Mild gekruid

maandag 25 januari 2016

Top 5 – Norbertuswijkse trottoirkolkdeksels

Een bezoek aan de fantastische tentoonstelling Kijk, Jan Schoonhoven in Museum Prinsenhof in Delft (klik hier) heeft me doen beseffen dat een van mijn grote tekortkomingen is dat ik putdeksels hier schromelijk verwaarloos.
De curator van de tentoonstelling noemde Jan Schoonhoven (1914-1994) zonder enige aarzeling de belangrijkste Nederlandse kunstenaar van de tweede helft van de twintigste eeuw (Mondriaan die van de eerste helft van de twintigste eeuw). Alleen al op basis van wat ik in Delft heb gezien ben ik geneigd haar daarin gelijk te geven. En dan te bedenken dat ik De werkelijkheid van Jan Schoonhoven, de expositie die tegelijkertijd loopt in het Stedelijk Museum Schiedam, nog moet doen.  
Schoonhoven is vermaard om zijn witte reliëfs van papier-maché en karton. Je zou het misschien niet meteen zeggen, maar die reliëfs zijn gebaseerd op architectonische details in de binnenstad van Delft, waar hij zijn hele leven woonde en werkte. Tot zijn inspiratiebronnen behoorden luchtroosters, galmgaten van kerken, hekjes, stoeptegeltjes en paaltjes. En, niet te vergeten, putdeksels.
Vier jaar geleden heb ik al eens een top 5 van Horster putdeksels gepubliceerd (klik hier). Ik schreef toen dat ik daar rijkelijk laat mee was. Nu zeg ik: ‘Ik was veel te vroeg.’ Want die top 5 weerspiegelt in geen enkel opzicht de oneindige rijkdom in putdeksels die Horst aan de Maas kent. Een nieuwe top 5, die meer recht doet aan de variatie in putdeksels in deze gemeente, is derhalve in de maak. Voor het zover is, eerst aandacht voor een subsubcategorie: de Norbertuswijkse trottoirkolkdeksels. Heel strikt genomen zijn trottoirkolkdeksels geen putdeksels, maar ik neem gevoeglijk aan dat de Nederlandse Vereniging ter Bevordering van Putdekselfilie mij dit niet euvel zal duiden. We strijden immers voor dezelfde zaak: het onder de aandacht brengen van de volkomen ten onrechte veronachtzaamde schoonheid van utiliteitsdeksels.
Dat er alleen al van de Norbertuswijkse trottoirkolkdeksels een top 5 valt samen te stellen, duidt er al op dat de trottoirkolkdeksels in variatie bepaald niet onder doen voor de putdeksels. Voor de goede orde zij ook nog vermeld dat deksels van kolken die een combinatie vormen van een straatkolk en een trottoirkolk buiten beschouwing zijn gebleven. Dat we daar dus maar geen gezeik over krijgen.
Genoeg geouwehoerd, hier komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van Norbertuswijkse trottoirkolkdeksels, als klein eerbetoon aan Jan Schoonhoven:

5. Wittenhorststraat

4. Gebroeders Van Doornelaan

3. Prins Bernhardstraat

2. Prinses Beatrixstraat

1. Wittenhorststraat

Intermezzo – Lasmofpaal

Onderweg. Verheug me nu al op station Horst-Sevenum, alwaar the middle of nowhere een geheel nieuw level bereikt.. #hardverwarmend
Altijd goed als anderen je weer eens met de neus op de feiten drukken. Ditmaal was het cabaretier Dolf Jansen, gisteren al twitterend (kik hier) onderweg naar Horst voor een voorstelling in ’t Gasthoês. Z’n 93.055 volgers weten in elk geval waar ze aan toe zijn als ze uitstappen op Horst-Sevenum.  
Nu de Stichting Horst Promotie uit beeld is geraakt (bestaat die eigenlijk nog wel?) voelden anderen zich geroepen in de bres te springen voor Horst-Sevenum. Thijs Coppus (ja, die bestaat nog wel): ‘Valt toch wel mee? Er is zelfs een fietsenstalling. En een kaartenautomaat.’ Liesbeth Schrage: ‘En tegenwoordig kun je er koffie drinken. Automatenkoffie, maar toch...’ VanHouten’s Club: ‘Hoezo: daar is nog de echte natuur van Limburg te vinden:'Am -Erica' waar het leven hard en meedogenloos was, midden op de hei!’ 2run4fun: ‘vergeet niet langs het @HetLoopCentrum te gaan. De grootste hardloopspeciaalzaak van Nederland. Veel plezier in Hooooooors.’ Albert: ‘'The middle of nowhere' impliceert dat alles er omheen, inclusief de Randstad, 'nowhere' is. Dan maar in het centrum!’ Luuk de Koning: ‘hé daar kom ik vaak! Ik vind het eigenlijk wel iets hebben, van die kleine stations! :)’
Vreemd genoeg refereerde niemand aan de grootste attractie van station Horst-Sevenum: de lasmofpaal. Ja, dat las u goed: lasmofpaal. Las-mof-paal. Ik kende het woord tot voor kort evenmin. Ik ben er ook nog niet helemaal van overtuigd dat het de juiste benaming is voor de paal die schuin voor het stationsgebouw staat. Toch stel ik voor dat we lasmofpaal er voorlopig in houden. Al was het maar omdat het zo’n prachtig woord is.
Naar lasmofpaal is het vergeefs zoeken in de Dikke Van Dale. Zelfs lasmof staat er niet in. Hoe ik dan toch op lasmofpaal ben gestuit? Door te googlen op ‘betonnen+paal+ns+10kv’. Dan beland je al snel bij een foto van een paaltje dat identiek is aan dat op station Horst-Sevenum (klik hier). De foto is gemaakt door Victor Lansink, langs het spoor tussen Bilthoven en Zeist. Bijschrift: ‘Deze zogeheten “lasmofpaal” markeert een punt waar twee stukken van de [10kV] kabel met elkaar verbonden zijn.’ Zoek je vervolgens op ‘lasmofpaal’ dan krijg je precies één resultaat: de betreffende foto van Victor Lansink. Enfin, laten we vooral niet twijfelen aan de autoriteit van Victor.
Overigens telt Horst aan de Maas nog minimaal twee andere lasmofpalen. Beide bevinden zich aan de Sint-Jorisweg, iets verderop in the middle of nowhere.

Intermezzo – Boesnach (1)

La strada, het meesterwerk van Federico Fellini dat hoog genoteerd staat in mijn top 5 van beste films ooit (klik hier), bevat een huiveringwekkende scène waarin een koorddanser met de bijnaam Il Matto (‘De gek’) zich hoog boven de vele toeschouwers voortbeweegt over een tussen een kerk en een woning gespannen koord (klik hier en ga naar 38.47 minuten).
La strada dateert uit 1954. Exact een kwart eeuw eerder moet een voorganger van Il Matto de inwoners van Horst op een vergelijkbare act hebben vergast. Alleen bestaan van dít optreden bij mijn weten helaas géén filmbeelden – mijn enige bron is een bericht van vijf regels uit de Nieuwe Venlosche Courant. Ik zou dan ook bijzonder dankbaar zijn als ooggetuigen dan wel mensen met een verslag uit de tweede hand zich bij mij zouden willen melden. Nu het nog niet zover is, moeten we het dus doen met dat krantenbericht van 5 maart 1929. Kop: ‘Gevaarlijke onderneming’. Het bericht zelf luidt aldus:
‘Zondag voerde Boeschnach een halsbrekenden toer uit door van den toren langs een staaldraad af te zweven hangende met de tanden aan het toestel, waarvan het rad over den draad liep, wat nog al belangstelling trok.’
Dat het spectaculair moet zijn geweest, staat buiten kijf dunkt me. Toch blijft een beetje vaag wat er nu precies gebeurde. Ook bij het Venrayse weekblad Peel en Maas hoeven we daarvoor niet te rade te gaan. Boesnach had zijn Horster kunstje namelijk enkele weken eerder al in Venray vertoond, maar Peel en Maas volstond in de editie van 2 februari 1929 met:
‘Vanaf een aanzienlijke hoogte tot op ruim 200 M afstand, liet genoemde acrobaat zich vastgeklemd met de tanden, langs een draad glijden en maakte ook nog enkele andere toeren.’
Blijkens een aankondiging in Peel en Maas deed de tandenacrobaat Venray enkele maanden later ook nog een tweede keer aan:
Wie was die ‘A. Boesnach’? Enig gegoogle leert me dat het mogelijk een van de broers Abraham (1888-1964) of Alexander Busnac (1896-1970) is geweest. Allebei worden ze omschreven als ‘artiest’ en ‘acrobaat’. Daar dient meteen bij te worden gezegd dat het op internet wemelt van de Boesnachs, Boesenachs, Busnacs en Busnachs die worden omschreven als ‘variétéartiest’, ‘acteur’, ‘acrobaat’, ‘kunstenaar’ of ‘muzikant’. Waar het ook van wemelt is de vermelding ‘Auschwitz’ bij ‘plaats van overlijden’: de Boesnachs, Boesenachs, Busnacs en Busnachs waren joden.  

Overigens had de familie Boesnach in januari 1906 ook al in Horst opgetreden. En wel in een stampvolle Prins van Oranje (later Zaal Kunzeler) aan de Herstraat. Het Venloosch Nieuwsblad berichtte: ‘Dat ieder zich degelijk amuseerde, bewees het herhaald applaus en het aanhoudend lachen. Vooral een woord van lof aan “Pietje Puck”, die door zijn leuke zetten de lachspieren der aanwezigen steeds in beweging hield.’

woensdag 20 januari 2016

Intermezzo – Johnny

Broekhuizenvorst, sportpark ’t Venneke, 30 december 1984.

Winterstop? Kennen we niet! En dus moeten we op deze stervenskoude zondagmiddag gewoon aantreden. ‘We’ zijn de reserves van VVV. Een verzameling absolute nobody’s. Te klein voor een tafellaken, het merendeel zelfs te klein voor een servet. Een enkeling zal het tot een spaarzame invalbeurt in de hoofdmacht brengen, maar doorbreken – zoals dat in voetbaljargon heet – zal uiteindelijk niemand.

Eerder dit jaar heeft Wittenhorst ons (en mijn melkboer mij in het bijzonder) helemaal zoek gespeeld en hebben we de bekerwedstrijd tegen het nietige Holthees pas in de verlenging weten te beslissen. En nu moeten we hier op sportpark ’t Venneke aantreden tegen de plaatselijke trots, Excelsior ’18. Keeper Wim, Johan, Leslie, Jacques, Wim, Marc, Rob, Har, Alec, Wil. En Johnny. Johnny Taihuttu!
Dan al drie jaar lang dé vedette van VVV: gemakkelijk scorend, met z’n snelheid menig verdediger trauma’s voor de rest van z’n leven bezorgend en toeschouwers, journalisten en niet te vergeten stadionspeaker Hay van Dreumel (‘Johnny Taiaiai…huttu!’) in extase brengend. Díe Johnny Taihuttu, die bijkans goddelijke Johnny Taihuttu, is op deze zondagmiddag verdwaald in Broekhuizenvorst. Op sportpark ’t Venneke. Conflict met de trainer, boete van vijfhonderd gulden en verbannen naar de reserves. Zo gaat dat in de voetballerij.
Zeggen dat Johnny er geen zin in heeft, zou een eufemisme zijn. Zwijgzaam, gekrenkt, gezicht als een oorwurm. Waar heeft hij het in godsnaam aan te danken dat hij onder deze omstandigheden in deze negorij met dit stelletje klunzen moet opdraven? Eenmaal op het veld past hij zich moeiteloos aan aan het niveau van z’n medespelers. Hij loopt geen meter teveel – lóópt-ie überhaupt? Bij de tegenspelers is het net andersom: de aanwezigheid van Johnny stoot hun adrenalineniveau op tot nooit eerder vertoonde hoogten. Ze rennen alsof hun leven ervan afhangt, maken meterslange slidings op het bevroren veld. Met 3-0 komen we er nog genadig van af. Hoongelach van de weinige toeschouwers valt ons, valt Johnny ten deel.
Enkele dagen later wordt hij voor een half jaar verhuurd aan Fortuna Sittard. Daarna keert hij terug bij VVV. Maar het beste is er intussen af, hij is ten slotte al 31.
Een kleine twintig jaar later kom ik ’m toevallig tegen in Venlo. Hij herkent me meteen. Is spraakzaam, aardig, belangstellend. Net als die een of twee keer dat ik ’m daarna nog tegen het lijf loop. Die wedstrijd op sportpark ’t Venneke blijft telkens onbesproken. En zal ook onbesproken blijven. Afgelopen maandag is Johnny overleden. 

maandag 18 januari 2016

Klein mysterie 689 – Petatte mit handvatte

Hoe zou het toch gesteld zijn met die culinaire specialiteit waar Horst vroeger wijd en zijd om bekend stond: petatte mit handvatte? Ik heb de menukaarten van de lokale restaurants erop nageslagen, maar niks hoor. Worden de petatte mit handvatte in huiselijke kring nog wel bereid? Zijn die petatte trouwens gekookt, gebakken of gepoft?
Misschien wordt het toch eens tijd het recept schriftelijk vast te leggen, zodat ook volgende generaties ervan kunnen genieten. Hetzelfde geldt voor nog zo’n topper uit de Horster keuken: stroont mit striepkes. Kom je ook nergens meer tegen. Wat best wel vreemd is in een tijd waarin slow food hoogtijdagen beleeft.  
Ik kom hier op naar aanleiding van een stukje van Ewoud Sanders dat op 12 november van het vorig jaar verscheen in NRC Handelsblad. Hij besprak daarin een aantal spreekwoordelijke en fictieve etenswaren en gerechten. Tien voorbeelden om u een idee te geven: broodje aap, snieriksaus met pruttelpeertjes, oogappel, perzikhuid (‘geliefd vanwege de textuur’), gebakken nieuwsbladen met krotenvet, kut met peren, apekool, een boterham met tevredenheid, poep van de Radja en heilige boontjes.
Hoe zit het met fictieve Horster etenswaren en gerechten? Spontaan kwam ik niet verder dan de twee bovengenoemde gerechten (waarvan ik me eerlijk gezegd ook een beetje afvraag of ze wel zo exclusief Horster zijn als ik zou willen dat ze zijn). Zouden de beide Horster woordenlijsten misschien verdere uitkomst bieden? Nee dus! Het bleef helaas bij een lekkernij en een karig gerecht die allebei ook in het Nederlands bekendheid genieten: livverkukskes en twiê aerte ôp en plaenkske (‘niks innen bloes hebbe’).
Heb ik niet goed genoeg gezocht of kent het Horster gewoon niet meer fictieve etenswaren en gerechten? Wordt hier geen gebakke leknaas mit loêzepiemel gegeten? Of gemeurde paerkentrekker? Gebroaje boarsttuüg misschien?

Kent u verzonnen Horster etenswaren of gerechten? Laat het me s.v.p. weten! Reacties van sprekers van de andere dialecten van de gemeente Horst aan de Maas zijn uiteraard eveneens van harte welkom. Een top 5 van fictieve etenswaren en gerechten uit Horst aan de Maas moet toch mogelijk zijn?

Intermezzo – Uitrolsubsidie

‘Zo meneer, wat zijn wij hier aan het doen?’
‘Gewoon even een concept aan het uitrollen, agent.’
‘Oh, ik schrok al, ik dacht heel even dat u hier de boel aan het behangen was. Maar de uitrol van een concept is vanzelfsprekend helemaal akkoord.’
‘Gelukkig! Ik wil trouwens best m’n diploma laten zien, ik ben gecertificeerd uitroller van concepten.’
‘Laat maar zitten hoor, ik vertrouw u op uw woord. Lukt het trouwens een beetje met de uitrol?’
‘Nou, ik moet bekennen dat we hier een bijzonder uitrolconcept aan het handje hebben. Dat maakt het tot een heel speciale uitrol. Maar goed, dat maakt ons mooie uitrolvak ook wel weer tot een uitdaging.’
 ‘Zult u wel een tijdje mee zoet zijn?’
‘Alles bij elkaar een jaar of vijf.’
‘Vijf jaar! Sodeju zeg!’
‘Mensen hebben vaak een heel verkeerd beeld van wat we doen. Het is echt niet zo van “Conceptje uitrollen en hup klaar”. Het uitrolproces is maatwerk: hier een beetje meer, daar een beetje minder. Komt zich allemaal heel nauw. Vooral de plooien gladstrijken is bepaald geen sinecure. Maar lukt het, dan heb je wel weer een uitrolmomentje om voor eeuwig te koesteren.’
‘Ik wil niet onbeleefd zijn, maar schuift dat nou ook nog wat?’
‘Mag u gerust vragen hoor, de tarieven zijn openbaar. Dat uitrolklusje hier in Horst staat voor vijf ton op de uitrol. Maar dat is dan wel all-in. Dus inclusief uitrolsubsidie.’
‘U bent eigenlijk wel gek dat u dat doet voor zo’n hongerloontje.’
‘Ach, uitrollen is nu eenmaal mijn roeping.’
‘Dan houd ik u niet langer van uw werk. Tot ziens en veel succes met uw werkzaamheden.’
‘Dank u wel. En wilt u ook mijn vriendelijke uitrolgroeten aan uw collega’s overbrengen?’

Klein mysterie 688 – Gasthoês (10)

‘Ik ben niet te benijden’, zei Ruud Gullit ooit na de zoveelste nederlaag van het door hem getrainde Feyenoord. Wie ook niet te benijden zijn, zijn de leden van de commissie Samenleving en de gemeenteraadsleden van Horst aan de Maas. Zij moeten respectievelijk morgen en 2 februari de eerste concept exploitatieopzet van het nieuwe Gasthoês (klik hier en ga naar agendapunt 4) zien te duiden én er richtinggevende uitspraken over doen. Ik ken eenvoudiger klusjes.  
Volgens de eerste concept exploitatieopzet gaat het nieuwe Gasthoês 9.790.000 euro kosten. Dat bedrag bestaat uit twee componenten: bouwkundige investeringen (7.340.000 euro) en additionele investeringen (2.450.000 euro). Bij die additionele investeringen moet u vooral denken aan de verplaatsing van Omroep Reindonk en aankoop van het huidige pand van de omroep (400.000 euro), ‘uitrol’ van het unieke Herberg De Troostconcept (500.000 euro), ontwikkeling van het muziekconcept (500.000 euro) en een aanloopsubsidie voor de exploitatie van het gebouw (350.000 euro).
De gemeenteraad heeft een jaar geleden de richtlijnen bepaald waaraan het nieuwe Gasthoês moet voldoen. Over de hoogte van de investeringskosten liet de raad zich destijds niet uit. Wel bepaalde de raad toen dat de nieuwbouw binnen de bestaande muren van ’t Gasthoês diende plaats te vinden. En dat nu gaat niet lukken, meldt het college van burgemeester en wethouders: om de openbare bibliotheek adequaat te kunnen huisvesten is een 1.050.000 euro kostende aanbouw noodzakelijk.
Het lijkt me niet al te gewaagd te voorspellen dat de gemeenteraad op 2 februari een streep zal zetten door die aanbouw. De raad is immers sowieso al niet bibliotheekminded en met verwijzing naar de richtlijnen is een legitimatie voor die bezuiniging zo gevonden.
Spannender is of commissie en raad zich ook op andere fronten kritisch zullen betonen. Zullen ze alsnog vraagtekens zetten bij de wenselijkheid van de verhuizing van bibliotheek en Omroep Reindonk? Zullen ze vragen naar concrete voorbeelden van wat aanvankelijk ‘kruisbestuiving’ heette en nu als ‘cross-overs’ worden betiteld? Zullen ze nu eindelijk eens duidelijkheid eisen over het Herberg De Troostconcept dat zó uniek is dat ook na twee jaar nog niemand erin is geslaagd uit te leggen wat het precies behelst (maar wel een ‘uitrolsubsidie’ van een half miljoen vergt)? Zullen ze uitleg vragen over onbegrijpelijke zinnen als ‘De horecafunctie blijft binnen de herbergsfeer, maar presenteert zich meer als eet- en grandcafé’? Zullen ze een antwoord verlangen op de vraag waarom de talentontwikkeling, die zo’n belangrijke rol in het nieuwe Gasthoês moet gaan spelen, zich lijkt te beperken tot muziek en niet gericht is op bijvoorbeeld toneel, theater of beeldende kunsten? Zullen ze informeren hoe het gesteld is met de aanvraag voor de broodnodige provinciale subsidie van vijf miljoen euro, die in de tweede helft van het afgelopen jaar de deur zou uitgaan?  

We zullen zien.

Intermezzo – Dat doe je thuis toch ook niet!

  De conducteur komt de coupé binnen. Hij neemt mijn kaartje aan en kijkt naar het familieportret.
  ‘Doet u dat thuis ook?’
  Ik begrijp hem niet. Kent hij mijn familie?
  ‘Legt u thuis ook uw voeten op de bank?’
  Ik weet wat ik moet zeggen, wat Teddy zou zeggen: ‘Knipt u thuis ook kaartjes?’ Ik trek mijn benen in. Hij gromt en geeft me mijn kaartje terug.

Adriaan Jaeggi, Held van beroep (Amsterdam 2000) p. 155

‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ Een dooddoener van het ergste soort. Vooral gebezigd door conducteurs. Maar niet uitsluitend door conducteurs. Bij gebrek aan deugdelijke argumenten om iets achterwege te laten (al kan ook ordinaire luiheid de oorzaak zijn), geniet ‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ ook bij andere beroepsgroepen grote populariteit. Denk aan politieagenten, leraren en andere ordehandhavers.
‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ is eerst en vooral een verbale dooddoener. Op schrift is-ie aanzienlijk zeldzamer. Dus u kunt zich wel voorstellen dat ik een juichkreet nauwelijks kon onderdrukken toen ik onlangs toch een op schrift gestelde ‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ aantrof.
En wel op een briefje dat met behulp van meters plakband is bevestigd aan de buitenkant van een zijdeur van Sporthal Dendron (of Dendron Sporthal – daarover zijn de geleerden het ook na tien jaar nog altijd niet eens).
Meer nog dan de knulligheid treft me de totale radeloosheid die uit het briefje spreekt (klik erop om het te vergroten). De ordehandhaver die om z’n gezag te handhaven z’n toevlucht moet nemen tot koeienletters, onderstrepingen, uitroeptekens en de dooddoener der dooddoeners – het heeft iets onvoorstelbaar meelijwekkends. Dacht je nu werkelijk dat ook maar één leerling zich iets gelegen laat liggen aan zo’n briefje? Ze vegen de vloer ermee aan!
Hoe komt de steller van het briefje er trouwens bij dat ‘meldt’ in dit verband met een t zou moeten worden geschreven? Dat doet hij of zij thuis toch ook niet? 

dinsdag 12 januari 2016

Top 5 – Café De Verbeeldingposters

Overmorgen, donderdag 14 januari, 20.00 uur Café Cambrinus, Venrayseweg 94: nieuwe aflevering van Café De Verbeelding, toegang gratis. Ik heb al twee keer eerder proberen uit te leggen wat Café De Verbeelding is (klik hier en hier) en ga nu echt geen derde poging wagen. Wat ik wel wil zeggen: je doet jezelf beslist tekort als je Café De Verbeelding aan je voorbij laat gaan.
Café De Verbeelding kan je van je stoel doen vallen van het lachen. Café De Verbeelding kan je buiten zinnen doen raken van woede. Café De Verbeelding kan je zo aan het denken zetten dat je wereldbeeld ervan kantelt. Café De Verbeelding kan je een traan doen laten van ontroering. Café De Verbeelding kan je mond doen openvallen van verwondering. Café De Verbeelding kan je tenen krom doen trekken van plaatsvervangende schaamte. Café De Verbeelding kan je sprakeloos maken van bewondering. Café De Verbeelding kan je doen blozen van opwinding. 

Kan Café De Verbeelding ook iets niet met je doen? Jazeker: Café De Verbeelding kan je niet onberoerd laten.  
En dan levert Café De Verbeelding ook nog eens prachtposters op, ontworpen door de waard himself, Jan Duijf. Komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van Café De Verbeeldingposters (klik op de afbeeldingen om ze te vergroten):

5.

4.

3.

2.

1.

maandag 11 januari 2016

Intermezzo – Elly

Ooit vierden de Horster popbands De Heideroosjes en Rowwen Hèze triomfen in de Amsterdamse poptempel Paradiso. Honderd meter verderop beleefde een andere inwoner van Horst aan de Maas zaterdag háár finest hour. In De Balie – podium voor het vrije woord, eigentijdse kunst, politiek en cultuur – stond namelijk Elly Michiels-Fleuren, varkenshoudster uit Melderslo én erkend twitterkanon, voor even in het brandpunt van de belangstelling. Aanleiding: de presentatie van de Tweetbundelbox van Jan Dirk van der Burg.
Tweetbundels zijn – in de woorden van samensteller Jan Dirk van der Burg – ‘twitterlevens op papier’. In de afgelopen anderhalf jaar verschenen zulke bloemlezingen van de twitteraccounts van onder meer voetbaltrainer Aad de Mos (‘Wat een super #carwash #washing 7 in #ehv) en actrice Halina Reijn (‘Ik maak rare dingen mee hoor’). Maar ook minder bekende Nederlanders als karpervisser Jack Feijtel (‘Lekker gratis eten bij me buurvrouw Betty macaroni is altijd top’) en ‘twitterweduwe’ Eliza van der Vliet (‘Op bezoek bij de moeder van @manlief_  t blijft n verschrikkelijk mens’) moesten eraan geloven. Elly Michiels-Fleuren (‘Toch wel handig: wifi overal op het bedrijf… Zelfs tussen de varkens geen probleem om vol in de discussie te blijven ;-))’) viel de eer van een Tweetbundel ten deel op een legendarische avond in café Cambrinus (klik hier).
Zaterdag presenteerde Jan Dirk van der Burg zijn laatste Tweetbundel (gewijd aan Remon, ‘gezelligheidsdier uit Brabant’) én de Tweetbundelbox, waarin ze alle tien zijn verzameld.
De Balie, of dan toch op z’n minst de bovenverdieping, was er voor volgelopen. Onder de aanwezigen behalve Lionel, de hoofdpersoon van Tweetbundel 7 (‘Ik haat vrouwen wiens vagina naar Bijlmerstation ruikt #zonegrens), ook Elly. Die uiteraard per tweet verslag deed van deze heuglijke dag:
‘Vanmiddag naar @DeBalie #Amsterdam met alle #tweetbundels bij elkaar. Gearriveerd bij @DeBalie #Amsterdam #tweetbundel. Eerst aan de appeltaart #Amsterdam. We beginnen #tweetbundel #Amsterdam. Signeersessie #tweetbundel #Amsterdam @Jandirkcom @DeBalie. Met n hele ervaring rijker en de prachtige verzamelbundel en mijn persoonlijk boek v @Jandirkcom lekker naar huis. Leuke gesprekken gevoerd gisteravond in hartje Amsterdam met voor mij veelal vreemden... Ook hier weer: wederzijds openstaan voor begrip !! #LifeontheFarm is ook weten dat er altijd mensen zijn die vragen hebben en soms ook zorgen… eigenlijk heel logisch.’
Niets teveel gezegd: heerlijke middag, met Jan Dirk, staand op een geïmproviseerd podium, in topvorm.
De Tweetbundelbox en de afzonderlijke Tweetbundels, óók die van Elly, zijn zolang de voorraad strekt te koop (klik hier om te bestellen). Voor het luttele bedrag van 15 euro hebt u Elly in huis! Een sieraad voor elke Horster boekenkast!
En realiseer u tegelijkertijd ook even hoe bijzonder het is dat een inwoner van Horst aan de Maas wordt gebiografeerd. Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken, maar het zou zelfs zomaar kunnen zijn dat Elly de eerste Horster vrouw is die dit overkomt. Ere wie ere toekomt.