Sommigen zullen zeggen: ‘Mooi dat we nu weten dat die loods aan de Grauwveenweg die zo middle of the road oogt in werkelijkheid een relict uit de Koude Oorlog is, maar laten we nu weer snel overgaan tot de orde van de dag.’
Twan van Els zegt: ‘Het is een mooi stukje geschiedenis. Leg het snel vast, anders weet straks niemand meer hoe het ook alweer zat.’
Ik zeg: ‘Met alle respect voor Twan, maar ik denk dat nu al bijna niemand meer weet hoe het zat. Reden te meer om vooral niet snel over te gaan tot de orde van de dag, maar goed na te denken over een vervolg.’
Hoe zou dat vervolg eruit kunnen zien? Eerst en vooral zou inderdaad de geschiedenis van het gebouw moeten worden gedocumenteerd. Wanneer is het gebouwd? Door wie is het ontworpen? Waarom is uitgerekend voor deze locatie gekozen? Had de gemeente Horst ook nog iets te zeggen? Lagen MIBO-magazijnen elders in den lande even geïsoleerd? Zo ja, waarom? Hoe lang heeft de loods gefungeerd als noodmagazijn? Wat is er met het gebouw gebeurd sinds het z’n oorspronkelijke functie verloor?
Verder zou het mooi zijn als een voormalig beheerder van het gebouw kon worden opgespoord. Hij (ik heb zo’n vermoeden dat het geen zij is) zou kunnen vertellen over het functioneren van het MIBO-magazijn. Wat lag er opgeslagen? Was er dagelijks personeel aanwezig? Werd er wel eens gebruikgemaakt van het opgeslagen materiaal? Vonden er in het gebouw oefeningen of andere activiteiten plaats? De vraag of het aanwezige materiaal regelmatig werd getest op deugdelijkheid moet in elk geval ontkennend worden beantwoord, getuige deze prachtige anekdote van Twan van Els: ‘Op zekere dag was er in Velden een grote BB-oefening gepland. Als aanvoerder van een of andere groep moest ik alles controleren. Er waren BB’ers die doden moesten identificeren. Je mocht alleen de dood vaststellen ‘als het hoofd gescheiden is van de romp’. Het was dus lachen, dat begrijp je wel. Want we hadden geen losse hoofden. Ook moest er een operatiekamer, een OKA, worden ingericht, met spullen uit het noodmagazijn. De kisten mochten echter niet geopend worden, maar dat vond ik nonsens. Van de manschappen die ik onder mijn hoede had, had niemand ooit een operatiekamer van binnen gezien. Dus liet ik toch een kist openmaken. Bijna de hele inhoud was aan het roesten. De BB-commandant gaf me een compliment voor mijn doortastend optreden in plaats van een uitbrander voor het niet opvolgen van een bevel.’Literatuuronderzoek, archiefonderzoek, interviews: allemaal leuk en aardig, maar vanzelf zal ook de vraag wat er met het gebouw dient te gebeuren aan de orde moeten komen. Een architectonisch wonder is het niet. Bovendien detoneert het in de oneindige leegte van de Grauwveenweg.
Slopen dus? Dacht het niet. Want behalve architectonische betekenis bestaat er ook nog zoiets als historische betekenis.
En die bunker, die evenzeer detoneert als het voormalige MIBO-magazijn, is toch ook geconserveerd en zelfs van een nieuwe functie voorzien?
De bunker is zelfs een extra argument om sloop van het magazijn tegen te gaan: noem mij één andere locatie in Horst aan de Maas waar Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog elkaar bijna letterlijk raken. Last but not least: behoud van het MIBO-magazijn zou de pijn van de sloop van dat andere curiosum uit de Koude Oorlog, de luchtwachttoren in America (wél van architectonische betekenis; klik hier), enigszins verzachten.
MIBO-magazijn forever.
(Klik hier voor het vervolg)
Het raadsel rond dit gebouw wordt eigenlijk alleen maar groter. Volgens informatie van een oud-inwoner van Griendtsveen is het betreffende gebouw in de jaren 50 hier gebouwd door de Maatschappij van de Griendt als opslag voor landbouwmaterialen. Later is dit gebouw verkocht aan de firma Goossens die het idee had indertijd om hier grote varkensstallen etc te bouwen. Het gebouw is ook nog een keer afgebrand en opnieuw gebouwd met een klein kantoorgedeelte. Dus MIBO. Het is voor ons (nog) een vraagteken.
BeantwoordenVerwijderenTon Bukkems.
Dorpsraad Griendtsveen.