Mild gekruid

vrijdag 31 juli 2020

Intermezzo – Grensgang (2)

De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn gescheiden door een grens. Hoe ziet die er eigenlijk uit? Een wandeling in etappes op het breukvlak tussen Horst aan de Maas en Venray. Vandaag de tweede etappe (klik hier voor de eerste).

Of het na het passeren van de Midden Peelweg even saai blijft? Ja. Had ik dat kunnen weten? Ja. Natuurlijk. Eeuwenlang was dit het grote niets. De ondoordringbare Peel, geleidelijk overgaand in heidevelden zo ver het oog reikte. Onbewoond, onbebouwd, woeste gronden. Totdat ruim een eeuw geleden ineens kunstmest ten tonele verscheen. Kunstmest, het toverstokje dat alles veranderde. Waar voorheen ontginningen noodgedwongen slechts stukje bij beetje plaatsvonden, maakte kunstmest nu grootschalige ontginningen mogelijk. Onbebouwde grond maakte hectare voor hectare plaats voor bouwland. Onafzienbare leegte maakte plaats voor onafzienbare akkers. Kaarsrecht, fantasieloos.


Vanaf de Midden Peelweg vormt een sloot de grens. Kaarsrecht. Uiteraard. Grenssloot is de naam. Fantasieloos. Uiteraard. Op een stuw las ik een eet- en drinkpauze in. Mijn benen bungelend boven kristalhelder water. Geen waterplanten. Een goed teken? Of een levenloze sloot? De aanwezigheid van hele scholen vissen stemt licht optimistisch.


Verder maar weer. Rechts (Horst aan de Maas) steeds het gezelschap van een houtwal, links (Venray) akkers, akkers en nog eens akkers. Twee duttende eenden schrikken even hard van mij als ik van hen. Ik passeer de Lorbaan, een door Horst aan de Maas en Venray gedeelde straatnaam. ‘Lor’, een vod, een prul, niets. Of verwijst het naar het werkwoord ‘lorren’, dat smokkelen betekent? Wat werd hier dan in vredesnaam gesmokkeld? Niets, blijkt na thuiskomst: ‘lor’ refereert aan lorrie, lees ik in Van 16 naar America. Van 1914 tot 1927 lag hier een smalspoorbaan. Die begon op Venrays grondgebied en eindigde bij station America. Over het spoortje werden de voortbrengselen van de aanliggende agrarische bedrijven vervoerd naar het station en andersom kunstmest en zaaigoed. Dit gebeurde met behulp van een door paarden voortgetrokken lorrie.


Na de Lorbaan is de houtwal verdwenen, de akkers niet. De Grenssloot evenmin. Ik loop links, op de Venrayse oever. Na enkele honderden meters dreigt ineens een probleem. Een kleinere sloot die uitkomt in de Grenssloot. Hoe die te overbruggen? Te breed om te springen, sowieso is springen niet een van mijn sterkste punten. Omlopen dan maar? Nee. Als ik vlakbij ben, zie ik dat de nieuwe sloot en de Grenssloot van elkaar worden gescheiden door een smalle betonnen dam die naar een stuw leidt. Mooi!


Voldaan schrijd ik over de dam, me intussen afvragend of de dam louter dient ter verhoging van het wandelgemak of dat de scheiding van beide sloten ook functioneel is. Hoe het ook zij: pas voorbij de stuw vloeien het water van de Grenssloot en dat van de nieuwe sloot samen. Je zou er warempel ontroerd door raken.


Daarna weer saaiheid troef. In de verte doemt het Castenrays Broek op. En daarmee nieuwe hoop op minder eenvormigheid en meer afwisseling.

(Dit stukje verscheen woensdag in ingekorte vorm in Via Horst-Venray)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten