Mild gekruid

vrijdag 31 juli 2020

Intermezzo – Grensgang (2)

De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn gescheiden door een grens. Hoe ziet die er eigenlijk uit? Een wandeling in etappes op het breukvlak tussen Horst aan de Maas en Venray. Vandaag de tweede etappe (klik hier voor de eerste).

Of het na het passeren van de Midden Peelweg even saai blijft? Ja. Had ik dat kunnen weten? Ja. Natuurlijk. Eeuwenlang was dit het grote niets. De ondoordringbare Peel, geleidelijk overgaand in heidevelden zo ver het oog reikte. Onbewoond, onbebouwd, woeste gronden. Totdat ruim een eeuw geleden ineens kunstmest ten tonele verscheen. Kunstmest, het toverstokje dat alles veranderde. Waar voorheen ontginningen noodgedwongen slechts stukje bij beetje plaatsvonden, maakte kunstmest nu grootschalige ontginningen mogelijk. Onbebouwde grond maakte hectare voor hectare plaats voor bouwland. Onafzienbare leegte maakte plaats voor onafzienbare akkers. Kaarsrecht, fantasieloos.


Vanaf de Midden Peelweg vormt een sloot de grens. Kaarsrecht. Uiteraard. Grenssloot is de naam. Fantasieloos. Uiteraard. Op een stuw las ik een eet- en drinkpauze in. Mijn benen bungelend boven kristalhelder water. Geen waterplanten. Een goed teken? Of een levenloze sloot? De aanwezigheid van hele scholen vissen stemt licht optimistisch.


Verder maar weer. Rechts (Horst aan de Maas) steeds het gezelschap van een houtwal, links (Venray) akkers, akkers en nog eens akkers. Twee duttende eenden schrikken even hard van mij als ik van hen. Ik passeer de Lorbaan, een door Horst aan de Maas en Venray gedeelde straatnaam. ‘Lor’, een vod, een prul, niets. Of verwijst het naar het werkwoord ‘lorren’, dat smokkelen betekent? Wat werd hier dan in vredesnaam gesmokkeld? Niets, blijkt na thuiskomst: ‘lor’ refereert aan lorrie, lees ik in Van 16 naar America. Van 1914 tot 1927 lag hier een smalspoorbaan. Die begon op Venrays grondgebied en eindigde bij station America. Over het spoortje werden de voortbrengselen van de aanliggende agrarische bedrijven vervoerd naar het station en andersom kunstmest en zaaigoed. Dit gebeurde met behulp van een door paarden voortgetrokken lorrie.


Na de Lorbaan is de houtwal verdwenen, de akkers niet. De Grenssloot evenmin. Ik loop links, op de Venrayse oever. Na enkele honderden meters dreigt ineens een probleem. Een kleinere sloot die uitkomt in de Grenssloot. Hoe die te overbruggen? Te breed om te springen, sowieso is springen niet een van mijn sterkste punten. Omlopen dan maar? Nee. Als ik vlakbij ben, zie ik dat de nieuwe sloot en de Grenssloot van elkaar worden gescheiden door een smalle betonnen dam die naar een stuw leidt. Mooi!


Voldaan schrijd ik over de dam, me intussen afvragend of de dam louter dient ter verhoging van het wandelgemak of dat de scheiding van beide sloten ook functioneel is. Hoe het ook zij: pas voorbij de stuw vloeien het water van de Grenssloot en dat van de nieuwe sloot samen. Je zou er warempel ontroerd door raken.


Daarna weer saaiheid troef. In de verte doemt het Castenrays Broek op. En daarmee nieuwe hoop op minder eenvormigheid en meer afwisseling.

(Dit stukje verscheen woensdag in ingekorte vorm in Via Horst-Venray)

maandag 27 juli 2020

Intermezzo – Sint-Lambertusplein

Oude ansichten zijn interessant, iets minder oude ansichten misschien nog wel interessanter. Zoals deze:


Het Sint-Lambertusplein in Horst, op basis van de auto’s naar schatting een kleine vijftig jaar geleden, begin jaren zeventig. Auto’s inderdaad, al het verkeer wurmde zich destijds door het centrum van Horst. Parkeren was nog geen probleem: meer lege dan volle parkeervakken. Wel lastig manoeuvreren, zeker in de vakken voor de gevelwand. Klassieke elegante lantaarnpalen, prachtige gele verkeerszuilen met blauwe pijl, kettingen die dwongen tot oversteken via het zebrapad. Geen mensen. Wel trottoirs. Ongeschonden plantenbakken. Bomen ontbreken. Geen schreeuwerige reclame, geen kouwe drukte. Wat zat er ook alweer in het pand uiterst links? Een bank? Daarnaast juwelier Op de Laak. Daarnaast Woninginrichting Geurts. Daarnaast? Tabakswinkel Coenders? Of zat die één huis verderop? Dan het (oud) gemeentehuis, met aansluitend een pand in vergelijkbare stijl, waarin enkele jaren later bar Schitspool zijn intrek nam. Daar weer naast twee woonhuizen. Zat in het meest rechtse later niet een bank? Uiterst rechts is nog een fragment zichtbaar van het pand van kapper Louis Kleeven. Voor de Volkswagen rechts een kwart van een bank die uitzicht bood op de historische dorpspomp.

Iets minder oude ansichtkaarten worden nog interessanter als je ze vergelijkt met de huidige situatie. Vandaag gefotografeerd, eveneens vanaf het trapje naar de zijingang van de Sint-Lambertuskerk:



Groen, groener, groenst. De vier plantenbakken op een rij hebben plaats moeten maken voor bomen. Wel twee nieuwe plantenbakken, ongeschonden. Auto’s zijn taboe – één dissonant. De bestrating lijkt te herinneren aan de parkeervakken. Lompe lantaarnpalen, van elke elegantie ontdaan. Verkeerszuilen vallen nu uitsluitend nog te aanschouwen in een enkel Horster voortuintje. Wel een zebrapad. Geen kettingen die dwingen tot oversteken via het zebrapad – kettingen, ook al zo’n verdwijnend cultuurfenomeen. Wel mensen. Geen trottoirs. Onrust voor de rechter gevelwand met bankjes, stoelen, fietsen. De betonnen zuilen voor het pand uiterst links zijn weggewerkt. Het pand van voorheen juwelier Op de Laak is witgekalkt. Woninginrichting Geurts heeft plaatsgemaakt voor de bombast van Kruidvat. De ook al witgekalkte Hema doet de oorspronkelijke eenheid van de gesloten gevelwand helemaal teniet. Van de soberheid van de rechter gevelwand resteert ook al weinig – het pand naast het voormalige gemeentehuis is zelfs onherkenbaar. De historische dorpspomp heeft plaatsgemaakt voor een fontein – waar is de historische dorpspomp eigenlijk gebleven? 

zaterdag 25 juli 2020

Ingezonden – Lieve Alex

Horst-sweet-Horst mag dan wel eens kritisch zijn over het doen en laten van Alex Janssen, het CDA-gemeenteraadslid heeft ook een grote schare fervente aanhangers. Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) is er daar één van, zo blijkt uit diens ingezonden bijdrage.


Lieve Alex,

Ik schrijf jou deze brief, omdat ik ontiegelijk veel van je hou. Sinds jij na de laatste verkiezingen hebt gezegd dat je ‘gewoon’ zoveel van mensen houdt, ben ik gaan letten op de andere gemeenteraadsleden om te ontdekken of zich tussen hen misschien een mensachtige bevindt die net zoveel als jij om andere mensen geeft. Tot mijn grote opluchting was dat niet het geval: jij blijft mijn unieke, grote (mens)vriendelijke reus uit Hegelsom. Jij bent het enige raadslid met een groot hart: de anderen zoeken in het beste geval naar emotieloze, zakelijke oplossingen. Alsof het gevoel voor de medemens niet voorop zou moeten staan!

Jij bent geen populist, maar een doener. Jij praat attent met de slager die de politie al heeft ingeschakeld. Galante meerwaarde ten top. En jij zorgt heel alert voor orde door de wethouder te bellen op het moment dat onze breekbare samenleving aan vandalisme ten onder dreigt te gaan. Jij voorkomt persoonlijk dat drie keiharde, watjes van snotneuzen, die plantenbakken vernielen, die barsten van de spijt van hun daden, onze verbindende samenleving naar de kloten helpen. Jouw oproep tot verraad verdient navolging door alle weldenkende inwoners van onze gemeente. Verraad! Verraad! Verraad! Een gezondere manier van verbinden bestaat in deze wereld immers niet. Verraden uit liefde voor de geschonden plantenbak. Het is bijna een hoofse liefde. Zo edel. Bestaat iets mooiers of hogers in dit wereldse theater?

Zo’n geniale oproep kan alleen worden gedaan door iemand wiens blazoen brandschoon is of nog ouderwets te biecht gaat. Hoe het ook zij: jouw zieltje is of werd krijtwit, en jij hebt daarom het volste recht dit soort oproepen te doen. Jij schept orde en bent het vleesgeworden gezag. Jij slaat tenminste onbaatzuchtig op de trommel. Bewonderingswaardig hard. De manier waarop je ons tot kalmte maant en door deze zware tijden loodst. Heel beheerst en vooral vreselijk lief. Zo mooi dat jouw zachtaardige karakter pas via de sociale media volledig tot bloei komt. Hoe elegant je jezelf in de Hallo afkeert van onverantwoorde boosheid. En dat je de mensen die reageren allemaal persoonlijk bezoekt om het naadje van de kous te kunnen vatten. Doen. Doen. Doen. Het motto van onze Alex. Geweldig!

De conclusie moet zijn dat heel Horst aan de Maas van Alex houdt, want wat je zaait dat zul je natuurlijk ook oogsten.  Moorman zou wat meer respect voor jou moeten tonen.

Veel liefs,

Jan Duijf  Kloosterstraat

donderdag 23 juli 2020

Intermezzo – Grensgang (1)

De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn gescheiden door een grens. Hoe ziet die er eigenlijk uit? Een wandeling in etappes op het breukvlak tussen Horst aan de Maas en Venray. Vandaag de eerste etappe.

Wandelen van west naar oost over de grens is het idee. Startpunt: de grenssteen tussen de gemeenten Deurne, Horst aan de Maas en Venray, nabij de spoorwegovergang in Griendtsveen.


‘Zerkenpaal’ heet de grenssteen, getuige een informatiebord. De grens tussen Horst en Venray werd in 1815 vastgesteld, aldus datzelfde informatiebord. Een woestenij moet het toen zijn geweest, midden in de onafzienbare Peel. Nu is het er een drukte van belang, zeker op deze zomerse zondagmiddag. Tien meter verder, nog net op Horster grondgebied, begint het Defensiekanaal. Gegraven in 1939 als onderdeel van de Peel-Raamstelling, een verdedigingslinie bij een eventuele Duitse inval. Toen het een jaar later zover was, was het binnen een dag gedaan met de Peel-Raamstelling. Binnen oogbereik drie bunkers die herinneren aan toen.


Veel fietsers, veelal op leeftijd, veelal echtparen, veelal zwijgend, mij veelal negerend. IJsselsteijnseweg heet het hier zegt Google Maps. Wat best vreemd is: de weg leidt naar Ysselsteyn. Na enkele honderden meters buigt de verharde weg af. De grens loopt rechtdoor.


‘Verboden toegang art. 461 Wetb. v. Strafr.’ Eindigt mijn wandeling hier, tien minuten nadat ze is begonnen? Tuurlijk niet. Van een scheutje burgerlijke ongehoorzaamheid is nog nooit iemand slechter geworden. Duidelijke rolverdeling hier: links (Venray) varkensstallen, weilanden en akkers, rechts (Horst aan de Maas) maïs. Ja, de maïsdictatuur tiert ook dit jaar welig. Maar zonder maïs ook geen ruisen van maïs. Zó mooi.


Aangename rust na de drukte van de IJsselsteijnseweg. Geen mensen meer. Ongetwijfeld daarom dat een gestalde koe me ongegeneerd blijft aankijken alsof ze voor het eerst een mensachtige ziet. De verharde Dorperpeelweg (Horst aan de Maas) / Moostdijk (Venray) oversteken en verder langs de akkers, ploeterend door het mulle zand, van een pad is geen sprake.


Gemiauw van twee buizerds die hoog door de lucht cirkelen. Ik heb het niet zo op buizerds. Zij gelukkig ook niet op mij. Irritant plakkerige vliegen. En daeze, voor het eerst dit jaar. Daeze (dazen), zowel een Horster als Venrays woord, lees ik als ik weer thuis ben. Sowieso veel overeenkomsten tussen Horst aan de Maas en Venray tot nu toe. Ga je in Venlo of voorbij Maastricht de grens over dan zie je meteen dat je in een ander land bent. Hier is alles hetzelfde: aan beide zijden van de grens grootschalige landbouw, irritante vliegen, strontstank. Saai, saai, saai. Of het na het passeren van de Midden Peelweg heel veel anders zal worden?

(Dit stukje verscheen gisteren in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray)

maandag 20 juli 2020

Ingezonden – Een extra rondje supermarkten Kerkeveld

In een ingezonden bijdrage licht Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) zijn gedachten over de verkeersafwikkeling in het Horster centrum en zijn eerdere pleidooi voor het supermarktvrij maken van het Kerkeveld (klik hier) nader toe.


Een extra rondje supermarkten Kerkeveld

Gezien de serieuze reacties op mijn pleidooi voor het supermarktvrij maken van het Kerkeveld, om zodoende de buurt leefbaarder te krijgen, wil ik mijn kijk op de zaak hier graag nog wat toelichten. Bedankt voor de reacties.

Waar staat geschreven dat je als centrumbewoner verkeersoverlast op de koop toe moet nemen? Allicht zal het in het in een dorpscentrum drukker zijn dan op een gemiddelde weg in het buitengebied. Echter, worden hier de belangen van belastingbetalende buurtbewoners niet geschaad? Ik ben bang dat onze buurt door deze gang van auto’s gezondheid inlevert en het ongemak er gratis bij krijgt. Ik heb serieuze vragen bij het doorvoeren van alleen cosmetische aanpassingen van de verkeersstroom, en het klaarblijkelijk negeren van de nadelige gevolgen daarvan voor de buurtbewoners. Zullen we de geluidsoverlast eens gaan meten en de kwaliteit van de lucht laten onderzoeken? Ik woon gegarandeerd niet in de gezondste straat van de gezondste gemeente.

Mijn vragen aan de politiek en het bestuur zijn toch gerechtvaardigd? Voor wat betreft de kwaliteit van de inspraak die buurtbewoners hadden op de voorgestelde verkeersmaatregelen is mijn oordeel negatief. Uitgangspunt van de vragen is namelijk niet het verminderen van de hoeveelheid auto’s, maar het reguleren van de toenemende stroom auto’s; op een zodanige wijze dat de horeca en middenstand in het centrum kunnen blijven profiteren van de aanzuigende werking van de supermarkten voor het koperspubliek. Echte inspraak had ook moeten gaan over de vestigingsplaats van de supermarkten?

Wat de inspraak des te meer tot een wassen neus maakt: de buurtbewoners redeneren vanuit hun eigen plek aan de rotonde en hebben dus verschillende belangen. Dat betekent dat de plannenmakers altijd kunnen doen wat ze willen, want gebruik maken van de aloude politiek van verdeel en heers. Interessant is nu waarom de Sint Josephstraat geen route-optie meer lijkt te zijn? Hebben de mensen in die straat potentieel meer last van druk verkeer dan de bewoners van de Herstraat? Ik zou het echt doodzonde vinden als het nieuwe Cultuurplein niet autovrij aansluit bij de kern van het centrum.

Uit de reacties op mijn vorige artikel kan ik opmaken dat men zich zorgen maakt over de gevolgen van mijn voorstel voor de middenstand. Ik zou zelf ook geen voorstander zijn van het stel op sprong organiseren van een lompe kaalslag onder de betreffende supermarkten. Ik wil hen of de middenstand niet het brood uit de mond stoten! Ik denk wel dat de situatie van de middenstand aan grote veranderingen onderhevig is: het koopgedrag van de mensen verandert in sneltreinvaart door het kopen op internet en het is zeer de vraag welk soort middenstand in een dorp als Horst nog toekomst heeft. Misschien is het toekomstige aanbod van de middenstand wel veel meer gekoppeld aan de entourage en sfeer, waarin boodschappen worden gedaan, dan tot dusverre werd aangenomen? Voor de horeca geldt dat zeker.

Is het vragen om een langetermijnvisie op de verkeersituatie in Horst-centrum zo vreemd? Het verplaatsen van de supermarkten is wellicht een aantrekkelijkere mogelijkheid dan velen op het eerste gezicht denken!

Over de aantrekkelijkheid van onze kern gesproken: de bouw van de appartementen aan het Kerkeveld is qua dorpsschoon en veiligheid zonder meer een uiterst geslaagde en lovenswaardige ingreep. Maar draai je eens om. Hoe schrijnend is de aanblik van de foeilelijke konten van de supermarkten? Laat ik eens ‘advocaat van de duivel’ spelen: zouden er geen ondernemende projectontwikkelaars te vinden zijn die brood zien in de lap bouwgrond van tenminste twee supermarkten? Die de beproefde winkel/horeca/wooncombinatie zouden willen toepassen? Of anderszins willen bouwen? Die de Horster middenstand aldus van een flinke impuls kunnen voorzien? Ik heb het definitieve antwoord natuurlijk niet. Ik denk wel dat het ontwikkelen van een werkelijk vernieuwende visie op Horst-centrum geen kwaad kan.

Jan Duijf Kloosterstraat

P.S.  De ingezonden brief in De Limburger van Jan Duijf over corona was (zeker) niet van mij.

zondag 19 juli 2020

Intermezzo – Spoor van vernieling

‘Vloeken mag niet.... Maar nu doe ik het toch. Manmanman wat een kansloos volk. In dit geval een pluim als je iemand verraad die dit gedaan heeft. Zo’n volk verdind gewoën alle negatieve aandacht die mogelijk is. Zulk volk zijn vaak jarenlang een onbetaalbare energie verslindende ergernis voor de maatschappij. Aanpakken met of zonder veraoje.’

Aldus de zelfbenoemde Doener in Passie, de gepassioneerde voorvechter van de Positieve Power van het Positivisme, de onvermoeibare ijveraar voor Geen Bla Bla maar Tok Tok, de bevlogen creator van Gezamenlijkheid vanuit een Open Positieve Houding, de gedreven verspreider van Positieve Energie (klik hier). Als zelfs híj vervalt in gevloek, in gescheld, in een open negatieve houding, in woede, in geblaat, in een oproep tot klikken, in – excusez le mot – azijnpisserij, dan moet er iets aan de hand zijn. En er ís iets aan de hand: in de nacht van vrijdag op zaterdag is een spoor van vernieling door Horst (aan de Maas) getrokken. Planten uit plantenbakken getrokken, een blikvanger vernield, dat soort werk. Irritant inderdaad. Hoogst irritant.


Ook een gekozen volksvertegenwoordiger mag zijn ergernis uiten. Maar van een gekozen volksvertegenwoordiger mag je méér verwachten dan meehuilen met de wolven in het bos. Zeker als die gekozen volksvertegenwoordiger het als zijn missie ziet om mensen te verbinden, te inspireren, te stimuleren om mooie dingen te doen, in hun kracht te zetten. Een gekozen volksvertegenwoordiger die oproept om te focussen op wat wél kan, om te denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen, om samen aan te pakken. Van zó’n gekozen volksvertegenwoordiger mag je verwachten dat hij zijn emoties ontstijgt. Dat hij het vuurtje niet verder aanwakkert. Dat hij zich niet bezondigt aan wij-zij-denken. Dat hij bezonnenheid toont. Dat hij zaken in een breder perspectief plaatst. Dat hij zich afvraagt of alle bezuinigingen op het jongeren- en bejaardenwerk waar zijn partij medeverantwoordelijk voor is, misschien bijdragen tot excessen. Dat hij het niet laat bij een oproep tot aanpakken en klikken. Dat hij komt met (suggesties voor) oplossingen, met (het begin van) een plan van aanpak. Want, hoe zei hij het ook alweer: ‘Positivisme trekt mensen aan en verbindt ze met elkaar.’


Planten uit plantenbakken trekken en een blikvanger vernielen getuigen van agressie. Diezelfde agressie spreekt uit de woorden van de Doener in Passie. Niet uit te sluiten valt dat de plantentrekker(s) en blikvangervernieler(s) berouw zullen tonen na het spoor van vernieling dat ze hebben getrokken. Hetzelfde geldt voor de Doener in Passie. Blijft de vraag of hij nu zelf de ware aard van het beestje heeft onthuld. Sowieso is het beter om eerst te denken en dan pas te Doen.

vrijdag 17 juli 2020

Intermezzo – Venray – Horst

Dit jaar geen roadtrip, geen exclusief resort, geen jungletocht, geen overvol strand, geen backpacken. Wél de ideale zomer voor een ander type reis: een sentimental journey. Horst – Venray, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Vorige week heen (klik hier), vandaag terug.


De dagelijkse Boschveldkwelling zat er weer op, nu met gezwinde spoed huiswaarts. Een beetje tempo maken nadat de zoemer was gegaan betekende dat je de fietsfile voorbleef en een tijdwinst boekte die tot wel tien minuten kon oplopen. Voor sommigen was het cafetaria aan de Albionstraat (prachtige straatnaam) in Leunen een vaste pleisterplaats. Was het niet vernoemd naar de (Zuid-Limburgse?) eigenaars, iets in de trant van Theo & Thea? Ik beperkte me tot heel af en toe een softijsje. Een stukje verderop aan de andere kant van de straat een donker winkeltje waar snoep en waarschijnlijk nog wel meer werd verkocht. Uitgebaat door een ouder, zeg maar gerust bejaard, echtpaar. Ook hier kwam ik slechts hoogstzelden. Nadat de winkelbel was gegaan duurde het een eeuwigheid voordat een der echtpaarhelften zich vertoonde. Naar verluidt misbruikte deze of gene die eeuwigheid wel eens voor een illegale greep uit de snoepvoorraad.

Voorbij Leunen weer het fietspad op, aan de verkeerde kant van de weg. Altijd opletten voor de tegemoetkomende jongens uit Venray die in Hegelsom op de biologische school zaten. Geen types om héél graag mee in botsing te komen. Bij het Schoor oversteken, rechts en meteen links De Vliegert op. Bij het enige huis daar nog steeds dezelfde gribus als ’s ochtends, dezelfde gribus als altijd. Dan, afhankelijk van m’n fietsgezelschap, rechtsaf de Oosterbosweg op of rechtdoor richting de Pès. Voor nu rechtdoor, met al snel aan de rechterkant een enorme appelboomgaard. In de oogsttijd liep er in de berm voorbij de boomgaard een heel spoor van appels waarin twee of drie keer was gebeten – de kick van het schume was groter dan de smaaksensatie.

Aan het einde van De Vliegert linksaf en meteen rechts, de Middelijkseweg op, de Pès in. Altijd weer die huivering bij het passeren van het pad waar zich enkele jaren eerder een man had verhangen. Nu alleen nog de Molengatweg trotseren en de dagelijkse beproeving was weer doorstaan.

donderdag 16 juli 2020

Intermezzo – Garage Willems (1)

‘Pand Willems wordt gesloopt’, kopt Hallo Horst aan de Maas vandaag. Is dat even schrikken! Al kan ik me ook voorstellen dat er mensen zijn die een zucht van verlichting zullen slaken. Toch is – of liever gezegd: was – garage Willems een pareltje uit het oeuvre van de Horster architect Lei Martens (1932-1978). In 2015 wijdde ik een hele serie aan door hem ontworpen panden in Horst. Een van de afleveringen ging over garage Willems. Ik vat die hier even samen (klik hier voor het hele stukje).


Het gebouw, gelegen op de hoek Van Douverenstraat – Doolgaardstraat, is gebouwd als garage voor de gebroeders Martens. Het zal in 1967 of 1968 zijn geopend. Anno nu heeft het veel van zijn glans verloren. De geparkeerde auto’s, de er aan de Venlosewegzijde tegenaan gekwakte woning en al het hekwerk benemen het zicht op de voorgevel van het pand. Dichtgeplakte ramen doen de transparantie teniet. De als woongedeelte bedoelde bovenverdieping maakt een haveloze indruk. 


De bouwtekeningen vergelijkend met de werkelijkheid van nu, blijkt aan het pand zelf weinig veranderd. Maar van het ritme, de strenge symmetrie en de transparantie die uit de tekeningen spreken, valt nauwelijks nog iets te herkennen. Er is teveel dat afleidt – het gebouw heeft zijn dominantie, zijn overwicht op de omgeving verloren. Verworden van eyecatcher tot grijze muis. Alleen de gevel aan de Doolgaardstraatzijde heeft min of meer zijn waardigheid behouden.


Herstel in oorspronkelijke staat zou mijn absolute voorkeur hebben. Maar hiervoor strijden lijkt me vechten tegen de bierkaai. Dit te meer omdat er getuige het artikel van vandaag in Hallo al een nieuwbouwplan gereed is. Twaalf seniorenwoningen komen er volgens wethouder Rudy Tegels. Alwéér seniorenwoningen! Terwijl Horst aan de Maas al is vergeven van de seniorenwoningen! Terwijl in Horst aan de Maas een schreeuwend gebrek is aan huisvesting voor jongeren! Kan de gemeente dan echt niet afdwingen dat op deze plek woonruimte voor jongeren komt?


Het bouwplan is zelfs al gereed. Ook daaraan zal wel niets meer te veranderen zijn. Ik vrees voor een volgend karakterloos complex. Wat zou het niet mooi zijn als hier iets verrees in de vooruitstrevende geest van Lei Martens. Als hommage aan de man die Horst in de jaren zestig in architectonisch opzicht enorm verrijkte.


Een eerder ontwerp van Lei Martens voor de garage werd in 1964 afgewezen door de Welstandscommissie. De bouwtekening is gelukkig wel bewaard. Als er dan ter plekke per se seniorenwoningen moeten komen, is het dan niet alsnog mogelijk hier iets neer te zetten dat refereert aan dat eerdere ontwerp?

maandag 13 juli 2020

Ingezonden – Rotonde Horster supermarkten ongewenst

In een ingezonden bijdrage pleit Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) voor het autoluw maken van het Horster centrum en het verplaatsen van de supermarkten.


Rotonde Horster supermarkten ongewenst

Het is geen oplossing voor onze buurt als de super verkeersstroom over de overdrukke rotonde Herstraat, Kloosterstraat en Kerkeveld beter wordt geregeld: het wordt dan gegarandeerd straks nog drukker in deze straten. De enorme hoeveelheid personenauto’s en vrachtwagens overschrijdt voor de buurt nu al de grens tussen leefbaar en onleefbaar.

De redenering achter de verkeersplannen is dat de drie supermarkten aan het Kerkeveld een groot koperspubliek trekken, en zo indirect klanten leveren voor de andere winkels en horeca in Horst-Centrum. Moet de conclusie zijn dat de gemeente kiest voor de middenstand? Dat de buurtbewoners de verkeersoverlast maar hebben te slikken? Deze simplistische benadering is niet van deze tijd. Met deze tunnelvisie koersen we in rechte lijn, en met de ogen dicht, af op een verkeersinfarct en wordt de buurt straks met een nog groter probleem opgezadeld. En wat een gehannes met die vrachtwagens zonder manoeuvreerruimte. Die blokkades van opritten. Wordt allemaal alleen maar erger.

Het enige echte antwoord op de verkeersproblematiek is natuurlijk dat doen waar veel steden en dorpen in ons land allang voor hebben gekozen: het autoluw maken van hun centrum. Vestig de supermarkten buiten het centrum. Investeer in sfeer en uiterlijk van dat centrum. Schep een plezierige entourage voor bezoekers. Ten bate van de middenstand én inwoners. Investeer in een reële toekomst. De verkeersoverlast voor de buurt is dan opgelost. En wat houdt een echt verkeersvrij maken van het cultuurplein dan nog tegen?

Jan Duijf, Kloosterstraat

donderdag 9 juli 2020

Intermezzo – Horst – Venray

Dit jaar geen roadtrip, geen exclusief resort, geen jungletocht, geen overvol strand, geen backpacken. Wél de ideale zomer voor een ander type reis: een sentimental journey. Horst – Venray, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Vandaag heen, volgende week terug.


Het Boschveldcollege was zes jaar lang de bestemming, het toen nog van gras voorziene plein achter de kerk in Meterik het vertrekpunt. Al snel rechtsaf, de Schadijkerweg op. Ter hoogte van de molen kwam een fietsgenoot op woensdag 9 december 1980 met het droeve nieuws dat John Lennon was vermoord. John Lennon? Nooit van gehoord! Een voetballer kon het niet zijn: ik kende destijds alle voetballers die waar dan ook ter wereld actief waren. Muziek was nog onontgonnen gebied.

Na de molen kilometers niets. Bij de altijd stinkende nertsenfokkerij rechtdoor, de in de eerste jaren nog onverharde Oosterbosweg op. Aan het einde links, De Vliegert op. Rechts een nieuwbouwwoning met loods en op het erf veel, héél veel, onbestemde objecten. Een gribus. Aan het einde van De Vliegert rechts en dan meteen links, de Horsterweg oversteken en via een olifantenpaadje het fietspad op. Vanaf hier één lange fietsfile tot Boschveld. Inhalen bijkans onmogelijk, de eerste jaren zelfs spelen met je leven omdat er, bij gebrek aan een fietspad aan beide zijden van de weg, ook tegemoetkomend (brom)fietsverkeer was. Dappere brugklassertjes die het er toch op waagden liepen bovendien het risico dat hun schooltas van de drager werd geschopt. Van rugzakken had nog niemand gehoord.

In de bocht bij het Schoor de chincillakwekerij; bij het bereiken van Leunen al snel slachterij Verkoeijen. Gerede kans dat ons binnen een kilometer een wandelende man met baardje tegemoet zou komen die op basis van zijn onverzorgdheid het stempel ‘zwerver’ had gekregen. Was hij dakloos? Had hij een bijnaam? Ongetwijfeld, maar welke?

Stilaan naderde nu de hel. Altijd de angst dat de fietsfile niet genoeg vaart maakte, waardoor een aankomst op school vóór de tweede zoemer buiten bereik kwam. Dat betekende dat we en masse zouden zijn overgeleverd aan de grillen van Pluto, bij wie je dan met lood in de schoenen een briefje moest zien te versieren. Waarschijnlijk juist daarom arriveerde de fietsfile doorgaans net op tijd. De dagelijkse kwelling kon beginnen.

(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray)

maandag 6 juli 2020

Intermezzo – Berkele Heem

Bejaardencentra zijn tegenwoordig bijna even zeldzaam als ansichtkaarten van bejaardencentra. Horst heeft sinds enkele jaren geen bejaardencentrum meer, maar ik prijs me gelukkig dat ik in elk geval nog een ansichtkaart van Berkele Heem heb.


Ik vermoed dat ze uit het midden van de jaren zestig dateert. De kaart draait er niet omheen: een toeristische attractie was Berkele Heem niet bepaald. Toch werd het kaartwaardig bevonden door de verkoper, kantoorboekhandel F. van Lieshout in de Hoofdstraat. Waarom? Vermoedelijk omdat de Horster bejaardenhuisbewoners evenals hun collega’s elders in den lande nijvere ansichtkaartverstuurders waren. Ik weet dat sinds ik vorig jaar We mogen niet klagen van Sonja van Hamel en Robert Muda aanschafte. Ondertitel: Kaarten uit het bejaardentehuis.


We mogen niet klagen staat bomvol met voornamelijk uit de jaren zeventig en tachtig daterende kleurenansichtkaarten van Nederlandse bejaardentehuizen. Als je één zo’n kaart hebt gezien, heb je ze in feite allemaal gezien: baksteen, eenvormigheid troef, geen architectonische frivoliteiten, overal dezelfde rode zonwering. Berkele Heem trof ik er helaas niet in aan. Het bejaardenhuis in Veghel benadert het denk ik qua architectuur nog het meest.


‘Een boek vol meligheid en weemoed’, schreef Katinka Polderman in de Volkskrant over We mogen niet klagen. Weemoed oké, maar meligheid zie en lees ik er absoluut niet in. Zelf zou ik het eerder ‘schrijnend’ willen noemen. Meer nog dan uit de voorzijden van de kaarten spreekt de treurigheid uit de opschriften aan de achterzijden. Veel getob met ouderdom, ziekten en gebreken. Desondanks inderdaad weinig geklaag, wel doorschemerende eenzaamheid en verveling.


In Berkele Heem, gebouwd in 1958, zal het ongetwijfeld niet veel anders zijn geweest. Tot begin jaren zeventig hadden de zusters van het Kostbaar Bloed de leiding over het complex dat bestond uit 61 eenpersoonskamers, vijftien tweepersoonskamers en drie tweepersoonsflatjes. Mien Driessen uit America werkte vanaf 1968 vijftig jaar in Berkele Heem. In 2018 haalde ze in De Limburger herinneringen op:
‘De nonnen maakten er de dienst uit. Zij bepaalden wat goed was voor de mensen. Wanneer het licht in de gang uit moest, bijvoorbeeld. Of hoe vaak bewoners gewassen moesten worden en wat mensen te eten kregen. De gangen moesten blinken. Maar naar de wensen van bewoners werd nauwelijks gevraagd. De bewoners van toen waren ook heel anders. Ze waren erg vitaal, hadden weinig tot geen zorg nodig. Dat was in die tijd zo. Wie met pensioen ging, meldde zich aan bij Berkele Heem, verhuisde en kreeg dezelfde behandeling als alle anderen. Behalve wanneer je tot de notabelen behoorde en een “klasse kamer” had. Dan kreeg je andere pannetjes voor het eten en een koekje bij de koffie.’
Niet alles was vroeger beter.

zondag 5 juli 2020

Klein mysterie 789 – Onderzoek (2)

En toen werd het stil.

Afgelopen donderdag vergaderden de fractievoorzitters in de gemeenteraad van Horst aan de Maas achter gesloten deuren over een eventueel onderzoek naar de al dan niet vermeende bevoordeling van toenmalig Tweede Kamerlid en huidig staatssecretaris Raymond Knops in 2010 bij de bouw van zijn woning in het buitengebied van Hegelsom.


Afgelopen woensdag schreef ik daarover (klik hier):
‘Besluitvorming in beslotenheid over een onderzoek staat een onafhankelijk oordeel over die besluitvorming in de weg. Als betrokken burger ben ik (en anderen met mij) voor mijn meningsvorming dadelijk afhankelijk van de per definitie gekleurde mededelingen van de fractievoorzitters.’
Niemand is onfeilbaar en ik al helemaal niet. Met die laatste zin uit dat zelfcitaat sloeg ik de plank volledig mis. De fractievoorzitters mógen namelijk helemaal geen mededelingen doen over wat is besproken in hun overleg. Kan iemand dat toch een keer niet laten, dan wordt hij of zij altijd meteen op de vingers getikt. Vermoedelijk zal het dus ook in dit geval blijven bij een droge mededeling dat besloten is dat er wel of niet een onderzoek komt. Voor kiezers zal het dan vervolgens gissen zijn naar de argumenten voor of tegen dat besluit en wie welke argumenten heeft aangedragen. Onbevredigend en onbegrijpelijk. Onbegrijpelijk dat alle partijen in de gemeenteraad zich conformeren aan deze gang van zaken. Onbegrijpelijk vooral ook omdat het hier niet om de inhoud gaat maar over de wijze van aanpak. Zaken die openbare bespreking in de weg zouden kunnen staan – denk aan privacy en de beschadiging van belangen van personen of instellingen – zijn totaal niet aan de orde.


Zoals gezegd ben ik niet onfeilbaar. Zie ik misschien iets over het hoofd dat een niet-openbare bespreking van de wijze van aanpak absoluut noodzakelijk maakt? Ik zou het bijzonder op prijs stellen als een of meerdere fractievoorzitters – liefst allemaal natuurlijk – de moeite zouden willen nemen mij, en via mij de rest van de wereld, aan het verstand te peuteren waarom die beslotenheid per se moet. Reacties zie ik graag tegemoet onder dit stukje op het weblog of op Facebook. Een e-mail (horstsweethorst@gmail.com) mag ook, maar die zal ik dan wel openbaar maken. Uiteraard.

donderdag 2 juli 2020

Intermezzo – Gezondste Regio (2)

Wij Limburgers hebben nogal snel de neiging ons door de rest van Nederland in het algemeen en Randstedelingen in het bijzonder tekortgedaan of belachelijk gemaakt te voelen. Maarten van Rossem die zegt dat Limburg op een klompvoet lijkt? Wij Limburgers staan op onze achterste poten! Hollands geschamper over onze zachte g? Wij Limburgers staan op onze achterste poten! Wéér een van gesjoemel verdachte Limburgse politicus die aan de schandpaal wordt genageld? Wij Limburgers staan op onze achterste poten!


Zou het misschien ook zo kunnen zijn dat wij Limburgers het er soms een beetje naar maken? Dat wij Limburgers soms een beetje aanleiding geven tot dat gemeesmuil en gespot? Neem nu de Gezondste Regio 2025. U weet wel, dat enkele jaren geleden door lokale ondernemers opgerichte vehikel dat is opgetuigd voor de instandhouding van het agrarisch belang. Dat vehikel dat vervolgens liefdevol is omarmd door het gemeentebestuur van Horst aan de Maas en de lokale politiek. 


Hoe geloofwaardig is het om als zo ongeveer de ongezondste regio van Europa binnen enkele jaren de gezondste regio van Europa te willen worden? Hoe geloofwaardig is het om als Gezondste Regio je ondernemersprijs uit te reiken aan de grootste megastal van Nederland? Hoe geloofwaardig is het om als Gezondste Regio een aantal grote mestverwerkers die bij elkaar vele honderden tonnen mest per jaar verwerken geen strobreed in de weg te leggen? Hoe geloofwaardig is het om als Gezondste Regio allerlei agrarische bedrijven die zich niet houden aan vergunningsvoorwaarden tegemoet te komen en te koesteren? Hoe geloofwaardig is het om als Gezondste Regio zelfs in je deze week vastgestelde Verordening geurhinder en veehouderij ruim boven de door de GGD aanbevolen geurnorm te gaan zitten? Enzovoort enzovoort.


Lees week na week alle ingezonden brieven in Hallo Horst aan de Maas, beluister of bekijk tweewekelijks de gemeenteraadsvergadering en je beseft meteen dat de Gezondste Regio een boemerangeffect heeft (een boemerangeffect is volgens Van Dale ‘een verschijnsel dat een handeling of gebeurtenis waar iemand zelf verantwoordelijk voor is, zich op termijn tegen de bedenker keert’). En je beseft ook meteen dat het volstrekt logisch is dat de Gezondste Regio een boemerangeffect heeft.


Eén geluk hebben we: de rest van Nederland in het algemeen en Randstedelingen in het bijzonder lijken nog altijd niet te hebben opgemerkt dat we ons onsterfelijk belachelijk maken met de Gezondste Regio. Dus welgemeend advies: geef de Gezondste Regio zo snel als maar kan een andere naam, voordat we dadelijk weer op onze achterste poten staan omdat we ons tekortgedaan of belachelijk gemaakt voelen. Agrarisch Afvoerputje zou zo’n andere naam kunnen zijn, maar ongetwijfeld heeft u veel betere suggesties.  

woensdag 1 juli 2020

Klein mysterie 788 – Onderzoek (1)

Het verhaal mag inmiddels bekend zijn: NRC Handelsblad en De Limburger publiceerden op 23 mei en 16 juni artikelen over de ruimte-voor-ruimte-regeling. Op basis van gedegen bronnenonderzoek kwamen de betreffende journalisten tot de conclusie dat toenmalig Tweede Kamerlid en huidig staatssecretaris Raymond Knops was bevoordeeld bij de aankoop van de grond voor en de bouw van zijn woning in Hegelsom. Volgens de direct betrokkenen was er niets aan de hand. Na een middag archieven doorspitten en bellen met deze en gene kwam burgemeester Ryan Palmen van Horst aan de Maas tot dezelfde slotsom.


Zoals gezegd zijn NRC en De Limburger bij hun onderzoek niet over een nacht ijs gegaan. Wat niet automatisch wil zeggen dat (al) hun interpretaties en conclusies (helemaal) juist zijn. Maar voor nader onderzoek is alle aanleiding, al was het maar om de gemeente, haar voormalige bestuurders en ambtenaren en Raymond Knops van elke blaam te zuiveren. Dat dat onderzoek door een onafhankelijke deskundige dient te worden uitgevoerd staat buiten kijf – het getuigt van arrogantie dat de burgemeester, als hoogste vertegenwoordiger van een belanghebbende, denkt met een eigen onderzoekje (door de voorzitter van het CDA Limburg ten onrechte gekwalificeerd als ‘integriteitsonderzoek’) de lucht te kunnen klaren.


De SP vraagt al weken om een onafhankelijk onderzoek. D66+GroenLinks, de PvdA en de VVD lijken ook voorstander van nader onderzoek in enigerlei vorm. CDA en Essentie houden zich op de vlakte. Dat wil zeggen: in het openbaar. In het presidium, het besloten overleg tussen de fractievoorzitters, is de zaak wel al aan de orde geweest. Morgen komt ze daarin opnieuw aan de orde. Ook in het seniorenconvent, een ander besloten overleg, schijnt ze ter sprake te komen.


De SP pleitte gisteren tijdens de gemeenteraadsvergadering voor openbare besluitvorming (namelijk in een gemeenteraadsvergadering) over een onderzoek. Alle andere partijen hielden vast aan overleg achter gesloten deuren. Onbegrijpelijk en kwalijk. Hoogst kwalijk eigenlijk. En wel hierom: ik kan geen enkel zinnig argument bedenken waarom een discussie over het al dan niet instellen van een onderzoek (en zo ja in welke vorm), niet in de openbaarheid zou kunnen plaatsvinden. Als er wel zo’n argument zou zijn dan had dat gisteren te berde moeten worden gebracht – wat niet gebeurde. Besluitvorming in beslotenheid over een onderzoek staat ook een onafhankelijk oordeel over die besluitvorming in de weg. Als betrokken burger ben ik (en anderen met mij) voor mijn meningsvorming dadelijk afhankelijk van de per definitie gekleurde mededelingen van de fractievoorzitters.


Als je de kloof tussen politiek en burger nog verder wilt vergroten is dit de ideale manier. Transparantie van het openbaar bestuur blijkt weer eens een uitgehold begrip. Treurig.