Wat ik van tevoren niet had kunnen bedenken: door m’n artikel in
De Maasgouw over Christiaan Hesen (klik
hier) werd ik een autoriteit op Christiaan Hesengebied. Dé autoriteit zelfs.
Niet tot m’n hele grote vreugde (zacht uitgedrukt) werd ik de afgelopen twintig
jaar met enige regelmaat gevraagd om op radio en televisie, in de krant en in
boeken m’n licht te laten schijnen over het leven van Christiaan.
In 2014 was het weer eens zo ver: er was een documentaire in de maak over
Christiaan. Of ik kon opdraven? Ok dan maar weer. De opnamen waren thuis bij
Jan Philipsen in Kronenberg. Jan Philipsen, die een jaar eerder na 28 jaar uit
de band Rowwen Hèze was gestapt. Onder meer – zo werd me toen duidelijk – om
tijd te krijgen voor het schrijven van een roman over Christiaan.
Het bleef die middag bij handjes schudden met Jan. Pas twee jaar later leerden
we elkaar echt kennen, eerst in een groepje mensen dat zich het lot van
vluchtelingen aantrok, daarna als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk. We
raakten bevriend en maakten zo nu en dan een wandeling. Zo leerde Jan dankzij
mij het centrum van Horst beter kennen en leerde ik dankzij Jan De Peel een
beetje kennen. Het hyperboolduin op de Zwarte Plak, de vreemde hoek in het
kanaal tussen Griendtsveen en Helenaveen, de Zuringsberg, de waterscheiding, de
Kamiël vaan de Piël, twee bijna parallel lopende Peelkanalen: dat en nog veel
meer liet Jan me de afgelopen jaren zien tijdens onze wandelingen. En hij onderwees
me erover, dat vooral. Deskundig en gepassioneerd.
Onvermijdelijk kwam tijdens die wandelingen ook Christiaan Hesen wel eens ter
sprake. Jan vertelde even deskundig en gepassioneerd over hem als over De Peel.
Tegelijkertijd schepte hij er groot genoegen in zijn fantasie los te laten op
het leven van Christiaan. Al proefde ik in dat laatste soms ook enige
terughoudendheid. Ik, de man van de feiten, de archivalia, de documenten over
Christiaan Hesen, zou die fantasieën immers maar niks vinden, zo veronderstelde
hij. En zeker niet als die in boekvorm zouden verschijnen. Telkens weer
probeerde ik hem duidelijk te maken dat hij van mij met Christiaan mocht doen
wat hij wilde: in een roman mag alles. Nooit kreeg ik de indruk dat ik Jan
helemaal wist te overtuigen. Grote kans dat hij nu met angst en beven zit te
wachten op het moment dat ik hem op Horst-sweet-Horst met de grond gelijk maak
vanwege het feit dat hij van Christiaan een (roman)held heeft gemaakt. Welnu,
dat moment komt niet, al was het maar omdat ik Jan veel te dankbaar ben dat hij met de verschijning van
Icoon voortaan - gewild of ongewild - dé autoriteit op Christiaan Hesengebied is.
(wordt binnenkort vervolgd)
Interessant, eind jaren zestig begin jaren zeventig kwamen wij vanuit Venlo in De Peel bij Leo Kluytmans, een Nostradamus van het hoogveen. Hij vertelde prachtige verhalen over de streek en de mensen die er woonden. Onvergetelijk. Maar wat ik eigenlijk wil vragen: sleet Christiaan zijn laatste levensjaren in Tegelen, nu een stadsdeel van Venlo?
BeantwoordenVerwijderenInderdaad is Christiaan in 1929 ingetrokken bij z'n dochter en schoonzoon in Tegelen. Hij overleed er in 1947.
BeantwoordenVerwijderenWeet u toevallig (nu ja, 'toevallig' past een allesweter als u helemaal niet)op welk adres dat in Tegelen was en of Christiaan ook in Tegelen begraven ligt? Dank!
BeantwoordenVerwijderen