Hun strijd, onze strijd, internationale solidariteit. Een strijdkreet die ik associeer met de jaren zestig en zeventig. In deze tijd moet je helaas niet meer aankomen met het begrip solidariteit. Behalve in kringen van graffitispuiters. Daar geldt een erecode die eruit bestaat dat je met je spuit van andermans scheppingen afblijft. Alleen jammer dat die erecode blijkbaar nooit tot in Sevenum is doorgedrongen. In lyrische bewoordingen schreef ik op 8 maart over een meesterwerkje van een anonieme kunstenaar (of kunstenaarscollectief) dat ik een dag eerder op een onbestemd gebouwtje nabij station Horst-Sevenum had gezien. Ik sprak meteen m’n zorg uit over de toekomst van dit prachtige staaltje street art: ‘Als er ooit of ergens sprake was van een bedreigd kunstwerk dan is het wel hier en nu. Onder het mom van graffitibestrijding zou het op een regenachtige achternamiddag zomaar naar de filistijnen geholpen kunnen worden.’ De inschatting dat we hier van doen hadden met een bedreigd kunstwerk bleek een schot in de roos, moest ik zaterdagavond tot mijn ontzetting constateren: Maar met de veronderstelling dat het onheil ergens van hogerhand zou komen, zat ik er dus helemaal naast:De brute beschadigingsactie lijkt me een voorbeeld bij uitstek van het fenomeen verraad in eigen kring. Sevenumse spuiter(s), je (jullie) wordt (worden) bedankt. Waar moet het in godsnaam heen met onze samenleving als solidariteit zelfs onder graffitisten een loos begrip wordt? Sic transit gloria mundi.
Ceterum censeo Horst skatebaan acquirendam esse. (N.B. Zomaar twee Latijnse zinnen achter elkaar, gratis en voor niets!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten