zondag 17 maart 2019

Intermezzo – Christiaan Hesen (‘Rowwen Hèze’) (2)

Wat ik van tevoren niet had kunnen bedenken: door m’n artikel in De Maasgouw over Christiaan Hesen (klik hier) werd ik een autoriteit op Christiaan Hesengebied. Dé autoriteit zelfs. Niet tot m’n hele grote vreugde (zacht uitgedrukt) werd ik de afgelopen twintig jaar met enige regelmaat gevraagd om op radio en televisie, in de krant en in boeken m’n licht te laten schijnen over het leven van Christiaan.


In 2014 was het weer eens zo ver: er was een documentaire in de maak over Christiaan. Of ik kon opdraven? Ok dan maar weer. De opnamen waren thuis bij Jan Philipsen in Kronenberg. Jan Philipsen, die een jaar eerder na 28 jaar uit de band Rowwen Hèze was gestapt. Onder meer – zo werd me toen duidelijk – om tijd te krijgen voor het schrijven van een roman over Christiaan.


Het bleef die middag bij handjes schudden met Jan. Pas twee jaar later leerden we elkaar echt kennen, eerst in een groepje mensen dat zich het lot van vluchtelingen aantrok, daarna als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk. We raakten bevriend en maakten zo nu en dan een wandeling. Zo leerde Jan dankzij mij het centrum van Horst beter kennen en leerde ik dankzij Jan De Peel een beetje kennen. Het hyperboolduin op de Zwarte Plak, de vreemde hoek in het kanaal tussen Griendtsveen en Helenaveen, de Zuringsberg, de waterscheiding, de Kamiël vaan de Piël, twee bijna parallel lopende Peelkanalen: dat en nog veel meer liet Jan me de afgelopen jaren zien tijdens onze wandelingen. En hij onderwees me erover, dat vooral. Deskundig en gepassioneerd.


Onvermijdelijk kwam tijdens die wandelingen ook Christiaan Hesen wel eens ter sprake. Jan vertelde even deskundig en gepassioneerd over hem als over De Peel. Tegelijkertijd schepte hij er groot genoegen in zijn fantasie los te laten op het leven van Christiaan. Al proefde ik in dat laatste soms ook enige terughoudendheid. Ik, de man van de feiten, de archivalia, de documenten over Christiaan Hesen, zou die fantasieën immers maar niks vinden, zo veronderstelde hij. En zeker niet als die in boekvorm zouden verschijnen. Telkens weer probeerde ik hem duidelijk te maken dat hij van mij met Christiaan mocht doen wat hij wilde: in een roman mag alles. Nooit kreeg ik de indruk dat ik Jan helemaal wist te overtuigen. Grote kans dat hij nu met angst en beven zit te wachten op het moment dat ik hem op Horst-sweet-Horst met de grond gelijk maak vanwege het feit dat hij van Christiaan een (roman)held heeft gemaakt. Welnu, dat moment komt niet, al was het maar omdat ik Jan veel te dankbaar ben dat hij met de verschijning van Icoon voortaan - gewild of ongewild - dé autoriteit op Christiaan Hesengebied is.


(wordt binnenkort vervolgd)

3 opmerkingen:

  1. Interessant, eind jaren zestig begin jaren zeventig kwamen wij vanuit Venlo in De Peel bij Leo Kluytmans, een Nostradamus van het hoogveen. Hij vertelde prachtige verhalen over de streek en de mensen die er woonden. Onvergetelijk. Maar wat ik eigenlijk wil vragen: sleet Christiaan zijn laatste levensjaren in Tegelen, nu een stadsdeel van Venlo?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad is Christiaan in 1929 ingetrokken bij z'n dochter en schoonzoon in Tegelen. Hij overleed er in 1947.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Weet u toevallig (nu ja, 'toevallig' past een allesweter als u helemaal niet)op welk adres dat in Tegelen was en of Christiaan ook in Tegelen begraven ligt? Dank!

    BeantwoordenVerwijderen