maandag 17 oktober 2011

Olifantenpaadjesavond – Column Els van der Molen-Zwart

Als er iemand bevoegd is om iets te zeggen over de verhouding tussen olifantenpaadjes en de gemeentelijke overheid, dan is het wel Els van der Molen-Zwart. Zij is al 27 jaar in dienst van zes verschillende gemeenten; van 1989 tot 1993 en daarna weer vanaf 2006 bij de gemeente Horst aan de Maas. Haar huidige functie is Afdelingsmanager Ruimte. Daarbij geeft ze richting aan processen van drie teams: gemeentewerken, vergunningen en beleid & ontwikkeling. Op het bordje van Els liggen alle beleidsthema’s en projecten met een ruimtelijke component, recreatie & toerisme, economie, volkshuisvesting, planologie, milieu, verkeer, Klavertje Vier, LOG Witveld, regio, centra, Hof te Berkel. Korter gezegd: ze is verantwoordelijk voor alles waar ik tegen ben (grapje). Gevraagd naar haar hobby’s zegt ze: ‘Alles wat ik doe is vooral hobby, behalve het moeder zijn ... dat is een feest!’ Els heeft een twitteraccount.


Olifantenpaadjes: beginspraak een Must ?

Leuke titel, maar wel een titel die direct twee vragen oproept:
1. wat zijn olifantenpaadjes in de ogen van een ambtenaar zoals ik?
2. en beginspraak ... help een nieuwe kreet ?
Een olifantenpaadje is, los van alle definities die de revue al gepasseerd zijn, in mijn ambtelijke ogen, een paadje van A naar B, veroorzaakt door die immer eigenwijze burger, dat mens dat zich niet houdt aan datgene wat voor hem achter de tekentafel bedacht is, die inwoner die denkt dat een ontwerp met een zorgvuldige en duidelijke landschapsverkeerskundige en stedenbouwkundige filosofie er niet is voor zijn kwaliteit van leven maar voor die van een ander, een paadje dus, veroorzaakt door een ingezetene van Horst aan de Maas die niet weet dat de gemeente over hem waakt en vooral ook voor hem denkt.

Overigens, even tussendoor, zegt WIKIPEDIA dat een olifantenpaadje in het Frans een chemin de l’âne is … nu weet ik dat Ger een beetje Frans kan … maar dit is toch echt een ezelspaadje of niet Ger ?… tja en dan weten we ook waar het allemaal begonnen is met die paadjes: inderdaad in Sevenum.

Maar goed, dan de tweede vraag uit de titel: ‘beginspraak’, wat is dat? Beginspraak gaat dus duidelijk veel verder dan inspraak … Mag je bij inspraak ergens op re-ageren … bij beginspraak mag je mee-regeren en wel in het begin van het creatieve proces. Meedenken en meedoen bij de eerste schetsen, samen kleuren aan de tekentafel, je creativiteit volkomen de vrije loop laten, nuchterheid en gebruiksgemak voorop, alle droomregisters kunnen open, je ontwerpt je eigen publieke omgeving! En vervolgens … hoop je dat er daadwerkelijk wat mee gebeurt … leve het polderen.
Deze basis verteld hebbende, kom ik bij het kardinale en uitermate principiële punt, waar het vandaag allemaal om draait: een antwoord zoeken op de vraag of het erg is dat er olifantenpaadjes zijn. Is het voor de gemeente Horst aan de Maas in dit geval een doorn in het oog, een aantasting van het leefklimaat zodanig dat hier vooral prioriteit aan gegeven moet worden, moet er geld vrijgemaakt worden voor maatregelen ? Is er sprake van een ontwikkeling die roept om handhaving, die een gerichte inzet van Wiel keihard rechtvaardigt!!?!? Tja, deze vragen kan je alle met ja en/of nee beantwoorden … en … dat is vaker in de politiek. Maar laten we er van uitgaan dat het antwoord ja is.
Ja het is erg, ja het tast het Horster leefklimaat aan, ja het doorbreekt de kwalitatief hoge uitstraling van het openbaar gebied van Horst aan de Maas. Ja het is een aantasting van de verkeersveiligheid, en dat, dat is een serieus item …
Wat gaan we er dan aan doen? Een paar mogelijkheden op een rijtje: prikkeldraad, hekjes, muren, bordjes, boetes, opvoeding, camera’s, telkens opruimen? (Hebben we trouwens al een keer gedaan in de Risselt, paadje weg, sloot gegraven, dat houdt de olifanten tegen.) Of kiezen we inderdaad voor beginspraak: mensen bij nieuwe ontwikkelingen (woonwijken, winkelcentra, scholen et cetera) mee laten denken over hun eigen openbaar gebied. Ontwerpen vanuit de echte gebruikers. Geen luchtfietserij over onbetaalbare kwaliteit en bomen die tot in de hemel groeien, nee gewoon met beide benen in de Horster klei.
Even serieus nu, hier ben ik voor, niet alleen, of alleen niet, voor het voorkomen van olifantenpaadjes. Meedenken in de ontwerpfase maakt de latere gebruikers mede verantwoordelijk voor het gebied, er groeit betrokkenheid en een drang om het bijvoorbeeld met elkaar netjes te houden en ten slotte … een bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat je MOGELIJK een olifantenpaadje in een nieuwe wijk voorkomt, nee, zelfs dat je in de ontwerpfase zo’n paadje samen van te voren al bedenkt, alvast verhardt en een naam geeft. Wat dacht je bijvoorbeeld van het Horstsweethorstpaadje? Dat zou nog eens een mooi burgerinitiatief zijn.

Een andere optie naast beginspraak zou zijn: we bouwen voortaan eerst de gebouwen, bijvoorbeeld de woningen in de Afhang, we positioneren die panden mooi ten opzichte van elkaar en pas na bijvoorbeeld twee jaar leggen we de infrastructuur aan, en ja natuurlijk, dan precies op die plekken waar de olifantenpaadjes dan al lang liggen en al lekker aangestampt zijn …
En nu naar: stel het antwoord is nee … Nee het is niet erg dat deze paadjes er zijn, laten we ons in hemelsnaam druk maken over de principes die er echt toe doen! Olifantenpaadjes altijd welkom! Leuk verschijnsel, kan je een hele avond mee vullen, samen met Jan Dirk. Kan je boeken over schrijven, foto’s van maken, analyseren met Maarten ’t Hart of Peter van Straaten. Optreden bij De Wereld Draait Door … Prima dus, doen! Is ook een bestuurlijke keuze …
Ik wil bij dit antwoord wel een waarschuwing afgeven, zoals een goed ambtenaar betaamt … Er ligt immers een risico: als je kiest voor het blijven ontwerpen zoals we nu doen, vanachter de tekentafel, niets mis mee, deskundigheid genoeg maar … dan kan er wel dit ontstaan:

Els van der Molen-Zwart

Geen opmerkingen:

Een reactie posten