De ingetogenheid, het optimisme, het vooruitgangsgeloof van de jaren zestig. De
welvaartstaat in opbouw, de antenne als fier statussymbool op elke schoorsteen
(op die ene na dan). De idylle van bakstenen eenvoud en eenvormigheid. Schreeuwerigheid
en borstklopperij zouden nog even op zich laten wachten. Zorgvuldig vormgegeven
lantaarnpalen. Moderne kunst ter verheffing van het volk. Het grasveldje net te
klein voor een volwaardig potje voetbal. Straten die liggen te wachten op
stoepranters. In de verre verte lonkt de leegte. Achter de leegte het Gortmeules
Kruus, de Gortmeule, de Paes, Castenray. In de nabije verte, meteen rechts
naast het huizenblok op de achtergrond, een glimp van een bungalow. De bungalow
van mijn opa en oma, Julianastraat 49. De melkboer hield er dagelijks z’n koffiepauze.
Net buiten de kaart woonden wij, Julianastraat 25. Naast een trafohuisje. Daarnaast
de ligusterhaag waar je je zo fijn achter kon verstoppen. Aan de overkant
woonden Bèr en Fien. En Joop en John. Wier Lego-steentjes net niet pasten op de
mijne. Bèr met zijn verreikende basstem. ‘Jóóóópie, kóm, aete!’ In hun
huiskamer een bandrecorder, ons onbekend. Op hun televisie in het Duits
nagesynchroniseerde cojbojseries, op hun radio schlagers. Heintje op het
toppunt van z’n roem. Fien was fan.
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
Mild gekruid
▼
Geen opmerkingen:
Een reactie posten