Mild gekruid

maandag 19 juni 2017

Top 5 – ’t Gasthoês giêt plat-affiches

’t Gasthoês gaat komende zondag plat! ’t Gasthoês gaat komende zondag plat? Wel godverde … Ho. Ho. Wacht. Rustig. Geen misverstanden: ’t Gasthoês blijft hopelijk voor eeuwig fier overeind, maar in elk geval nog een tijdje na komende zondag. Hoezo gaat ’t Gasthoês dan komende zondag plat? Dat zit zo: ‘t Gasthoês giêt plat is de naam van een manifestatie waarop komende zondag in ’t Gasthoês het Horster dialect (‘plat’) wordt gevierd. Dit in het kader van het 5 x 11-jarig bestaan van carnavalsvereniging D’n Dreumel. Om het evenement onder de aandacht te brengen hangen in de etalages van Horster winkels affiches met dialectuitdrukkingen, in een aantal varianten. Voldoende varianten zelfs voor een heuse Horst-sweet-Horst top 5! Komt ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van ’t Gasthoês giêt plat-affiches:

5.
Ligt ongetwijfeld aan mij, maar ik ken het niet, d’n hak vioêle. Is het trouwens Horster dialect? Of is het Nederlands dat in het Horster is vertaald? Zoiets als geej kunt meej d’n bout hachele? Ik zou geej kunt meej de pot óp prefereren. Of geej kunt meej de poekel roetsje. Al geldt ook daarvoor dat je je kunt afvragen hoe origineel Horster die uitdrukkingen zijn. 

4.
Kniens. Nog zo’n woord dat ik nooit heb gebruikt, nooit gebruik en nooit zal gebruiken. Genetisch bepaald waarschijnlijk. In mijn directe omgeving ken ik slechts één persoon die ik het woord regelmatig in haar mond heb horen nemen. Ik heb altijd gedacht dat het waers of kort geknupt betekende, maar volgens E maes inne taes (de Horster woordenlijst uit 1989) is iemand die kniens is gow giftig. Weer wat geleerd.

3.
Misschien vergis ik me, maar kan het zo zijn dat het iconische Horster wah – ook wel geschreven als – zo langzamerhand tot iets folkloristisch is verworden? Natuurlijk, oer-Horstenaren bezigen nog altijd de klassieker hojje wah. Maar daar staan hele volksstammen tegenover die wah achterwege laten en het houden bij hojje. Vreemd genoeg hoor je import-Horstenaren met Venrayse, Brabantse en soms zelfs Arabische roots dan weer wel hojje wah zeggen, ongetwijfeld in de hoop bij autochtone Horstenaren in een goed blaadje te komen staan.

2.
Het Horster dialect heeft zo z’n ondoorgrondelijkheden – althans voor mij. ’t Raegent daat ’t zekt, inderdaad. Maar waarom dan heej stiët te zeike en niet heej stiët te zekke? Door erover na te denken slaat trouwens wel de twijfel toe: is het zeknaat of zeiknaat?

1.
Ik heb het al vaker gezegd: hoe fantastisch de Horster woordenlijsten E maes inne taes en Zò bót ás en hiëp ook zijn, wat er aan ontbreekt is een deugdelijke betekenisverklaring van veel woorden en vooral uitdrukkingen. Nu denk ik toevallig te weten wat lang zök a hebbe betekent (namelijk langzaamaan doen, treuzelen), maar wat betekent – om maar eens een paar dwarsstraten uit beide woordenlijsten te noemen – ut is aal iën vothouwe, de zaak velt voêl, de foek is d’r oêt, as en ped op enne kloêt, iemes sneeje?

N.B. Ondanks alles blijft één ding als een paal boven water staan: roeteketoet keumt aaltied oet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten