In aanraking komen met een woord waarvan je het bestaan niet kende, kan iedereen overkomen. Mij overkwam het zaterdag. In Museum De Kantfabriek in Horst. Waar een expositie van Fransje Killaars werd geopend. Ineens liet de spreekster het woord xanthofobie vallen. Xantho wat? Xanthofobie. De angst voor geel. Of, mooier: geelangst. Niks meer meegekregen van de rest van haar toespraak. Ook niet of de spreekster een verband legde tussen geelangst en het schilderij Who’s afraid of red, yellow and blue van Barnett Newman. Mijn gedachten bleven hangen bij xanthofobie. Bananen, zonnebloemen, geelgors, Borussia Dortmund, citroenen, memoblaadjes, narcissen, badeenden, VVV. Hoe onleefbaar moet de wereld zijn voor xanthofoben.
Roemer hintte ook op het gezegde dat wie zijn geschiedenis
niet kent, geen toekomst heeft: ‘Geschiedenis is ongelooflijk belangrijk. Om
van te leren, om als kompas voor de toekomst te gebruiken, om via het verleden
het onrecht in het heden te herkennen.’ En nog een ander steekje onder water
naar het nieuwe kabinet: ‘Net zoals het heel belangrijk is om inspiratie,
schoonheid en troost te vinden. En die vinden we in de kunst. Ook die zet, als
het goed is, altijd aan tot nadenken.’ Al is het maar over xanthofobie.
(Dit stukje verscheen vandaag in iets andere vorm ook in Via
Horst-Venray)
Kanariegeel.
BeantwoordenVerwijderen