De afgelopen dagen de schaatsfanaat in mezelf weer eens wakker gekust. Viel om de drommel nog niet mee. Normaalgesproken huist er in mijn binnenste namelijk een schaatshater. Een godsgloeiende hekel heb ik aan de volstrekt buitenproportionele aandacht hier te lande voor deze marginale sport. De Blauhúster Dakkapel en die gekmakende collectieve Elfstedenhysterie maken het al helemaal lastig om warme gevoelens voor schaatsen aan de oppervlakte te laten komen.
En toch is het gelukt. Vrijdag bond ik voor het eerst in jaren de ijzers weer eens onder (in mijn geval letterlijk te nemen)
en al na enkele slagen besefte ik wat ik al die tijd gemist had, gelukkig zonder te weten dat ik het miste. Wat dat schaatsen nu tot zo’n heerlijke bezigheid maakt? Ik geloof niet dat ik dat onder woorden kan brengen zonder in clichés te vervallen, dus met uw goedvinden laat ik die vraag vooralsnog onbeantwoord.
Zondigend tegen de zaterdag in De Volkskrant geformuleerde stelregel van Meindert Fennema (‘Als jij in Holland woont, ga dan lekker in Holland schaatsen. En als jij in Drenthe woont, ga je in Drenthe schaatsen.’) ben ik vrijdag, zaterdag en zondag over de Helenavaart op en neer geschaatst van het Limburgse Griendtsveen naar het Noord-Brabantse Helenaveen. Waarschijnlijk als straf van god knapte op Noord-Brabants grondgebied tot twee keer toe een leertje van mijn schaats, met als gevolg twee keer een valpartij en één keer een lange wandeling terug naar het startpunt. Ik ben nog zoekende naar een verklaring voor het feit dat hoe verder je Noord-Brabant in kwam, des te talrijker en des te dieper de scheuren in het ijs werden. Het zou me niet verbazen als een god hier om de een of andere reden ook de hand in heeft gehad.
Wat ik evenmin kan verklaren, is waarom de nummer 1 van mijn top 5 van rustieke Horster houten bruggetjes
plaats heeft moeten maken voor dit geval:
Een voor schaatsers meer dan hinderlijke barrière, die verdacht veel lijkt op een ophaalbruggetje. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan vraag je je af waarom niemand de moeite heeft genomen de brug op te halen. Maar goed, als tweehonderd meter verderop iemand in een aftands Volkswagenbusje ‘biologische snert’ staat te verkopen, ben je op slag weer een stuk milder gestemd.
En Eduard? Eduard keek het allemaal eens aan en Eduard zag dat het goed was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten