Mild gekruid

dinsdag 29 maart 2016

Intermezzo – Johan

7 augustus 1976. Een zaterdag. Dat betekent met buurtgenoten en hun vaders voetballen op het trapveldje midden in de Schadijkse Bossen. Zoals elke jaren zeventigzaterdagmiddag. Buigen of barsten, weer of geen weer. ’s Zomers om vier uur, ’s winters een uur eerder. Eén keer is daarvan afgeweken: op 24 augustus 1974, toen laat in de middag het nieuwe Horster gemeentehuis officieel werd geopend en enkele vaders daar ambtshalve bij aanwezig moesten zijn en pogingen van die vaders om de opening te verplaatsen naar een andere dag, of tenminste een ander tijdstip, vruchteloos waren gebleven. Vandaag wordt de tweede keer. 

VVV, het twee maanden eerder naar de ere-divisie gepromoveerde VVV, speelt aan het einde van deze zaterdagmiddag een oefenwedstrijd tegen Barcelona, dat onder leiding staat van Rinus Michels en Johan I en Johan II in zijn gelederen heeft. Vaderlijke pogingen om VVV en Barcelona te bewegen de wedstrijd te verplaatsen naar een andere dag, of tenminste een ander tijdstip, zijn achterwege gebleven – de betreffende vaders staan niet bekend om hun nederigheid maar in dit uitzonderlijke geval kenden ze hun plaats. Het wekelijkse potje voetbal wordt daarom enkele uren vervroegd en de gebruikelijke mokkastick na afloop bij ’t Hukske wordt voor één keer overgeslagen. Net zoals de derde helft aan de Meterikseweg.
Snel in bad en met de hoar nag naat de Eend in, op naar De Koel. De barstensvolle Koel, de nog nooit eerder zo volle Koel zelfs. VVV is hotter than hot. In tegenstelling tot Johan Cruijff. ’s Werelds beste voetballer van dat moment is in Nederland uitgekotst. Wordt weggezet als geldwolf en praatjesmaker. De dramatische EK-nederlaag eerder die zomer tegen Tsjechoslowakije, met een constant tegen de scheidsrechter zeikende Cruijff, heeft de deur helemaal dichtgedaan. Nederland heeft het wel gehad met de eeuwige querulant Cruijff.
En dus wordt Cruijff uitgefloten in De Koel. Bij elke balaanraking. Totdat Asensi, een vaardige, langharige adjudant van de maestro, een bloedende hoofdwond oploopt en het spel even stil komt te liggen. De meeste spelers maken van deze ongeplande pauze gebruik om wat te keuvelen en vocht tot zich te nemen. Zo niet Cruijff. Bij de dug-outs, precies tegenover mijn gekoesterde plaatsje onderaan het hek bij het reclamebord van Nederlandse Draadindustrie Blerick, staat een blond jongetje op krukken. Cruijff loopt op het jongetje toe en geeft hem een handtekening. Achttienduizend mensen klappen hun handen stuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten