Mild gekruid

maandag 18 november 2013

Intermezzo – Circus

È arrivato … Zampanò!

Gelsomina! Gelsomina! Gelsomiiina!

Gisteren Wittenhorst z’n eerste overwinning van dit seizoen voor de poorten van de hel zien wegslepen. Voor magische momenten moet je even niet op sportpark Ter Horst zijn. Gelukkig kun je daarvoor elders in de Moelbaerenbos wel terecht. Op het ruiterterrein (‘ruutertrein’ in goed Horster) bijvoorbeeld. Daar was vorige week Circus Renz neergestreken. M’n neefje en nichtje hadden kaartjes weten te bemachtigen voor de avondvoorstelling op dinsdag. Aan mij de schone taak beiden na afloop veilig huiswaarts te loodsen.
Omdat de voorstelling om half tien zou zijn afgelopen vervoegde ik me omstreeks kwart over negen op het ruiterterrein. Het werd half tien, het werd kwart voor tien, het werd tien uur – en het circus ging maar door. Normaalgesproken iets om zo niet woedend dan toch in elk geval geïrriteerd over te raken. Dit keer niet. Het wachten was een genoegen dat van mij wel tot de volgende morgen had mogen voortduren: het aardedonkere ruiterterrein met in het midden de verlichte circustent cum annexis, het schijnsel van de circusverlichting dat de bosrand scherp deed afsteken tegen de bewolkte hemel, de nep-grandeur van de kassa’s en de toegang tot de tent, de jongleur die z’n act er alweer op had zitten en terugsjokte naar z’n sleurhut. Maar toch vooral de geluiden die opklonken uit de tent, zo sterk contrasterend met de gewijde stilte van het ruiterterrein. De kreten van ontzetting, de bevrijdende lach, het ritmisch handgeklap, het gefluit, het gejoel. En dat allemaal begeleid door een begeesterend orkestje (helemaal in de nok van de tent geposteerd, zo hoorde ik later van neef en nicht). Zonder het te zien kreeg je zo toch mee wat zich binnen afspeelde. Magische momenten!
De volgende dag keerde ik terug om tijdens de middagvoorstelling de magie nogmaals te vangen – tevergeefs natuurlijk. Geen feeërieke verlichting van circustent en omgeving meer. Kassa’s en entree waren alweer onderweg naar de volgende standplaats. Shovels reden af en aan om ook de rest van de bijgebouwen vervoersklaar te maken. Geen spoor meer van de jongleur. Wel van de getatoeëerde ‘kleine lilliputter’ (© neef & nicht) overigens, die zich bij z’n caravan van z’n schmink ontdeed. En het dient gezegd: orkestje en publiek zorgden samen andermaal voor een indrukwekkend soundscape.
Een en ander leidde tot de onbedwingbare behoefte La strada voor de zoveelste keer terug te zien (klik hier en hier). Want ondanks de superieure Britse humor van Red Nose of Courage (1992; over John Major, zoon van een circusartiest en zelf een zeer middelmatige clown die het desondanks weet te schoppen tot Engels premier; klik hier) en het aangrijpende Italiaanse juweeltje La pivellina uit 2009 (niet te vinden op YouTube, wel op dvd, bij uitstek geschikt als Sinterklaascadeau) blijft het meesterwerk van Federico Fellini uit 1954 natuurlijk de beste circusfilm ooit. Ongegeneerd sentimenteel, maar ook melancholisch en ontroerend. Een roadmovie bovendien, zich afspelend in een desolaat naoorlogs Italië. Ook na zestig jaar nog altijd even betoverend, mede dankzij de muziek van Nino Rota (klik hier).
Signore, signori … Zampanò!

Gelsomina! Gelsomina! Gelsomiiina!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten