Koud vandaag. Ideaal weer dus om bij het haardvuur Ronk het biggetje,
een ingezonden bijdrage van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) te lezen.
Er leefde eens een lief, klein varkentje dat niets liever deed dan een paar keer per jaar op vakantie gaan. Hij was een beetje verwend en erg op luxe gesteld. Nu moet je weten dat ons biggetje bijzonder knap van uiterlijk was: zijn neusgaten zaten op precies de goede plaats, zijn welgevormde oren vielen in een elegante vouw langs zijn hoofdje en zijn staart krulde sierlijk als het mooiste Jugendstilornament. Het voortbewegen van de big was in zijn lichtvoetigheid te allen tijde gracieus. De fijn gevormde pootjes waren helemaal in stijl. Het zachte roze van zijn huid liet hem bovendien blaken van gezondheid. Kortom: het was een varkentje om in te bijten.
Omdat Ronk zo mooi was, trok hij tijdens zijn vakanties bij
de mensen veel bekijks. Hij had het
charisma van een beroemde filmster. Iedereen wilde met hem op de foto. Dat
streelde zijn ego en ijdelheid. Minder leuk vond hij de behoefte van de mensen
om hem constant aan te raken: te vaak werd hij ongevraagd in zijn wang of
buikspek geknepen, zijn krulstaart
gerecht of op het achterwerk gekletst. Op den duur hing hem dat behoorlijk de
keel uit. Hij wilde niet als een stuk vlees worden behandeld. Het varken staat als
intelligent te boek, daarom wilde Ronk
graag dat de mensen van zijn karakter hielden; van het totale biggetje.
Ronk hield van kinderen en kinderen van hem. Een rol als
knuffelvarken leek hem wel wat: af en toe een pootje of een kopje geven en een
beetje voor de show apporteren. Liefst natuurlijk bij een familie die
regelmatig op vakantie ging, zodat hij een boel van de wereld kon zien. Een
gezin met een royale camper was zijn ideaal. Ronk kende geen mensen die hem als
huisvarken zouden willen hebben, daarom spelde hij elke morgen de advertenties
in de krant. Spellen met dyslexie was in zijn geval een riskante onderneming:
hij noemde zich Ronk, terwijl in zijn geboorteakte toch duidelijk Knor stond
geschreven. Ons biggetje bleef evenwel halsstarrig aan zijn eigen spelling
vasthouden, zoals wel vaker voorkomt in agrarische kringen.
Op een stralende zomerdag viel zijn oog op een grote
advertentie. Ronk stond te trillen op zijn varkenspootjes toen hij las: ‘Wij
houden van varkens.’ De volgende zin: ‘wij hebben ideale
transportmogelijkheden’, zette hem helemaal in vuur en vlam. Hij zag zich al
overal en eindeloos rondtoeren. Ronk werd helemaal warm van binnen. Zijn varkensoogjes
begonnen te glinsteren van blijdschap. Hij maakte een sprong; een volmaakte pirouette
van vreugde. Vanaf dat moment was Ronk met huid en haar verkocht, want als
mensen zoiets met grote letters in de krant zetten, moest het wel waar zijn.
Hij begon opgewonden te fantaseren over wonen in Horst aan de Maas, want daar
woonden die schatten van mensen.
Op het aanvraagformulier voor zijn nieuwe onderkomen bleef Ronk
zich gewoon Ronk noemen. Hij was overtuigd zijn ideale plek in de wereld
gevonden te hebben: hij droomde onophoudelijk over de hoge zandgronden en het arcadische,
onaangetaste landschap van die diervriendelijke gemeente. Hij zag zich in
gedachten al in een bootje over een zacht golvende Horster Maas varen, terwijl
zijn perfecte neusgaten een frisse, gezonde lucht opsnoven. Wat was hij bang
dat ze hem niet zouden willen hebben!
Gelukkig hadden ze aan de Witveldweg (o, wat zat de idylle al in de naam) nog een plaatsje vrij. Ze
zouden hem met open armen ontvangen. De levenslustige Ronk verheugde zich enorm
op de privacy, het lekkere eten en de ideale luchtverversing van zijn nieuwe
woonverblijf. Op de mobiele mogelijkheden. Op de plek bij uitstek waar alle
varkens gelijk zijn.
Jan Duijf Kloosterstraat
Jan Duijf Kloosterstraat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten