maandag 9 april 2012

Intermezzo – De jeugd van tegenwoordig

Toen het laatst een paar dagen mooi weer was, hoorde ik iemand klagen over jongeren die er rondom de banken tegen de buitenmuren van het atrium van de Sint-Lambertuskerk zo’n puinhoop van maakten.
De politie zou er zelfs tegen zijn opgetreden. Ik wilde nog de tegenwerping maken dat daar misschien ook een schone taak voor de centrumstewards (bestaan die eigenlijk nog?) was weggelegd, maar kreeg daarvoor niet de gelegenheid. Mijn informante sloot haar klaagzangetje namelijk af met de verzuchting: ‘Die jeugd van tegenwoordig ook …’ Wat me dan weer uit het hart gegrepen was. Die jeugd van tegenwoordig ook. Evenals mijn informante stoor ik me in hoge mate aan de jeugd van tegenwoordig van nu. Watjes zijn het. Lamlendig volkje. Tot niets te bewegen. Zitten daar maar wat apathisch op een bankje bij de kerk. Slappe hap. Ouden van dagen de stuipen op het lijf jagen is er niet meer bij. Opvoeren van brommers? Hoe moet dat? Het wettelijk en ouderlijk gezag tarten? Ons niet gezien! Zelfs belletje trekken is voor de jeugd van tegenwoordig van nu al teveel gevraagd.
Vergelijk dat nou eens met de jeugd van tegenwoordig van vroeger. Bijvoorbeeld met de jeugd van tegenwoordig van 1845. Die wist tenminste van aanpakken, zo blijkt uit een document in het Gemeentearchief Horst (inventarisnummer 1968). Die jeugd gooide met stenen, als het moest zelfs door de ruiten van de kerk (klik op de afbeeldingen om ze te vergroten).
Ze beging ondeugden bij de dorpspomp. Speelde op straat spelletjes om geld. Verstoorde de kerkdienst. Bracht schade toe aan de gewassen. Ging uit stelen.
Speelde onder de hoogmis op straat. Maakte na de hoogmis zo’n lawaai dat de bode die de publicaties van die week voor moest lezen, onverstaanbaar was. Bekladde deuren, ramen en muren van woningen en gemeentelijke gebouwen met graffiti.
Ja, die jeugd van tegenwoordig van 1845 dat was nou nog eens een jeugd van tegenwoordig die haar taak serieus nam. Provoceren, irriteren, uitdagen, grenzen opzoeken en liever nog overschrijden, de goegemeente tegen je innemen, excessief gedrag: daartoe is de jeugd van tegenwoordig toch op aarde? Kom op, jeugd van tegenwoordig van nu, jullie laten je toch niet aftroeven door de jeugd van tegenwoordig van 1845? Wat die presteerde, moeten jullie toch op z’n minst kunnen evenaren? Ontwaak eens uit die lethargie, werp die braafheid van je af, kom in actie, dóe iets. Ik reken op jullie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten