Mild gekruid

maandag 29 april 2013

Klein mysterie 442 – PGE

Je hoort er pas echt bij als je valt te reduceren tot een afkorting. Nooit gedacht, maar ook mij is nu deze eer te beurt gevallen. Geen AMA, geen BOM, geen WAG, geen ZMLK, geen ZMOK, geen GKL, zelfs geen GDL. Wat dan wel? Een PGE!

Teletekst, dinsdagavond 23 april 2013, pagina 101:
Politie houdt eenlingen in de gaten

De politie houdt met het oog op de inhuldiging op 30 april zo’n honderd mensen in de gaten, die als gevaarlijke eenlingen worden beschouwd. De politie hanteert een lijst van ‘potentieel gevaarlijke eenlingen’ (PGE’s), met voor het merendeel vrijgezelle, gefrustreerde mannen. Na de aanslag op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn is door de politie gewerkt aan de lijst. De man die in 2010 een waxinelichthouder naar de gouden koets gooide, is zo’n PGE. Hij zit vast. Sommige mensen op de lijst is te kennen gegeven dat ze in de gaten worden gehouden, melden bronnen aan de NOS.
Het valt niet te ontkennen, ik pas voor honderd procent in het profiel: man, vrijgezel en gefrustreerd. Ernstig gefrustreerd, zoals genoegzaam uit de wekelijks op Horst-sweet-Horst verschijnende stukjes mag blijken. Omdat ik me ook regelmatig badinerend dan wel kwetsend over (leden van) het koningshuis heb uitgelaten en bovendien al sinds m’n vroege jeugd een bekende van de politie ben, ben ik eigenlijk een PGE hors categorie. Of misschien wel een PEGE, een potentieel extreem gevaarlijke eenling. Klein smetje op m’n status is dat ik momenteel autoloos ben, nadat binnen een jaar m’n witte Toyota Corolla en blauwe Mazda 323 – wat me overigens autotypes lijken die bij het profiel van een PGE passen – de geest hadden gegeven. 
Mijn PGE-schap verklaart waarschijnlijk waarom de politie hier de laatste tijd zo vaak langzaam voorbij komt gereden, waarom ik sinds enige tijd steeds een klikje hoor als ik bel of gebeld word, waarom ik recentelijk zoveel mannen met gleufhoed, zonnebril en grijze regenjas, geleund tegen een lantaarnpaal quasionopvallend een krantje zie lezen, waarom ik word lastiggevallen als ik een foto maak van het straatnaambordje Willem Alexanderstraat
Wat me wel frustreert is dat me vooralsnog niet te kennen is gegeven dat ik in de gaten word gehouden. Ik bedoel: je mag dan voor jezelf wel weten dat je een PGE bent, het is nooit weg dat van officiële zijde bevestigd te zien. Maakt het ook gemakkelijker om me aan te sluiten bij de lotgenotencontactgroep. Vandaar dus hierbij de oproep aan de politie even contact met me op te nemen. Hoeft deze P(E)GE ook niet te gaan dreigen met het rood spuiten van alle naar het koningshuis verwijzende Horster straatnaambordjes.

Intermezzo – Willem Alexanderstraat, Horst, maandag 29 april 2013, tussen 16.15 en 16.30 uur

1 zandbak
0 tuinkabouters
23 lantaarnpalen
0 rinkelpijpen
33 grote putdeksels, verzonken in de weg
0 olifantenpaadjes
0 achteloos weggegooide snoeppapiertjes
2 bladkorven
0 wilde tuinen
29 kleine waterputdeksels, verzonken in het trottoir
0 passerende fietsers
5 elektriciteitskastjes
0 straatmuzikanten
0 mensen op straat
4 parkeerhavens met 9 parkeerplaatsen, waarvan 3 bezet
0 textielcontainers
36 woningen
0 gaspaaltjes
1 schommel
2 netloze doelen
1 picknickbank
1 ‘Hier niet’-bordje
3 geledigde groene keukenafvalbakjes (klein)
0 graffiti
3 bochtmarkeringspaaltjes
1 klimtoestel
0 architectonische waagstukjes
1 openbare afvalbak
0 buiten-de-potpissers
2 zitbanken
1 geledigde kliko
3 stenen waterleidingpaaltjes
48 straatkolken
0 verkeersborden
0 ‘Te koop’-bordjes
1 vrijstaande vlaggenmast
0 big bags
1 in de tuin werkende man
0 passerende auto’s
57 regendruppels
0 zwervers
5 bochten in de weg
1 bordes zonder toegangsdeur
0 kunstwerken in de openbare ruimte
1 straatnaambordje
0 opstaande voor stoepranten geschikte stoepranden
34 laanbomen
0 molshopen

(met excuses voor de onvolledigheid, maar ik voelde me na verloop van tijd zó geïntimideerd door alle spiedende blikken vanachter de gordijnen dat ik het verder wel goed vond zo)

Top 5 – Horster kroningsfeestontgoochelingen in 1948

Je hébt soms van die feestjes …
Op zaterdag 4 september 1948 deed koningin Wilhelmina afstand van de troon. Twee dagen later werd haar dochter Juliana ingehuldigd als nieuwe koningin. In het hele land was de troonswisseling aanleiding voor het organiseren van uitbundige festiviteiten. Zo ook in Horst, waar het lokale Oranjecomité een feestprogramma op touw zette dat enkele dagen duurde. Het klonk allemaal als een klok: ‘nationale liederen’ gezongen door schoolkinderen, een historische optocht met praalwagens, een voetbalwedstrijd, films voor de schoolgaande jeugd, een wielerronde, feeërieke verlichting van het gemeentehuis, een dansavond, optredens van mannenkoor en harmonie, verlichte en versierde straten en pleinen. Kom er vandaag de dag (of morgen) nog maar eens om. En toch krijg je bij het lezen van het verslag in De Echo van Noord-Limburg van 11 september 1948 (gereproduceerd in Oud Horst in het nieuws deel 7, p. 147) de indruk dat het paarlen voor de zwijnen waren. Mijn top 5 van Horster kroningsfeestontgoochelingen in 1948:

5. Ontgoocheling over het niveau van de optocht:

4. Ontgoocheling over de filmbelangstelling van de schoolvrije jeugd:

3. Ontgoocheling over de ietwat rijkelijke zegen van koning Pluvius:

2. Ontgoocheling over het gezeik over de toekenning van de prijzen voor de optocht:

 1. Ontgoocheling over de minachting voor het mannenkoor:

Ontgoocheling was er eveneens bij het gemeentebestuur, dat kon opdraaien voor een financiële strop van 402,09 gulden. En het kan niet anders of ook Juultje moet ontgoocheld zijn geweest over het gedrag van haar Horster onderdanen. Haar wraak liet slechts anderhalf jaar op zich wachten. Samen met Benno bracht ze op 25 april 1950 een bezoek aan Limburg. Ook Horst werd aangedaan en voor deze speciale gelegenheid gooide de vorstin het op een akkoordje met Boreas (zoek bijvoorbeeld hier maar eens op wie dat is).
Vanuit Sevenum zou het gezelschap om kwart over vijf in Horst arriveren. Het hele dorp was uitgelopen ter verwelkoming van het koninklijk paar. Maar wie zich om kwart over vijf ook in Horst vertoonde, geen Juultje en Benno. Pas tegen half zeven arriveerde de stoet. In de tussentijd had Boreas aan zijn verplichtingen voldaan en wachtend Horst gekweld met sneeuwbuien en bittere kou. Ooggetuigen verklaarden later dat de majesteit in haar vuistje lachte toen ze Horst werd binnengereden.

Top 5 – Horster Oranje-etalages

Horst en de Oranjes, dat is al zoiets. Hoe het in America, Broekhuizen, Grubbenvorst, Lottum of Sevenum is weet ik niet, maar in Horst zelf heb ik van Oranjekoorts nooit veel kunnen bespeuren. Zal wel karakterologisch bepaald zijn. Niet snel gek te maken, die Horstenaar, zo constateerde het Dagblad voor Noord-Limburg al op 24 november 1950: ‘Hij is vergeleken bij de buren waarmee hij zich het liefste vergelijkt, de Venraijers en de Serummers, opvallend gelijkmoedig van aard. Hij loopt niet gauw warm voor iets, maar is ook niet licht uit zijn evenwicht te brengen. Deze typische onverstoorbaarheid openbaart zich zelfs op het gebied van de sport, waar toch zo vaak een zeker fanatisme opgeld doet. Dit flegma heeft zijn schaduwkanten. Het leidt er soms toe, dat men minder bereikt dan wel mogelijk zou zijn, maar anderzijds heeft het ook zijn voordelen: door de mindere hartstochtelijkheid blijven ook vele tegenstellingen achterwege.’ Doorgaans ben ik allergisch voor beschouwingen over ‘de volksaard’. Toch moet ik toegeven dat deze karakterschets veel herkenbaars bevat.
Openbaart ‘deze typische onverstoorbaarheid’ zich behalve op sportgebied ook in winkeletalages? Met kroningsdag in aantocht nam Horst-sweet-Horst de proef op de som en onderwierp de Horster winkeletalages aan een inspectie. En het moet gezegd: daar fleur je als overtuigd antimonarchist dan toch weer behoorlijk van op. Troonswisseling? Het merendeel van de Horster middenstanders lijkt er niet koud of warm van te worden en heeft niet de moeite genomen de etalage-inrichting aan te passen. En van degenen die dit wel hebben gedaan, gaat slechts een enkeling vol op het orgel. Het vizier lijkt al helemaal gericht op Moederdag en (daar word je als overtuigd antimoederdagist dan toch weer een stuk minder vrolijk van).  
Graag zou ik in het geringe aantal Oranje-etalages een antiorangistisch statement van de Horster middenstand lezen. De werkelijkheid is ongetwijfeld een stuk banaler: de Horster middenstander kent zijn pappenheimers (‘Hij loopt niet gauw warm voor iets’). Middenstanders zijn natuurlijk ook geen middenstander geworden voor het maken van statements maar voor het maken van geldelijk gewin - geef ze eens ongelijk.

Dit gezegd hebbende, hierbij toch mijn moeizaam tot stand gekomen top 5 van Horster Oranje-etalages:  

5. Marskramer, Kerkstraat:
De perfecte visualisatie van het begrip ‘een verplicht nummer’. 

4. Sproetje Kinderkleding, Kerkstraat:
Is het nu toeval dat die jongen behalve een oranje shirt ook een jack en een broek draagt waarin met enige fantasie de kleuren van de Nederlandse vlag te herkennen vallen? Een vraag die mutatis mutandis bij nog veel meer etalages valt te stellen.

3. ’t Winkeltje, Herstraat: 
De meest oranje aller Horster Oranje-etalages. Maar vergis ik me of is die etalage altijd oranje? Wel een prachtige foto van Emma, Juliana, Hendrik en Wilhelmina:

2. Cadeaushop Seuren, Veemarkt:
Heeft er ongetwijfeld het meeste werk van gemaakt, met onder meer een pracht kroon:

1. De Greef Textiel, Meterikseweg:
Ondanks alle mogelijke waardering voor de inspanningen van cadeaushop Seuren is dit süβe tafereeltje de onbetwiste nummer 1.

maandag 22 april 2013

Top 5 – Alternatieven voor de worst-stok-babbelmethode

Vorige week dinsdag was er voor de gemeenteraad een themabijeenkomst belegd over duurzaamheid. Volgens de aankondiging op de gemeentelijke website zouden er video-opnamen van worden gemaakt. Zal best, alleen kan ik ze niet terugvinden op de website. Tot overmaat van ramp hebben de lokale en regionale media bij mijn weten ook niet over de bijeenkomst bericht. Gelukkig hebben we Twitter nog. Via diverse accounts (klik bijvoorbeeld hier, hier en hier) is doorgesijpeld dat een inspirerende bijdrage werd geleverd door Pepik Henneman, directeur en oprichter van Meneer de Leeuw, ‘werkplaats voor innovatie en maatschappelijke verandering’.
Op advies van Pepik gaat de gemeente Horst aan de Maas een nieuwe methode toepassen om tot duurzaamheid te komen: de worst-stok-babbelmethode. Néé, nou niet allemaal meteen beginnen te lachen. En néé, dit verzin ik niet ter plekke. Op verzoek heeft wethouder Birgit op de Laak – in een tweet – zelfs keurig verwoord waar de worst-stok-babbelmethode voor staat: ‘Worst voorhouden (Whats in it for me) Stok: achter de deur (maatregel) Babbelen: in gesprek komen leidt tot co-creatie!’
De wethouder betitelt de worst-stok-babbelmethode als geniaal. Het spijt me voor haar, maar de wethouder loopt dan toch wat achter op de feiten: de worst-stok-babbelmethode was tot voor kort inderdaad leidend op duurzaamheidsgebied. De ontwikkelingen op dit terrein gaan echter razendsnel, waardoor er intussen veel effectievere, goedkopere en vooral duurzamere toepassingen voorhanden zijn. Mijn top 5 van alternatieven voor de worst-stok-babbelmethode:
5. de krent-hengel-blaasmethode: krent (currant in the pudding); hengel (middel); blazen: een luchtstroom veroorzaken leidt tot synergetische flow!

4. de lucifer-vulpotlood-pepmethode: lucifer (walking fire); vulpotlood (feedback); peppen: gezamenlijk peptalken leidt tot out of the box denken!

3. de vlieger-kurkentrekker-zwaaimethode: vlieger (kite goes up); kurkentrekker (stimulans); zwaaien: groeten door je arm op te steken en heen en weer te bewegen leidt tot name-dropping!

2. de goudrenet-emmer-gorgelmethode: goudrenet (apple a day); emmer (impuls); gorgelen: de keel spoelen leidt tot mindmappen!  

1. de gevarendriehoek-brilpoetsdoekje-trapmethode: de gevarendriehoek (watch out); brilpoetsdoekje (doorzicht); trappen: een harde stoot met je voet geven leidt tot doorpakken!

Intermezzo – Horst, tussen de Aldi en de bieb

Voor mij was het altijd een van de saaiste stukjes Horst.
Sanseveria’s tieren er nog welig, al zijn ook hier de tot op de millimeter gecentreerde duodecoraties (meestal vazen, soms vogelachtigen) op de vensterbank in opkomst. Perzische tapijtjes hebben er nog niet aan populariteit ingeboet en vanachter de gesloten vitrages heb je een riant uitzicht op de versteende voortuintjes. Als het donker is gaan de rolluiken er naar beneden: criminelen zijn er nog nooit gesignaleerd, toch kun je ze maar beter voor zijn.
De geur van vers gezette koffie is er nergens ver weg. Douwe Egberts roodmerk snelfiltermaling. De enkeling hier die gevallen is voor de geneugten van de latte macchiato houdt dat angstvallig verborgen voor de buren. Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg, weet je wel? Feyenoord is er dan ook de favoriete voetbalclub en iedereen heeft er een hekel aan Ajax. Voor de deuren staan wat ooit sportieve middenklassers werden genoemd. En je denkt toch niet dat het toevallig is dat de Aldi zich juist hier heeft gevestigd?
Toen er enkele jaren geleden ineens een tot zandbak omgetoverde boot in een tuin verscheen, dreigde mijn beeld van dit stukje Horst in gruzelementen te vallen. En al helemaal toen bleek dat de bewoners van de bij de tuin behorende woning hun binnenmuren in de meest exotische kleuren hadden beschilderd. Gelukkig is intussen alles er weer aangeharkt. Dissonant weggemasseerd, aura van gewoonheid in volle glorie weergekeerd, mijn beeld niet in gruzelementen.
Maar sinds een paar dagen leef ik in het pijnlijke besef dat ik het gebied tussen Aldi en Librije (want daarover hebben we het hier) altijd grotelijks tekort heb gedaan. Wat ik voor saai en gewoontjes aanzag, is in werkelijkheid een stukje Horst waar de vitaliteit, energie, creativiteit en ondernemingsgeest vanaf druipen.
Ik ben tot dit inzicht gekomen dankzij een trouwe lezeres. Zij wees me op een stukje op het weblog met de enigszins verhullende naam Junkiegelul. Het stukje heeft de niets verhullende titel Horst, tussen de Aldi en de bieb. ‘Hilarisch’, noemde iemand het – ik zou het niet beter kunnen omschrijven. Léés het en u beziet Horst tussen Aldi en de bieb voor eeuwig met een andere blik. Het is dat ik geen Facebooker ben, anders zou ik de speciaal aangemaakte Facebookpagina meteen liken. Maar u mag dat namens mij uiteraard ook doen, opdat Horst, tussen de Aldi en de bieb de waardering krijgt die het verdient.

Actualisatie – Frietkot

Vreemd genoeg lijkt het erop alsof Catweazle nog nooit is voorbijgekomen op Horst-sweet-Horst. Terwijl de elfde-eeuwse tovenaar die op het Engelse platteland van de jaren zestig van de vorige eeuw verzeild raakte toch een van mijn jeugdhelden is.
De serie werd hier uitgezonden in het begin van de jaren zeventig. Op zondagavond, vóór Studio Sport (zeg ik zonder het te hebben opgezocht). With hindsight vraag ik me af of ik er destijds ook maar iets van heb begrepen. Ik denk dat ik ’m vooral intrigerend vond, die Catweazle, met z’n akelige pad Touchwood, z’n toverspreuken en z’n rare manier van doen. Dat Catweazle vooral ook om te lachen is (‘typisch Engelse humor’ schijn je dan te moeten zeggen), drong pas tot me door toen ik enkele jaren geleden de zes dvd’s met alle 26 afleveringen aanschafte. 656 minuten genieten!
Van Catweazle naar Melderslo is slechts een klein stapje, zo blijkt uit de digitale nieuwsbrief van maart van Stichting Geschiedenis Melderslo (klik hier, kies vervolgens in het menu links voor ‘Nieuwsbrief’, klik dan op ‘Nieuwsbrief gemist?’ en klik ten slotte op ‘Maart 2013’). De nieuwsbrief is gewijd aan Jan Thielen, alias Friet Jan, vanaf het einde van de jaren vijftig tot 1976 exploitant van het plaatselijke frietkot. Hij herinnert zich: We kwamen begin jaren 70 eens laat thuis van een bruiloft. Ik had nog honger en sneed een gehaktbal in schijven, schoof er gesneden uienringen tussen en spieste alles aan elkaar met een dun stokje dat ik uit een naburige heg had gehaald. Ik noemde deze snack Catweazle, naar een populaire serie die destijds op TV was. Later ben ik dit maar gewoon een gehaktbal speciaal gaan noemen. Maar deze nu zo bekende snack is dus mijn idee!’ Smullen!  
Ook afgezien van Catweazle is deze nieuwsbrief het lezen meer dan waard. Friet Jan geeft antwoord op vragen als hoe het assortiment er in de jaren zestig uitzag (friet, knak en rolmops), hoe je in de jaren zeventig illegaal stroom kon aftappen (door met klimspoane in elektriciteitspalen te klimmen) en waar wethouders in het pre-Twittertijdperk politiek bedreven (in het café).
De nieuwsbrief leert ons verder dat het Melderslose frietkot in z’n huidige vorm omstreeks veertig jaar oud is. Ruim twee jaar geleden bracht ik al eens een eerbetoon aan het toen nog ’t Tömpke geheten Melderslose frietkot. De nieuwsbrief sterkt me alleen maar in m’n destijds ook al uitgesproken overtuiging dat het ten koste van alles behouden moet blijven. Zelfs de nieuwe naam – Friture Smulparadijs – kan daaraan niets veranderen.

Klein mysterie 441 – Niet poepen (4)

Hondenpoepfrustratiebordjes. Altijd weer fijn om mee bezig te zijn. Vooral omdat er telkens weer uit blijkt dat het met dat vermeende gebrek aan creativiteit in deze contreien wel meevalt. Het heeft er zelfs alle schijn van dat de dampende bolussen van onze trouwe viervoeters het beste in de Horstenaar naar boven weten te brengen. Klik voor de aardigheid in het menu links maar eens op het label ‘Hondenpoep’ en de onnavolgbare staaltjes huisvlijt vliegen u om de oren.

Dankzij Peter Janssen heb ik de afgelopen weken weer enkele antihondenpoepuitingen aan mijn almaar uitdijende collectie toe kunnen voegen. De eerste, door Peter aangetroffen in de Doenssenstraat in America, getuigt overigens niet zozeer van de creativiteit van de plaatser als wel van die van Peter. Hij mailde me deze foto
en liet die vergezeld gaan van de woorden: ‘De veelzeggende tekst die er op staat zou je kunnen scharen onder het kopje Kort Americaans.’ Meesterlijk!

Gaan we over naar de nummer 1 van mijn top 5 van mooie Horster straatnamen: de Mevrouwsbosweg. Daar kwam Peter op diverse bomen dit briefje tegen:
Een geweldige vondst, ware het niet dat diepgaand onderzoek van auteur dezes uit 2009 heeft aangetoond dat het hier een waarschijnlijk van oorsprong Belgische slogan betreft die in België en Nederland vrij algemene verspreiding heeft gevonden. 
Op zoek naar meer antihondenpoepuitingen ter plekke trof ik zelf nog deze twee aan een hek bij een dierenweide bevestigde bordjes aan:
Als je een hond in opperste staat van verwarring wilt brengen, moet je het zo doen. Mag Fikkie hier nu een hoop doen of niet? Het bovenste bordje laat aan duidelijkheid niets te wensen over, maar neem het Fikkie maar eens kwalijk als hij het onderste interpreteert als een expliciete uitnodiging hier een stukje aan zijn bruine trui te breien. Dan is men aan de Dwarsweg toch een stuk duidelijker (opnieuw een prachtige ontdekking van Peter):
Fijn is ook dat men hier, getuige het ontbreken van pictogrammen, niet twijfelt aan het intelligentieniveau van Fikkie. Voetstoots gaat men er vanuit dat hij de kunst van het lezen machtig is. Nu maar hopen dat hij geen aanstoot neemt aan het ontbreken van een n, anders zul je zien dat hij hier eerstdaags toch een bruinvis lanceert. 

vrijdag 19 april 2013

Actualisatie – Handdoeken

Zo af en toe lost een klein mysterie zich vanzelf op. Klein mysterie 435 is daar een mooi voorbeeld van.
Laatst bezocht PvdA-voorzitter Hans Spekman Grubbenvorst. Ik schreef daarna in klein mysterie 435 dat het net leek alsof er in de dertig jaar oude, ooit vuurrode maar inmiddels geheel verbleekte PvdA-handdoeken waarmee ik me wel eens afdroog, weer een beetje rood te ontdekken viel. ‘Gezichtsbedrog?’, zo vroeg ik me af.
Gisteren de hele dag het Tweede Kamerdebat over de zaak Dolmatov gevolgd. Terwijl ik in de verte een haan driemaal hoorde kraaien, droogde ik na afloop van het debat, het zal tegen half twaalf zijn geweest, na een wasbeurt mijn handen af. Met een PvdA-handdoek. Zelfs in de verste verte viel er geen spatje rood in te herkennen. Hoe had ik me laatst toch zo kunnen vergissen? Was dus gewoon gezichtsbedrog geweest. Mogelijk vermengd met een vleugje wens die vader van de gedachte was.
Toen ik de handdoek nog eens aan een nadere inspectie onderwierp, bleek dat ie niet alleen totaal verschoten was, maar ook tot op de draad versleten. En als ik eerlijk ben droogt ie al jaren niet meer. Binnenkort gaat ie bij het restafval. Met pijn in het hart, dat wel. Klein mysterie 435 verplaats ik van de onopgeloste naar de opgeloste mysteries.

Na publicatie van klein mysterie 435 twitterde de PvdA Horst aan de Maas: ‘Leestip! De bijdrage van Horst Sweet Horst over het bezoek van @hansspekman aan Horst aan de Maas!’ Die tweet werd ook nog eens geretweet door Roy Bouten. Benieuwd of dit stukje eenzelfde behandeling ten deel zal vallen. 

maandag 15 april 2013

Intermezzo – Don Leon

In de week waarin Margaret Thatcher het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, nam Leon Litjens afscheid als wethouder van de gemeente Horst aan de Maas. Allebei worden ze dezer dagen neergezet als ‘krachtige bestuurders’, recht door zee en gezegend met moed, ondernemersmentaliteit, humor en zelfspot. Meest in het oog springende verschil tussen beiden is dat de IJzeren Dame pas na haar overlijden heilig werd verklaard, terwijl Don Leon dit al bij leven en welzijn overkomt.
Regisseur Werner Herzog maakte ooit een fascinerende documentaire over zijn samenwerking met acteur Klaus Kinski (onder meer voor Aguirre, een van de beste films aller tijden). Ze heet Mein liebster Feind. Die titel verwoordt perfect de verhouding tussen Herzog en Kinski: ‘Ondanks alles mag ik hem wel.’
Leon Litjens als Feind betitelen is wel het laatste wat ik zou willen doen. Om bij het Duits te blijven: Reizfigur lijkt me adequater. Eine Reizfigur roept negatieve emoties op, iemand aan wie je je ergert. En geërgerd heb ik me aan Leon, tal van Horst-sweet-Horst-stukjes vormen daarvan het levend bewijs. Maar ondanks het Nieuw Gemengd Bedrijf, ondanks al het Floriadegedoe, ondanks z’n parkeerplaatsenfetisjisme, ondanks z’n agrofilie, ondanks de mislukte komst van allerlei hippische centra, ondanks z’n voorliefde voor het begrip spin-off, ondanks de ontglazing die de verstening niet voorkwam, ondanks z’n vergeefse strijd tegen reclameborden in Horst-centrum,
en ondanks nog een hele hoop andere dingen, heb ik toch nooit een hekel aan Leon kunnen krijgen. Waarom niet? Ik denk eerst en vooral omdat ik altijd de indruk had dat hij, in tegenstelling tot vele anderen, niet in het minst van zijn partij, met open vizier streed. Mijn aangeboren naïveteit zal me bij deze indruk wel weer in de weg zitten, maar dat zij dan maar zo. 
Wat me eveneens wel voor hem innam, was dat hij z’n emoties lang niet altijd onder controle had. Hij maakte van z’n hart geen moordkuil, niet op Twitter, niet in reacties op Horst-sweet-Horst en niet tijdens gemeenteraadsvergaderingen. Horst-sweet-Horst is hem daarvoor eeuwig dankbaar. 
Wat ik ten slotte ook in hem waardeer is dat hij alles wat hij op Horst-sweet-Horst moest ondergaan (en wat hij – daarvan ben ik overtuigd – vaak als een van de eersten las) nooit persoonlijk heeft opgevat. Ik kan er niet voor instaan dat, als het andersom was geweest, mij hetzelfde was gelukt. 
Vanwege dit alles ken ik Don Leon hierbij graag de eretitel meine liebste Reizfigur toe. En voor alle duidelijkheid: dat is écht een eretitel, dat Hegelsomse Tweede Kamerlid van dezelfde partij zal bijvoorbeeld nog heel wat goede daden moeten verrichten om er ooit voor in aanmerking te komen.
Zo, die complimenten zijn uitgedeeld. Nu weer naar de realiteit. En die is dat Leon me ook in zijn laatste werkweek weer hevig teleur wist te stellen. Ik was er namelijk rotsvast van overtuigd dat hij als een soort van afscheidscadeautje nu dan eindelijk zou gaan onthullen welk in de Tweede Wereldoorlog vernietigd cultuurhistorisch monument in Horst aan de Maas zo nodig moet worden herontwikkeld. Dit stokpaardje dook bij mijn weten voor het eerst in 2009 op en bleef daarna met onregelmatige tussenpozen terugkeren. Horst-sweet-Horst wéét dat het om kasteel Broekhuizen gaat, maar de voormalig wethouder heeft dit nooit willen bevestigen. En dus ook in zijn laatste werkweek niet. Wil hij de primeur misschien bewaren voor de lezers van Horst-sweet-Horst? Bijdragen voor de rubriek ‘Ingezonden’, ook van ex-wethouders, zijn en blijven te allen tijde van harte welkom ...

Intermezzo – Jachthut (23)

Behalve een kater heb ik aan VVV-PEC Zwolle van vrijdag ook een jachthut overgehouden.
Dat zit zo: sinds een maand of drie ben ik vrijwillig autoloos. Niet zo zeer uit principe, meer omdat ik gewoon het gezeik moe was met die geld en brandstof slurpende dingen die ook nog eens om de haverklap kapot zijn. Dat betekent wel dat ik meer dan voorheen ben aangewezen op de benenwagen en op het stalen dan wel ijzeren ros.
Begaf ik me in de tijden van weleer met mijn bolide naar De Koel, sinds januari fiets ik naar station Horst-Sevenum, spoor ik naar station Venlo en loop ik naar het stadion. Kost wat extra tijd, maar maakt het beleven van een voetbalwedstrijd tevens veel meer tot een gedeelde ervaring. En dat is ook wat waard: vóór de wedstrijd de bijna tastbare verwachting in de steeds breder wordende stroom van believers die zich richting stadion haasten; na de wedstrijd een zich geleidelijk verdunnende stroom van gedesillusioneerden die hun frustratie en woede vooral uiten in heerlijk cynisme. Wat maakt dat je je uiteindelijk zelfs bij zo’n baggerwedstrijd als VVV-PEC Zwolle kunt neerleggen. Laat die Hai Berden samen met Regio Venlo maar lekker blijven dromen van hun eventcenter in het Ibiza aan de Maas, wij vermaken ons voorlopig nog wel even met dat geklooi in De Koel.
Maar nu die jachthut. Gezeten in de trein richting Venlo ontwaarde ik vrijdag enkele honderden meters voorbij de spoorwegovergang aan de Grubbenvorsterweg in Sevenum ter linkerzijde een heuse jachthut. Dan kun je overgaan tot de orde van de dag of je kunt er werk van maken. Als verzamelaar van jachthutten was ik veroordeeld tot die tweede mogelijkheid, zeker nu her en der een roep tot een verbod op de plezierjacht (het woord alleen al) begint te weerklinken en jachthutten daarmee nog overbodiger zouden worden dan ze nu al zijn.
Hoewel ik de locatie van de hut dus kende, bleek het nog een hels karwei er te komen. Onder meer een gevolg van de verdomde Greenportlane,
die overbodige weg waar Ger Driessen ons mee heeft opgezadeld en die de bestaande infrastructuur in dit gebied aan gort heeft geholpen. Enfin, na wat halsbrekende toeren kon ik toch weer een jachthut bijschrijven op m’n lijstje.
Veel bijzonders valt er verder niet over te vertellen: geen luxe, geen leren bekleding, geen opmerkelijke stoel, geen onneembare ladder. Overduidelijk een jachthut van het eenvoudige, functionele soort, puur gericht op datgene waar de jager zo goed in is: het neerknallen van weerloze dieren.
O ja, misschien toch nog een aardigheidje: de hut staat niet alleen (bijna) langs de spoorlijn en de Greenportlane, maar ook langs de Gekkengraaf.