Mild gekruid

zondag 31 maart 2019

Intermezzo – Brutale aanranding

Criminaliteit bestond vroeger niet in Horst aan de Maas? Dank je de koekoek! Dezer dagen is het precies honderd jaar geleden dat ter hoogte van Californië, op de grens van Grubbenvorst en Horst, een roofoverval plaatsvond waarbij liefst 8707 gulden – een gigantisch bedrag in die tijd – werd buitgemaakt.

De in 1924 geopende nieuwbouw van de zuivelfabriek aan de Loevestraat (nu Aldi)
‘Brutale aanranding’, kopte de Nieuwe Venlosche Courant op zaterdag 29 maart 1919. Een dag eerder was A. Jacobs, secretaris-penningmeester van stoomzuivelfabriek St. Lambertus in Horst, ’s ochtends naar de bank in Venlo gefietst om daar het geld op te halen om de melkleveranciers van de zuivelfabriek uit te betalen. Op de terugweg werd hij omstreeks 11.00 uur op de Venloseweg aangevallen door twee mannen. De Nieuwe Venlosche Courant
‘Hij kreeg een slag met een hout op het hoofd en viel van zijn rijwiel; kreeg nog een slag en werd vastgegrepen door een persoon, die den aangevallene de keep over het hoofd trok; de ander sneed de riem van de geldtasch door. Daarna voelde hij nog een slag en toen hij zich kon oprichten liepen 2 manspersonen weg.’
Bij terugkomst in Horst meldde Jacobs zich met een bebloed hoofd bij de dokter. Het signalement dat hij kon geven van de daders, die er met 8707 gulden vandoor waren gegaan, was uiterst summier: hij kwam niet verder dan dat de ene man een pet op had en dat de andere een hoed droeg en een grijze jas. De Nieuwe Venlosche Courant: ‘Jammer zou ’t zijn, dat die gemeene straatroovers hun straf ontgingen. Afschrikwekkende voorbeelden moeten gesteld worden.’

Nieuwe Venlosche Courant 29 maart 1919
Enkele dagen later loofde de directie van de stoomzuivelfabriek een beloning van vijfhonderd gulden uit voor de gouden tip die zou leiden tot de arrestatie van de twee ‘bandieten’. 

Nieuwe Venlosche Corant 3 april 1919
Of de beloning is uitgekeerd is me niet duidelijk. Vast staat wel dat eind april twee verdachten werden gearresteerd en in bewaring werden genomen. Het betrof twee ‘arbeiders’ uit Horst, 31 en 38 jaar, waarvan er een in de stoomzuivelfabriek had gewerkt. 

Nieuwe Venlosche Courant 23 april 1919
In september diende de zaak voor de rechtbank in Roermond. Het Openbaar Ministerie eiste een gevangenisstraf van vier jaar. Mr. Paul Tripels, advocaat van de verdachten, pleitte vanwege gebrek aan bewijs juist voor vrijlating. De rechtbank besloot tot voorlopige invrijheidstelling. Twee weken later volgde definitieve vrijspraak. Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Bosch. Opnieuw was de eis vier jaar gevangenisstraf en opnieuw bepleitte Tripels vrijspraak. 

Peel en Maas 29 november 1918
Daarna loopt het spoor vooralsnog helaas dood. Dat doet me vermoeden dat nooit overtuigend bewijs tegen de verdachten is geleverd en dat de daders nooit zijn opgespoord en veroordeeld. 

zaterdag 30 maart 2019

Intermezzo – Uitbuiting en onderbetaling

‘Hun woning huren ze, soms indirect, van een uitzendbureau. Door hun afhankelijke positie zijn ze kwetsbaar voor uitbuiting.’
‘Uit de gesprekken en uit vele documenten blijkt dat de levensstandaard van deze arbeidsmigranten ver onder het Nederlandse gemiddelde ligt, en vooral: dat ze geen vrijheid hebben. Direct na aankomst krijgen ze te horen waar ze gaan wonen, met wie, en waar ze gaan werken. Velen horen pas ‘s middags hoe laat ze de volgende ochtend moeten beginnen, vaak al om vijf of zes uur.’
‘Wie protesteert tegen te lange werkdagen of slechte huisvesting, loopt het risico zijn baan of huis te verliezen. Soms bouwen ze via de huur schulden op bij de baas. Sommige hulpverleners spreken van “moderne slavernij”.’
‘De buitenlandse werknemers woonden aanvankelijk in schuren op het erf van de tuinder. Nu huren ze kamers in gebouwen van het uitzendbedrijf of daaraan verbonden partijen. Sommige uitzendbureaus zoeken hierbij de grenzen van de wet op – anderen gaan er ver over.’
‘De seizoensarbeider is een melkkoe. Aan alles wordt verdiend: zijn arbeid in de kas, zijn woning én zijn gedrag. Op elke overtreding van talloze regels staat een boete: een slecht schoongemaakt huis, een verloren sleutel, vlekken op een matras, haren in de doucheput, bezoek van vrienden. De verhuurder houdt naast de huur en zorgpremie soms ook de boetes in op het loon. Dat laatste mag niet volgens de cao.’
 

Nee, nee, niet schrikken: bovenstaande citaten hebben geen betrekking op Horst aan de Maas. Wel op het Westland. Ze zijn afkomstig uit NRC Handelsblad van vandaag (klik hier). Die krant deed diepgaand onderzoek naar de leef- en werkomstandigheden van Oost-Europese arbeidsmigranten in het Westland. Trieste conclusie: ze worden geleefd en uitzendbureaus omzeilen de regels om zoveel mogelijk aan hen te verdienen.


Is het in Horst aan de Maas veel anders dan in het Westland? Wat dacht u zelf? Wie zijn oren en ogen goed open houdt wéét dat het in Horst aan de Maas van hetzelfde laken een pak is als in het Westland. Woekerprijzen voor kamers, onmenselijk zwaar werk, extreme arbeidsduur, niet-uitbetaling van toeslagen, ontslag bij ziekte, geen controles: ook hier is het schering en inslag.


Aan de Peelheideweg in America bouwt Van Dijck Groenteproducties momenteel een logiesgebouw voor driehonderd arbeidsmigranten. Ja, het mag. En ja, het wordt toegejuicht en aangemoedigd door de gemeente. Waarom eigenlijk? Wonen bij de baas maakt de machtspositie van de baas alleen maar nog sterker en maakt de toch al kwetsbare positie van de arbeidsmigrant alleen maar nog kwetsbaarder.


Maar als het dan toch moet, doe het dan goed. In het Horster coalitieakkoord heet het: ‘We overwegen om het Keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen als voorwaarde te stellen voor onze ondernemers/huisvesters.’ Is het bij overwegen gebleven? Of voldoen Van Dijck Groenteproducties en al die anderen aan het Keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen?

donderdag 28 maart 2019

Intermezzo – Safia Boulghalgh & Frank Schijven

Wat ook wel mooi is, is dat je tegenwoordig zelfs in Venray terechtkunt voor het werk van Horster kunstenaars of kunstenaars met Horster wortels. Toch een vorm van zendingswerk. Na Floor Hermans en Jacqueline Hanssen is het nu de beurt aan Safia Boulghalgh (1961) en Frank Schijven (1957). Dit kunstenaarspaar uit Melderslo exposeert op het moment in een leegstaand winkelpand op de hoek Schoolstraat – Kapelaanspad in hartje Venray.


‘Kunstenaarspaar’ wil niet zeggen dat in Venray gezamenlijk werk te zien is. Safia en Frank hebben elk een duidelijke eigen signatuur: naar overeenkomsten in thematiek, uitdrukkingsvormen en materiaalgebruik moet je goed zoeken.


Het immense, uit één grote ruimte bestaande winkelpand met z’n sneeuwwitte muren lijkt wel speciaal geschapen voor de grote schilderijen (acryl op doek) van Safia. Die kenmerken zich overwegend door intense, bonte kleuren.


Die kleuren refereren aan haar geboorteland, Marokko. Haar thema’s haalt ze vaak van dichterbij: de eigen tuin en de aanpalende bossen – Marokko meets Melderslo. Al geldt dit laatste dan weer niet voor Exodus (eind vorig jaar ook te zien tijdens Altaarnatief in de Sint-Lambertuskerk in Horst), dat de vraag oproept of de op het schilderij afgebeelde mensen noodgedwongen vertrekken uit een paradijselijke plek of juist arriveren in een beloofd land.


De uitbundigheid van Safia’s werken op doek ontbreekt overigens geheel in twee hoogst opmerkelijke werken: pentekeningen op (dozen?)karton.


Hoewel Safia ook beelden (steen en keramiek) en een videoprojectie toont, legt ze het in veelzijdigheid toch af tegen Frank. Die komt voor de dag met in karakter sterk van elkaar verschillende video’s, lino’s, installaties, geïllustreerde gedichten, tekeningen en een groot aantal werken in gemengde technieken. Zelf zegt hij daarover: ‘Ik heb nooit kunnen kiezen tussen beeld, woord of geluid als uitdrukkingsvorm en ben ze daarom gaan samenvoegen. Ik ben gefascineerd door de overeenkomende ritmes van woord, muziek en beeld. Gefascineerd ook door de grensgebieden tussen realiteit en vervreemding, figuratie en abstractie, inhoud en beeld.’


Uit veel van zijn werk spreekt maatschappelijk engagement, maar speelsheid en humor zijn vaak ook niet ver weg.


Een zekere fascinatie voor vooral vrouwelijk naakt valt hem evenmin te ontzeggen.


Zo zou ik nog wel even kunnen doorgaan, maar het is veel verstandiger zelf een kijkje te gaan nemen in Venray. Wel opschieten: dit kan uitsluitend morgen (14.00-17.00 uur), zaterdag (12.00-16.00 uur) en zondag (12.00-16.00 uur) nog.

zondag 24 maart 2019

Klein mysterie 767 – Graffiti (8)

Verschijnen er ineens opmerkelijke graffiti in het centrum van Horst, is het nota bene iemand anders die mij als erkende graffitiliefhebber daarop moet wijzen! Op 12 februari ontving ik van Peter Janssen het volgende berichtje met foto: ‘Wim, heb jij enig idee wat hier staat? Is de deur van het Witveld, in het Botterpedje.’


Wow! Apart! Bijzonder! En dat in Horst! Hoe kan ik die in godsnaam hebben gemist? Maar nee, geen idee wat er staat. Wel, rechtsonder, gesigneerd: ‘Elle Finn 2018.’ Ook daarom waarschijnlijk niet illegaal aangebracht. Hetgeen Annemie Janssen-Haegens, eigenaar van Witveld Bloembinders, desgevraagd bevestigt: ‘Een kleurloze roldeur in een steegje is natuurlijk ideaal om tags op te spuiten. Dat gebeurde dan ook regelmatig. En wij konden die dan steeds verwijderen. Wat te doen? Konden we van iets negatiefs misschien iets positiefs maken? Door jongeren te vragen een schildering op de deur aan te brengen? Met dat idee zijn we naar OJC Niks gestapt en daar zag men het meteen helemaal zitten. Elle van Lier en Finn Sassen zijn er daarna mee aan de slag gegaan.’


Elle van Lier (22), vrijwilliger bij Niks en student aan de kunstacademie in Breda: ‘Eerst was het de bedoeling alleen een schildering te maken, maar ik bedacht me dat een combinatie van schilderen en graffiti eigenlijk veel leuker was. Toen heb ik Finn gevraagd, hij studeert aan het Koning Willem I College in Den Bosch en komt ook vaak in de Niks. Samen hebben we een ontwerp gemaakt, waarbij Finn verantwoordelijk was voor de letters en ik voor de rest. Annemie en Jan van het Witveld waren razend enthousiast toen we het hen voorlegden.’


Twee middagen hadden ze vervolgens nodig om het kunstwerk aan te brengen. Elle: ‘Veel voorbijgangers vroegen zich af wat we aan het doen waren. “Mag dat wel?”, zag je ze denken.’ Even waren ze bang dat iemand de politie zou gaan bellen. Zover kwam het niet. Scepsis sloeg om in waardering: van Annemie en Jan natuurlijk, maar ook van voorbijgangers en van het Centrummanagement, dat een berichtje op zijn Facebookpagina plaatste. En dat leidde weer tot een nieuwe opdracht: de roldeur van Old School Toys in de Kerkstraat.


Is het duo Finni$h en Elle$d in voor meer opdrachten? Elle: ‘Zeker! Dit is een superleuke manier om wat bij te verdienen. En het maakt Horst minder saai en veel jonger.’ Hebben ze geen angst dat hun werk wordt overschilderd? Elle: ‘We hebben er wel vertrouwen in dat dit niet gebeurt. En mocht het toch zo zijn, dan herstellen we het, zo hebben we met de eigenaren afgesproken.’


Oh ja, voordat ik het vergeet: wat er nu op de deur van Witveld staat geschreven? ‘Witveld’, natuurlijk! Elle: ‘Je moet het de mensen ook weer niet te gemakkelijk maken.’

woensdag 20 maart 2019

Intermezzo – Verkiezingen

Langs de A73, tussen Horst en Grubbenvorst:


Nóg meer asfalt, nóg meer beton, nóg meer verkeer in aantocht voor nóg meer stront, nóg meer varkens, nóg meer kippen. En ergens in het midden prijkt een CDA-verkiezingsdoek. Het een valt onmogelijk los te zien van het ander. 

Misschien iets om in uw achterhoofd te houden als u vandaag uw stem gaat uitbrengen?

dinsdag 19 maart 2019

Intermezzo – OptiZeen (4) / Marian Litjens-Lenssen

De etalage van voormalig winkelpand Kruytzer in winkelcentrum Kloosterhof in Horst was de afgelopen maanden achtereenvolgens gevuld met een aantal vergulde objecten, een serie treinteksten en een reeks Rowwen Hèze-objecten. And now for something completely different: sinds  gisteren hangt diezelfde etalage vol met veertien aquarellen uit 2018 en 2019 van de hand van Marian Litjens-Lenssen.


‘Mijn beeldend werk is afgeleid uit alledaagse natuurlijke vormen’, schrijft Marian op haar website (klik hier). En verder: ‘De kleurwerking van (on)controleerbare, sterk verdunde verf vind ik fascinerend en vormt een uitgangspunt om verder uit te werken.’ De cruciale woorden in die twee zinnen zijn achtereenvolgens ‘afgeleid’ en ‘(on)controleerbare’. Eerst dat ‘afgeleid’. Van sommige van de geëxposeerde werken is in een oogopslag duidelijk dat het verbeeldingen betreft van planten of bomen en hun wortels.


Aan andere werken valt lastiger af te lezen dat ze zijn afgeleid van alledaagse natuurlijke vormen. Daarin heeft het ‘controleerbare’ het moeten afleggen tegen het ‘oncontroleerbare’. Het lijkt erop alsof de verf hier meer de vrije hand heeft gekregen. Alsof de verf gewoon z’n eigen gang heeft mogen gaan. ‘Ik drop je op dat papier en kies vervolgens maar je eigen weg.’ Ja, dat heeft geleid tot spatten en vlekken. Maar nee, die verstoren de harmonie niet, ze versterken haar juist.


In 2017 en 2018 vervaardigde Marian een aantal ‘bomenschilderijen’ (niet te zien in de etalage, wel hieronder en vooral op haar website).


Die ‘bomenschilderijen’ ontberen het intuïtieve en associatieve dat de aquarellen kenmerkt. En toch lijken die aquarellen op de een of andere manier ook weer voort te vloeien uit de meer expliciete ‘bomenschilderijen’. Zijn de aquarellen misschien een tussenstap op de weg van figuratie naar abstractie?


Marian is opgeleid aan het Grafisch Lyceum in Eindhoven en de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Daarna was ze jarenlang werkzaam als docent Beeldende Vakken, onder meer aan het Dendron College. Sinds 2010 heeft ze een eigen atelier waar ze teken- en schilderles geeft aan volwassenen en daarnaast beeldend werk maakt.


De expositie in het tot sloop veroordeelde winkelpand is onderdeel van OptiZeen, een initiatief waarbij leden van het Horster kunstenaarscollectief Zeen hun werk tonen. De aquarellen van Marian zijn nog te zien tot en met 7 april.

maandag 18 maart 2019

Top 5 – Door toedoen van Rudy Tegels afgeschafte regels

‘Betrokken en oprecht, doen wat je zegt’ is een van de slogans waarmee Rudy Tegels woensdag namens het CDA hoopt te worden herkozen in Provinciale Staten.


Rudy belandde in 2015 in de Staten, onder meer dankzij de slogan ‘Voor minder regels stem Tegels!’. In het kader van ‘Doen wat je zegt’ vroeg ik (klik hier) Rudy mij informatie te doen toekomen over tien regels die in de afgelopen vier jaar door zijn toedoen zijn afgeschaft. Op basis daarvan wilde ik vervolgens een Top 5 van door toedoen van Rudy Tegels afgeschafte regels opstellen. Gisteren ontving ik de volgende reactie van Rudy:

  
Beste Wim,

Dank voor je mail en zeer terecht dat je daar naar vraagt! Dat geeft mij de gelegenheid om jou uit te leggen wat er op dat gebied door mijn toedoen de afgelopen jaren allemaal gebeurd is. Het afschaffen van overbodige regels is een lang proces, dat begint bij bewustwording en het verzamelen van feiten. Hierna volgen een aantal initiatieven die ik opgepakt heb en die uiteindelijk gaan leiden tot minder regels.



  1. Allereerst is er op mijn initiatief een meldpunt regeldruk geopend. Dat gaf alle burgers en ondernemers in Limburg de mogelijkheid om overbodige regels te melden via dat meldpunt: https://www.facebook.com/rudy.tegels
    De reacties die binnen kwamen waren zeer divers en hadden te maken met regels op Europees, landelijk, provinciaal maar vooral ook gemeentelijk niveau. Daarom heb ik vervolgens met Europarlementariër Jeroen Lenaers, Kamerlid Martijn van Helvert en diverse lokale politici aan tafel gezeten en afgesproken om met het verminderen van regels aan de slag te gaan. Daarbij heb ik de verantwoordelijkheid genomen om dit binnen de provincie Limburg op te pakken.
  2. Bij het streven naar het verminderen van regels, is het belangrijk dat we er ook niet meer onnodige regels bij krijgen. Ook daar heb ik aan gewerkt, anders is het dweilen met de kraan open! We zien in Nederland provincies die besluiten om landelijke wetgeving vele jaren eerder in laten gaan. Daarmee maken bepaalde provincies strengere wetgeving dan noodzakelijk is. Hierover hebben we in Limburg ook discussie gehad en ik heb me er hard voor gemaakt dat we daar niet toe over gaan. Ik ben dan ook blij dat we dat hebben kunnen voorkomen.
  3. Het verminderen van regels is ook een continu proces. Ik ben er echt van overtuigd dat er geen enkel ander statenlid is geweest dat de afgelopen jaren meer aandacht heeft gevraagd voor het verminderen van regels. Of het nu in de fractievergaderingen was of in gesprekken met gedeputeerden, heel vaak heb ik dit onderwerp aan de orde gebracht. Door daar op de juiste momenten aandacht voor te vragen, kun je mensen er van bewust maken dat we overbodige regels echt moeten afschaffen, want dat kan ik niet alleen!  
  4. Op mijn aandringen wordt er door het college van GS al meer dan een jaar gewerkt aan het verminderen van regeldruk voor evenementen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het afschaffen van bepaalde vergunningen (een voorbeeld is de Nb-wetvergunning). Zeer binnenkort neemt het college daar een besluit over, hier komen ook adviezen voor deregulering richting gemeentes in te staan. Omdat ik zelf ook betrokken ben bij het organiseren van diverse evenementen, ben ik er echt van overtuigd dat veel mensen gebaad zijn bij het afschaffen van bepaalde regels voor evenementen-organisaties, van klein tot grote evenementen.
  5. Waar ik ook aan gewerkt heb is het verminderen van regels bij het toetsen van subsidie-aanvragen. Een voorbeeld daarvan is dat maatschappelijke organisaties geen accountantsverklaring meer hoeven te overhandigen aan de provincie. Doordat regels voor maatschappelijke organisaties zijn afgeschaft, stimuleren we initiatieven van dit soort organisaties door heel Limburg.
Je ziet het Wim, ik ben er volop mee bezig en er gebeurt veel op dit gebied, maar er moet nog veel meer gebeuren. Ik ben daarom ook echt nog niet klaar met mijn werk in Maastricht. Ik ga er van uit dat ook jij daarom aanstaande woensdag stemt op Lijst 1, nummer 4!

Groeten,

Rudy


Vier opmerkingen hierbij:
1. Mijn welgemeende dank aan Rudy voor zijn reactie;
2. Ik stel vast dat de door mij gewenste top 5 er niet in zit: de enige door toedoen van Rudy afgeschafte regel is dat maatschappelijke organisaties geen accountantsverklaring meer hoeven te overhandigen aan de provincie voor het toetsen van subsidieaanvragen;
3. Verdere conclusies laat ik graag aan de lezer over;
4. De reactie van Rudy heeft me niet doen besluiten woensdag mijn stem op hem uit te brengen.

zondag 17 maart 2019

Intermezzo – Christiaan Hesen (‘Rowwen Hèze’) (2)

Wat ik van tevoren niet had kunnen bedenken: door m’n artikel in De Maasgouw over Christiaan Hesen (klik hier) werd ik een autoriteit op Christiaan Hesengebied. Dé autoriteit zelfs. Niet tot m’n hele grote vreugde (zacht uitgedrukt) werd ik de afgelopen twintig jaar met enige regelmaat gevraagd om op radio en televisie, in de krant en in boeken m’n licht te laten schijnen over het leven van Christiaan.


In 2014 was het weer eens zo ver: er was een documentaire in de maak over Christiaan. Of ik kon opdraven? Ok dan maar weer. De opnamen waren thuis bij Jan Philipsen in Kronenberg. Jan Philipsen, die een jaar eerder na 28 jaar uit de band Rowwen Hèze was gestapt. Onder meer – zo werd me toen duidelijk – om tijd te krijgen voor het schrijven van een roman over Christiaan.


Het bleef die middag bij handjes schudden met Jan. Pas twee jaar later leerden we elkaar echt kennen, eerst in een groepje mensen dat zich het lot van vluchtelingen aantrok, daarna als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk. We raakten bevriend en maakten zo nu en dan een wandeling. Zo leerde Jan dankzij mij het centrum van Horst beter kennen en leerde ik dankzij Jan De Peel een beetje kennen. Het hyperboolduin op de Zwarte Plak, de vreemde hoek in het kanaal tussen Griendtsveen en Helenaveen, de Zuringsberg, de waterscheiding, de Kamiël vaan de Piël, twee bijna parallel lopende Peelkanalen: dat en nog veel meer liet Jan me de afgelopen jaren zien tijdens onze wandelingen. En hij onderwees me erover, dat vooral. Deskundig en gepassioneerd.


Onvermijdelijk kwam tijdens die wandelingen ook Christiaan Hesen wel eens ter sprake. Jan vertelde even deskundig en gepassioneerd over hem als over De Peel. Tegelijkertijd schepte hij er groot genoegen in zijn fantasie los te laten op het leven van Christiaan. Al proefde ik in dat laatste soms ook enige terughoudendheid. Ik, de man van de feiten, de archivalia, de documenten over Christiaan Hesen, zou die fantasieën immers maar niks vinden, zo veronderstelde hij. En zeker niet als die in boekvorm zouden verschijnen. Telkens weer probeerde ik hem duidelijk te maken dat hij van mij met Christiaan mocht doen wat hij wilde: in een roman mag alles. Nooit kreeg ik de indruk dat ik Jan helemaal wist te overtuigen. Grote kans dat hij nu met angst en beven zit te wachten op het moment dat ik hem op Horst-sweet-Horst met de grond gelijk maak vanwege het feit dat hij van Christiaan een (roman)held heeft gemaakt. Welnu, dat moment komt niet, al was het maar omdat ik Jan veel te dankbaar ben dat hij met de verschijning van Icoon voortaan - gewild of ongewild - dé autoriteit op Christiaan Hesengebied is.


(wordt binnenkort vervolgd)

zaterdag 16 maart 2019

Intermezzo – Christiaan Hesen ('Rowwen Hèze') (1)

In het eerste jaar van deze eeuw vroeg de redactie van het eerbiedwaardig historisch tijdschrift De Maasgouw me om een kort artikel te schrijven over het leven van Christiaan Hesen (1853-1947), beter bekend onder zijn bijnaam Rowwen Hèze. Aan dat verzoek gaf ik graag gevolg. Tot m’n verrassing bleek de man nogal wat sporen in een aantal archieven te hebben achtergelaten. Komt er nu eenmaal van als je niet altijd de raechte waeg bewandelt.

De geboorteakte van Christiaan
Dat Christiaan aan de rand van De Peel in America op z’n minst een schilderachtig leven leidde, was al eerder duidelijk geworden uit opgetekende herinneringen van buurtgenoten. Hand Litjens: ‘Na de hoogmis ging Hesen meestal naar het café van Heldens Grad of van Kloas Kennis. En als wij dan ‘s middags naar het lof gingen, vonden we hem vaak liggend in de slootkant. Met een flink stuk in de kraag.’ Frans Litjens: ‘Row­wen Hèze groef bij boeren de dode beesten op die aan een of andere ziekte gestor­ven waren. Je mocht het vlees dan niet meer eten, maar hij at het wél.’ Hand Litjens: ‘Als hij ‘s morgens opstond, was het eerste dat Hesen deed in de put plassen. Uit dezelfde put haalde hij het water om te drinken.’ Frans Litjens: ‘Hij at elke week wel een pond pruimtabak en overal waar hij zat of stond, sprietste hij het sap in het rond. Als de mensen er wat van zeiden dan liet hij het sap door zijn stoppelbaard naar beneden in zijn open gulp drijven.’

Beschrijving van het uiterlijk van Christiaan in het plaatselijke militieregister
Uit de herinneringen van buurtgenoten zou nog de indruk kunnen ontstaan dat Christiaan een vrijgevochten figuur, een soort Swiebertje avant la lettre was. De uit de archieven opgeduikelde documenten legden vooral een leven vol dramatiek en tragiek bloot: twaalf ambachten dertien ongelukken, armoede, honger, vechten, dronkenschap, jong overleden echtgenote, alleenopvoeder van vijf kinderen, wonen in een plaggenhut (ook toen al niet meer gebruikelijk), oog verloren, ontzet uit de ouderlijke macht, kinderen in een opvoedingsgesticht, stropen, stelen. 


Mijn conclusie in 2000: ‘Gedurende zijn hele leven verkeerde Christiaan op de rand van het bestaansminimum. Dit vormt wellicht mede een verklaring voor het feit dat hij regelmatig kleine vergrijpen pleegde. Dat hij zijn toevlucht zocht in de drank en dat hij niet in staat was om voor zijn kinderen te zorgen, maakt zijn lot alleen maar triester.’


Ik sloot het artikel in De Maasgouw af met de conclusie dat er geen enkele aanleiding is om het leven van Christiaan Hesen (en andere Peelbewoners) te idealiseren of te romantiseren. En wat doet Jan Philipsen, voormalig bassist van de band Rowwen Hèze? Hij schrijft een vorige week gepubliceerde roman over het leven Christiaan Hesen …


(klik hier voor het vervolg)

donderdag 14 maart 2019

Top 5 – Schoolstraatklinkervierkanten

Ach, weet je, ik zou hier natuurlijk een potje moeilijk kunnen gaan doen over al die voor fietsers zo ontzettend hinderlijke Schoolstraatincisies en -perforaties,





maar er zijn verdorie wel belangrijker zaken om een potje moeilijk over te gaan doen. Bovendien zou een potje moeilijk gaan doen over die incisies en perforaties slechts afleiden van het ware hoogtepunt van het westelijk van de Westsingel gelegen deel van de Schoolstraat in Horst: de klinkervierkanten.


Niet dat de Schoolstraatklinkervierkanten voor fietsers niet ontzettend hinderlijk zijn – integendeel zelfs – maar de Schoolstraatklinkervierkanten vergeef je alles. Vanwege hun uniciteit, vanwege hun schoonheid, vanwege hun authenticiteit, vanwege hun pretentieloosheid. Komt ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Schoolstraatklinkervierkanten:

5.

Zó irritant, die beschadigde klinker direct rechts naast de putdeksel! Daarbij vergeleken zinken de onregelmatigheden in het patroon in de onderste helft van het vierkant in het niet.  

4.

En toch vraag je je af of het nu per se nodig was de perfecte orde in het patroon van dit vierkant te verstoren (namelijk in de derde rij van boven, naast het derde vierkant van links). Of heeft de putdeksel dit dan toch op z’n geweten?

3.

Naar de letter der wet geen vierkant (‘een gelijkzijdige rechthoek’) maar een rechthoek. Regelmaat heerst, zij het niet absoluut. Toch verstoren de twee enigszins rood getinte klinkers en de donkergrijze accenten op sommige klinkers de rust niet. Zelfs de doodlopende halve rij klinkers boven de eerste rij van beneden detoneert niet.

2.  

Onweerstaanbaar door die donkergrijze punt links naast de putdeksel.

1.

Creatief met klinkers.