Mild gekruid

dinsdag 11 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (21) | Ton Hoeijmakers

‘Ik zou het leuk vinden om een keer met jou door het buitengebied van de Gortmeule en omgeving te wandelen’, heeft Ton Hoeijmakers me gemaild. Mij lijkt dat ook leuk. Ton (74) woont al zijn hele leven op De Gortmeule, een boerderij met een geschiedenis van eeuwen. Dat het verleden er wordt gekoesterd zie je, voel je, proef je. In alles. De Gortmeule is een van de weinige resterende plekjes in Horst aan de Maas waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.


We kennen elkaar. De begroeting is hartelijk. Ton begroet iederéén hartelijk. Het is zoor deze zaterdagmiddag. Ton heeft een geelzwarte sjaal om. ‘Doet me goed dat je een VVV-sjaal om hebt’, zeg ik. Ton: ‘Het zou ook een Horster Mannenkoorsjaal kunnen zijn of een voormalige-gemeente-Horst-sjaal.’ Maar ter zake. Terwijl we over de ook al eeuwenoude onverharde toegangsweg naar de boerderij lopen, zegt Ton dat hij me de mooie maar ook de minder mooie dingen rondom landgoed De Gortmeule wil laten zien.


Eerste halte is het Gortmeules  Kruus, in 1915 geplaatst door Gortmeules Hannes, de grötvader van Ton. Het staat onder een majestueuze eik, ooit in de race als dikste boom van Limburg. De eik heeft een omtrek van 4,78 meter. Zelfs blikseminslag, in 1984, heeft de oude reus niet klein kunnen krijgen. Kruis en eik vormen samen wat je tegenwoordig een landmark noemt. ‘Koesteren’, zou je denken. Toch zijn er bedreigingen: het is niet uitgesloten dat in de toekomst een kas en een biomassacentrale het vrije zicht vanaf de Schengweg op kruis en eik zullen bederven. Dat vooruitzicht stemt Ton verdrietig. Zo verdrietig dat hij binnenkort gaat inspreken in de gemeenteraad.


We lopen verder richting Veld-Oostenrijk. Ton vertelt over het Kloetswegske, over de twaalf boerderijen die samen d’n Östrik vormden, over markante bewoners, over het beekje dat tussen Veld-Oostenrijk en Venrayseweg stroomt en waarvan ik nu eindelijk de naam leer kennen: Schoot. Ton heeft er niet voor gestudeerd maar hij kan het landschap net zo goed lezen als Wim Heijligers (klik hier). Het resultaat van overlevering, generatie op generatie. Indrukwekkend.


Tussendoor attendeert Ton me op de aaneenschakeling van kassen en foeilelijke hoge hekwerken. Die zijn eigendom van dé grootgrondbezitter aan Veld-Oostenrijk en omgeving, zo’n rupsjenooitgenoeg waarvan Horst aan de Maas er al veel te veel telt. Ton heeft hier in de loop der jaren bestuurders van allerlei rang en stand rondgeleid om ze te wijzen op de aantasting van het landschap. Hij ontmoet altijd begrip, maar daar blijft het dan ook meestal bij. Ook dat stemt Ton verdrietig.


De oostzijde van Veld-Oostenrijk is nog vrijwel ongeschonden. Ton wijst me waar ooit het boerderijtje stond van de man met de weinig vleiende bijnaam Kruujer Jantje. Jantje had wel al heel vroeg een televisie. Ton herinnert zich dat er een massa fietsen stond bij de boerderij als een wedstrijd van het Nederlands elftal werd uitgezonden. Gehaaid als hij was plaatste Jantje dan een lege jampot bij zijn voordeur met daarbij een bordje met het opschrift ‘Een kwartje in de pot en je lacht je rot’. 


Langzaam naderen we De Gortmeule weer. Aan de Australiëweg wordt met man en macht gewerkt aan de herinrichting van de Paes en aan de totstandkoming van een ecologische verbindingszone tussen Gortmeule en Paes. Ton verheugt zich er nu al op samen met vrijwilligers van Landschap Horst aan de Maas op de grond achter het Gortmeules Ven allerlei oude gewassen te gaan zaaien. Dit moet leiden tot de terugkeer van diersoorten die zich hier al decennia niet meer hebben vertoond.


Als we weer terug zijn bij de boerderij laat Ton me nog de met riet beklede schuur zien, een unicum voor Horst. Zoals eigenlijk alles uniek is aan De Gortmeule.


Dit was aflevering 21 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Na vandaag volgen nog twee verslagen van wandelingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten