Met Venraynaar Twan
van Els kwam ik twee jaar geleden in contact naar aanleiding van de
MIBO-magazijn-saga (klik bijvoorbeeld hier en hier). Enkele maanden later
ontving ik nog een uitnodiging voor de presentatie van een door Twan geschreven boek en vervolgens verwaterde ons contact weer. Tot ik afgelopen week een
e-mail van Twan ontving. Die bevatte een tekst die vergezeld ging van de
volgende toelichting: ‘Onlangs vertelde ik aan mijn buurman bijgaand
verhaaltje. Hij geloofde mij niet. Maar ik denk dat jij de waarheid zult
bevestigen.’
Na lezing van het
verhaaltje mailde ik Twan terug: ‘Ik ben altijd tot veel bereid, maar als je me
vraagt om dit verhaal te bevestigen, vraag je me net iets te veel. Ik zou
gelyncht worden – zo goed ken ik mijn collega-Horstenaren wel – en dat heb ik
er nu ook weer niet over. Maar het is natuurlijk wél een mooi verhaal. Zo mooi
zelfs dat ik het graag op Horst-sweet-Horst zou plaatsen, natuurlijk met
vermelding van de naam van de auteur. Mag dat? Ik zal lezers dan oproepen het
verhaal te bevestigen, zodat jouw buurman dan misschien door anderen kon worden
overtuigd.’
Waarop Twan weer
reageerde met: ‘Doe er mee wat je wilt. Maar je begrijpt, het is vooral bedoeld
om Horstenaren een beetje te stangen. Dat is nu eenmaal een vervelende
eigenschap van oude Venraynaren.’ Dat laatste zij oude Venraynaren (maar dan
ook alleen oude Venraynaren) en zeker Twan vergeven, daarom hierbij het
verhaaltje:
Horse sweet Horse
Zijn de Horstenaren Trojanen?
Onlangs kwam ik in contact met een Horstenaar die een wat
houterige indruk maakte. We spraken over koetjes en kalfjes, maar ook het paard
was onderwerp van gesprek. Hij bleek veel van dit nobele dier af te weten, en
zijn houterigheid verdween als sneeuw voor de zon. Toen kwam de aap uit de
mouw. Hij bekende een ware Sicamber te zijn, rechtstreekse afstammeling van de
oorspronkelijke bewoners van het gebied tussen Rijn en Peel dat ten tijde van
de Romeinen Sicambrië genoemd werd. De Sicambers waren een trots en heldhaftig
volk dat, naar verluidt, oorspronkelijk afkomstig moet zijn uit het verre
Troje, de stad van het beroemde paard.
Toen Troje voor de zoveelste maal met de grond gelijk werd
gemaakt, trok de bevolking weg en vestigde zich in Hongarije, waar ze een
nieuwe stad bouwden, Sicambria geheten. Maar ook deze plek moesten de Sicambers
verlaten en uiteindelijk kwamen ze terecht in het gebied van Gelre, waartoe ook
Horst behoorde. Nu wordt duidelijk, waar deze plaats zijn naam eigenlijk aan te
danken heeft. Van horse natuurlijk, wat paard betekent. Voor alle zekerheid
vroeg ik de man: ‘Waar kom je eigenlijk vandaan?’ ‘Oet Hòòòrs’, was het
antwoord. ‘Hòòòrs-sweet-hòòòrs.’ Heel veel paarden dus.
De Hòòòrsman droeg zijn hand in het verband en op de vraag
wat er was gebeurd, vertelde hij dat al jarenlang een houtsplinter zijn
middelvinger kwelde en die was flink gaan ontsteken. ‘Maar gelukkig heb ik hem
kunnen behouden’, deelde hij opgelucht mee. ‘Gelukkig maar’, zei ik, ‘want zonder middelvinger kun je iemand
niet echt goeie dag wensen’. ‘Nèè, de vinger is t’r aaf, maar ’t höltje heb ik
kunne behalde. Het stamt aaf van dat höltere paerd, dat Troyan Horse, en is
ieuwelang overgegaon van vader op zoon.’ Hij opende een doosje en daar lag op
een fluwelen doekje een houtsplinter. Ik mocht er even aan ruiken. Het rook
naar mest, paardenmest ...
De vraag is nu dus of
er mensen zijn die dit verhaal willen bevestigen om de buurman van Twan te
overtuigen. Zo ja, mail dan naar horstsweethorst@gmail.com,
dan stuur ik uw e-mail wel door naar Twan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten