Mild gekruid

maandag 27 juli 2015

Klein mysterie 663 – Leesplankje (7)

Verder met de volgende drie woorden van het Horster Laesplaenkske die door Toon Jenniskens van een hoogstpersoonlijke toelichting zijn voorzien. Geniet van de Meterikse bijnamen, de ‘kwakelwiefkes vanne Hei’ en de ‘blauw vuus’ na het moelbaere plukken!

Roepen de behandelde woorden herinneringen of reacties bij u op? Deel die dan met andere Horst-sweet-Horst-lezers! En klik hier voor de eerste drie door Toon geduide woorden van het Laesplaenkske.

Kwekvôrs
Vuraal dór de koêle in de wêije, die dinde ás drênkpláts vur ’t vië (wao ge inne weenter ok good óp kós liêre schátse!), wemelde ’t âchter ánne Miëterik van de kwekkers, zoëás weej die biëste numde. In ’t ènkelvoud zâgte we troewes kwekvôrs, realizeer ik meej noow… ’s Aoves, ás die kwekkers begóste te kwake óp de koele va Houben Tinus, Giesse Sjang, Crómmentoens Hândrie, béj ós (béj Giesse Piet), béj Giërtjes Bernard, béj Riêkels burke, béj Klöskes Jan en béj Mártes Sef ós naobere en doënste naobere, dá waas ’t duk en hels kabaal, má wál en dát ge ów laeve ni miër verget! Ás ózze Frâns en ik dá nag lang mèt mekaar im bèd laoge te vertèlle, reep ós mooder, die doew duk zeek óppe ópkamer ónder de jóngeskamer laog, dát we móste gao slaope en dá kwákte we trug dát dát ni góng vawaege de kwekkers.

Kwakel
Noëit zal ik de ‘kwakelwiefkes’ vergaete die ovver de greendwaeg vur ós hoês fietste mèt enorme jutezek óppen draeger. Die zek rákte ám beids kânte has de groond en woge nammenânt niks. De erme meense vanne Hei (’t gehuch tussen de Miëterik ennen Haegelsum; noow hèt dát vort Veur-Amaerica) hájje béj de boore vanne Miëterik enne Schaak gevragd af ze kwakels en tekskes mógde rape inne Miëtrikse en Schákse bös. Mèt dát grei mákte ze ’t fernuus á. Hôlt mógde ze ni mèjneme, ok gè valhôlt, má ós vader háj zien viêf zwaogers vanne Hei wál de kâns gegaeve in ós bös (ik hèb die geôrve) te gao poeste. Dá ginge ze mèt en schup en en áks de bókse (de puust) van de umgehowde buëm oet de groond plare en i klötskes zage. Die bókse waore doew vul hoëger ás tèggewaorig, want de bös ánne Miëtrik en ánne Schaak waore in 1941 óp bevel vanne Pruusse dór dwangarbeiders gekapt vur mienhôlt en die meense hájje zich neturlek ni miër gebukt ás nuëdig waas. D’r woordte wál drek néje buëm gepat en ás ik dao noow roondloëp, wiët ik dát die buëm krek aeven âld zie ás ik… ok oet 1941. ’t Is wál ópmêrkelek, dát zovveul meense ’t verscheel ni m’r kènne tussen eikels en kwakels…

Moelbaer
Jaomer genóg is de ‘klassieke’ moelbaer ‘ntreent verdwene oet de bös, má ik zaog dát dór de zoore raegen van de âfgeloëpe decennia (di zörgt vur bemisting van de magerem bosgroond) d’r zich ál wir en decimaeter dikke humeslaog haet gevörmd i mien bös. Dao blief noow ok vort álles ligge wát na oonder vèlt. Ik hèb dao hee en da ok wir moelbarestruukskes zi gröjje. Moelbaere plukke mógde weej inne Moelbaerembos, umdát ós vader kammeraod waas va Jeurisse Kuëb, de grotvader van en dèl preense vannen Dreumel en de schonvader van ózze Jaer din dao ennem bos háj. Dát plukke waas en biëstig nut wêrk, umdát ge doën béj de groond mós zie wodde wát oëgste. Duk kneepte de wát riêpe moelbaere kepot, zoëdát ge daag lânk blauw vuus hád. En de wilde moelbaer is zo klein, má wál verrekkes lekker! Weej bakte d’r thoês vuraal kook en flaaje va.

Intermezzo – Eldorado

Een van de beste films die ik ken is Aguirre, der Zorn Gottes. Geregisseerd door Werner Herzog, uitgebracht in 1972. De meesterlijke, vijf minuten durende openingsscène, de betoverende muziek van Popol Vuh, de barbaarse wreedheid, de overweldigende schoonheid van de Amazone, de permanente dreiging vanuit het oerwoud, de zinderende spanning, de beklemmende slotscène, de magistrale hoofdrolspeler Klaus Kinski: geloof me, als je Aguirre één keer hebt gezien, vergeet je ’m nooit meer.
Aguirre vertelt het waargebeurde verhaal van een Spaanse expeditie van conquistadores. Die trekt in 1560 het Zuid-Amerikaanse regenwoud in, op zoek naar El Dorado. Een kansloze missie. El Dorado, het land van goud, is immers een mythe. Wel een tot op de dag van vandaag tot de verbeelding sprekende mythe, Werner Herzog is bepaald niet de enige die zich door El Dorado heeft laten inspireren.

In het Nederlands is eldorado (aan elkaar en met kleine letter) zelfs uitgegroeid tot een zelfstandig naamwoord. Betekenis, aldus Van Dale: ‘paradijs, heerlijk en gelukkig verblijf’. Voor zover ik kan nagaan heb ik het woord in die betekenis tot dusverre één keer op Horst-sweet-Horst gebruikt. En wel op 27 januari 2014, toen ik station Horst-Sevenum betitelde als ‘eldorado voor voetbalclubstickersliefhebbers’ (klik hier). Zo kent Horst aan de Maas nog tal van andere eldorado’s. Maar er is slechts één echt Eldorado (aan elkaar, nu wel met hoofdletter): Eldorado aan de Tienrayseweg, ongeveer halfweg tussen Oostenrijk en Klein Lourdes.
Eldorado was de naam van een ontginning aan de westzijde van de huidige Tienrayseweg.
J.H. Jenniskens uit Meterik (‘Fleuren Driek’) gaf, zoals ook blijkt uit de advertentie uit de Nieuwe Venlosche Courant, in 1910 opdracht tot de bouw van de gelijknamige pachtboerderij aan de rand van de ontginning. De (moeilijk zichtbare) initialen op een in 1959 aangebrachte gevelsteen (‘J.H.J.’) herinneren hieraan.
Eldorado is gebouwd naar een ontwerp van Antoon Haegens (1863-1944). Hem kwamen we onlangs al tegen als ontwerper en bouwer van pand Seuren (klik hier). Haegens was ook verantwoordelijk voor ontwerp en bouw van de enige gelijkenis met Eldorado vertonende panden Meterikseweg 33
en Schoolstraat 35.
Thijs Pubben karakteriseert Eldorado in deel 4 van Horster historiën (p. 206) als ‘dwarshuisboerderij van het langgeveltype, waarvan het woonhuis een kwart slag gedraaid is’. Het pand vertoont verder veel kenmerken van de destijds in zwang zijnde neorenaissancestijl, waaronder de speklagen, de timpanen (de ‘bogen’ boven de vensters) met hun siermetselwerk en de dakkapel met zijn versieringen. Inderdaad een ‘heerlijk verblijf’.  
P.S. Nog even terugkomend op Aguirre: een absolute aanrader is de tegen Werner Herzog gerichte woede-uitbarsting van Klaus Kinski op de set van de film (klik op de pijl om het filmpje te starten).

Klein mysterie 662 – Gezegende onwetendheid (1)

Tot een week geleden verkeerde ik in gezegende onwetendheid. Sindsdien verkeer ik in vertwijfelde onwetendheid. Eerstgenoemde onwetendheid was me aanzienlijk aangenamer dan laatstgenoemde.
Het begon allemaal een kleine maand geleden. Op de Stationsstraat, van Horst uit gezien vlak voor de kruising met de Asdonckerweg, viel mijn oog op de achterkant een fietsroutebord. Die was volgekalkt met niet allemaal even goed leesbare cijfers. Wat het te betekenen had? Geen idee. Kon net zo goed een verwijzing naar Bijbelverzen zijn als de afstand in millimeters van dit punt tot de Akropolis van Athene. Of het aantal dit jaar in Griendtsveen waargenomen muggen. Of de bij elkaar opgetelde leeftijd van alle inwoners van Horst aan de Maas, niet vermeld in jaren, dagen of uren, maar in minuten. Kortom, te vaag om er verder veel gedachten aan te wijden. Ik kon me koesteren in gezegende onwetendheid.
Dat veranderde vorige week zondag. Fietsend op de Westsingel richting Stationsstraat wilde ik linksaf de Bemmelstraat inslaan. Ineens viel mijn oog op de witte wegmarkering die de rijbaan hier scheidt van de fietsstrook. De officiële benaming daarvan luidt vermoed ik ‘puntstuk’, maar dat doet er nu effe niet toe. Op de wegmarkering dan wel het puntstuk was met zwarte verf een cijferreeks gespoten. Daaronder een tekst. ‘Uiteindelijk zullen we adem halen in de heilige nacht v/d gezegende onwetendheid.’
Het geheel was gesigneerd met iets waarin je zowel ‘JT’ als de Griekse letter π zou kunnen lezen.
Uiteraard maakte ik er, zo goed en zo kwaad als het ging, foto’s van. Thuisgekomen vergeleek ik de cijfers met die op de achterkant van het fietsroutebord enkele kilometers verderop aan de Stationsstraat. Wat denk je? Op de 18 na, waarmee de reeks op het bord aan de Stationsstraat begint, zijn beide cijferreeksen identiek! Mijn gezegende onwetendheid sloeg om in vertwijfelde onwetendheid!
Wat hebben de cijferreeksen te betekenen? Waarom zijn ze juist hier aangebracht? Zijn ze ook op andere plaatsen in Horst aan de Maas of elders te vinden? Wat betekent‘Uiteindelijk zullen we adem halen in de heilige nacht v/d gezegende onwetendheid’? Is dit een citaat en zo ja: waar komt het dan vandaan (googlen leidt bij mij tot niets)? Wie of wat is ‘JT’?
Help!

Klein mysterie 661 – Ashorst (2)

1. ter hoogte van de middelste stal bevindt zich slechts één luchtwasser in plaats van de vereiste twee (26 april 2010);
2. de middelste stal is tien meter verplaatst ten opzichte van de vergunde situatie (26 april 2010);
3. er is in afwijking van de bouwvergunning gebouwd (26 april 2010);
4. de verplichte luchtwassers zijn niet op alle stallen aanwezig (17 oktober 2011);
5. het waswater wordt niet tweemaal per jaar bemonsterd (17 oktober 2011);
6. bedrijfsafvalwater wordt op de bezinksloot geloosd (29 en 30 maart 2012);
7. de blowers op de mestvergistingsinstallatie zijn niet toereikend, waardoor lucht ontsnapt en geuroverlast ontstaat (29 en 30 maart 2012);
8. er is een biobed aangelegd dat is aangesloten op een co-vergistingsinstallatie (3 juli 2012);
9. er is een verhitter voor drijfmest geplaatst (3 juli 2012);
10. er is geen affakkelinstallatie aanwezig (3 juli 2012);
11. er wordt een tweede biobed aangelegd (3 juli 2012);
12. het aandeel verwerkte producten dat als afvalstof moet worden aangemerkt, bedraagt veel meer dan 15 duizend ton per jaar (3 juli 2012);
13. een aantal stallen is niet conform de vergunning emissiearm uitgevoerd (2 augustus 2012);
14. rondom de co-vergistingsinstallatie is een aantal installaties zonder vergunning bijgeplaatst (2 augustus 2012);
15. rondom de co-vergistingsinstallatie is de aanvoer van afvalstoffen die als vergistingsmateriaal worden gebruikt meer dan vergund (2 augustus 2012);
16. in strijd met de omgevingsvergunning worden afvalstoffen en mest afkomstig van buiten de inrichting geaccepteerd voor de co-vergistingsinstallatie (22 augustus 2013);
17. er wordt jaarlijks meer dan de vergunde 15 duizend ton afvalstoffen verwerkt (22 augustus 2013);
18. de drooginstallatie met bijbehorende luchtwasser is niet vergund (22 augustus 2013);
19. de hydrolysestap in het totale vergistingsproces en de afzuiging van de hydrolyseringen en van de (vergistings)tanks via een luchtwasser zijn niet vergund (22 augustus 2013).
Negentien gevallen waarin Ashorst BV in strijd met verleende vergunningen heeft gehandeld, allemaal geconstateerd tussen 2010 en 2013 door gemeente en provincie en onlangs op een rijtje gezet door de gemeente (klik hier, klik op agendapunt 4 en klik vervolgens op ‘04 RIB.15.077 Ashorst’).
Het mag duidelijk zijn: Ashorst, de aan de Veld Oostenrijk gehuisveste varkenshouderij (twintigduizend fokvarkens) met een mestvergistingsinstallatie, is een notoire recidivist en
  • vreest God noch gebod,
  • lapt welbewust en stelselmatig regels aan zijn laars,
  • trekt welbewust stelselmatig een lange neus naar buurtbewoners, gemeente en provincie,
  • houdt welbewust en stelselmatig buurtbewoners, gemeente en provincie voor de gek,
  • steekt welbewust en stelselmatig een middelvinger op naar buurtbewoners, gemeente en provincie,  
  • heeft welbewust en stelselmatig schijt aan buurtbewoners, gemeente en provincie,
  • leidt welbewust en stelselmatig buurtbewoners, gemeente en provincie om de tuin,
  • schopt welbewust en stelselmatig buurtbewoners, gemeente en provincie tegen de schenen.
Ondanks een bij momenten voor de buurtbewoners ondraaglijke stank is Ashorst hier om de een of andere reden steeds mee weggekomen. Onbegrijpelijk. Nog onbegrijpelijker is dat gemeente en provincie van plan zijn de benodigde vergunningen te verlenen voor een grootschalige uitbreiding van Ashorst, waarbij onder meer de capaciteit van de mestvergistingsinstallatie wordt verdubbeld. Nog veel onbegrijpelijker is dat gemeente en provincie zeggen niet anders te kunnen.
Bewonderenswaardig dat de buurtbewoners al die tijd hun fatsoen hebben bewaard. Ik betwijfel of mij dat in dezelfde situatie ook was gelukt. 

vrijdag 24 juli 2015

Ingezonden – Steekproef Griendtsveense muggen

Veel gekker moet het toch echt niet worden: Jan Duijf (Kloosterstraat, Horst) begint nu ook al de betrouwbaarheid van Horst-sweet-Horst in twijfel te trekken!

Steekproef  Griendtsveense muggen
Fabeltje van miljarden muggen doorgeprikt

Wim Moorman suggereert in slaafse navolging van andere media dat er in Griendtsveen een gigantische muggenplaag heerst (klik hier). Nu ben ik niet zo goedgelovig van aard. Zeker niet als het uitspraken van Wim Moorman betreft. Ik blijf liever met twee voeten op de grond staan. Daarom heb ik zelf een wetenschappelijk verantwoorde steekproef gedaan naar het aantal muggen in de mooiste kern van Horst aan de Maas.

De steekproef geeft via een wiskundig model tot op de mug inzicht in de hoeveelheid muggen die op vrijdagmorgen 24-07-2015, tussen negen en twaalf uur, in Griendtsveen zat of rondvloog.
Ander soort mug
Met de, voor een leek te ingewikkelde technische, wiskundige kant van het berekeningsmodel wil ik u verder niet lastig vallen, maar u moet weten dat het aantal kubieke meter lucht in Griendtsveen, de gemiddelde verplaatsingssnelheid van het onderzoeksobject, het totale wateroppervlak en het aantal getelde muggen de belangrijkste onderzoeksindicatoren vormden.

De steekproef operationaliseerde ik langs de strakke Kanaalweg (5 muggen geteld), in de lommerrijke tuin van Villa Sphagnum (2 muggen), in de waterrijke Deurnese Peel (7) en tenslotte in de beruchte Horster Driehoek (3). 

De computerberekening van de TU Eindhoven leverde een totaal aantal van 1010 aanwezige muggen in Griendtsveen op. Dat is een gemiddelde van ongeveer twee muggen per inwoner. Niks miljarden muggen, Moorman!

Ik ben niet gestoken tijdens de steekproef.

Jan Duijf (Kloosterstraat)

donderdag 23 juli 2015

Intermezzo – Griendtsveen, hel op aarde

Alarmerende berichtgeving eergisteren in het Eindhovens Dagblad en gisteren op de website van Omroep Reindonk (klik hier) over de toestand in Griendtsveen. Muggen maken het leven in het pittoreske Peeldorpje tot een hel. Gerold van der Vrande, uitbater van Herberg De Morgenstond, tegenover Omroep Reindonk: ‘Je kunt ’s avonds nauwelijks nog buiten zitten vanwege de wolken muggen. Speciaal voor mijn klanten heb ik maar allerlei spuitbussen gekocht.’ Dorpsraadslid Jan van de Kam in het Eindhovens Dagblad: ‘Je kunt hier op dit moment echt niet buiten zitten.’ Van de Kam sluit een gang naar de rechter niet uit: ‘We kunnen niet voortaan áltijd overlast hebben.’ Horst-sweet-Horst zou Horst-sweet-Horst niet zijn als het niet naar het rampgebied was afgereisd om de situatie ter plekke met eigen ogen te aanschouwen. Die valt in twee woorden te omschrijven: dramatisch. Een korte impressie.
Van kilometers afstand komt het gekmakende gezoem van miljarden muggen je al tegemoet. In het normaliter zo levendige centrum van het Venetië van het Noorden kun je nu een kanon afschieten. Dat is dan ook precies wat er gebeurt: met een van het Oorlogsmuseum in Overloon geleend Duits kanon wordt op de muggen geschoten. Veel effect lijkt het vooralsnog niet te hebben, maar elke uitgeschakelde mug is er eentje minder.
De enkeling die zich wel op straat durft te wagen, is getooid met een klamboe
of gehuld in een outfit waarop marsmannetjes jaloers zouden zijn.
Op tal van plaatsen kom je zeefjes tegen die worden gebruikt bij het muggenziften, een dezer dagen veelbeoefende bezigheid in de zo zwaar getroffen Parel van de Peel. 
Straten en bermen liggen bezaaid met lege verpakkingen van muggenmelk- en After Bitegel-, -sprays en -rollers.
Wat je momenteel ook opmerkelijk veel aantreft in de wegbermen van het Giethoorn van het Zuiden is het singletje ’t Is weer voorbij die mooie zomer
Naar verluidt dumpen de dorpelingen deze hit uit 1973 massaal omdat zanger Gerard Cox er ‘het scherpe hoge zoemen van een mug’ in verheerlijkt (klik op het pijltje om het filmpje te starten):
Hartverwarmend is daarentegen de steun die Griendtsveen van alle zijden krijgt, zelfs uit het buitenland. Uit de Franse Camargue is nota bene een auto ingevlogen van de Insectes volants, een vrijwilligersorganisatie die eerste hulp biedt bij muggenrampen.
Boven het oorverdovende muggengezoem lijkt zo nu en dan trompetgeschal op te klinken. Een min of meer rake observatie, zo blijkt. Een lokalo die anoniem wenst te blijven verklaart: ‘Wat je hoort, is het getrompetter van olifanten. Gebleken is namelijk dat de dorpsraad over de bijzondere gave beschikt om van een mug een olifant te maken. Die olifanten doen geen vlieg kwaad. En daardoor raken we van de regen in de drup: het muggenprobleem dreigt een vliegenprobleem te worden.’
Griendtsveen, hel op aarde.

P.S. Ook het Jeugdjournaal doet vandaag verslag uit het rampgebied: klik hier.

maandag 20 juli 2015

Klein mysterie 660 – Leesplankje (6)

Herinnert u zich het Horster Laesplaenkske nog?
Nee? Welnu: ik wijdde er in de laatste maanden van 2013 liefst vijf stukjes aan (klik hier, hier, hier, hier en hier). Op suggestie van Ger Gubbels benaderde ik destijds enkele dialectsprekers met de vraag welke woorden van het Laesplaenkske zij kennen en (nog) gebruiken. Eén van hen was de geboren Meteriker Toon Jenniskens, voormalig stadsarchivaris van Maastricht én – relevanter in dit verband –  uiterst vaardig en authentiek spreker en schrijver van het Horster dialect. Op 13 maart 2014 stuurde Toon me een lange e-mail. Daarin duidde hij stuk voor stuk de op het leesplankje vermelde woorden – uiteraard in dialect. Ge-wel-dig! Ik mailde Toon terug of ik dit document op Horst-sweet-Horst mocht publiceren, Toon reageerde niet, ik vergat Toon eraan te herinneren en zo waren we binnen de kortste keren meer dan een jaar verder. En toen ontmoette ik Toon onlangs: ‘Oh ja, natuurlijk mag je dat stuk publiceren.’ Dat laat ik me uiteraard geen twee keer zeggen. Vanwege de lengte heb ik het wel in mootjes gehakt, dus u kunt er enkele weken op rij van genieten. Wie het Horster dialect niet machtig is, heeft in dit geval pech. Dikke pech.

Toon liet zijn tekst voorafgaan door enkele opmerkingen over de spelling van het Horster dialect. Die opmerkingen neem ik hier over, gevolgd door de eerste drie woorden van het Laesplaenkske: moêr, kappes en jiets. Maar pas nadat ik Toon heb bedankt voor dit unieke document. 

Iërs wát betreft de spelling:

- ás ge ‘moêtwöärm’ schrieft met en verlèngingshuudje óp de e, dá mótte ok ‘moer’ schriêve ás ‘moêr’; 
- de Veldekespelling, wao weej ós in Hôrs óngeviër in 1985 án hèbbe geconformeerd, schrieft in de ao- en de äöklânk de a vur de o veur, dus moêtwöärm mót ‘moêtwäörm’ zie. Ok kwekvoars mót dá kwekvaors waere, má ik zie d’rvan ovvertuugd, dát ’t kwekvôrs mót zie. ’t Oêtgangspeunt béj dit leste is, dát de aoklânk va wäörd die in ’t Nederlands mèt aa geschreve waere in ’t plat ao kriêge (zaad=zaod, kraam=kraom, waar=waor) má wäörd die in ós plat enne ‘verlèngde en ágepâste oklânk’ van ’t Nederlands kriêge, schriêve we met de ô, dus mèt e verlèngingshuudje (Horst=Hôrs, dorst=dôrs, vorst=vôrs, korst=kôrs, tors=tôrs, worst=wôrs);
- de e va kwekvôrs is de helle e va ‘kel’ en dao hóf dus gèn accênt óp, má óp wèk (=broëd) mót wál en accênt, namelek dát van de eklânk van hèbbe en dát accênt huurt ok óp taffeltrèk!

En dán de beteikenis :

Moêr
Ik zie thoês groët gewaore met de moêr nevve meej op ’t fernuus. D’r waas aalt wêrm water (ni waerm, dá’s de klânk va waer en gaer, terwiel wêrm de verlèngde helle eklânk va kel is!). Nevve ’t fernuus waas krek pláts vur iëne stool en dao zaot ik te laeze. Has èlken daag kwaom ’t wál veûr, dát iemes de moêr vâspeek zoonder e schóttelslet af ennen tod umme hând te dó en dá verbrandde di zich de vuus… Woord ’t veûr ópgestakt, dá begós ’t water inne moêr te ‘zinge’. Hee óp mien studeerkamer stiët d’n alde moêr van ós thoês mèt ennen inhâld va nege (!) liter (ik hèb ’t ves nag getes). ’t Is enne geëmailleerde moêr, want enne kopere waas vort te deur. Va koper waas nag wál de groëte sopkaetel, wao-i de petatte vur de vêrkes woordte gekokt en neturlek ’s zaoterdágs ’t badwater. Miene moêr is plat van oonder, má ge hád d’r ok mèt en sort verdeeping, waovur ge dá mèt ’t räökeliêzer em paar ring van iën van de kaokplátse van ’t fernuus móst hale.

Kappes
’t Waord kappes is meej hiël good bekènd, want weej hájje thoês neturlek enne móshaof. ‘Haal ’s enne roëje kappes’ zâg ós mooder dá. Kappes en kiëbus (kop) hèbbe neturlek dezelfde stam en die giët i Pruusses wies hiël wied door. Doew ik i 1971 ’t oërlogmisdadigersprocês tègge Franz Stangl mèjmákte in Dusseldôrp, kwaom dao enne getuuge vur ’t hèkske di oet Hamm kwaom. ‘Oet welk Hamm?’ vroog de rêchter. ‘Oet Kappes-Hamm’ (’t gruntestedje)’, zâg de getuuge…

Jiets
E schon waord, má weej ás jungskes gebroekte ánne Miëterik miër ’t waord zietser. ’t Wemelde in din tiêd vanne zietsers en dát kwaom dór dát de hènne boête leepe en ok boête woordte gevoord. De zietsers mákten urrem bóch dus massaal inne hènnekuëj. Ás weej ze oêthaalde, waoren de eikes en vuraal de kwagge en lekkernéj vur de hènne! ‘Oëit’ bedóch ik vur De Klos de oêtspraok: ‘In Hôrs heite álle vogels musse, álliën de musse neume we zietsers, jietse af floerse’.

Top 5 – Vragen om bij stil te staan bij gesloten spoorwegbomen van de spoorwegovergang aan de Stationsstraat

‘Sinds gisteren rijden er vanwege werkzaamheden geen treinen meer tussen Venlo en Eindhoven. Een situatie die zal voortduren tot begin augustus. Verlangt u ook al weer zo terug naar de gesloten spoorbomen van de spoorwegovergang aan de Stationsstraat?’
Bovenstaand berichtje plaatste ik gisteren op de Facebookpagina van Horst-sweet-Horst. Er kwam geen enkele negatieve reactie op. Dat lijkt me een meer dan overtuigend bewijs voor het feit dat Horst aan de Maas helemaal niet zit te wachten op die door de lokale politiek zo vurig gewenste, zeventien miljoen euro kostende tunnel onder het spoor bij station Horst-Sevenum. Zou natuurlijk ook compleet van de zotte zijn om zeventien (17!) miljoen euro aan zo’n tunnel te spenderen. En dan ook nog het lef hebben de Grieken voor de voeten te werpen dat het zulke geldverkwisters zijn …
Nee, de inwoners van Horst aan de Maas moeten hun zegeningen tellen. Dankbaar zijn voor elke minuut dat ze voor deze spoorwegovergang stil mogen staan. Gesloten spoorbomen aan de Stationsstraat aanvaarden als een godsgeschenk. De gelegenheid om voor even te ontsnappen aan de jachtigheid van het verkeer met beide handen aangrijpen.
Die paar minuten stilstand bieden de verkeersdeelnemer de kans op zelfreflectie. Een uiterst zeldzame kans in een gemeente die gebukt gaat onder een schrijnend gebrek aan verkeerslichten. Waar anders dan voor de gesloten spoorbomen aan de Stationsstraat heb je de gelegenheid eens rustig na te denken over de vraag of het niet eens tijd wordt je maîtresse te dumpen? Of je kinderen niet veel te lang aan de pc zitten? Of je het nog wel langer moreel verantwoord vindt driekwart van je werktijd te verdoen met whatsappen? Of het eigenlijk wel zo verstandig was je trainer voor arrogante klootzak uit te maken?
Maar zelfs voor wie wat minder lust tot zelfreflectie heeft, hoeft het evenmin een straf te zijn te moeten wachten voor gesloten spoorbomen aan de Stationsstraat. Hier komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van vragen om bij stil te staan bij gesloten spoorwegbomen van de spoorwegovergang aan de Stationsstraat:

5. Zou het al tot de Horster graffitiscene zijn doorgedrongen dat het de bedoeling is om die betonnen E bij de Rabobank telkens opnieuw te beschilderen?
Of kent Horst aan de Maas geen graffitiscene?

4. Zouden er meer of minder dan honderd borden en bordjes staan binnen een cirkel met een omtrek van honderd meter rondom de spoorwegovergang?
Zouden er meer of minder dan honderd palen en paaltjes staan binnen een cirkel van vijftig meter rondom de spoorwegovergang?

3. Zou Frits Abrahams na 2011 (klik hier) nog wel eens bij Het Loopcentrum zijn teruggeweest?
Hoe zouden de wandelschoenen die hij er in juni van dat jaar aanschafte ’m zijn bevallen?

2. Waarom zou behalve Hans Mellendijk (klik hier voor zijn reactie en lees daarna vooral het geweldige verhaal waarnaar hij verwijst) niemand hebben gereageerd op het Horst-sweet-Horst-stukje over café Zum Bahnhof,
terwijl in de weken daarna verschillende mensen het verhaal over het bezoek van een RAF-lid aan het café wel mondeling hebben bevestigd? Angst voor vergeldingsacties?

1. Zou het niet gepast zijn medelijden te hebben met fietsers die hier
richting Sevenum willen fietsen en door de weginrichter worden gedwongen achtereenvolgens de spoorwegovergang over te steken, een minder drukke weg over te steken, een bijzonder drukke weg over te steken, een drukke weg over te steken en ten slotte de spoorwegovergang voor een tweede maal over te steken alvorens ze eindelijk koers kunnen zetten richting Sevenum (klik ook hier)? 

Klein mysterie 659 – Fietspadverlichting

‘Verkiezingspropaganda.’
‘Puur een leugen.’
‘We schieten in een kerktorenreflex.’
‘Een loze belofte.’
‘Een paarse krokodildiscussie.’
‘Is dat populisme? Dan ben ik maar een populist.’

Was dat even genieten, dinsdag tijdens de gemeenteraadsvergadering! Er gebeurde namelijk iets dat in Horst aan de Maas slechts hoogstzelden gebeurt: de emoties gierden door de raadszaal. Bij Roy Bouten (PvdA) meende ik op een gegeven moment zelfs wolkjes stoom uit z’n oren te zien komen.
Over de verlichting van het fietspad tussen Horst en Tienray ging het. Een al jarenlang gekoesterde wens. Door de bevolking van Tienray, Meerlo en Swolgen. En door de voltallige gemeenteraad. Alleen: het fietspad ligt langs een provinciale weg en dus is de gemeente niet aan zet. Dat was altijd het verhaal. Totdat Provinciale Staten onlangs een motie aannamen die erop neerkomt dat de provincie geld beschikbaar stelt voor veiliger fietspaden, mits gemeenten bereid zijn ook een financiële bijdrage te leveren. ‘Grijpen dat buitenkansje!’, zo redeneerden CDA en SP in Horst aan de Maas. Samen (!) dienden ze een motie in. Ze hadden berekend dat aanleg van fietspadverlichting tussen Horst en Tienray om en nabij de drie ton kost. Als Horst aan de Maas nu eens vijftig duizend euro reserveerde, dan zou die verlichting er toch wel komen?       
‘Precies de verkeerde aanpak’, aldus de overige partijen. Bram Hendrix (Essentie): ‘Over de inhoud verschillen we niet van mening, het gaat puur om hoe we dit aanvliegen. Eerst denken, dan doen. Niet andersom.’ En Roy Bouten: ‘We moeten dit in de goede volgorde doen: eerst de knelpunten in de hele gemeente inventariseren en niet nu 50 duizend euro op tafel leggen.’ En waarom waren de 1200 handtekeningen die het CDA voor de fietspadverlichting ophaalde nu ineens een argument, terwijl eerdere handtekeningenacties (Nieuw Gemengd Bedrijf, zwembad) dat nooit waren? En wat als de gemeentelijke bijdrage geen 50 duizend maar 150 duizend zou dienen te bedragen? En wat als er nog tien vergelijkbare knelpunten in de gemeente blijken te zijn? Zouden CDA en SP dan nog steeds bereid zijn de geldbuidel te trekken? Zo niet, dan maakten ze Tienray en omstreken nu blij met een dode mus.
Anthony van Baal (SP): ‘Wij willen ook kijken naar andere knelpunten. Maar we willen óók eindelijk iets aanpakken. Eindelijk kunnen we iets bieden. Is dat populisme? Dan noem me maar een populist.’ En Henk Weijs (CDA): ‘We reageren op nieuw beleid. Daar sorteren we op voor. We moeten de kans die er ligt nu verzilveren.’
En zo hakketakten ze nog een hele tijd door, zonder elkaar te kunnen overtuigen. En dus werd de motie aangenomen, CDA en SP hebben immers een raadsmeerderheid. Mijn mening? Euhhh … lastig, lastig, voor beide standpunten valt wel iets te zeggen. Uiteindelijk neig ik geloof ik toch meer naar D66, Essentie en PvdA. Ik kan niet ontkennen dat daarin ook de angst meespeelt dat mocht de verlichting er komen, het CDA dit succes – volkomen ten onrechte – zal claimen. Bekrompenheid van schrijver dezes? Ongetwijfeld. Toch zou ik er niet van staan te kijken als de stoomwolkjes uit de oren van Roy Bouten dezelfde voedingsbodem hadden.

Top 5 – Mogelijke verklaringen voor het niet vervangen van de Norbertuswijkse geveldoeken

‘Als de lokale media het nieuws niet oppikken, doet Horst-sweet-Horst het maar: de geveldoeken in de Norbertuswijk worden vervangen!’, zo schreef ik op 11 mei even triomfantelijk als provocerend als verheugd (klik hier). Ik beriep me daarbij op het meinummer van NorbertusNieuws. Daarin viel te lezen dat de in 2010 opgehangen en intussen danig vervaagde geveldoeken op donderdagmiddag 25 juni zouden worden vervangen door vijf nieuwe geveldoeken, opnieuw ontworpen door leerlingen van het Dendron College.
En nu moet ik u helaas mijn nederige excuses aanbieden voor mijn valse berichtgeving van 11 mei. En bekennen dat het volkomen terecht was dat de lokale media het nieuws niet oppikten. Van nieuwe geveldoeken in de Norbertuswijk is immers ook een maand na 25 juni nog altijd niets te bespeuren.
Waar is het misgegaan? De Horst-sweet-Horst top 5 van mogelijke verklaringen voor het niet vervangen van de Norbertuswijkse geveldoeken:

5. De nieuwe geveldoeken zouden ‘duurzaamheid’ als thema krijgen. Later is het besef doorgedrongen dat het pas echt van duurzaamheid zou getuigen de oude doeken te laten hangen totdat ze geheel zijn vergaan. En daarnaar is vervolgens gehandeld.

4. Het geldpotje van Wonen Limburg was leeg na het aanbrengen van de gevelplaten op de voormalige Weisterbeekschool (klik hier).

3. De nieuwe geveldoeken worden wel degelijk op donderdagmiddag 25 juni onthuld, alleen niet op 25 juni 2015 maar op de eerstkomende donderdagmiddag 25 juni ná donderdagmiddag 25 juni 2015: donderdagmiddag 25 juni 2020.

2. De herhaalde oproep van Horst-sweet-Horst om voorlopig maar eens even te stoppen met publieksparticipatieve kunst in Horst aan de Maas heeft gehoor gevonden. De Dendronleerlingen zijn met zachte hand terzijde geschoven en de Norbertuswijkse gevelwanden zijn ter beschikking gesteld aan vijf professionele kunstenaars die hun creativiteit mogen botvieren op elk één gevelwand.

1. Ten langen leste is men tot het inzicht gekomen dat die vervaagde doeken niet alleen een intrinsieke schoonheid bezitten, maar zelfs nog meer het aanzien waard zijn dan doeken in onvervaagde toestand.