Mild gekruid

dinsdag 30 augustus 2016

Ingezonden – Lekkere pannenkoeken!

En ineens regent het ingezonden bijdragen. Nu weer van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst):

Lekkere pannenkoeken!

De pannenkoeken van de Horster Kasteelboerderij zijn met afstand de lekkerste van het noordelijk halfrond. Op het zuidelijk halfrond schijnen dat de pancakes van Chitimba Camp in Malawi te zijn.
Dat laatste kan ik gezien de afstand niet zomaar controleren, maar feit is dat de Horster exemplaren bijzonder bruin gebakken zijn. Onwerkelijk bruin.

Alom wordt door de Horster bevolking de nieuwe uitbater van de Kasteelboerderij geprezen vanwege zijn slagvaardige voortvarendheid bij de ombouw van een monument zonder waarde naar een onbetaalbaar restaurant van hoog niveau. In alles zie je de beloofde investering van zes ton (en meer) terug: het schitterende voegwerk, het nieuwe dak en de sublieme inrichting. De onder architectuur ontworpen tuin. Maar vooral het prachtige, immer geopende en altijd volle, terras heeft mijn hart gestolen. Maar het aller- aller- en allermooiste: je ziet in al dat fraais het open karakter van de verkoop terug.

Jan Duijf, Kloosterstraat Horst

maandag 29 augustus 2016

Intermezzo – Meterik, gemeente Horst

In Meterik begint de victorie! Begin deze maand geschreven voor 1HorstaandeMaas (klik ook hier):
Wat ook een onzalig besluit is geweest, is het besluit om de gemeente Horst aan de Maas Horst aan de Maas te noemen. Er zijn tal van redenen waarom de gemeente Horst aan de Maas nooit Horst aan de Maas had mogen heten. Met afstand de belangrijkste is dat er geen, ook maar enigszins aanvaardbare benaming valt te bedenken voor een inwoner van deze gemeente. Horst aan de Maasenaar, Horst aan de Maaser, Horstenaar aan de Maas, Horster aan de Maas: stuk voor stuk te triest voor woorden. En dan hebben we het nog niet eens over de benaming voor een vrouwelijke inwoner van de gemeente.
Wie zichzelf geen problemen op z’n hals wil halen, neemt zijn toevlucht tot het risicoloze ‘inwoner van Horst aan de Maas’. Mensen van het meer provocerende soort noemen een inwoner van Horst aan de Maas een Horstenaar. Met als onvermijdelijk gevolg een opstand der horden: Sevenumers, Americanen, Swolgenaren, Lottumers, Meterikers en al die anderen voelen zich ernstig in hun kuif gepikt wanneer ze als Horstenaar worden aangeduid. Misschien nog wel terecht ook.
Hoe de opstandige horden te beteugelen? Hoe te komen tot een enigszins aanvaardbare benaming voor een inwoner van de gemeente? Doodsimpel: verander de naam van de gemeente Horst aan de Maas in ‘Horst’ en in een oogwenk is van enig probleem geen sprake meer.
Tot mijn onuitsprekelijke genoegen zag ik deze week dat mijn oproep veel sneller dan gedacht al een heel klein beetje effect lijkt te hebben (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
In Meterik begint de victorie!
Dat die andere vijftien kernen maar snel mogen volgen!

Ingezonden – Zachte heelmeesters, stinkende wonden (2)

Twee weken geleden publiceerde ik een stukje over mijn zoektocht naar illegale containervelden aan de Midden Peelweg (klik hier). Afgelopen woensdag reageerde Andries Brantsma daarop met een ingezonden bijdrage (klik hier). Hij riep daarin de pers op ‘eens wat dieper de houtwallen in te duiken’. Daan de Hulster van De Limburger liet er geen gras over groeien en publiceerde in de krant van vrijdag een artikel over de containervelden (lees hier een ingekorte versie). Dat verleidde Andries Brantsma op zijn beurt weer tot deze nieuwe ingezonden bijdrage:
Zachte heelmeesters, stinkende wonden (2)

Steun van gemeente Horst aan de Maas voor illegale containervelden aan de Midden Peelweg

Reacties op het eerste stuk: één rechtstreeks, opmerkingen op Facebook en een artikel in De Limburger met door de gemeente aangeleverde gegevens. Prima. De aanhef van het artikel in De Limburger had uit een raadsinformatiebrief van de gemeente kunnen komen: ‘De gemeente Horst aan de Maas komt in actie tegen de containervelden van een bedrijf in America. Als je het artikel leest kun je zien, zeker als bekend is hoe normaal door de gemeente wordt gereageerd, dat de aanhef ‘Horst aan de Maas geeft alle ruimte aan ondernemer om door te gaan met zijn overtredingen’ dichter bij de waarheid had gelegen.

Een volgens het artikel in het bestemmingsplan expliciet verbod op het aanleggen van deze voorzieningen in laag gelegen open landschap wordt door de gemeente aan de kant geschoven, een meer voorkomende praktijk in Horst aan de Maas. Al in 2015 zijn illegale velden aangelegd en de gemeente heeft dat laten lopen. Het mag worden aangenomen dat de ondernemer, zo klein is hij nu ook weer niet, best wist dat hij de velden overeenkomstig het bestemmingsplan niet mocht aanleggen. Dat lijkt dus op het schenden van vertrouwen. Als je dat weet en je moet via een dwangsom na een jaar gedwongen worden om in ieder geval niet verder uit te breiden, dan lijkt dat op herhaling van het schenden van vertrouwen. Toch laat de gemeente de illegale velden gewoon liggen (hoeveel was er alweer bijgelegd?). Wat de ondernemer doet is gebruikmaken van de houding van de gemeente, wat de gemeente doet is dat klimaat door deze houding uitlokken.

De rit ging dus niet van Groningen naar Vlissingen, maar de overheid reed al vanaf Bremen achter hem aan, hopende dat het niet gemerkt zou worden tot de wet aangepast was en er 195 kilometer per uur gereden zou mogen worden (zie vorig artikel).

Vertrouwen wordt tot tweemaal toe geschonden. De gemeente voert niet zijn plicht uit om handhavend op te treden (2015). Actie volgt pas als er klachten van buiten komen en dan op de gebruikelijke wijze heel zwak.

De vraag waar ik het antwoord niet op ken, is of hier gezien het grote economisch voordeel van deze overtredingen niet sprake is van een economisch delict, wat door de overheid in stand wordt gehouden. Een goed papieren beleid wordt door de verantwoordelijke bewindspersoon op een treurige manier vormgegeven.

Bij elkaar genoeg onderwerpen om door de journalistiek eens verder uitgezocht te worden, voordat er zwartboeken over deze materie worden geschreven. Materiaal voor de eerste paar hoofdstukken zijn nu al wel voorhanden. Ik vertrouw erop dat de journalistiek hier op zal duiken.

Andries Brantsma

zondag 28 augustus 2016

Klein mysterie 714 – Loslopende schapen

Vanochtend, omstreeks half twaalf.

Heb ik weer. Rondje fietsen, staan er op de kruising Blaktdijk-Hoogbroek (in het grensgebied tussen Sevenum en Kronenberg) ineens vier schapen doodgemoedereerd uit een plas water te drinken.
In de verre omtrek geen mens te bekennen. Doorfietsen en doen alsof mijn neus bloedt? Verleidelijk maar onverantwoord, weet ik als ervaringsdeskundige op het gebied van het aanrijden van loslopende schapen.

Wacht, daar komt in de verte een tractor aanrijden. Ongetwijfeld de schapenboer.
Niet dus. De tractorbestuurder kijkt nadrukkelijk de andere kant op en rijdt door.

Wat te doen? Dierenpolitie bellen? Bestaat die nog?

Dan stopt een rode auto. Een man stapt uit.
Hij: ‘Zullen we de schapen die wei indrijven?’
Ik: ‘Zouden ze daar wel in thuishoren? Zo’n grote wei voor vier schapen?’
Hij: ‘Misschien niet, maar dan zijn ze tenminste van de weg af. En wat anders?’
Ik: ‘Klopt, is waarschijnlijk inderdaad het beste dat we kunnen doen.’

Met behulp van zijn kinderen drijven we de schapen de aanpalende wei in. Met behulp van zijn kinderen sluit hij de wei provisorisch af (mijn notoire onhandigheid verhindert me daaraan een bijdrage te leveren).

Ik: ‘Zullen ze niet opnieuw ontsnappen?’
Hij: ‘Nee hoor, ik heb zelf schapen, dus ik weet een beetje hoe het werkt.’
De schapen verwijderen zich al snel een meter of twintig van de provisorische afsluiting. Nadat we tevreden hebben vastgesteld dat we vandaag alvast één goede daad hebben verricht, rijden de man en zijn kinderen weg. Opgelucht spring ik zelf ook weer op mijn fiets.

Na honderd meter kijk ik nog een keer om. De schapen staan bij de provisorische afsluiting.
Shit. Terug. Omdat ze niet de indruk wekken te willen ontsnappen, vervolg ik mijn fietsrondje. Toch niet helemaal zeker van m’n zaak neem ik een kwartiertje later nogmaals poolshoogte. Schapen midden in de wei. Voldaan fiets ik huiswaarts.
Thuis knaagt er iets. Toch niet echt absoluut helemaal zeker van m’n zaak fiets ik anderhalf uur later weer terug naar de Blaktdijk.

Provisorische weiafsluiting naar de filistijnen, geen schaap meer te zien.
Zelfverwijt steekt onmiddellijk de kop op. Waarom heb ik de politie niet gebeld? Waarom ben ik zo stom geweest de man met de rode auto te geloven toen hij zei dat de provisorische afsluiting afdoende was? Mijn gemoedstoestand wordt er niet beter op als in de verte het geluid van een sirene klinkt. Het zal toch niet?

In de hoop de schapen tegen het lijf te lopen kam ik de omgeving af. IJdele hoop. Gedeprimeerd keer ik terug naar huis. Onderweg zie ik in een deugdelijk omheinde wei aan de Tichelweg, omstreeks vijfhonderd meter van de kruising Blaktdijk-Hoogbroek, vier schapen uitgeteld onder een wilgenstruik liggen.
Vier? Vier! 

Met vallen en opstaan weet ik ze tot op een meter te benaderen. Ik maak foto’s van de nummers op hun oormerken en fiets vervolgens snel naar huis om de nummers daar te vergelijken met de nummers op de eerder op de kruising Blaktdijk-Hoogbroek gefotografeerde oormerken. 

Zijn die vermaledijde oormerken toch nog ergens goed voor? Jawel hoor: de nummers zijn identiek. Zucht van verlichting.
Wat me interesseert: hoe zijn de schapen weer in hun thuiswei beland? Iemand die het weet?

woensdag 24 augustus 2016

Ingezonden – Zachte heelmeesters, stinkende wonden (1)

Horst-sweet-Horst ontving een ingezonden bijdrage van Andries Brantsma. Hij reageert op het Horst-sweet-Horst-stukje over illegale containervelden aan de Midden Peelweg (klik hier).
Zachte heelmeesters, stinkende wonden

Horst-sweet-Horst meldde kortgeleden een collegebesluit betreffende handhaving bij illegale containervelden. Dat besluit laat goed zien dat de geest van het beschreven beleid volgens het college helemaal niet gevolgd hoeft te worden.

De basis is …vertrouwen. En als dat beschaamd wordt…?

Stel u voor:
1. Een eenvoudige jongen rijdt op zijn brommer zonder erg circa 45 kilometer per uur buiten de bebouwde kom. Iemand roept: ‘Hij rijdt te hard’ en hij wordt aangehouden. Resultaat: ‘Je levert nu je brommer in, of je tekent een verklaring dat je vanaf nu nooit meer te hard rijdt en je betaalt een boete en misschien extra omdat je niet zelf hebt gemeld dat je te hard reed.’ Jongen uiteraard helemaal van streek.

Stel u voor:
2. Een zware BMW rijdt van Groningen naar Vlissingen. Bij Assen wordt hij aangehouden. Snelheid 195 kilometer per uur. De voorname man geeft toe dat hij haast had en bewust te hard reed. De agent overlegt even met zijn bazen (inbeslagname van de auto of ???). Besluit: ‘Tot Vlissingen mag u nog 195 kilometer per uur rijden, maar absoluut niet harder, want anders gaan we een boete innen.’

‘Dat is belachelijk, dat kan niet waar zijn’, zult u denken.

Dat kan wel waar zijn!!!!!!!!! Die werkwijze is precies zoals het college handhaving uitvoert in Horst aan de Maas.

Vergelijk de voorbeelden met praktijkgevallen in Horst aan de Maas en het genoemde collegebesluit.

Praktijkgeval 1: Een particulier heeft (twintig jaar geleden?) twee lantaarnpalen geplaatst bij de paardenbak en wat gedroogde grasbalen gestapeld en is zich van geen kwaad bewust. Iemand roept dat hij regels overtreedt, vervolgens krijgt hij controle en daarna een dreigend bericht van de gemeente dat hij de overtredingen binnen heel korte termijn ongedaan moet maken omdat hij anders een dwangsom met zeer korte begunstigingstermijn en duizenden euro’s moet betalen en misschien wel dubbele legeskosten omdat hij het niet zelf gemeld had. Paniek, maar uiteindelijk met steun van derden opgelost.

Praktijkgeval 2: Er is een verzoek om handhavend op te treden ten aanzien van illegale containervelden aan de Midden Peelweg in America. Besluit college:
‘Handhavend op te treden met een ruime begunstigingstermijn ten aanzien van de illegaal aangelegde containervelden (fase1) en handhavend op te treden ten aanzien van de uitbreiding van de containervelden (fase2) door te controleren of overtreder zich aan de stillegging houdt.’
Als de overeenkomst tussen de brommerrijder en het eerste praktijkgeval nog niet helemaal duidelijk was, dan moet de overeenkomst van het tweede praktijkgevalgeval en de BMW-rijder dat toch in ieder geval wel zijn (ruime begunstigingstermijn = stuk van Assen tot Vlissingen met 195 kilometer per uur. En uitbreiding = niet harder dan 195 kilometer per uur rijden).

Hier mag de ondernemer dus waarschijnlijk doorgaan tot de rapen gaar of de vruchten van het seizoen geplukt zijn.

Lijkt het BMW-geval belachelijk? Dat is dan uw eigen conclusie. De gemeente vult het zo in. Daarom zei een ondernemer, in dit geval een bewuste meervoudpleger die zich toen niet druk maakte, ook tegen mij: ‘Ik weet hoe het hier gaat, de gemeente handhaaft toch niet.’ Conclusie: Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Misschien kunnen Wim Moorman en de pers eens wat dieper de houtwallen induiken. Of zouden er ook collegebesluiten zijn waarin is vastgelegd waar de pers wel en niet in mag duiken? Nee, dat geloof ik niet, dat zou (ook) belachelijk zijn.

Andries Brantsma

dinsdag 23 augustus 2016

Klein mysterie 713 – Van Dijck Groenteproducties (1)

Waar je tegenwoordig ook nooit meer wat over hoort, is de landschappelijke inpassing van Van Dijck Groenteproducties, op de kruising Peelheideweg–Midden Peelweg in America. Waar zijn ze, de horsten en slenken, de educatieve borden, de houtwallen, de paden voor recreanten en toeristen, de bosstroken, de mantel- en zoomvegetatie, de struikbeplanting, de notenbomen, de oeververflauwing, de plas-draszone, de taluds met een hellinggraad van vijf à tien procent, de vruchtdragende heesters, de in de grondwal ingebedde werktuigenloods en ga zo maar door? Allemaal ooit beloofd – allemaal nooit gekomen.
Onder grote tijdsdruk ging de Horster gemeenteraad op 28 juni 2012 unaniem akkoord met de verplaatsing van Van Dijck Groenteproducties van Meterik naar de Peelheideweg. De daarmee gepaard gaande aantasting van het ontginningslandschap ter plekke nam de raad voor lief. De pijn werd verzacht door alle bovengenoemde beloften, gedaan in het dertien pagina’s – exclusief bijlagen – tellende advies ‘Landschappelijke inpassing Van Dijck Groenteproducties’ (klik hier, ga naar agendapunt 10 en klik op 10d). En inderdaad, wie zou niet onder de indruk raken van alle daarin opgenomen artist’s impressions? Wie zou niet onder de indruk raken van de ‘groene dooradering’ die het gebied zou gaan kenmerken? Wie zou niet onder de indruk raken van de ‘verbondenheid tussen het bedrijf en het landschap’ die zou ontstaan?
Op de koop toe bevestigde verantwoordelijk wethouder Leon Litjens: ‘Het infiltratiegebeuren wordt opengesteld voor mensen bij Meerdal.’ Hij verzekerde verder: ‘Er wordt ingestoken op de toerist: dat hij kan gaan kijken bij de boer, om het zo maar te noemen.’
Vier jaar later blijkt dat niets, werkelijk helemaal niets, is terechtgekomen van alle landschappelijke inpassingsbeloftes. Horsten en slenken zijn in geen velden of wegen te bekennen. Oeververflauwing, plas-draszone, mantel- en zoomvegetatie, vruchtdragende heesters? Noppes. Een beukenhaag, niet meer en niet minder.
Een rij notenbomen dan tussen bedrijfshal en Peelheideweg? Naar mijn beste weten zijn het gewoon eiken.
Een bosstrook evenwijdig aan de Midden Peelweg? Niet meer dan hier en daar wat armzalige boompjes. Houtwallen? Nergens. Wel ligt er langs de noord- en oostzijde een massieve, metershoge, honderden meters lange, onbegroeide wal.
‘In plaats van een steile grondwal wordt een flauw oplopend talud aangelegd’, heette het in het advies. Flauw oplopend? Zelfs berggeiten zouden hier niet overleven!
De werktuigenloods zou worden ingebed in de grondwal. Wat denk je?
Het ‘infiltratiegebeuren’ opengesteld voor bezoekers Meerdal? Educatieve borden? Wandelpaden? Verbondenheid tussen het bedrijf en het landschap? Allemaal niks van waar. Allemaal holle woorden. Allemaal praatjes voor de vaak.

Het mag duidelijk zijn: de gemeenteraad – en daarmee u en ik – is grotelijks betoept. Of voor wie dat laatste woord niet kent: grotelijks belazerd, bedot, bedonderd, bedrogen.

maandag 22 augustus 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (1) Aankondiging

‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’
Ik hoorde het ’m letterlijk zo zeggen, de voorbij fietsende man van een jaar of zeventig tegen (vermoedelijk) z’n echtgenote, op zondagavond 7 augustus om een uur of tien, terwijl ik over het trottoir van de Meterikseweg liep.  
Zijn vol verontwaardiging uitgesproken woorden nestelden zich in m’n hoofd. Ook twee weken later zijn ze er nog niet uit verdwenen. ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Waar was het gebeurd? Waarom was het gebeurd? Wie was hij? Was hij wel een hij? Wie was zij? Waren hun wederzijdse partners er ook bij aanwezig geweest? Waarom had de voorbij fietsende man zich er zo aan gestoord? Stond iedereen er zo afkeurend tegenover? Waarom zou je eigenlijk niet zomaar bij een onbekende vrouw op schoot mogen gaan zitten? Omdat die onbekende vrouw daar niet om had gevraagd? En wat nu als ze er wel om had gevraagd?
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Zit een roman in, in deze retorisch bedoelde vraag. Maar ongetwijfeld ook een verhaal. Een kort verhaal, van laten we zeggen maximaal vijfhonderd woorden. En het mooie is: u mag het schrijven. Ja, u leest het goed: Horst-sweet-Horst organiseert een schrijfwedstrijd!
De spelregels:
1. uw verhaal of gedicht telt maximaal vijfhonderd woorden;
2. u dient zich te laten inspireren door ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Dit betekent dat deze vraag ergens in uw verhaal moet opduiken. En wel in één van de in Horst aan de Maas gesproken dialecten. Voor wie het Horster dialect niet machtig is: de vertaling in het Nederlands luidt ‘Je gaat toch niet zomaar bij een onbekende vrouw op schoot zitten?’
3. het verhaal zelf mag in het dialect, maar het moet niet (persoonlijk hoor ik tot de school die van mening is dat je dialect niet zozeer moet schrijven als wel moet spreken);
4. verhalen die buitensporig veel geweld bevatten, aanzetten tot haat en/of geweld of kwetsend zijn voor personen of groepen, worden gediskwalificeerd;
5. elke niet gediskwalificeerde inzending wordt gepubliceerd op Horst-sweet-Horst, met naamsvermelding of desgewenst onder pseudoniem. De naam van de inzender dient bij mij bekend te zijn;
6. inzending dient te geschieden vóór 10 september 2016 23.59 uur per e-mail naar horstsweethorst@gmail.com

Dan nog iets over de jury en de prijs. Eerst de jury. Die is er nog niet. Ik denk namelijk de lezers van Horst-sweet-Horst een beetje te kennen. Horst-sweet-Horst-lezers zijn lezers, geen schrijvers. Alle kans dus dat er geen enkele inzending binnenkomt. Zit ik mooi te kijken met mijn jury. Pas op het moment dat er meer dan één inzending is, ga ik een jury formeren. Die krijgt de inzendingen dan anoniem te lezen. Zelf neem ik geen zitting in de jury, maar het genoegen de beraadslagingen van de jury als toehoorder bij te wonen, zal ik me niet laten ontgaan.
Ten slotte de prijs. De winnaar krijgt een gratis Horst-sweet-Horst-wandeling onder deskundige leiding aangeboden, op een door de winnaar te bepalen dag en tijdstip. Andere inzenders ontvangen een uitnodiging om aan te sluiten bij die wandeling. Na afloop van de wandeling krijgt de winnaar een consumptie naar keuze aangeboden bij Passi. Andere aan de wandeling deelnemende inzenders mogen eveneens een consumptie naar keuze nuttigen bij Passi, maar dan wel op eigen kosten. De prijswinnaar ontvangt uiterlijk op 20 september 2016 bericht van Horst-sweet-Horst. De overige inzenders ontvangen uiterlijk op 25 september 2016 bericht over dag en tijdstip van de wandeling.
‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’

zondag 21 augustus 2016

Klein mysterie 712 – Kloosterhof (2)

‘Minstens tweemaal per jaar krijgen we een worst voorgehouden als het om het verouderde Horster winkelcentrum Kloosterhof gaat. En dat al vijf jaar lang.’
Dat schreef ik op 15 december 2014 (klik hier), precies een jaar na de Horst-sweet-Horst top 5 van loze Kloosterhofbeloften (klik hier). Het ritme van minimaal twee Kloosterhofworsten per jaar is ook na 15 december 2014 keurig intact gebleven. Omdat de laatste alweer van 30 november van het afgelopen jaar dateerde, werd het onderhand tijd voor een nieuwe worst. Gisteren was het eindelijk zover. Hij werd geserveerd door De Limburger.
Na op vakantie bijzonder slechte ervaringen te hebben opgedaan met een andouillette, had ik me bijzonder verheugd op de jongste Kloosterhofworst. Maar wat een tegenvaller: het blijkt slechts een opgewarmde en danig verschrompelde worst van 30 november 2015 (klik hier) te zijn!  
Volgens De Limburger is ten opzichte van eind vorig jaar het aantal vierkante meters winkelruimte teruggebracht en krijgt de doorgang van Kerkstraat naar Kloosterhof geen breedte van zes meter, maar blijft die gehandhaafd op zestien meter. Dit alles op aandringen van ‘ondernemers en vastgoedeigenaren’. Die, in de persoon van voorzitter Jan Nabben van het Centrummanagement, ook maar meteen van de gelegenheid gebruikmaken een oud plannetje van de plank te halen: een doorgang creëren van parkeerplaats Kloosterhof naar de Gasthuisstraat.   
Projectontwikkelaar Suyderland heeft de aanvraag voor een omgevingsvergunning inmiddels ingediend en hoopt volgens de krant begin volgend jaar te beginnen met de verbouw, die een half jaar later moet zijn voltooid.
Ach, ik zou hier mijn ongezouten mening kunnen geven over alle Kloosterhofbeloftes uit het verleden, over de machtspositie van ondernemers en vastgoedeigenaren in Horst, over de (on)wenselijkheid van een doorgang van parkeerplaats Kloosterhof naar de Gasthuisstraat, over de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten van het nieuwe Kloosterhof (klik hier), over de gevolgen van het overgeleverd zijn aan de grillen van een projectontwikkelaar. Maar waarom zou ik? Binnen een half jaar krijgen we immers weer een nieuwe worst voorgehouden, en daarna weer een, en daarna weer een. Als het ooit echt um die Wurst geht, meld ik me wel.
Hansworsterij laat ik graag aan anderen over. 

woensdag 17 augustus 2016

Klein mysterie 711 – Objectief Nederland (2)

Horst-sweet-Horst is een weblog over Horst aan de Maas. Dus als Objectief Nederland (klik hier voor de eerste Horst-sweet-Horst-bijdrage hierover) geen foto’s uit Horst aan de Maas zou hebben bevat, was het hier nooit ter sprake gekomen. Goddank bevat Objectief Nederland wél foto’s uit Horst aan de Maas. Vier zelfs. Vier foto’s die me voor een raadsel stellen sinds ik het boek vrijdag met de post ontving. Waar zijn ze genomen? Beter: waar precies zijn ze genomen?
Zoals het merendeel van de foto’s in Objectief Nederland tonen ook de ‘Horster’ foto’s vooral veel leegte. Knappe jongen/meisje die de maakplaats van de foto’s (uit 1974, in zwart-wit en afgedrukt op klein formaat) zonder verdere duiding weet te identificeren. Gelukkig is die duiding er wel, kan ook nauwelijks anders gezien de welhaast wetenschappelijke manier waarop Reinjan Mulder te werk is gegaan bij zijn project. En toch: die duiding is wat mij betreft net niet exact genoeg.
Mulder bepaalde van 52 topografische kaarten het middelpunt en reisde vervolgens naar deze 52 plekken om er telkens vier foto’s te maken, één in elke windrichting. Eén van de kaarten die hij gebruikte was 52D Helenaveen. Zelf ben ik in het gelukkige bezit van de uitgave 2004 van 52D Helenaveen. Hoewel meetkunde nooit in mijn vakkenpakket heeft gezeten, ben ik er toch vrij zeker van dat het middelpunt van mijn 52D Helenaveen zich enkele tientallen meters ten westen bevindt van de plaats waar de Kulbergweg een bocht van negentig graden in oostelijke richting maakt (klik op de afbeelding om haar te vergroten).
We bevinden ons hier in het grensgebied van America en Kronenberg, enkele honderden meters ten zuidwesten van golfbaan De Golfhorst.
Is dit ook de plaats waar Reinjan Mulder op 9 mei 1974 zijn vier foto’s maakte? (Klik op alle volgende afbeeldingen om ze te vergroten.)
Moet in elk geval in de buurt zijn, met name gezien de in westelijke richting genomen foto, waarop onder meer de Midden Peelweg en twee hoogspanningsmasten vallen te onderscheiden.
Is het ook de precieze plaats? Daarover heb ik lichte twijfel. En wel hierom:
1. is het middelpunt van mijn 52D Helenaveen ook het middelpunt van de 52D Helenaveen die Reinjan heeft gebruikt?
2. de vier foto’s zijn getiteld ‘Horst’. Maar de Kulbergweg behoorde in 1974 tot de gemeente Sevenum – de grens met de toenmalige gemeente Horst lag honderd meter verder naar het noorden;
3. tweehonderd meter ten noordoosten van de Kulbergweg kwam vanaf het eind van de jaren zestig vuilstortplaats Zuringspeel tot ontwikkeling. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, valt op de in noordelijke richting genomen foto niets te herkennen dat aan een vuilstortplaats doet denken;
4. NRC Handelsblad berichtte vorige week woensdag uitvoerig over Objectief Nederland. Het artikel wordt geflankeerd door een kader met het kopje ‘Wat veranderde er op de punten van Mulder?’ Citaat: ‘Op de locaties nabij Horst en Rotterdam hebben koeien plaats gemaakt voor sportfaciliteiten.’ Sportfaciliteiten? Ongetwijfeld doelt de NRC op de golfbaan. Maar die ligt enkele honderden meters ten noordoosten van de bocht in de Kulbergweg.
Als er iemand is die duidelijkheid kan verschaffen, is het natuurlijk Reinjan Mulder zelf. Bij dezen nodig ik hem uit met mij (en eventuele andere belangstellenden) een keer de precieze plaats te bezoeken waar hij op 9 mei 1974 zijn vier foto’s maakte. Kulbergweg revisited?

Klein mysterie 710 – Objectief Nederland (1)

Soms zijn er van die boeken die je per se vandaag nog wilt hebben. Objectief Nederland is zo’n boek. NRC Handelsblad wijdde er vorige week woensdag een dubbele pagina aan. Nog voordat ik het artikel helemaal gelezen had, had ik het al besteld.
Vorig jaar schreef ik hier uitermate lovend over Een bezoek aan alle 863 gemeenten van Nederland 1972, de weerslag van een fotoproject van kunstenaar Wim Gijzen waarbij hij alle 863 gemeenten die Nederland in 1972 telde, in beeld bracht. Objectief Nederland is in die zin vergelijkbaar met het project van Gijzen dat het Nederland eveneens in beeld brengt. En ook nog eens in dezelfde tijd: 1974. Maar waar Een bezoek aan alle 863 gemeenten van Nederland 1972 het nadrukkelijke stempel van Wim Gijzen draagt – alleen al omdat hij zichzelf in elke gemeente op de foto zette – heeft Reinjan Mulder in Objectief Nederland juist uiterste objectiviteit nagestreefd. In zijn eigen woorden:
‘Ik wilde kijken of ik een wereld kon laten zien die onafhankelijk van een subject bestond, onafhankelijk van mijzelf. Onafhankelijk van ons. Een wereld die er is, ook als niemand ernaar kijkt en niemand hem – actief – weergeeft. Dat heeft iets heel romantisch. Ik wilde de dingen, de natuur tonen “zoals ze waren”, zoals ze waren zonder mij. Ik wilde zien, zonder te kijken. Loskomen van het ik. En daarmee los komen van ons aller ik: van ons mensen.’
Dat mag misschien enigszins vaag klinken, de praktische uitwerking is zo klaar als een klontje. Nadat het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk hem een experimentensubsidie (kom daar nu nog maar eens om!) had verleend, schafte Mulder 52 topografische kaarten (1:25.000) aan die samen zo ongeveer heel Nederland bestreken. Per kaart bepaalde hij het middelpunt. Vervolgens toog hij naar die 52 middelpunten en maakte er vier zwart-wit foto’s: één in elke windrichting (klik op de volgende afbeeldingen om ze te vergroten).
Samen vormen die 208 foto’s inderdaad een objectief beeld van Nederland in 1974. Waaruit dat Nederland bestond? Vooral uit oneindige, al dan niet agrarisch benutte leegten. En verder uit bossen, solitaire bomen en water. De bebouwing blijft veelal beperkt tot een enkele verdwaalde boerderij. Wonderlijk genoeg bevond alleen het middelpunt van kaart 60A zich in een dichtbebouwde omgeving, namelijk in Roosteren. Het middelpunt van kaart 40B is helemaal curieus: een woonkamer in Velp. Dit heeft geleid tot foto’s die worden gedomineerd door onder meer een droogboeket en een lampenkap in een massief eikenhouten omgeving. Ook de in oostelijke richting in Zutphen (middelpunt van kaart 33A) genomen foto is bijzonder. En wel omdat het de enige is waarop mensen zijn te zien: twee fietsende jongens van een jaar of tien.
Net als Een bezoek aan alle 863 gemeenten van Nederland 1972 is Objectief Nederland een boek waarin je eindeloos blijft bladeren, foto’s met elkaar vergelijkend en zoekend naar bepaalde patronen, je intussen afvragend hoe het er nu ter plekke uit zal zien. De uitvoerige documentatie en gedetailleerde verantwoording maken het helemaal tot een fantastisch boek. Toch zou het hier nooit aan de orde zijn gekomen als het niet óók vier in Horst aan de Maas genomen foto’s had bevat. Waarover uiteraard het nodige te zeggen valt. Lees dat hier.

N.B. Objectief Nederland is verschenen naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling die nog tot 26 september is te zien in het Rijksmuseum (klik hier).

maandag 15 augustus 2016

Klein mysterie 709 – Illegale containervelden

De notulen van de vergaderingen van het Horster college van burgemeester en wethouders bevatten soms intrigerende informatie. Zo valt over de vergadering van 2 augustus onder het kopje ‘Verzoek om handhavend op te treden ten aanzien van de illegale containervelden aan de Midden Peelweg in America’ te lezen dat het college heeft besloten (klik ook hier en vervolgens op ‘02.08.2016 notulen b&w’):
‘Handhavend op te treden met een ruime begunstigingstermijn ten aanzien van de illegaal aangelegde containervelden (fase 1) en handhavend op te treden ten aanzien van de uitbreiding van de containervelden (fase 2) door te controleren of overtreder zich aan de stillegging houdt.’
Het enige dat ik hiervan – ook na tien keer lezen – begreep, is dat er aan de Midden Peelweg containervelden liggen. Illegaal aangelegde containervelden nog wel. Als erkend containerliefhebber spoedde ik me uiteraard naar de Midden Peelweg, in de hoop daar vele duizenden, liefst hoog opgestapelde containers aan te treffen. Hanjin, Samskip, Evergreen, China Shipping, Maersk, Bulkhaul – dat werk. Zat misschien zelfs wel weer een gedicht in.
Mijn verwachtingen waren zoals zo vaak te hooggespannen. De hele Midden Peelweg in America twee keer op en neer gefietst (en dat wil wat zeggen) en wat denk je? Wél blauwebessenvelden, wél maïsvelden, wél grasvelden, maar geen container te bekennen. Laat staan containervelden.
Zouden de velden, gezien hun illegaliteit, dan alweer zijn verwijderd? Lijkt me onwaarschijnlijk – hoe groot de onbegrijpelijkheid van het collegebesluit ook mag zijn, woorden als ‘ruime begunstigingstermijn’ en ‘stillegging’ wijzen niet op een snelle verwijdering van de containervelden, hoe illegaal ze ook mogen zijn. Zijn de velden dan misschien vakkundig aan het oog onttrokken? Lijkt me waarschijnlijker.
Pas later bedacht ik me dat er wellicht nog een andere optie is: dat ‘containervelden’ geen terreinen met duizenden opslagcontainers zijn, maar velden waarop containers staan die bedoeld zijn om in te wonen. Woonunits dus, in deze contreien vooral in gebruik voor de huisvesting van in de agrarische sector werkzame arbeidsmigranten. Maar ook woonunits in deze zin heb ik niet aangetroffen aan de Midden Peelweg.
Onduidelijkheid blijft dus troef. Misschien iemand die opheldering kan en wil verschaffen?

P.S.  Voordat het beschuldigingen aan het verkeerde adres regent: het lijkt uitgesloten dat de illegaal aangelegde containervelden zich bevinden op het perceel van Vissers Aardbeiplanten BV. Dat bedrijf kreeg immers al in 2014 vergunning voor de bouw van logiesgebouwen voor arbeidsmigranten (klik hier).

Ingezonden – Waar is Leon Litjens?

Het was alweer even geleden: een ingezonden bijdrage van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst). Hij reageert op een Facebookbericht van Leon Litjens (klik hier).

Waar is Leon Litjens?

Slapeloze nachten heb ik ervan: Jörgen Dinnissen heeft nog steeds geen vijf euro van Leon Litjens ontvangen. Die vijf euro zijn het onlangs beloofde vindersloon van Leon voor het traceren van de van de aardbodem verdwenen Wim Moorman. Een verdwijning die Leon tot wanhoop bracht en hem deed denken dat hij op een andere computer nieuwe informatie, daarbij soft- en hardware door elkaar haspelend, kon vinden over de verblijfplaats van zijn geliefde Wim. Leon in paniek. Jörgen schrijft Frankrijk, verlost hem uit zijn lijden, en Leon houdt de knip dicht.

Zo kennen we Leon niet: normaliter is hij scheutig met geld. De grootste, alom bewonderde en bewierookte, politicus uit de geschiedenis van Horst aan de Maas moest natuurlijk veel geld uitgeven om zijn uitgekiende en uitgebalanceerde projecten uit te kunnen voeren. We hebben er een enorm Floriade-complex aan overgehouden. In meerdere opzichten inderdaad.

Waar zou Leon zijn dat hij Jörgen uit Melderslo nog niet heeft betaald? De verklaring zal toch niet zijn dat Leon het te druk heeft met netwerken, achterkamertjespolitiek en zijn zaligmakende wil doordrukken? Dat hij om de baas te kunnen spelen alleen nog maar amechtig onderweg is van de ene adviescommissie naar de andere gemeentelijke werkgroep of denktank?

Waar is Leon Litjens? Is hij de weg kwijt geraakt? Dat moet beslist in het achterwerk van Wim Moorman zijn gebeurd.

De aardige Jörgen kan naar zijn centen fluiten. Ik lig er wakker van.


Jan Duijf  Kloosterstraat  Horst

dinsdag 9 augustus 2016

Top 5 – Horster veranderingen in de afgelopen twee weken

Ben je twee weken van huis geweest, blijkt Horst aan de Maas compleet te zijn veranderd! Zou iemand die een jaar weg is, Horst aan de Maas überhaupt nog herkennen?

Overdrijven is inderdaad ook een kunst, maar toch: opmerkelijk wat er in twee weken allemaal kan veranderen. Horst aan de Maas, van nature ondernemend. Zou het dan toch méér zijn dan een op elke willekeurige gemeente van toepassing zijnde slogan? Zou de Horster dynamiek dan toch uniek zijn?
Komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster veranderingen in de afgelopen twee weken:

5. De trap en de hellingbanen die toegang verschaffen tot het gemeentehuis zijn voorzien van leuningen.
Maakt het aanzien van het gemeentehuis – toch al een allegaartje van stijlen – er niet bepaald fraaier op. Zou er trouwens een héle grote behoefte zijn aan die leuningen langs de hellingbanen?

4. Bij de toegang tot Autoschade Herstel Noord-Limburg (voor mij nog altijd ‘Timmermans’) aan de Stationsstraat is een digitaal informatie- annex reclamebord verrezen.
Wat zou het straatbeeld toch aan aantrekkelijkheid en rust winnen als het verschoond zou blijven van zulke uitingen. Nog iets: op zondag 7 augustus 2016 was het om 16.08.47 uur beslist geen 12, maar op z’n minst tien graden warmer.

3. De wanden van de kunsthal aan de Westsingel (klik hier), die te kampen hadden met een ernstige mate van afbrokkeling, zijn weer op originele sterkte gebracht.
Trouwens beslist een bezoek waard die kunsthal, al was het maar om te turven welk woord het vaakst op de wanden is gekalkt: ‘kanker’, ‘hoer’ of ‘kankerhoer’.

2. De twee apen die jarenlang de ingang van café Babouche aan de Schoolstraat flankeerden, zijn vervangen door een gestileerde Warholeske afbeelding van Marilyn Monroe (links) en een eveneens gestileerde, minder Warholeske afbeelding van Elvis Presley (rechts).
Het zal ongetwijfeld aan mij liggen, maar die apen heb ik nooit begrepen. Marilyn en Elvis ietsje meer. Toch zou ik het pas helemaal begrijpen als afbeeldingen van een pantoffel (‘babouche’) de ingang flankeerden. Al hoef je natuurlijk niet alles te begrijpen.

1. Het huisje langs het spoor bij station Horst-Sevenum (klik hier) heeft nu ook aan zijn vierde zijde weer een beschildering gekregen.
Geen idee wat er nu precies staat geschreven. Doet er ook niet toe. Waar het om gaat is de kwaliteit van de schildering. En die is wat mij betreft boven elke twijfel verheven. Absolute aanwinst voor Horst aan de Maas!