Koninginnedag. Terwijl ú aan het koekhappen was, hield ík mij bezig met nuttige zaken. Zoals? Zoals een onderzoek naar de meest oranjegezinde kern van Horst aan de Maas. Het was aanvankelijk even zoeken naar een geschikte onderzoeksmethode. In elk dorp de hoeveelheid oranje ballonnen tellen leek me onbegonnen werk. Ook het idee om in elke kern het aantal oranjegepimpte fietsen te turven, sprak me niet echt aan. Zou ik niet beter het aantal Nederlandse vlaggen in naar leden van het koningshuis vernoemde straten kunnen gaan tellen en daar vervolgens een rekenkundige formule op loslaten om zo de meest oranjegezinde kern van Horst aan de Maas te kunnen bepalen? Geniaal idee, al zeg ik het zelf! Bijkomend voordeel was dat bij gebrek aan naar leden van het koningshuis vernoemde straten meteen al twaalf van de zestien kernen afvielen: America, Broekhuizen, Broekhuizenvorst, Evertsoord, Griendtsveen, Hegelsom, Kronenberg, Lottum, Melderslo, Meterik, Swolgen en Tienray. Ook naar leden van het koningshuis vernoemde winkelstraten en –pleinen – zoals het Wilhelminaplein in Horst – sloot ik uit van deelname. Dit vanwege het sterke vermoeden dat de aanwezigheid aldaar van Nederlandse vlaggen meer met effectbejag dan met oranjegezindheid te maken heeft. De rekenkundige formule kostte me weinig hoofdbrekens: deel het aantal vlaggen door het aantal straten en de kern met de hoogste score is het meest oranjegezind. Kind kan de was doen, dus: aan de slag!
Eerst Horst:
Beatrixstraat 1Bernhardstraat 2
Emmastraat 1
Irenestraat 1
Julianastraat 1
Margrietstraat 2
Marijkestraat 0
Oranjestraat 0
Willem Alexanderstraat 1
9 straten en 9 vlaggen maakt een score van 1,0. Kijken of Sevenum daar tegenop kan:
Beatrixstraat 3
Emmastraat 1
Julianaplein 0
Wilhelminastraat 1
4 straten en 5 vlaggen maakt een score van 1,25. Sevenum scoort beter dan Horst! Nu op naar Grubbenvorst:
Beatrixstraat 0
Irenestraat 0Julianastraat 0
Wilhelminastraat 0
4 straten en 0 vlaggen: te triest voor woorden! Snel naar Meerlo:
Amaliastraat 0
Alexanderstraat 0
Beatrixstraat 5
Bernhardpad 0
Bernhardstraat 6Christinastraat 1
Constantijnstraat 3
Frisostraat 0
Irenestraat 6Julianastraat 9
Margrietstraat 3
11 straten en 33 vlaggen maakt een score van 3,0! Daar bloeit mijn oranjehart van op! Onomstotelijk staat nu vast dat Meerlo de meest oranjegezinde kern van Horst aan de Maas is, op ruime afstand gevolgd door Sevenum en Horst en daarna de andere dertien kernen! Kijk, dat noem ik nu eens harde feiten waar je iets mee kunt! Ik zei toch dat ík mijn Koninginnedag nuttig had besteed?
P.S. Mieke, bedankt voor het bijhouden van de scores!
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
Mild gekruid
▼
vrijdag 30 april 2010
maandag 26 april 2010
Klein mysterie 154 – Borstbeeld
Samen met z’n broer Jozef richtte Eduard van de Griendt (1857-1935) in 1885 de Maatschappij Griendtsveen op. Hieruit zou al snel het dorp Griendtsveen ontstaan. Enkele citaten over de Van de Griendts en hun Maatschappij:
‘De heele onderneming was een brute jacht naar winst. In de gesloten Peel zat turf en men had pezige, menschelijke arbeidskrachten noodig om die turf eruit te halen en met zoveel mogelijk winst te verkoopen, dat was al. Dat was de grove, botte achtergrond van de heilboodschap.’ (A. Coolen, ‘De Peel’ in: Het Leven, november 1936)‘Het gehele dorp – inclusief haar bewoners – was in feite persoonlijk bezit van een bedrijf dat het economisch belang steeds voorop stelde, anders gezegd zoveel mogelijk winst wilde maken. De arbeiders werden in al hun activiteiten gecontroleerd door de directie, ook buiten werktijd.’ (Jos Pouls, Peelkolonie Griendtsveen. Oorsprong en ontwikkeling 1885-1910 (z.p. 1982), p. 81)‘Alle openbare voorzieningen waren eigendom van de Maatschappij. De Maatschappij was de werkgever, maar in feite ook de eigenaar van alles wat men aanraakte en bovendien de leverancier van de belangrijkste levensbehoeften.’ (Jo Wijnen, Rondom Peel en Maasvallei (Ede 1980) p. 139)‘Het dividend was alles, de rest niets. Omdat het dividend het eischte, waren die honderden arbeiders gedoemd hun menschzijn te verzwoegen in die vale peelvlakte, en als het voor het behoud van het dividend noodig was, zouden zij ook weggestooten worden in een nog erger leven … Als alleenheerscher gebood over dit nieuwe dorp de directeur, liet het ontruimen van zijn bewoners en andere daarvoor in de plaats komen, naar zijn believen, slechts genoodzaakt tot gehoorzamen aan de wet van het dividend.’ (H.H.J. Maas, Het goud van de Peel (derde druk; Laren 1944), p. 114-115)‘Zoo, met die verplichte winkelnering, die met ontslag dreigde als er niet aan gehoorzaamd werd en die het lot van den Peelwerker met zijn huisje en hebben en houden dikwijls geheel afhankelijk stelde van ruwe en gewetenlooze machthebbers, zóó was de toestand.’ (A. Coolen, ‘De Peel’ in: Het Leven, november 1936)‘Door de koppeling van het werk- en huishuurcontract werd de afhankelijkheid van de arbeider nog vergroot: bij ontslag moest de woning direct worden verlaten.’ (J.H. Pouls, ‘De fabriekskolonie Griendtsveen’ in: Industriële archeologie 1 (1981) p. 37)‘Degenen die in sociaal opzicht de meeste behoefte aan een bedrijfswoning hadden, maakten de minste kans. Hier blijkt onder meer uit dat humanitaire motieven bij de Van de Griendts niet voorop hebben gestaan.’ (J.H. Pouls, ‘De fabriekskolonie Griendtsveen’ in: Industriële archeologie 1 (1981) p. 36)‘De twee broers waren in de eerste plaats feodale ondernemers. (…) De gemeenschap lag aan de leiband van de Van de Griendts.’ (Hans Horsten, ‘De erfenis van ouw Jan’ in: De Volkskrant, 11 maart 2000)Eergisteren is in Griendtsveen een borstbeeld van Eduard van de Griendt onthuld. Ik zou me voor kunnen stellen dat sommigen zich hebben omgedraaid in hun graf.
‘De heele onderneming was een brute jacht naar winst. In de gesloten Peel zat turf en men had pezige, menschelijke arbeidskrachten noodig om die turf eruit te halen en met zoveel mogelijk winst te verkoopen, dat was al. Dat was de grove, botte achtergrond van de heilboodschap.’ (A. Coolen, ‘De Peel’ in: Het Leven, november 1936)‘Het gehele dorp – inclusief haar bewoners – was in feite persoonlijk bezit van een bedrijf dat het economisch belang steeds voorop stelde, anders gezegd zoveel mogelijk winst wilde maken. De arbeiders werden in al hun activiteiten gecontroleerd door de directie, ook buiten werktijd.’ (Jos Pouls, Peelkolonie Griendtsveen. Oorsprong en ontwikkeling 1885-1910 (z.p. 1982), p. 81)‘Alle openbare voorzieningen waren eigendom van de Maatschappij. De Maatschappij was de werkgever, maar in feite ook de eigenaar van alles wat men aanraakte en bovendien de leverancier van de belangrijkste levensbehoeften.’ (Jo Wijnen, Rondom Peel en Maasvallei (Ede 1980) p. 139)‘Het dividend was alles, de rest niets. Omdat het dividend het eischte, waren die honderden arbeiders gedoemd hun menschzijn te verzwoegen in die vale peelvlakte, en als het voor het behoud van het dividend noodig was, zouden zij ook weggestooten worden in een nog erger leven … Als alleenheerscher gebood over dit nieuwe dorp de directeur, liet het ontruimen van zijn bewoners en andere daarvoor in de plaats komen, naar zijn believen, slechts genoodzaakt tot gehoorzamen aan de wet van het dividend.’ (H.H.J. Maas, Het goud van de Peel (derde druk; Laren 1944), p. 114-115)‘Zoo, met die verplichte winkelnering, die met ontslag dreigde als er niet aan gehoorzaamd werd en die het lot van den Peelwerker met zijn huisje en hebben en houden dikwijls geheel afhankelijk stelde van ruwe en gewetenlooze machthebbers, zóó was de toestand.’ (A. Coolen, ‘De Peel’ in: Het Leven, november 1936)‘Door de koppeling van het werk- en huishuurcontract werd de afhankelijkheid van de arbeider nog vergroot: bij ontslag moest de woning direct worden verlaten.’ (J.H. Pouls, ‘De fabriekskolonie Griendtsveen’ in: Industriële archeologie 1 (1981) p. 37)‘Degenen die in sociaal opzicht de meeste behoefte aan een bedrijfswoning hadden, maakten de minste kans. Hier blijkt onder meer uit dat humanitaire motieven bij de Van de Griendts niet voorop hebben gestaan.’ (J.H. Pouls, ‘De fabriekskolonie Griendtsveen’ in: Industriële archeologie 1 (1981) p. 36)‘De twee broers waren in de eerste plaats feodale ondernemers. (…) De gemeenschap lag aan de leiband van de Van de Griendts.’ (Hans Horsten, ‘De erfenis van ouw Jan’ in: De Volkskrant, 11 maart 2000)Eergisteren is in Griendtsveen een borstbeeld van Eduard van de Griendt onthuld. Ik zou me voor kunnen stellen dat sommigen zich hebben omgedraaid in hun graf.
Klein mysterie 153 – Victor Veilig (1)
We hebben er een paar jaar op moeten wachten, maar eindelijk heb ik ‘m dan ook in Horst aan de Maas gesignaleerd: Victor Veilig. In de Gerard Smuldersstraat in America nog wel. U weet niet wie Victor Veilig is? Grote kans dat u z’n Duitse neefje Benni Brems wel kent. Ik liep Benni vrijdag nog tegen het lijf in Straelen (waar ik overigens geen zakken voor plastic afval tegenkwam – laat staan drie keer grotere dan in Horst),in Lüllingen (met Duitse vlag)en in Kevelaer (pet- en vlagloos). Benni staat bij onze oosterburen ook bekend onder de naam Laumännchen – een verwijzing naar de naam van de fabrikant.
Het internet leert me dat de roots van Victor en Benni in de Verenigde Staten liggen. Daar heeft het beestje geen naam en gaat het koel en zakelijk als KidAlert! door het leven. (Dat wil zeggen: niet bij Nancy uit Rhode Island. Op internet ontdekte ik dat zij haar KidAlert! de naam Michael gaf. Nancy beschouwt Michael zelfs als haar derde kind. Met die wetenschap in het achterhoofd zal het u niet verbazen dat haar tienjarige dochter in 2008 met Halloween als KidAlert! verkleed ging.)
Blijkens het Algemeen Dagblad van 14 april 2006 introduceerden Madelon Schachtschabel en Macky Schouten, twee moeders uit Haastrecht, Victor Veilig in Nederland ‘als wapen in de strijd tegen het voortjakkerende verkeer’. Het kan aan mij liggen, maar ik heb niet de indruk dat Victor daarna aan een met Joris Driepinter vergelijkbare zegetocht door Nederland is begonnen. En dat terwijl Benni in Duitsland een zeer frequente verschijning in de openbare ruimte is. Zou het misschien aan de naam liggen? Benni Brems bekt beter. Victor Veilig voelt vooral verantwoord. Zou je niet meer bereiken met Leo Langzaam? Of met Ronnie Rem? Ronnie Rem reguleert Razende Roelands!Victor Veilig heet in America trouwens ‘verkeersmaatje’, zo blijkt uit de website van basisschool De Wouter. Met die naam kom je natuurlijk helemaal nergens. Bij ‘verkeersmaatjes’ zou ik persoonlijk juist de neiging hebben het gaspedaal nog wat verder in te drukken. Waarom hem niet gewoon Wouter genoemd? Wouter Wegberm weert walgelijke wegpiraten. There's only one Wouter Wegberm!
Het internet leert me dat de roots van Victor en Benni in de Verenigde Staten liggen. Daar heeft het beestje geen naam en gaat het koel en zakelijk als KidAlert! door het leven. (Dat wil zeggen: niet bij Nancy uit Rhode Island. Op internet ontdekte ik dat zij haar KidAlert! de naam Michael gaf. Nancy beschouwt Michael zelfs als haar derde kind. Met die wetenschap in het achterhoofd zal het u niet verbazen dat haar tienjarige dochter in 2008 met Halloween als KidAlert! verkleed ging.)
Blijkens het Algemeen Dagblad van 14 april 2006 introduceerden Madelon Schachtschabel en Macky Schouten, twee moeders uit Haastrecht, Victor Veilig in Nederland ‘als wapen in de strijd tegen het voortjakkerende verkeer’. Het kan aan mij liggen, maar ik heb niet de indruk dat Victor daarna aan een met Joris Driepinter vergelijkbare zegetocht door Nederland is begonnen. En dat terwijl Benni in Duitsland een zeer frequente verschijning in de openbare ruimte is. Zou het misschien aan de naam liggen? Benni Brems bekt beter. Victor Veilig voelt vooral verantwoord. Zou je niet meer bereiken met Leo Langzaam? Of met Ronnie Rem? Ronnie Rem reguleert Razende Roelands!Victor Veilig heet in America trouwens ‘verkeersmaatje’, zo blijkt uit de website van basisschool De Wouter. Met die naam kom je natuurlijk helemaal nergens. Bij ‘verkeersmaatjes’ zou ik persoonlijk juist de neiging hebben het gaspedaal nog wat verder in te drukken. Waarom hem niet gewoon Wouter genoemd? Wouter Wegberm weert walgelijke wegpiraten. There's only one Wouter Wegberm!
Intermezzo – Jachthut (8)
Het genoegen van jachthutten zit ‘m vooral in het ontdekken ervan. Gezeten in de trein onderweg naar Amsterdam meende ik twee weken geleden tussen de spoorlijn en de Kanaalweg maar liefst twee jachthutten te ontwaren, waarvan de tweede, net voor sportpark De Wiek in Griendtsveen, me er niet al te best aan toe leek. Ik nam me voor een en ander op de terugweg aan een nadere inspectie te onderwerpen (voor zover mogelijk in een trein op volle snelheid). Het kwam er niet van omdat ik vanaf Eindhoven in het gezelschap verkeerde van een fanatieke Ajax-supporter en twee van z’n kameraden, die me nauwgezet alle – enkele dagen later alweer achterhaalde – perikelen rondom de bekerfinale uit de doeken deden. Aan de jachthutten dacht ik niet meer. Welbeschouwd maar goed ook, want ik zou natuurlijk een wel heel provinciaalse indruk hebben achtergelaten op die aanhangers van een randstedelijke voetbalclub als ik ter hoogte van de Grauwveenweg had gezegd: ‘Allemaal goed en wel heren, die bekerfinale, maar hier langs de spoorlijn staan hoogstwaarschijnlijk twee jachthutten waarvan het bestaan me tot vanochtend onbekend was en die ik graag nogmaals in me op zou willen nemen.’
Aan twijfel over het bestaan van jachthutten heb je ook niks, dus zat er weinig anders op dan een goede gelegenheid af te wachten om de twee mogelijke jachthutten van dichtbij te gaan bekijken. Vorige week zaterdag was het zover. Ik heb er in totaal naar schatting een kilometer of zes voor moeten lopen, maar elk van die zesduizend meters was het waard. Aangename temperatuur, wolkenloze hemel, ontluikende natuur, wegsprintende reeën, exotische vogels. Met als toetje twee jachthutten. De ene van een nog niet eerder waargenomen modeldat ik zou willen kwalificeren als het umpirestoeltype. De andere van een eveneens nog niet eerder waargenomen model dat ik zou willen kwalificeren als het tweede-leven-voor-een-veevoederinstallatie-type. Meer specifiek: het gevelde tweede-leven-voor-een-veevoerderinstallatie-type. Want in zijn val heeft een berk deze jachthut meegesleurd (ik veronderstel tenminste dat het niet andersom is gegaan). Heeft ook wel iets, moet ik zeggen: een gevelde jachthut. Zo beleefde ik, op onvoorziene en wel zeer indirecte wijze, toch nog enig plezier aan Ajax-VVV.
Aan twijfel over het bestaan van jachthutten heb je ook niks, dus zat er weinig anders op dan een goede gelegenheid af te wachten om de twee mogelijke jachthutten van dichtbij te gaan bekijken. Vorige week zaterdag was het zover. Ik heb er in totaal naar schatting een kilometer of zes voor moeten lopen, maar elk van die zesduizend meters was het waard. Aangename temperatuur, wolkenloze hemel, ontluikende natuur, wegsprintende reeën, exotische vogels. Met als toetje twee jachthutten. De ene van een nog niet eerder waargenomen modeldat ik zou willen kwalificeren als het umpirestoeltype. De andere van een eveneens nog niet eerder waargenomen model dat ik zou willen kwalificeren als het tweede-leven-voor-een-veevoederinstallatie-type. Meer specifiek: het gevelde tweede-leven-voor-een-veevoerderinstallatie-type. Want in zijn val heeft een berk deze jachthut meegesleurd (ik veronderstel tenminste dat het niet andersom is gegaan). Heeft ook wel iets, moet ik zeggen: een gevelde jachthut. Zo beleefde ik, op onvoorziene en wel zeer indirecte wijze, toch nog enig plezier aan Ajax-VVV.
Klein mysterie 152 – Banken (2)
Zoals u weet, is Horst aan de Maas vergeven van de lompe, zielloze en lelijke banken. Als je dan eens een keer een bank tegenkomt die niet lelijk en fantasieloos is, wil je daar maar al te graag een stukje over schrijven. Ik althans wel. Dus verscheen er op 11 januari een bijdrage over de bank aan de Niesweg. Zo stond er ook een op stapel over de bank op het pleintje voor het voormalige gemeentehuis in Meerlo. Want die bank leek in niets op de doorsnee Horster bank (altijd en eeuwig van hout, een donkergroen of zwart frame en retro). Nee, dit was nu eens een witte, metalen (?) bank met een opmerkelijke, eigenwijze vormgeving. Bij donker, regenachtig weer nam ik er op 19 januari enkele foto’s van. Bij onbewolkt, zonnig weer zou ik terugkomen voor betere foto’s om er daarna een stukje aan te wijden, zo sprak ik met mezelf af. Het onbewolkte, zonnige weer liet langer op zich wachten dan gedacht, maar afgelopen zaterdag besloot ik het er dan toch op te wagen. Vol goede moed toog ik naar Meerlo. Om daar tot mijn afgrijzen dit gruwelijke tafereel op de gevoelige plaat te moeten vastleggen:Weg! Zomaar verdwenen, dit sieraad voor het pleintje. Misschien dat ik er nog vrede mee zou kunnen hebben als er iets mooiers voor in de plaats was gekomen, maar nu dat niet het geval is, is slechts één woord op z’n plaats: cultuurbarbarisme. Waarom, waarom, waarom toch?
Wat zou er trouwens zijn gebeurd met de door GBP uit Wanssum in 1986 aan de gemeente Meerlo-Wanssum geschonken bank?Ik zou er eerlijk gezegd niet van staan te kijken als ze in lijn met het voorgaande op de schroothoop is beland. Mocht dat niet het geval zijn en mochten er onverhoopt geen plannen bestaan om de bank de nieuwe ereplaats in de openbare ruimte te gunnen die haar toekomt, dan houd ik me aanbevolen.
Wat zou er trouwens zijn gebeurd met de door GBP uit Wanssum in 1986 aan de gemeente Meerlo-Wanssum geschonken bank?Ik zou er eerlijk gezegd niet van staan te kijken als ze in lijn met het voorgaande op de schroothoop is beland. Mocht dat niet het geval zijn en mochten er onverhoopt geen plannen bestaan om de bank de nieuwe ereplaats in de openbare ruimte te gunnen die haar toekomt, dan houd ik me aanbevolen.
Actualisatie – Rode hangbrievenbus
U vraagt, wij draaien. Op zaterdag merkt Peter op dat behalve aan de Speulhofsbaan ook bij de ingang van De Schatberg in Sevenum nog een rode TPG-eenlingbrievenbus staat; op maandag treft u er hier al een foto van aan: De reactie van Peter herinnerde me er trouwens aan dat ik veertien dagen geleden in hartje Amsterdam (hoek Spui – Nieuwezijds Voorburgwal; tegenover boekhandel Atheneum) op twee rode TPG-tweelingbrievenbussen stuitte. Zij aan zij nog wel. Dit buitenkansje liet ik me uiteraard niet ontglippen en ik maakte er een foto van: Zeg nu zelf: dat rood is toch veel mooier dan dat foeilelijke oranje?
vrijdag 23 april 2010
Intermezzo – Hokabië mòt blieve
Als een bom is het nieuws ingeslagen. Gisteren kwam naar buiten dat het einde dreigt voor Hokabië. Om redenen van bezuiniging willen enkele hooggeplaatste smurfen het rijk der Hokabo’s (Horster kabouters) opheffen en op laten gaan in een landsdeel Mater Terra. Heel Hokabië staat op zijn achterste benen. Horst-sweet-Horst sprak met twee Hokabo-leiders: kabouter Bolwang en kabouter Wegescheet.Wat maakt Hokabië zo bijzonder?
Kabouter Wegescheet: ‘Hokabië is een rijk om trots op te zijn. Van Aardbeienland tot de Peelkabouters en van onze gepaneerde tenenkaas tot de ovenschotel van opgeboorde neussnotjes.’
Kabouter Bolwang: ‘Vergeet ook onze grote culturele en sportieve evenementen niet. Denk aan het tweejaarlijkse concours voor speeldoosmuzikanten, de wereldkampioenschappen satéprikkerwerpen en de ontmoetingsdagen voor opdraaibare speelgoeddieren.’En dat dreigt allemaal verloren te gaan?
Kabouter Bolwang: ‘Inderdaad, een schande is het. Allemaal het werk van niet-Hokabo’s! Domme daadkracht van een stelletje smurfen die de afstand tussen bestuur en inwoners willen vergroten. Dit laten we absoluut niet gebeuren.’
Wat gaan jullie doen?
Kabouter Wegescheet: ‘We zijn een actie gestart onder het motto “Hokabië mòt blieve”. Onze televisiezender K1, Streekomroep Molenbeek en weekblad Hela Hola Hokkabië hebben er al aandacht aan geschonken.’
Kabouter Bolwang: ‘Daarnaast hebben we een zwarte lijst van smurfen die pleiten voor opheffing van Hokabië en een beginselverklaring van negen punten opgesteld.’
Noem eens een van die punten.
Kabouter Bolwang: ‘Punt 1 dan maar: “Hokabië is een duidelijk herkenbaar rijk met een eigen dialect en een eigen cultuur.” Laat aan duidelijkheid niets te wensen over, dachten we.’
Toch valt ons op dat jullie dialect van elkaar afwijkt.
Kabouter Wegescheet: ‘Klopt. Hokabië bestaat eigenlijk uit twee delen: Opper-Hokabië en Neder-Hokabië. Elk met een eigen dialect: het Opperhokabisch en het Nederhokabisch.’
Maar jullie verstaan elkaar wel?
Kabouter Bolwang: ‘Om eerlijk te zijn: amper. Vooral dat gebrabbel van de Neder-Hokabo’s uit de Heesbeemden is voor ons Opper-Hokabo’s nauwelijks te verstaan.’
Kabouter Wegescheet: ‘Wij Neder-Hokabo’s hebben wel een echte Bourgondische instelling en dat kun je van die saaie pieten in Opper-Hokabië niet zeggen.’
Kabouter Bolwang: ‘Wij werken, zij praten. Eeuwig jeremiëren, daar zijn ze goed in, de Nederhokabo’s. En de Opperhokabo´s maar geld binnenhalen voor de rest van het rijk.’
Kabouter Wegescheet: ‘Maar wij hebben Tren mit d’n Trekbuulen voetballer Paul van Kuëben Wullum. Neder-Hokabo’s pur sang.’
Kabouter Bolwang: ‘Tsss, Sjors Frikadellen is veel beter …’
Heren, heren. Zo is het genoeg. Op deze manier dragen jullie Hokabië eigenhandig ten grave. Waarom nemen jullie geen voorbeeld aan Limburg?
Kabouter Wegescheet: ‘Hokabië is een rijk om trots op te zijn. Van Aardbeienland tot de Peelkabouters en van onze gepaneerde tenenkaas tot de ovenschotel van opgeboorde neussnotjes.’
Kabouter Bolwang: ‘Vergeet ook onze grote culturele en sportieve evenementen niet. Denk aan het tweejaarlijkse concours voor speeldoosmuzikanten, de wereldkampioenschappen satéprikkerwerpen en de ontmoetingsdagen voor opdraaibare speelgoeddieren.’En dat dreigt allemaal verloren te gaan?
Kabouter Bolwang: ‘Inderdaad, een schande is het. Allemaal het werk van niet-Hokabo’s! Domme daadkracht van een stelletje smurfen die de afstand tussen bestuur en inwoners willen vergroten. Dit laten we absoluut niet gebeuren.’
Wat gaan jullie doen?
Kabouter Wegescheet: ‘We zijn een actie gestart onder het motto “Hokabië mòt blieve”. Onze televisiezender K1, Streekomroep Molenbeek en weekblad Hela Hola Hokkabië hebben er al aandacht aan geschonken.’
Kabouter Bolwang: ‘Daarnaast hebben we een zwarte lijst van smurfen die pleiten voor opheffing van Hokabië en een beginselverklaring van negen punten opgesteld.’
Noem eens een van die punten.
Kabouter Bolwang: ‘Punt 1 dan maar: “Hokabië is een duidelijk herkenbaar rijk met een eigen dialect en een eigen cultuur.” Laat aan duidelijkheid niets te wensen over, dachten we.’
Toch valt ons op dat jullie dialect van elkaar afwijkt.
Kabouter Wegescheet: ‘Klopt. Hokabië bestaat eigenlijk uit twee delen: Opper-Hokabië en Neder-Hokabië. Elk met een eigen dialect: het Opperhokabisch en het Nederhokabisch.’
Maar jullie verstaan elkaar wel?
Kabouter Bolwang: ‘Om eerlijk te zijn: amper. Vooral dat gebrabbel van de Neder-Hokabo’s uit de Heesbeemden is voor ons Opper-Hokabo’s nauwelijks te verstaan.’
Kabouter Wegescheet: ‘Wij Neder-Hokabo’s hebben wel een echte Bourgondische instelling en dat kun je van die saaie pieten in Opper-Hokabië niet zeggen.’
Kabouter Bolwang: ‘Wij werken, zij praten. Eeuwig jeremiëren, daar zijn ze goed in, de Nederhokabo’s. En de Opperhokabo´s maar geld binnenhalen voor de rest van het rijk.’
Kabouter Wegescheet: ‘Maar wij hebben Tren mit d’n Trekbuulen voetballer Paul van Kuëben Wullum. Neder-Hokabo’s pur sang.’
Kabouter Bolwang: ‘Tsss, Sjors Frikadellen is veel beter …’
Heren, heren. Zo is het genoeg. Op deze manier dragen jullie Hokabië eigenhandig ten grave. Waarom nemen jullie geen voorbeeld aan Limburg?
maandag 19 april 2010
Klein mysterie 151 – Getut en gemier (5)
In wat voor een gekke wereld leven we eigenlijk als zelfs de pastoor van Meerlo, Tienray en Swolgen én een voormalige luchtmachtofficier uit Meterik die het tot Tweede Kamerlid heeft geschopt, menen te moeten scoren met goedkope tweets over voetbalvandalisme? De pastoor van Meerlo, Tienray en Swolgen twitterde afgelopen zaterdag: Als de supporters van de voetbalwedstrijden zelf de beveiliging zouden moeten betalen, zouden ze dan nog zo handelen en protesteren?
Het is dat ik niet twitter, anders zou ik de pastoor van Meerlo, Tienray en Swolgen per tweet een even gratuite retorische wedervraag hebben gesteld: Zouden de dienaren van de rk-kerk ipv joden en homo’s te beschuldigen niet beter de hand in eigen boezem (of desnoods broek) kunnen steken?De voormalige luchtmachtofficier uit Meterik die het tot Tweede Kamerlid heeft geschopt, twitterde op 14 april: belachelijk dat politieinzet nu opgaat aan voetbalveldslagen en bureaucatie van (politieke) cijferfetisjisten. dat kan toch anders.Het is dat ik niet twitter, anders zou ik de voormalige luchtmachtofficier uit Meterik die het tot Tweede Kamerlid heeft geschopt even ongenuanceerd van repliek hebben gediend: belachelijk dat onze belastingcenten nu opgaan aan volkomen uit de hand lopende twijfelachtige projecten als de jsf. dat kan toch anders.Heeft trouwens wel iets, dat droogtwitteren waaraan ik me nu bezondig. Toch eens wat vaker doen, heerlijk om die opgekropte ergernissen eens op deze manier lekker kort door de bocht de vrije loop te kunnen laten.
Het is dat ik niet twitter, anders zou ik de pastoor van Meerlo, Tienray en Swolgen per tweet een even gratuite retorische wedervraag hebben gesteld: Zouden de dienaren van de rk-kerk ipv joden en homo’s te beschuldigen niet beter de hand in eigen boezem (of desnoods broek) kunnen steken?De voormalige luchtmachtofficier uit Meterik die het tot Tweede Kamerlid heeft geschopt, twitterde op 14 april: belachelijk dat politieinzet nu opgaat aan voetbalveldslagen en bureaucatie van (politieke) cijferfetisjisten. dat kan toch anders.Het is dat ik niet twitter, anders zou ik de voormalige luchtmachtofficier uit Meterik die het tot Tweede Kamerlid heeft geschopt even ongenuanceerd van repliek hebben gediend: belachelijk dat onze belastingcenten nu opgaan aan volkomen uit de hand lopende twijfelachtige projecten als de jsf. dat kan toch anders.Heeft trouwens wel iets, dat droogtwitteren waaraan ik me nu bezondig. Toch eens wat vaker doen, heerlijk om die opgekropte ergernissen eens op deze manier lekker kort door de bocht de vrije loop te kunnen laten.
Klein mysterie 150 – Plastic hero
De plastic zakken zijn ontvangen!. Ik heb de wethouder direct gemaild.en gevraagd: Heeft U wel eens bij de buurgemeente Straelen geinformeerd en gekeken hoe dat daar met de zakken gaat? Wat is het geval. De Horster zakken zijn veel te klein! Gevolg:
1e Wegwaaien bij wind op de weg! Gevaar voor ongelukken!
2e De ophalers maken meer gooibewegingen!
3e Horstenaars kopen wellicht een te kleine houder als de wethouder er achter komt dat de zakken veel te klein zijn!
4e Alles bij elkaar kost dit de Belastingbetaler meer geld omdat de Wethouder zich onvoldoende heeft georienteerd en dit had ze kunnen doen op slechts 14 km AFSTAND!
Plastic zakken in Straelen zijn plm. 3 maal zo groot en de Ophalers worden lichamelijk echt niet meer belast. Plastic weegt haast niets en de mindere gooibewegingen zijn gunstig voor het lichaam!Het zal je maar gebeuren: voor het eerst in je leven wethouder worden, de eerste maanden van je ambtstermijn bijna volledig wijden aan de introductie van plastic afvalscheiding, in de tweede week van april elk huishouden een informatiepakket over de afvalscheiding en twaalf afvalzakken bezorgen en dan per kerende post van een zekere meneer Rechsteiner te horen krijgen dat je het he-le-maal verkeerd doet. Het overkwam Birgit Op de Laak. Want aan haar richtte Peter Rechsteiner de e-mail waarover hij het heeft in bovenstaande, op de website van Hallo Horst aan de Maas verschenen reactie. Ik ben hoogst benieuwd hoe de wethouder zich hieruit gaat redden – áls ze zich er al uit gaat redden. Want het is verdikkeme niet mis wat ze voor de voeten krijgt geworpen. Samenvattend: de te kleine zakken veroorzaken ongelukken, leiden voor de ophalers tot een overmaat aan gooibewegingen, dwingen de Horstenaren tot de aanschaf van een te kleine maat zakhouder en kosten de belastingbetaler onnodig veel geld. Ga d’r maar aan staan! Ik zou er als neo-wethouder toch een beetje minder rustig van gaan slapen. Voor je het weet heb je de poppen aan het dansen en word je bij het grofvuil gezet – al dan niet in een te kleine zak.Tenslotte ganz nebenbei bemerkt (met het oog op de lezers in Straelen lijkt me een Duitse uitdrukking tussendoor wel gepast): waarom zijn in elk geval in Sevenum zakken bezorgd met een luxe groene sluitstrip (linkerzak)terwijl ik het hier in Horst moet doen met een lullig flinterdun reepje (rechterzak)? O, en kan iemand mij misschien vertellen wat ik met dit sinaasappelnetje aan moet? Want ja, plastic hero worden dat willen we toch allemaal? A plastic hero is something to be.
1e Wegwaaien bij wind op de weg! Gevaar voor ongelukken!
2e De ophalers maken meer gooibewegingen!
3e Horstenaars kopen wellicht een te kleine houder als de wethouder er achter komt dat de zakken veel te klein zijn!
4e Alles bij elkaar kost dit de Belastingbetaler meer geld omdat de Wethouder zich onvoldoende heeft georienteerd en dit had ze kunnen doen op slechts 14 km AFSTAND!
Plastic zakken in Straelen zijn plm. 3 maal zo groot en de Ophalers worden lichamelijk echt niet meer belast. Plastic weegt haast niets en de mindere gooibewegingen zijn gunstig voor het lichaam!Het zal je maar gebeuren: voor het eerst in je leven wethouder worden, de eerste maanden van je ambtstermijn bijna volledig wijden aan de introductie van plastic afvalscheiding, in de tweede week van april elk huishouden een informatiepakket over de afvalscheiding en twaalf afvalzakken bezorgen en dan per kerende post van een zekere meneer Rechsteiner te horen krijgen dat je het he-le-maal verkeerd doet. Het overkwam Birgit Op de Laak. Want aan haar richtte Peter Rechsteiner de e-mail waarover hij het heeft in bovenstaande, op de website van Hallo Horst aan de Maas verschenen reactie. Ik ben hoogst benieuwd hoe de wethouder zich hieruit gaat redden – áls ze zich er al uit gaat redden. Want het is verdikkeme niet mis wat ze voor de voeten krijgt geworpen. Samenvattend: de te kleine zakken veroorzaken ongelukken, leiden voor de ophalers tot een overmaat aan gooibewegingen, dwingen de Horstenaren tot de aanschaf van een te kleine maat zakhouder en kosten de belastingbetaler onnodig veel geld. Ga d’r maar aan staan! Ik zou er als neo-wethouder toch een beetje minder rustig van gaan slapen. Voor je het weet heb je de poppen aan het dansen en word je bij het grofvuil gezet – al dan niet in een te kleine zak.Tenslotte ganz nebenbei bemerkt (met het oog op de lezers in Straelen lijkt me een Duitse uitdrukking tussendoor wel gepast): waarom zijn in elk geval in Sevenum zakken bezorgd met een luxe groene sluitstrip (linkerzak)terwijl ik het hier in Horst moet doen met een lullig flinterdun reepje (rechterzak)? O, en kan iemand mij misschien vertellen wat ik met dit sinaasappelnetje aan moet? Want ja, plastic hero worden dat willen we toch allemaal? A plastic hero is something to be.
Intermezzo – Haviksogen
Discobollen? Dat was de eerste associatie die bij me opkwam toen ik vorige week woensdag op een versgeploegde akker aan de rand van de Schadijkse Bossen een aantal felgekleurde reflecterende roterende bollen op paaltjes zag staan. Een beetje vreemd kwam het me wel voor, maar als er al carbootsales plaatsvinden op de ruïne van kasteel Ter Horst waarom dan ook geen disco’s op Schaakse akkers? Van de andere kant: ik had nergens iets gezien, gehoord of gelezen over een op handen zijnde discoparty in de open lucht. Nu geef ik onmiddellijk toe dat ik als notoir discomijder wel eens een aankondiging van een disco mis, maar een bericht over een boerendisco in de Schaak zou me beslist zijn opgevallen. Geen discobollen dus. Wat dan wel? Vogelverschrikkers in een hedendaags jasje. Voorzien van een Engelse naam, zoals het een hedendaags jasje betaamt: hawk eyes. Ongediertespecialist Kees Kooijman meldt op z’n website: ‘Hawk Eyes is een nieuwe trend op het gebied van vogels verjagen. De bol roteert door aandrijving van de wind. Hier is niet veel wind voor nodig, draaien gaat vanzelf. Wanneer de bol draait zorgt reflecterend materiaal ervoor dat zonlicht direct wordt teruggekaatst. Hier schrikken de vogels zoals kraaien en duiven van. Maar ook de natuurlijke schrikkleuren en de roofvogelprint zorgen voor een optimaal schrikeffect.’
Hoewel de goeie ouwe sullige vogelverschrikker in lompen me het liefste is, moet ik bekennen dat sommige hedendaagse vogelverschrikkers toch ook een zekere charme uitstralen. Eerder schreef ik al over de windmolen-vogelverschrikker met z’n prachtig blikkerig geluid. De geluidloze hawk eyes (waarom niet gewoon haviksogen?) kunnen daar wat mij betreft niet aan tippen. Toch zou ik ze zeker een verrijking voor de openbare ruimte willen noemen waaraan absoluut een bepaald esthetisch genoegen valt te beleven. Iets dat je van een fruitkanon – om maar eens een dwarsstraat te noemen – bezwaarlijk kunt zeggen.
Hoewel de goeie ouwe sullige vogelverschrikker in lompen me het liefste is, moet ik bekennen dat sommige hedendaagse vogelverschrikkers toch ook een zekere charme uitstralen. Eerder schreef ik al over de windmolen-vogelverschrikker met z’n prachtig blikkerig geluid. De geluidloze hawk eyes (waarom niet gewoon haviksogen?) kunnen daar wat mij betreft niet aan tippen. Toch zou ik ze zeker een verrijking voor de openbare ruimte willen noemen waaraan absoluut een bepaald esthetisch genoegen valt te beleven. Iets dat je van een fruitkanon – om maar eens een dwarsstraat te noemen – bezwaarlijk kunt zeggen.