Mild gekruid

zondag 31 mei 2020

Intermezzo – Nieuwe aanpak of op oude voet verder?

Rudy Tegels, wethouder van de gemeente Horst aan de Maas en lid van Provinciale Staten van Limburg voor het CDA (heel bijzonder dat het überhaupt is toegestaan deze twee functies te combineren), afgelopen vrijdag tijdens een vergadering van de Statencommissie Ruimte, Landbouw en Natuur over de stikstofmaatregelen van het kabinet:
‘Juist in deze coronatijd is het cruciaal dat wij de economie een impuls geven. Wij vinden de kwaliteitsverbetering van natuur ook belangrijk. We missen echter oplossingsrichtingen daar waar het gaat om economische ontwikkelingen als wegenbouw, woningbouw en ontwikkelingsruimte voor bedrijven. Juist daar zou ruimte voor moeten komen en juist dat ontbreekt. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat in Limburg wel gewoon wegen aangelegd worden? Dat bedrijven zich wel kunnen ontwikkelen? Dat woningen wel gewoon gebouwd kunnen blijven worden?’

René ten Bos, filosoof, gisteren in een interview in NRC Handelsblad:
‘Willen we dit soort pandemieën voorkomen, dan zullen we onze leefsystemen drastisch moeten herzien en onze voedselketens – waarin mens en dier zijn gescheiden – veranderen. Nu stellen we de mens bovenaan het ecosysteem. Met desastreuze gevolgen: wij zijn de oorzaak van het stijgen van de zeespiegel, de klimaatopwarming, van het uitsterven van soorten en, mogelijk, van onszelf. (…) Onze intensieve veeteelt veroorzaakt bij ons immuniteitszwakte. Wat gaan we dus doen?’

Rudy Tegels: ‘Het brede pakket van natuur is geregeld, maar de broodnodige ontwikkelruimte voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen ontbreekt totaal. Het kan niet zo zijn dat grote ontwikkelingen in Limburg nu niet door kunnen gaan als er ook maar een kleine vorm van stikstofuitstoot is.’


René ten Bos: ‘Als we nu anderhalve meter afstand tot elkaar houden, maar ondertussen op de oude voet doorgaan, krijgen we straks een nieuw virus, mogelijk met een nog grotere besmettingsgraad en hogere mortaliteit. Teruggaan naar “normaal” is een gevaarlijke illusie. Het is tijd voor een nieuwe aanpak. De hele agricultuursector moet op de schop. We moeten tot het inzicht komen dat volksgezondheid en milieu bij elkaar horen.’


Rudy Tegels: ‘Het CDA is voornemens een motie in te dienen waarbij we oproepen om meer ruimte te geven voor gewenste economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarnaast willen we de snelle uitkoop van bedrijven beperken, zodat er eerst goed nagedacht kan worden over de effecten daarvan. We vragen ons af of dat op de korte termijn de effecten bereikt die we beogen.’


René ten Bos: ‘Covid-19 is niet zomaar de wereld ingekomen. Het hangt samen met ecologie. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat vervuilde lucht de kans om te sterven aan Covid-19 vergroot. En dat het virus samenhangt met de wijze waarop we dieren houden en slachten.’


Rudy Tegels: ‘Meer dan ooit hebben we ruimte nodig om onze economie aan te jagen.’

P.S. Vorm zelf maar een oordeel. De geschiedenis zal hetzelfde doen.

dinsdag 26 mei 2020

Top 5 – Vanochtend op de Horster weekmarkt waargenomen bemondkapte poppenkoppen

Rare tijden. Wie me nog maar een half jaar geleden zou hebben gezegd ‘Over een half jaar publiceer jij een Horst-sweet-Horst top 5 van op de Horster weekmarkt waargenomen bemondkapte poppenkoppen’ zou ik voor gek hebben verklaard.


Ja, met enige fantasie zou ik me misschien nog een Horst-sweet-Horst top 5 van op de Horster weekmarkt waargenomen bebrilde, bebaarde, beoogschaduwde, beneuspiercete, besnorde, behoofdddoekte, betattoode of belippenstifte poppenkoppen hebben kunnen voorstellen. Maar een Horst-sweet-Horst top 5 van op de Horster weekmarkt waargenomen bemondkapte poppenkoppen? Nee, dat zou mijn voorstellingsvermogen ongetwijfeld te boven zijn gegaan. En toch, nu, op dinsdag 26 mei 2020 is het zover: de Horst-sweet-Horst top 5 van vanochtend op de Horster weekmarkt waargenomen bemondkapte poppenkoppen. Komt ie:

5.

Blue is the color. Inderdaad. Zorg er dan wel voor dat het blauw van je mondkapje helemaal identiek is aan het blauw van je pet.  

4.

Enige waargenomen poppenkop met spatkap. Enigszins onduidelijk waar en hoe deze dame haar mondkapje heeft gefixeerd. Zelfde geldt overigens voor de dame op nummer 5.

3.

Slechts één bemondkapte mannelijke poppenkop waargenomen. Toeval of niet: ook de enige met een mondkapje met afbeelding. Geen bijster originele. Waar dan weer de bijzonder fraaie inpakking van het oor tegenover staat.

2.

Type hobbezak. Wel praktisch: het merendeel van de op de markt gekochte waren kun je erin kwijt.

1.

De make-up met als hoogtepunt de oogschaduw, het haar en laten we vooral ook niet de intrigerende tattoo in de nek over de kop zien: afleidingsmanoeuvre geslaagd.

zondag 24 mei 2020

Intermezzo – Stank (2)


als je continu in de stank zit
ruik je niet meer dat het stinkt

stront laat je van je afglijden
ja, je stinkt
maar niemand die het ruikt

je besmeurt je marionetten met stront
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je doet geen deksel op de beerput
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je stopt de beerput zo vol als je wilt
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je leegt de beerput nooit
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je legt de rode loper uit
voor de grootste stinkerd van allemaal
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes bedenk je plannetjes
om mensen in de stank te laten wonen
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes bedenk je plannetjes
om zelf goedkoper in de stank te gaan wonen
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes en je marionetten schreeuw je van de daken
dat het in 2025 nergens zo lekker stinkt als bij ons
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes en je marionetten geef je de grootste stinkerd van allemaal een prijs
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

tegen iemand die zegt dat het stinkt
zeg je dat hij het niet begrijpt
want je ruikt niet dat het stinkt

tegen iemand die zegt dat het niet stinkt
zeg je dat hij het tenminste begrijpt
want je ruikt niet dat het stinkt

want als je continu in de stank zit
ruik je niet meer dat het stinkt

Intermezzo – Smulparadijs

‘Het verdwijnen van ’t Tömpke zou me werkelijk pijn doen’, schreef ik op 14 februari 2011 (klik hier). Nu het ruim negen jaar later zover is, is die pijn er inderdaad. Dat ’t Tömpke sinds acht jaar onder de naam Friture Smulparadijs door het leven ging, doet daar niets aan af. Ook het feit dat ik het Melderslose frietkot nooit betrad, vermindert de pijn niet.


En nee, het Smulparadijs mag geen architectonisch hoogstandje zijn, karakter heeft het wel. Dat je bovendien, schreef ik destijds al, dertig, veertig jaar terugzet in de tijd. Je zou niet vreemd opkijken als een nozem in leren jackie z’n opgevoerde Kreidler hier plotseling op de stoep parkeert en eenmaal binnen doodgemoedereerd een blikje bier bestelt. Of als Lottum de boel kort en klein komt slaan – een patatje oorlog maar dan letterlijk.


Op de plaats van het Smulparadijs staat al sinds 1962 een frietkraam. Jan Tielen (‘Friet Jan’) was jarenlang exploitant. In een nieuwsbrief van Stichting Geschiedenis Melderslo (klik hier) haalde hij in 2013 kostelijke herinneringen op. Hij gaf daarin antwoord op vragen als hoe het assortiment er in de jaren zestig uitzag (friet, knak en rolmops), hoe je in de jaren zeventig illegaal stroom kon aftappen (door met klimspoane in elektriciteitspalen te klimmen) en waar wethouder Boots politiek bedreef (in het café). Ook aan het ontstaan van de gehaktbal speciaal wijdde Jan enkele woorden:
‘We kwamen begin jaren 70 eens laat thuis van een bruiloft. Ik had nog honger en sneed een gehaktbal in schijven, schoof er gesneden uienringen tussen en spieste alles aan elkaar met een dun stokje dat ik uit een naburige heg had gehaald. Ik noemde deze snack Catweazle, naar een populaire serie die destijds op TV was. Later ben ik dit maar gewoon een gehaktbal speciaal gaan noemen. Maar deze nu zo bekende snack is dus mijn idee!’

Op de Facebookpagina van het Smulparadijs maakten de exploitanten Jan en Bea Marcellis donderdag bekend dat de deur nier meer opengaat. Corona en de daarmee gepaard gaande anderhalve-meter-afstandseis zijn de aanleiding, al laten ze ook doorschemeren dat sluiting sowieso in het verschiet lag.


Aan zestig jaar culinaire geschiedenis en alles wat daarmee verbonden is, komt een einde. Melderslo en Horst aan de Maas verliezen iets dat nooit meer terug zal komen. Rest de vraag wat er met het kot dient te gebeuren. Het antwoord lijkt me simpel: naar De Locht ermee, het museum in!

dinsdag 19 mei 2020

Top 5 – Vragen over de Horster weekmarkt van vanochtend

Hoewel ik dierbare herinneringen heb aan de plakjes kaas die de kaasboer me als kind wekelijks gaf, ben ik nooit uitgegroeid tot een frequent marktganger. Corona heeft dat veranderd. Winkels zijn op dit moment geen oorden waar ik graag vertoef. De weekmarkt is de voorbije maanden het ideale middel gebleken om in elk geval mijn fruithonger te stillen: in de buitenlucht, goedkoop, meer dan voldoende ruimte bij de kramen om afstand te houden, marktkooplieden (mooi woord) die strikt toezien op dat afstand houden.


Vanochtend waren op de weekmarkt voor het eerst ook weer marktkooplieden welkom met een ander aanbod dan etenswaren. Dat leidde tot aanzienlijk meer kramen dan de afgelopen tijd en ook tot aanzienlijk grotere drukte. Hele knappe jongen/meisje die er op bepaalde plekken in slaagde de anderhalve meter afstand in acht te houden. Waardoor mijn hernieuwde liefde voor de markt inmiddels danig is bekoeld.  


Anderhalve meter afstand houden tot anderen is in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid. Toch helpt het als bepaalde maatregelen het afstand houden vergemakkelijken. Veel moet in deze tijd opnieuw worden uitgevonden en dat dat met horten en stoten gepaard gaat is even onvermijdelijk als begrijpelijk. Meteen met een beschuldigende vinger gaan wijzen lijkt me daarom niet echt gepast. Maar vragen staat vrij. Vandaar de Horst-sweet-Horst top 5 van vragen over de Horster weekmarkt van vanochtend. Komt ie:


5. Ik ben een fervent voorstander van fietsen in het Horster centrum. Maar niet op marktdagen. En zeker niet op marktdagen in coronatijd. Ook op mensen die met hun fiets in de hand over de markt lopen en op trottoirs geparkeerde fietsen zit ik even niet te wachten. Waarom is er voorlopig geen totaal fietsverbod tijdens markturen? Is dit sowieso geen mooie aanleiding om eindelijk eens een deugdelijke openbare fietsenstalling in te richten?


4. Waarom moeten er ook op de smalste plekken in het centrum per se marktkramen staan? Meest pregnante voorbeeld: de kraam tussen de Hema en Gember/Natuurwijzer.  


3. Veel ongemakkelijke situaties vanochtend waren het gevolg van kruisend verkeer. Waarom geen verplicht eenrichtingsverkeer voor voetgangers?


2. Terwijl er juist ruimte te over is, worden het Wilhelminaplein en met name het Sint-Lambertusplein niet of nauwelijks benut voor de markt. Waarom niet?  


1. Is overwogen om de markt naar elders te verplaatsen, denk bijvoorbeeld aan de parkeerplaats van sportpark Ter Horst of het ruiterterrein? Zo nee, waarom niet?  

maandag 18 mei 2020

Intermezzo – Maandagmiddagwandeling

Van Swolgen naar Broekhuizen en vice versa is het plan. Fiets geparkeerd aan de Schoolstraat. Wandelen maar. Jan van Swolgenstraat. Doelloos hek.


Triest einde van een mooi leven? Of mooi begin van een triest leven? Dan rechtsaf. Hulsweg.


RK tuinen. Visioenen van tuinen vol weelderig bloeiende hosties, judaspenningen, wierookbomen die tot de hemel groeien, christusdoornen, sint-janskruid en massa’s pastoraalzaad die op de meest onverwachte plaatsen ontkiemen. Terug in de werkelijkheid als twee mannen op leeftijd me tegemoet komen fietsen. Hoor de man aan de binnenkant zeggen ‘Ik heb dan de neiging om een beetje zwarte humor te maken om de zaak te breken, maar daar kan niet iedereen mee omgaan’. Wedden dat ie het toch steeds weer probeert met die zwarte humor, hoewel ie weet dat niet iedereen ermee kan omgaan?


Potjes met deksels over? Dan graag inleveren op Hulsweg 12, voor paprika’s en komkommers, allebei zoetzuur. Dan de Heideweg en vervolgens rechtsaf Genenberg op. De outskirts van Broekhuizen. Zes p’s waar er één had volstaan. 


Sproeien. Overal sproeien. Steeds brutaler sproeien. Steeds nuttelozer sproeien. Of dacht je soms dat zo’n sjees zit te wachten op al dat water?


Broekhuizen-centrum. Looierstraat.


Al sinds jaar en dag met afstand de mooiste garagedeur van Broekhuizen. Zal dus wel in z’n voortbestaan worden bedreigd. Dan de Maas.


Gezeglijk volkje hier qua social distancing. Een man en een vrouw met twee klapstoeltjes komen aanlopen. Man: ‘Als we daar eens op de hoek gaan zitten.’ Vrouw: ‘Nee, ik wil niet in de zon! Ik wil in de schaduw zitten.’ Man: ‘Godverdomme! Zeg dat dan!’ Als ik ze even later voorbijloop zitten ze op hun klapstoeltjes alweer genoeglijk te keuvelen. In de schaduw. Dan over akkers en door weilanden weer terug richting Swolgen. Hiepsheideweg. De bossen in. Vogelgefluit. Bijengezoem bij blauwebessenplantage. Paarden.


Magere paarden. Zouden ze misschien stiekem van zakdoekjes hebben gesnoept?


‘Bent u vies van uzelf, laat u dan behandelen aan uw smetvrees.’ ‘Affikken’ contrasteert te zeer met de rest van de tekst. Beetje ordi.


Terug in de bewoonde wereld. De gratis spullen laat ik graag aan iemand die ze harder nodig heeft dan ik. Terug bij de fiets. Naar huis. Stukje tikken.

zaterdag 16 mei 2020

Top 5 – Onlangs in Horst aan de Maas waargenomen achterkanten van vrachtwagens

In mijn boekenkast staan fotoboeken over onder meer slapende mensen, putdeksels, wc’s in het Ruhrgebied, bouwradio’s, friettenten, olifantenpaadjes, Russische bushokjes en achterkanten van vrachtwagens. Achterkanten van vrachtwagens? Inderdaad. Camions heet het en het bevat 55 door Aimée Terburg gemaakte foto’s van achterkanten van vrachtwagens.


Altijd gedacht dat er weinig is dat minder tot de verbeelding spreekt dan de achterkant van een vrachtwagen? Dan is het misschien toch eens tijd dat vooroordeel bij het oud vuil te zetten. Toegegeven, achterkanten van vrachtwagens zijn geen liefde op het eerste gezicht. Ze laten zich pas veroveren als je je in hen verdiept. Camions is daar het gedroomde middel voor. Als boek zonder enige tekst dringt het je niets op. Het laat je alleen maar kijken. Uit dat kijken volgt vanzelf vergelijken, interpreteren en fantaseren. Heb je dat proces doorlopen, dan ben je een fascinatie rijker. Of een liefde.


Camions verscheen in 2007. Vorige week zijn de laatste resterende exemplaren in de verkoop gegaan. Ik zou zeggen: wees er snel bij! Voor de prijs hoef je het niet te laten: 16 euro inclusief verzendkosten. Bestellen kan per email (aimeeterburg@gmail.com) of via de website van het boek (https://www.camions2go.com/E-bestelcamions-2.html).


Ter ere van Camions is een top 5 van onlangs in Horst aan de Maas waargenomen achterkanten van vrachtwagens op zijn plaats. In tegenstelling tot Aimée heb ik me daarvoor wel laten verleiden tot enige tekst. Dit ook ter compensatie van het feit dat mijn foto’s natuurlijk niet kunnen tippen aan die van Aimée. Komt ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van onlangs in Horst aan de Maas waargenomen achterkanten van vrachtwagens:

5.

Alle kleuren van de regenboog verenigd op de achterkant van een vrachtwagen. Om een beetje hyper van te worden, al dat kleurengeweld. Als ik aspergestengel was, zou ik me trouwens enigszins gediscrimineerd voelen.

4.

Nee, dan liever de witte rust van Hovetra. Uit Rhoon. Hovetra.nl: ‘Het wagenpark bestaat uit 60 trekkende eenheden waaronder een LNG truck en een LZV, met vaste bulkopleggers, kiepchassis en compartimentenopleggers. Hiernaast beschikken wij over ruim 50 losse bulktanks en een gecompartimenteerde zuig/blassoplegger.’ Heerlijk! Gok dat dit een LZV is. Al zou het ook een gecompartimenteerde zuig/blaasoplegger kunnen zijn.

3.

Uit het goede hout gesneden. Type ruwe bolster, blanke pit.

2.

En dan hoor je wel eens zeggen dat truckers geen gevoel voor esthetiek hebben! Perfectionistisch als hij is zit de betreffende trucker nog te twijfelen of hij het grijs van de achterkant van z’n vrachtwagen moet aanpassen aan het grijs van het gebouw of andersom.

1.

Guitige, knipogende, nietsvermoedende varkens (naar hun eindbestemming?) vervoeren en dan Goeminne heten. Nazareth, kwam onze Grote Heilbrenger daar ook niet van vandaan?

vrijdag 15 mei 2020

Intermezzo – School

Maandag 8.25 uur. Ik woon tegenover de Meterikse basisschool. Ik hoor de schoolbel gaan. Niets bijzonders, zelfs niet in coronatijd. De afgelopen twee weken – meivakantie! – is de schoolbel niet gegaan, maar in de zes weken daarvoor ging ze wel, hoewel er al die tijd geen leerling te bekennen was. De wereld stond in brand, de schoolbel ging onverstoorbaar door met bellen. Het had iets relativerends. Iets vertrouwenwekkends ook: niet álles was anders, er waren ook dingen die ongeacht de omstandigheden gewoon bleven doen waar ze goed in zijn.


Maandag 10.15 uur. De schoolbel is weer gegaan: speelkwartier. De leerlingen krijsen even uitgelaten als altijd. In gedachten ga ik terug naar mijn eigen schooltijd. Ik kon weliswaar goed leren, maar heb er nooit veel aan gevonden, school. Ik beschouwde school als een noodzakelijk kwaad. Met uitzondering van het schoolvoetbaleftal voor mij dan ook geen warme herinneringen aan het Boschveldcollege in Venray. Integendeel. De basisschool was iets minder erg. Toch was het meest dierbare element van mijn basisschoolperiode ongetwijfeld het speelkwartier. Knikkeren, tikkertje en een waarschijnlijk uitsluitend op de Weisterbeek in Horst gepraktiseerd spel met de fantastische naam hennevot (‘Wie deut der mei henne-vot-vot-vot?’). Ook het hysterische gebrul (‘Ru-zie! Ru-zie! Ru-zie!’) als er ergens een vechtpartijtje uitbrak is me bijgebleven.  


Maandag 15.00 uur. De Meterikse schoolbel gaat weer. Ik zie of hoor geen leerlingen, blijkbaar zijn de lessen al eerder op de dag gestopt. Hoe het ook zij: de eerste schooldag na de gedwongen pauze zit er weer op. Terug naar mijn tijd. Na een weekend, na een vakantie: de eerste dag was altijd de allerergste. Daarna verminderde geleidelijk de pijn; vanaf woensdag gloorde het prettige vooruitzicht van het weekend. Op een dag als vandaag zou ik heel zeker hebben gedacht: ‘Nog acht weken, dan is het gelukkig weer vakantie.’ Ik verbaasde me de afgelopen weken dan ook over al die kinderen die op de televisie of in de krant zeiden te snakken naar de heropening van hun school. Alsof school leuk is! Mij bekroop een gevoel van medelijden met hen. Of is dat ongepast? Moet ik misschien eerder medelijden hebben met mezelf? Heb ik de pech gehad in de verkeerde tijd jong te zijn geweest? Zijn de scholen in de loop van al die jaren veranderd? Of de leerlingen?


Dit stukje verscheen woensdag in Via Horst-Venray. Daarop volgde een prachtige reactie van Peter Lucassen:
‘Als fervent aanhanger van het spelletje hennevot wil ik je nog enkele aanvullingen toespelen. Bij de ruzietjes riepen we “ruzie tatata ruzie tatata” weet je nog? Verder hadden we nog een spelletje “wie doet er mee losse ketting” wat volgens mij tikkertje was waarbij de getikte af was. Maar je had ook vaste ketting waarbij de getikte met elkaar een ketting vormde waarmee je slachtoffers kon insluiten.’
Inderdaad 'ruzie tatata'! Losse en vaste ketting herinner ik me ook. Of Peter dan misschien ook wist of hennevot een tikspelletje was? Peter:
‘Volgens mij was hennevot een tikspelletje waarbij je van de ene naar de andere kant moest proberen te komen. Bij vaste ketting had je als je pech had het genoegen om met een flinke vaart tegen de grond gesmakt te worden. Vooral als je de buitenste persoon was. We deden ook wel eens kiepe keuntje kieken. De handen tegen elkaar en dan met iemand anders in elkaar schuiven. Als je dan de handen opende zag je iets wat leek op een kiepe…, je raadt het al.’
Geweldig toch? Kiepe keuntje kieken zei me dan weer helemaal niets. Anderen misschien wel?

donderdag 14 mei 2020

Intermezzo – Stinkend rijk worden

Henk Kemperman: ‘Iedereen voelt op zijn klompen (!) aan dat er een relatie is tussen intensieve veehouderij, corona en de volksgezondheid.’ Bart Cox: ‘De gezondheidseffecten van stank op de mens worden steeds manifester.’ Twan Hoeijmakers: ‘Er zijn volgens zogenaamde deskundigen al bewijzen dat Covid-19 harder toeslaat in gebieden met een hoge dierdichtheid.’ Eugenie Dings en Marc Vergeldt: ‘Er is een geitenstop in Limburg: en toch krijgt deze veehouder [in LOG Witveld] het voor elkaar om nog de vergunning te krijgen om geiten bij te plaatsen.’ Andries Brantsma: ‘Eigenlijk stinkt het bijna overal in Horst en het College van B&W vindt dat prima en wil het zo houden ook, want de ontwerp geurverordening houdt dit in stand.’


Allemaal citaten uit verschillende bijdragen in Hallo Horst aan de Maas van vandaag (klik hier). Het mag duidelijk zijn: de intensieve veehouderij beroert Horst aan de Maas. Niet alleen deze week, al jarenlang. En dan berichtte De Limburger gisteren en vandaag ook nog eens uitvoerig over de uitwassen bij mestverwerker Willems aan de Hoebertweg in America. Die verwerkt volgens de krant jaarlijks meer dan drie keer zoveel mest als vergund, heeft een illegale mestsilo en een defect mestbassin. Bovendien ontbreken hier en daar luchtwassers. Omwonenden klagen over stank, de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) maakt zich zorgen over de volksgezondheid.


‘Het moet afgelopen zijn dat de provincie Limburg maar van alles toestaat zonder handhavend op te treden. De laatste tijd komt Willems met allerlei overtredingen weg’, aldus de RUD. Als Willems de overtredingen niet snel ongedaan maakt, hangt het bedrijf volgens gedeputeerde Robert Housmans (PVV) een boete boven het hoofd die kan oplopen tot 640 duizend euro. Een farce natuurlijk, als je bedenkt dat het bedrijf aan de illegale mestverwerking opgeteld 1,5 miljoen euro heeft verdiend. Minstens even erg: een collega van Housmans, gedeputeerde Ruud Burlet (Forum voor Democratie), zal vandaag volgens De Limburger zijn goedkeuring hechten aan de aanvraag van Willems om de mestverwerkingscapaciteit op te voeren van 80 duizend tot 450 duizend ton. Bijna zes keer zoveel! Dat Willems de zaak in het verleden heeft bedonderd, lijkt Burlet niet te deren: ‘Het is ondernemers eigen dat ze vaak voor de muziek uitlopen.’


Toch is nog niet alles verloren: weigert de gemeente Horst aan de Maas een verklaring van geen bezwaar af te geven, dan gaat het feestje niet door. Waar weer tegenover staat dat de gemeente(raad) al sinds jaar en dag op de eerste rij wil zitten bij welk feestje dan ook. Of dat ditmaal anders zal zijn? Laten we hoop putten uit de woorden van wethouder Thijs Kuipers (D66+GroenLinks) in De Limburger:
‘Ik heb moeite met ondernemers die zich niet aan de regels houden. We worden beboet op de snelweg als we 5 procent te hard rijden, maar deze ondernemer doet 400 procent teveel. Minstens drie jaar lang heeft hij veel meer mest verwerkt dan is toegestaan. Het gezegde stinkend rijk worden heeft nu wel een gezicht gekregen.’

zondag 10 mei 2020

Intermezzo – Man met kettingzaag

Hoewel ik Horst aan de Maas met enige regelmaat van noord tot zuid en van west tot oost doorkruis, heb ik toch blinde vlekken: plekken waar ik zelden of nooit kom. Bijvoorbeeld het gedeelte tussen Tongerloseweg en Reindonkerweg van de Spoorweg in Hegelsom. Zoals de naam al doet vermoeden een weg langs het spoor. Lang en recht, veel verkeer, dodelijk saai. De weg aan de overzijde van het spoor (zonder straatnaambordje, volgens Google Maps is het de Tongerloseweg, ik zou eerder denken de Wachtpostweg) is even lang, een beetje minder recht, veel minder druk en een beetje minder saai. Dus fietste ik woensdag, onderweg richting Sevenum, over de Wachtpostweg. Daar kreeg ik spijt van toen ik aan de overzijde van het spoor, langs de Spoorweg, iets ontwaarde dat in Horst aan de Maas veel te zeldzaam is: graffiti! Dus Wachtpostweg tot het einde gefietst, spoorweg overgestoken en Spoorweg op. Tussen de Mevrouwsbosweg en de Langstraat volgde de beloning: een gevel van een verlaten stal vol met graffiti.


Van de ene kant kwalijk dat niemand het nodig heeft gevonden me op deze absolute aanwinsten voor Horst aan de Maas te wijzen, van de andere kant is er weinig dat op kan tegen het gevoel van het vinden van iets prachtigs waar je helemaal niet naar op zoek was.


Want prachtig zijn ze, deze stalmuurgraffiti. Met als absolute hoogtepunt de man met kettingzaag.


Ik durf zelfs te beweren dat dit de mooiste figuratieve graffito in Horst aan de Maas van de afgelopen jaren is. Toegegeven, die bewering heeft gezien het ontstellende gebrek aan figuratieve graffiti in deze gemeente een vrij groot in-het-land-der-blinden-is-eenoog-koning-gehalte, maar toch.  


Een man met kettingzaag en bebloed schort op de muur van een voormalige stal – is dit een statement? Een aanklacht tegen het doden van dieren? Of juist een verheerlijking ervan? Ik zou het dolgraag willen weten. Uit ervaring weet ik hoe lastig het is om met graffitisten in contact te komen, maar ik probeer het toch: Arm en/of Olaf, mochten jullie dit stukje lezen, laat dan alsjeblieft van je horen via horstsweethorst@gmail.com. Uiterste discretie gegarandeerd.


Voor tips over graffiti in Horst aan de Maas houd ik me sowieso te allen tijde aanbevolen. En ik zal proberen de Spoorweg in de toekomst minder te verwaarlozen. Misschien heb ik de potentie van de Spoorweg wel altijd onderschat.