtigde leeftijd ben gepasseerd, ook uitgerekend en uitsluitend op zondagmiddag gaan fietsen? Uitgesloten.  


In de verte lonkt America. Ik loop voorbij een setje van drie verkeersborden boven elkaar. Het middelste bord is rond. Het verbiedt gemotoriseerd verkeer om door te rijden. Het onderste bord is rechthoekig. Het zegt dat tractoren zijn uitgezonderd van het verbod voor gemotoriseerd verkeer om door te rijden. Het bovenste bord is driehoekig. Het waarschuwt gemotoriseerd verkeer voor een verkeerspaal. Maakt het middelste bord het bovenste bord niet overbodig? Zou er op de hele wereld ook maar iemand zijn die zich hetzelfde afvraagt? Uitgesloten. 


‘Pas op wegblokkade!’, waarschuwt een fluorescerend geel bord enkele honderden meters verderop. ‘Roadblock’, zingt het rond in mijn hoofd. Mijn gedachten dwalen af naar Oekraïne. Ik vraag me af of Oekraïne op het moment een aaneenschakeling van roadblocks is. Mijn gedachten dwalen af naar het Russische leger. Zou een Russische tank zich laten weerhouden door dit Noord-Limburgse roadblock, met America binnen handbereik? Uitgesloten.


Ik besluit terug te lopen. Zal ik de omweg door het bos nemen? Of toch maar de kortere route langs de beek? Uitgesloten.

Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten