Mild gekruid

zaterdag 9 juni 2018

Intermezzo – Grafkelder (2)

Eerst maar eens even iets rechtzetten: op 17 maart publiceerde dagblad De Limburger een interview met de Horster deken Alexander de Graaf Woutering over de Sint-Lambertuskerk.


Daarin kwam ook de grafkelder van de familie Van Wittenhorst ter sprake. Die grafkelder van de voormalige bewoners van kasteel Huis ter Horst ligt ergens onder de vloer van de huidige kerk. De deken werd in het artikel als volgt geciteerd: ‘De kelder is in 1924 al eens geopend. Daar zijn mondelinge getuigenissen van. Maar in archieven is niks aangetroffen.’ Een uitspraak die me bevreemdde, omdat ik dacht dat de deken wist dat de opgraving uit 1924 wel degelijk goed gedocumenteerd is. Op 2 april publiceerde ik er een stukje over (klik hier). Vanochtend sprak de deken me daarop aan. Hij zei nog net niet dat de documentatie over de opgraving uit 1924 al sinds jaar en dag op z’n nachtkastje ligt. Maar dat hij alle ins en outs van die documentatie kent, was me al snel duidelijk. In het interview had hij er diverse malen aan gerefereerd, alleen was dat blijkbaar niet doorgedrongen tot de betreffende journalist, die de deken vervolgens verkeerd citeerde. Waarvan akte. 


De deken was vanochtend overigens in opperbeste stemming. Hij ziet namelijk een al decennialang gekoesterde droom werkelijkheid worden: opgraving van de bewuste grafkelder van de familie Van Wittenhorst. Vandaag is de eerste concrete stap in die richting gezet.


Om te achterhalen waar de grafkelder zich bevindt, is het eerst noodzakelijk om de exacte locatie van de toren van de in 1944 verwoeste Sint-Lambertuskerk te bepalen. Daarvoor is archeologisch onderzoek nodig en dat is vanochtend onder leiding van archeoloog Xavier van Dijk van start gegaan. En wel in het huidige atrium, waar zich de fundamenten van de toren en van het allereerste oersteen kerkje bevinden. Die waren aan het einde van de ochtend nog niet aangetroffen. De oogst bestond op dat moment uit onder meer een kroonkurk, enkele eeuwenoude scherven


én het skelet van een kind, nauwelijks een halve meter onder de bestrating van het atrium. Een hoogst sensationele vondst? Nee: eeuwenlang bevond het kerkhof zich rondom de kerk en naarmate het kerkhof voller werd, kwamen de graven steeds dichter aan de oppervlakte te liggen.


Bij terugkomst aan het eind van de middag stonden de zaken er heel anders voor: op luttele meters van het skelet had Xavier inmiddels een deel van de fundering van de toren en het meer dan duizend jaar oude kerkje blootgelegd. En daar sta je dan, oog in oog met iets dat Horstenaren meer dan duizend jaar geleden hebben gebouwd – nauwelijks te bevatten.


Met wapperende soutane sloeg de deken het nog steeds allemaal gade. Zijn stemming was inmiddels tot euforische hoogten gestegen: volgende week worden de fundamenten verder blootgelegd en daarna ligt opgraving van de grafkelder in het verschiet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten