Mild gekruid

maandag 26 juni 2017

Intermezzo – Brötele (1)

Wanneer hebt u eigenlijk voor het laatst gebröteld?

Bij hoge uitzondering vandaag geen geschreven maar een gesproken stukje. Dat heeft er alles mee te maken dat het een stukje in dialect is. En zoals bekend moet je dialect niet schrijven maar spreken. Bovendien wil ik niet andermaal de toorn van MvdM oproepen over mijn van alle kanten rammelende spelling van het Horster dialect.

Het stukje gaat over het Horster woord brötele (hopelijk vindt die spelling wel genade in de ogen van McdM, al heb ik zo m’n twijfels). Ik heb het gisteren al voorgedragen op ’t Gasthoês giët plat, de manifestatie ter viering van het Horster dialect. Klik op het pijltje om de opname te starten.

donderdag 22 juni 2017

Intermezzo – Egbert Derix & Eric Vloeimans

Lastig om het droog te houden, gisteravond in café Cambrinus bij het concert van pianist Egbert Derix en trompettist Eric Vloeimans. Ga er ook maar aanstaan als muzikanten en publiek: buitentemperatuur naar schatting 32 graden, binnentemperatuur naar schatting 47 graden, gevoelstemperatuur binnen naar schatting 83 graden.
Maar het was niet alleen de hitte die het lastig maakte om het droog te houden, het was óók de muziek. Of het was misschien nog wel méér de muziek: tegen hitte kun je je tot op zekere hoogte nog wapenen, tegen emoties die muziek teweeg kan brengen niet. Die overvallen je. En dan kan het gebeuren dat ondanks een gevoelstemperatuur van 83 graden de koude rillingen over je rug lopen. Waar ‘m dat nu precies in zit? Ik heb er diep over nagedacht, maar ik geloof niet dat ik het heel goed onder woorden kan brengen. Ja, er waren twee virtuozen aan het werk, musicerend op de toppen van hun kunnen, improviserend, elkaar aanvullend en uitdagend, ontspannen en toch met een ongekende intensiteit. En die twee virtuozen maakten ook nog eens hartverscheurend mooie muziek, waar ik bevattelijk voor ben. Al die ingrediënten bij elkaar emotioneren blijkbaar. Zoiets moet het zijn.
Nu dit toch al een klef stukje aan het worden is – ongetwijfeld mede onder invloed van een binnentemperatuur van naar schatting 53 graden en een gevoelstemperatuur van naar schatting 91 graden bij het schrijven ervan – kan er ook nog wel een klefheidje bij. En wel dit: doorgaans heb ik er niet zoveel last van dat ik trots ben op dingen die in Horst aan de Maas gebeuren. Ook in dit geval weet ik niet of ‘trots’ het juiste woord is. Maar laat ik het dan zo zeggen: ik voel me bevoorrecht dat zo’n memorabel concert als dat van gisteravond hier in mijn eigen Horst aan de Maas plaatsvindt.
En als ik nu niet oplet, ga ik hier ook nog de loftrompet steken over Cambrinus en zijn uitbaters Jan Duijf en Henny Smits. Maar dan zou ik de klefheidsgrens overschrijden, wat ik uiteraard niet op mijn geweten wil hebben. Daarom laat ik het hier maar bij. 

maandag 19 juni 2017

Top 5 – ’t Gasthoês giêt plat-affiches

’t Gasthoês gaat komende zondag plat! ’t Gasthoês gaat komende zondag plat? Wel godverde … Ho. Ho. Wacht. Rustig. Geen misverstanden: ’t Gasthoês blijft hopelijk voor eeuwig fier overeind, maar in elk geval nog een tijdje na komende zondag. Hoezo gaat ’t Gasthoês dan komende zondag plat? Dat zit zo: ‘t Gasthoês giêt plat is de naam van een manifestatie waarop komende zondag in ’t Gasthoês het Horster dialect (‘plat’) wordt gevierd. Dit in het kader van het 5 x 11-jarig bestaan van carnavalsvereniging D’n Dreumel. Om het evenement onder de aandacht te brengen hangen in de etalages van Horster winkels affiches met dialectuitdrukkingen, in een aantal varianten. Voldoende varianten zelfs voor een heuse Horst-sweet-Horst top 5! Komt ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van ’t Gasthoês giêt plat-affiches:

5.
Ligt ongetwijfeld aan mij, maar ik ken het niet, d’n hak vioêle. Is het trouwens Horster dialect? Of is het Nederlands dat in het Horster is vertaald? Zoiets als geej kunt meej d’n bout hachele? Ik zou geej kunt meej de pot óp prefereren. Of geej kunt meej de poekel roetsje. Al geldt ook daarvoor dat je je kunt afvragen hoe origineel Horster die uitdrukkingen zijn. 

4.
Kniens. Nog zo’n woord dat ik nooit heb gebruikt, nooit gebruik en nooit zal gebruiken. Genetisch bepaald waarschijnlijk. In mijn directe omgeving ken ik slechts één persoon die ik het woord regelmatig in haar mond heb horen nemen. Ik heb altijd gedacht dat het waers of kort geknupt betekende, maar volgens E maes inne taes (de Horster woordenlijst uit 1989) is iemand die kniens is gow giftig. Weer wat geleerd.

3.
Misschien vergis ik me, maar kan het zo zijn dat het iconische Horster wah – ook wel geschreven als – zo langzamerhand tot iets folkloristisch is verworden? Natuurlijk, oer-Horstenaren bezigen nog altijd de klassieker hojje wah. Maar daar staan hele volksstammen tegenover die wah achterwege laten en het houden bij hojje. Vreemd genoeg hoor je import-Horstenaren met Venrayse, Brabantse en soms zelfs Arabische roots dan weer wel hojje wah zeggen, ongetwijfeld in de hoop bij autochtone Horstenaren in een goed blaadje te komen staan.

2.
Het Horster dialect heeft zo z’n ondoorgrondelijkheden – althans voor mij. ’t Raegent daat ’t zekt, inderdaad. Maar waarom dan heej stiët te zeike en niet heej stiët te zekke? Door erover na te denken slaat trouwens wel de twijfel toe: is het zeknaat of zeiknaat?

1.
Ik heb het al vaker gezegd: hoe fantastisch de Horster woordenlijsten E maes inne taes en Zò bót ás en hiëp ook zijn, wat er aan ontbreekt is een deugdelijke betekenisverklaring van veel woorden en vooral uitdrukkingen. Nu denk ik toevallig te weten wat lang zök a hebbe betekent (namelijk langzaamaan doen, treuzelen), maar wat betekent – om maar eens een paar dwarsstraten uit beide woordenlijsten te noemen – ut is aal iën vothouwe, de zaak velt voêl, de foek is d’r oêt, as en ped op enne kloêt, iemes sneeje?

N.B. Ondanks alles blijft één ding als een paal boven water staan: roeteketoet keumt aaltied oet.

zaterdag 17 juni 2017

Intermezzo – Gecraqueleerde zeikton

Nee, dit is geen close-up van de zoutvlakten van Utah. En evenmin een satellietfoto van de Mekong Delta. En ook geen detailopname van de barsten in het asfalt van de autostrada tussen Modena en Bologna. Wat dit dan wel is? Dit is de gruwelijke schoonheid van een gecraqueleerde zeikton. Niet in Verweggistan, nee, gewoon onder handbereik, aan het Peelse uiteinde van de Zwarte Plakweg in America.  
Het blijft een vreemde gewaarwording dat Horst aan de Maas zichzelf sinds jaar en dag op de kaart probeert te zetten met de verkeerde dingen. Kastelen, oude boerderijen, bossen, agrotoerisme en rust heb je overal en doorgaans meer, beter, mooier en groter dan hier. Tegelijkertijd blijven de ware pareltjes, de daadwerkelijke unique selling points van Horst aan de Maas onbenoemd. Ze leiden een verborgen bestaan, vaak ook voor de eigen bevolking. Spijtig genoeg soms zelfs voor Horst-sweet-Horst.
Het bestaan van de gecraqueleerde zeikton aan de Zwarte Plakweg was mij tot deze week onbekend. Des te groter de ontroering toen ik woensdag ineens oog in oog kwam te staan met dit monster. Want een monster is het, zwart en dreigend, opduikend uit het frisse, onschuldige groen waarmee het zo fel contrasteert, met een slang die in opperste concentratie ligt te wachten op het commando om te beginnen met zijn vuilspuiterij.  
Laten we wel wezen, dit is niet meer en niet minder dan de laatste rustplaats van een afgedankte zeikton: zijn tijd was gekomen, iemand heeft ‘m hier ooit neergezet en sindsdien heeft niemand er nog naar omgekeken. Toch is de verleiding groot er méér in te zien. Bijvoorbeeld een nooit tot ontploffing gekomen kernwapen. Of een kunstwerk met een boodschap. Een kunstwerk als aanklacht tegen de almaar voortgaande uitputting van de aarde, tegen de almaar voortgaande intensivering van de landbouw. Een proces dat op den duur onvermijdelijk zal leiden tot craquelé, tot scheuren en barsten in de aarde, in onze maatschappij, in onze manier van leven.
Hoe het ook zij, de gecraqueleerde zeikton is een van die verborgen parels van Horst aan de Maas. Laat die vermaledijde Vaderdag morgen mooi voor wat ie is en begeef u naar het Peelse uiteinde van de Zwarte Plakweg. U zult er beslist geen spijt van krijgen.

donderdag 15 juni 2017

Top 5 – Onneembare Melderslose vestingen

Had ik iets gemist? Was de Derde Wereldoorlog uitgebroken? Zat er een scheurtje in de kerncentrale van Tihange? Had Donald Trump op een verkeerde knop gedrukt? Of was de eeuwenoude strijd tussen Melderslo en Lottum soms opnieuw opgelaaid?

Ik schrok me een hoedje toen ik vanochtend door Melderslo fietste. Waar ik ook kwam: doodstil, geen levend wezen op straat te bekennen en overal gebarricadeerde huizen. Dat wil zeggen: berolluikte huizen.
Eenmaal thuis natuurlijk meteen alle media, al dan niet sociaal, gecheckt. Dat stelde me weer enigszins gerust, want uit niets bleek dat Melderslo en aanpalende gebieden door een ramp van enigerlei omvang waren getroffen. Wat er dan wel aan de hand was in Melderslo? Werkelijk geen idee! Misschien een collectieve oefening voor het geval zich in de nabije toekomst enig onheil mocht aandienen in de orde van grootte zoals hierboven aangeduid? 
Hoe het ook zij, vanmorgen is mij zonneklaar geworden dat Melderslo zijn mannetje kan staan du moment dat de pleuris uitbreekt. Laat Melderslo een voorbeeld zijn voor andere nederzettingen in deze contreien! Als klein Horst-sweet-Horst-eerbetoon hierbij de Horst-sweet-Horst top 5 van onneembare Melderslose vestingen, waargenomen op de ochtend van 15 juni 2017. Komt ie:

5.
Waar gehakt wordt, vallen helaas ook wel eens spaanders: helemaal onneembaar is deze vesting natuurlijk niet. Wat dacht u van het dakraam? En van het wc-raampje? En niet te vergeten van het rolluik voor het kamerraam dat net niet helemaal tot beneden is uitgerold? 

4.
De buren moeten het duidelijk nog een beetje leren, maar de bewoners van het huis links zijn écht goed bezig. En mocht er bij nader inzien helemaal niets aan de hand zijn, dan is het heerlijk chillen op dat bankje.

3.
Als de nood echt aan de man komt, dan valt wellicht nog te overwegen om ook de luiken te sluiten (vooropgesteld dat het geen neppers zijn).

2.
Mooi om te zien dat hier helemaal het zekere voor het onzekere is genomen door het raam linksonder (of is het de voordeur?) extra te barricaderen (en misschien ook wel te camoufleren) met een struik.

1.
Laat de Derde Wereldoorlog/de radioactieve straling/Trump/de Lottumers maar komen! Perfect!

zondag 11 juni 2017

Intermezzo – Ruimte

Wat ook best fijn is, is dat er nog ondernemers zijn voor wie het begrip ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ géén holle frase is. Ondernemers die rentmeesterschap hoog in het vaandel hebben staan en komende generaties niet willen opzadelen met de consequenties van hun ambities en ijdelheden. Ondernemers die niet bezwijken voor een ogenschijnlijk verlokkelijk aanbod en gemeenschapsbelang laten prevaleren boven eigenbelang.
Ik kom hierop door een bord dat sinds vorig jaar een akker aan de Spoorweg in Hegelsom staat te ontsieren. Niet zomaar een akker, nee, de laatste akker aan het gedeelte van de Spoorweg tussen Stationsstraat en Heijnenstraat. Deze akker biedt weer een doorkijkje naar akkers aan de Asdonckerweg, waaronder een akker met staakbonen, de trots van Hegelsom. Andere akkers aan dit deel van de Spoorweg hebben de afgelopen 25 jaar moeten wijken voor een bankgebouw, een uitzendbureau, een school en een accountantsbureau.
‘Werp een dam op tegen verdere (lint)bebouwing en bescherm dan in elk geval dat laatste stukje open, authentiek landschap dat hier nog resteert’, hoop je dan. Dat is alleen buiten de gemeente Horst aan de Maas gerekend. Die zegt doodleuk: ‘Gun je bedrijf ruimte om te ontwikkelen, bouw hier.’ Maar wat is het dan toch goed om te zien dat de (Horster) ondernemers één front vormen, hun verantwoordelijkheid nemen en met z’n allen zeggen: ‘Als de gemeente haar verantwoordelijkheid niet neemt, dan doen wij het wel. Onze nakomelingen mogen niet de dupe worden van onze expansiedrang. Wij werken niet mee aan de verdere verrommeling van Horst aan de Maas en daarom blijven we met onze vingers van dit stukje cultuurlandschap af. We gunnen onze bedrijven graag de ruimte om zich te ontwikkelen, maar dat kan ook best elders.’
  
Als de dames en heren ondernemers nog een jaartje in deze bewonderenswaardige houding weten te volharden, zul je zien dat het bord op den duur vanzelf verdwijnt en de laatste akker aan de Spoorweg tussen Stationsstraat en Heijnenstraat ook voor de komende generaties behouden blijft.

zaterdag 10 juni 2017

Top 5 – Kasteelboerderijmomentjes van week 23

Sinds de publicatie van Andries Brantsma’s ‘Totaaloverzicht’ (klik hier) zijn voor Kasteelboerderijwatchers weer gouden tijden aangebroken. Van de relatieve rust van de voorbije twee jaar is weinig meer over: de Kasteelboerderij staat opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Deze week kunnen we in Kasteelboerderijmomentjesopzicht zelfs kenschetsen als een topweek. Aanleiding voldoende voor de Horst-sweet-Horst top 5 van Kasteelboerderijmomentjes van week 23. Komt ie:
5. donderdag 8 juni – Hallo Horst aan de Maas had een week eerder als stelling waarop lezers konden reageren: ‘Dossier Kasteelboerderij moet onderzocht worden’. Vandaag blijkt (klik hier) dat 82 procent van de reageerders het eens is met de stelling. Om hoeveel respondenten het gaat, wordt helaas niet duidelijk.  

4. zaterdag 10 juni – De Limburger onthult dat de provincie 341 duizend euro bijdraagt aan de in totaal bijna 800 duizend euro kostende restauratie van de Kasteelboerderij.
Verder blijkt uit het artikel dat het woongedeelte van de boerderij wordt verbouwd tot bed & breakfast. Mooiste zin uit het stuk: ‘Daarnaast moet er een tweede verdieping komen die bezoekers vanaf de begane grond kunnen bereiken.’

3. donderdag 8 juni – In haar column ‘Marieke ment …’ in Hallo Horst aan de Maas blikt Marieke Vullings terug op de commissievergadering van twee weken geleden waarin het rapport van Andries Brantsma ter sprake kwam (klik hier). Ze besluit de column (klik hier) aldus:
‘Natuurlijk, elk verhaal heeft twee kanten en zoals al tijdens de vergadering van de Commissie Samenleving werd opgemerkt, het zijn ook aannames. Maar toch, je zou denken dat het College van B&W zulke beschuldigingen graag recht wil zetten en uit wil leggen hoe het volgens haar wel is gegaan. En dan maakt het niets uit of er dan al in drie eerdere debatten over gediscussieerd is, zoals de wethouder maar blijft zeggen, de waarheid verdient toch een podium?’
2. dinsdag 6 juni – Naar aanleiding van het rapport van Andries Brantsma stellen D66 en SP in de gemeenteraadsvergadering zes nieuwe vragen over de Kasteelboerderij (klik hier en ga naar 3.01.00). Verantwoordelijk wethouder Bob Vostermans zegt toe die binnen vier weken schriftelijk te gaan beantwoorden. Wat betekent dat Kasteelboerderijwatchers weer een nieuw Kasteelboerderijmomentje hebben om naar uit te kijken!

1. donderdag 8 juni – Voormalig wethouder Leon Litjens (CDA) twittert jammer genoeg nauwelijks meer, maar vandaag slingert Don Leon er voor de verandering toch nog eens een tweet uit (klik hier): ‘Paleis Soestdijk verkocht voor 1,7 miljoen. Werk aan de winkel voor Andries Brantsma!’ Gewoon een onschuldige, geinige tweet? Of een typisch gevalletje frustratietweet? Ik houd het op het laatste.

maandag 5 juni 2017

Klein mysterie 743 – Eik

Bossen zijn mooi – solitaire bomen zijn misschien nog wel mooier.
Een van mijn favoriete solitaire bomen in Horst aan de Maas was een eik. Hij stond aan de rand van een akker aan de Meerweg in Kronenberg. Enkele jaren geleden trok ie voor het eerst mijn aandacht, vooral omdat aan zijn voet een machtig bouwwerk van kratten in elkaar was geknutseld. Ik keerde er daarna regelmatig terug. Het machtige krattenbouwwerk verdween na de oogst. De eik bleef staan – natuurlijk bleef de eik staan.
Maar zo natuurlijk was het dus niet dat de eik bleef staan: toen ik twee weken geleden de akker aan de Meerweg passeerde, bleek de eik geveld. Ik wijdde er op 28 mei een berichtje aan op Facebook (klik hier): 
‘Sinds jaar en dag stond een eik aan de rand van een akker aan de Meerweg in Kronenberg allemachtig prachtig te wezen. En nu is die allemachtig prachtige eik geveld. Waarom toch? Ziek? Of stond ie iets of iemand in de weg?’
Er volgden verschillende reacties. Onder meer van Rien Sonnemans:
‘Daar had toch niemand last van? Hij staat er al zolang ik weet. In mijn kinderjaren zagen wij hem al staan vanuit onze ramen. Een geweldige en prachtige boom was het.’
Ook Elly Michiels-Fleuren reageerde:
‘Het lijkt erop dat deze eik over de kadastrale grens is heengegaan en dus tot overlast heeft geleid. Dan mag deze verwijderd worden. Zo te zien nog volop bomen aan de andere kant van het pad :-)’
Al een week lang vraag ik me af waar ik verdrietiger van word: van het kappen van de eik of van de reactie van Elly. Of interpreteer ik het verkeerd en is de reactie grappig bedoeld? Iets in de geest van ‘Stoute eik’? Kan zijn. Ik proef er eerder iets in van ‘Eik, jij staat onze welvaart in de weg, maak dat je wegkomt’.
Misschien moet je over één gekapte solitaire eik niet te sentimenteel doen: er resteren nog genoeg solitaire eiken, ook in Horst aan de Maas. Maar als klopt wat Elly zegt en de eik inderdaad vanwege het economisch belang het veld heeft moeten ruimen, welk lot staat andere solitaire eiken dan te wachten, zoals deze aan de Hogenbos, in het grensgebied tussen Meerlo en Tienray? 
Of deze, aan de Graafsebosweg, in het grensgebied tussen Hegelsom en Kronenberg?
Uiteindelijk gaat het om een fundamenteler vraag: zelfs als solitaire eiken afbreuk zouden doen aan onze welvaart, is de bijdrage die ze leveren aan ons welzijn niet veel essentiëler? Wat mij betreft een retorische vraag. 

zondag 4 juni 2017

Intermezzo – Statushouders (2)

Vorige week schreef ik (klik hier):
‘Waar ik ook een boek over zou kunnen schrijven, zijn mijn belevenissen als vrijwilliger van VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Mocht het er ooit van komen, dan kan ik alleen maar hopen dat ik erin zou slagen dat net zo mooi, net zo integer en net zo zonder zelfverheerlijking te doen als Anniek Verheijen het heeft gedaan.’
Mocht het ooit komen van dat boek, dan zou ik aan mijn ervaringen van afgelopen week minstens één hoofdstuk kunnen wijden. Maar zou ik dat hoofdstuk nu, op dit moment, schrijven dan zou het me zeker niet lukken het net zo mooi en net zo integer te doen als Anniek Verheijen het heeft gedaan. Nee, dan zou het een rauw en schril hoofdstuk worden, waarin ik ongenadig hard om me heen zou meppen. Dan zou het een hoofdstuk worden dat bol zou staan van machteloze woede en opgekropte frustratie.
Goed, dat boek is er niet, dat hoofdstuk evenmin. Mijn machteloze woede en opgekropte frustratie zijn er wel. Het zou alleen de zaak niet dienen als ik die hier nu zou uiten, dus ik zal op m’n tong bijten. Bovendien was er naast alle ellende ook een enkel lichtpuntje. Of om met Ede Staal te spreken (klik hier):

't Het nog nooit, nog nooit zo donker west
Of 't wer altied wel weer licht
.

Dat licht kwam in dit geval vooral van twee mannen van wie ik de afgelopen dagen diep onder de indruk ben geraakt. Mannen van een zekere leeftijd die op hun welverdiende lauweren zouden kunnen rusten en zich zonder gewetensbezwaren zouden kunnen overgeven aan het zwitserlevengevoel. Maar nee, met de energie van een twintigjarige en de vasthoudendheid van een terriër zetten zij zich in voor mensen die het minder goed hebben getroffen dan wij. Ze proberen ondoorgrondelijke procedures te doorgronden, ze bellen, schrijven en mailen zich suf, ze houden zich in op momenten dat ze zouden kunnen ontploffen, ze rennen van hot naar haar. Niet voor even, nee, dag in dag uit, week in week uit, maand in maand uit. Onvermoeibaar en in alle anonimiteit voor ons en voor de gemeente (laten we dat vooral niet vergeten) het vuile werk opknappend. Belangeloos en zichzelf wegcijferend – niet altijd tot onverdeeld genoegen van hun naasten, maar dat nemen ze dan maar voor lief. 
Ware helden, ze bestaan nog.